Wel heel apart om in de hitte van het droge Afrikaanse seizoen naar het Olympische schaatsen te kijken, maar de pret was er niet minder om. Wat een prachtige slotritten op de 5000 meter (heren) en wat een knallende start voor de Nederlanders. Tegelijkertijd kun je ook zien aan het kleine stadion, de schamel bezette tribunes en de nationaliteiten van de andere deelnemers dat het een beperkt beoefende sport is. Dat ze daar hier in Afrika niet aan doen –en niets van weten- is begrijpelijk, maar ook de Europeanen, Aziaten en Amerikanen die je hier tegenkomt, weten nauwelijks wat ‘speedskaten’ is, laat staan dat ze ooit van Sven Kramer hebben gehoord. Het was dus een klein wonder dat Supersport, dat hier zo’n tien sportkanalen op de kabel heeft, op het ene aan Sotsji gewijde kanaal het schaatsen uitzond. Het grote voordeel daarvan was dat je kon genieten van Engelstalig commentaar, zeer deskundig en uiteraard ook heel positief over schaatsgek Nederland, maar gespeend van Oranjedwaasheid. Dat gold ook voor de regie. Ik weet niet van welke TV-zender ze de beelden oppikten, maar het was zeker niet de NOS. Gelukkig kwam slechts één keer koning pils met zijn lakeien Rutte en Eurlings toevallig en heel kort in beeld: de camera gleed langs de tribunes en de commentator sloeg er geen acht op.
Geen geld om een auto te kopen
Sven klom bij het
voorbereiden op zijn 5000 meter even op de fiets. Mooi gezicht was dat. Gefietst
wordt hier wel, zij het in heel bescheiden mate. Enerzijds is dat een kwestie
van geld: een tweedehands fiets kost tussen de 50 en 100 dollar en dat is voor
de meeste Liberianen heel veel geld. Maar het is ook een kwestie van
mentaliteit. Als het om woon-werk verkeer gaat is praktisch iedereen met een
gewone baan afhankelijk van een taxi of motorfiets. Want dat is het openbaar
vervoer in Liberia. Taxichauffeurs proppen vijf en soms zelfs zes mensen in hun
auto en een motor met twee of drie passagiers is ook heel normaal. Dat je ook
met een fiets naar je werk kunt, is voor de gemiddelde Liberiaan onbestaanbaar.
Hoe vaak we al niet voorgerekend hebben dat na een maand of tien de fiets is
terugverdiend, en hoeveel tijdwinst je boekt met vijf of tien kilometer fietsen
in plaats van twee uur stapvoets rijden in een volgepakte taxi: het gaat er
niet in.
Wel wordt er vaak ‘good
excercise’ geroepen als je langs fietst, maar dat zegt ook wat over hoe
velen het fietsen zien. Fietsen als vervoer wordt vaak beschouwd als iets voor
arme mensen. Dat is overigens niet exclusief Liberiaans. Ik zal nooit vergeten
hoe we met onze toen zes-jarige dochter een rondje Drenthe fietsten en op een
morgen, toen de tent was ingepakt en we van de camping wegfietsten, een meisje
aan haar vader vroeg ‘waarom fietsen die mensen’ de goede man antwoordde ‘omdat
ze geen geld hebben om een auto te kopen’.
Wereldfietser voor de vrede en het milieu
Af en toe komt er een
wereldfietser langs in Liberia. Ik heb er tot nu toe drie keer een gezien. De
eerste keer leek het me een Nederlander of Duitser die volbepakt in de hete zon
de kuilen in de weg probeerde te ontwijken. Ik zat in een auto, dus het was nog
minder dan een vluchtige ontmoeting. Een maand of drie geleden deed de Nepalees
Furtemba Sherpa Liberia op zijn ‘world
tour for peace and environment protection’ Liberia aan. Sherpa is met een
ongelooflijke missie bezig. Hij is in 2003 begonnen met fietsen en hij wil tot
2020 doorfietsen, waarna zijn teller op 150 landen moet staan. Klik hier voor
zijn gedateerde website.
Omdat een van onze beste vrienden
hier Nepalezen zijn heb ik een middag in klein gezelschap bij hun thuis met Furtemba
kunnen doorbrengen. Een pezige, kleine, vrij jonge vent, die heel geanimeerd
vertelde over de vele avonturen die hij onderweg had meegemaakt. Gestolen
fietsen (3x), beroofd (2x), maar vooral heel veel gastvrijheid in alle
werelddelen. Ook in Liberia. Omdat hij een kleine camera in zijn helm heeft, kon
hij ons een video laten zien van zijn tocht vanaf Greenville, aan de
zuidoostkust van Liberia, noordwestwaarts naar Monrovia. Hij fietst over een 50
cm breed pad door de oerwoud. Op sommige stukken loopt een ‘villagechief’ voor
hem uit, om de weg te wijzen. Hij moet een aantal rivieren over steken. Dat
gaat soms moeizaam, zoals wij op de video kunnen zien, als het gammele bootje dat
hem overzet dreigt te kapseizen. Sherpa heeft veel filmmateriaal op You Tube
gezet, maar helaas zit deze er nog niet bij.
Hij torst plakboeken met
zich mee met krantenknipsels en oorkonden van burgemeesters van New York tot
Antwerpen. Van elk land dat hij doorkruist steekt hij een vlaggetje op zijn aanhangwagentje,
zodat zijn eenmanskaravaan steeds kleuriger wordt. Thuis heeft hij een vrouw en
twee kinderen; eens in de paar jaar vliegt hij naar Nepal om een paar weken
bij hen te zijn, maar steevast keert hij naar zijn pedalen terug. In elk land
blijkt een Nepalese gemeenschap te zijn die hem hartelijk ontvangt en te midden
waarvan hij enkele dagen tot een week verblijft.
Verleden week kwamen we
een fietsende Japanner in de buurt tegen. Hij had een land of zeventig achter
de rug en wilde zo rond de honderd uitkomen. Hij stond langs de kant van de weg
met wat jongens te praten en we voegden ons bij hen. Aan de overkant was de
ambassade van Ivoorkust: daar zou hij de volgende dag een visum proberen te
regelen. Het liep tegen zessen en het avondschemer kwam er aan. Even overwogen we
‘zullen we hem een bed aanbieden?’, maar het was niet nodig. Hij werd opgehaald
door twee jongens en ging met hen een poort door naar hun ouderlijk huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten