zondag 22 februari 2015

Terug in Liberia

Een week ben ik nu –gelukkig- weer terug in Liberia. De organisatie waarvoor ik werk, achtte de situatie veilig genoeg om de verantwoordelijkheid op zich te kunnen nemen voor mijn terugkeer. De Ebola lijkt onder controle, de gezondheidszorg staat weer open voor ‘normale’ ziektegevallen en er zijn weer regelmatig internationale vluchten, zij het in een beduidend mindere frequentie dan vóór de uitbraak van de Ebola.
Is Liberia veranderd? Ja en nee. Veel lijkt te functioneren, zoals gebruikelijk. Taxi’s rijden, winkels en markten verkopen de gebruikelijke producten, kantoorpersoneel zit achter het bureau, hotels en restaurants bestaan bij de gratie van expats en de kranten staan vol met een mix van corruptieschandalen, de mysterieuze moord van een klokkenluider en oprispingen van parlementariërs. 


Maar in veel  merk je ook dat de Ebola (9000 besmettingen en 3900 doden) zijn  sporen heeft achtergelaten. Het handen schudden en omhelzen wordt achterwege gelaten, terwijl Liberianen doorgaans behoorlijk aanrakerig zijn. Handen wassen met chloorwater bij winkels, restaurants en kantoren is normaal. De prijzen zijn fors gestegen, zowel op de markt als in winkels en de paar supermarkten. De populatie van de expats is van samenstelling veranderd: je ziet vooral veel mensen met een WHO-shirt of auto’s van Médecins du Monde. De helikopters die gebruikt werden voor vervoer van Ebola-patiënten vliegen nog af en toe voorbij. En berichten over nieuwe Ebola-gevallen duiken helaas weer op. Zoals dat over de Ebola-patiënt in een ziekenhuis een paar straten verderop, waar pas na een paar dagen Ebola werd geconstateerd, en de patiënt helaas overleed. Acht verpleegkundigen moeten nu drie weken in quarantaine.

Lessen geleerd?

Ook op mijn werk  geldt dat de Ebola nog niet achter de rug is. Er is een uitgebreid protocol waar het personeel zich aan moet houden, de standaard voor de hygiëne is verhoogd, bij de deur staat de emmer om de handen te wassen en de temperatuur van een ieder wordt bij binnenkomst gemeten met zo’n futuristisch thermometerpistool, dat met een laserstraal op 10 cm afstand de temperatuur leest. Ons programma (bruggen bouwen tussen belangengroepen en het parlement) was de laatste 5 maanden omgebogen naar een Ebola Response Initiative. Een drietal belangengroepen, die wij met trainingen, advies en geld ondersteunen, hebben in 16 buurten en dorpen voorlichtings- en bewustwordingsactviteiten ontplooid om de Ebola buiten de deur te houden. Bijeenkomsten werden georganiseerd, folders en posters verspreid, radiospotjes uitgezonden en speciaal daartoe aangewezen kwartiermakers waren in hun eigen community voortdurend aanwezig om goed op te letten, informatie te geven en bij verdachte gevallen kordaat op te treden. De basis voor deze aanpak was gelegd in een community-based action plan, dat bij de start van het project is ontwikkeld door onze partners, de kwartiermakers en toonaangevende figuren uit die gemeenschappen. Wij ondersteunden dit door te adviseren over  deze actieplannen, over de opzet van brainstorming sessions waar deze actieplannen in elk van de 16 gemeenschappen werden bediscussieerd, over de inhoud van voorlichtingsmaterialen en over het vervolg in de periode na de Ebola. Voor dit laatste is onze relatie met het parlement van belang. En keren we nu weer terug naar ons oorspronkelijke programma. De lessen die geleerd kunnen worden, zoals de noodzaak van een betere gezondheidszorg, het belang van onderwijs en voorlichting, de grote waarde van een actieve betrokkenheid van de communities: dit –en nog veel meer- zal in kaart moeten worden gebracht, door belangengroepen én parlementariërs,  en moet leiden tot een beduidend socialer beleid, waarbij het parlement hopelijk een belangrijke, initiërende  rol speelt. Dát zal een van onze speerpunten zijn van de komende maanden.


De kans moet worden gegrepen

‘De kans moet worden gegrepen’ is iets wat je vaak hoort na een ramp. Zo ook in Liberia. Het is de broodnodige hoop en motivatie die bezit neemt van de goedwillenden, positief denkenden en hardwerkenden. Zo in de trant van ‘als het nu nog niet duidelijk is’ dat ‘het onderwijs moet verbeteren’, dat er ‘betere schoolbibliotheken moeten komen’, dat ‘de opleiding voor medisch personeel een impuls moet krijgen’, dat ‘fatsoenlijke sanitaire voorzieningen en huisvesting broodnodig zijn’ enz. Het is een opvatting die je ook bij internationale hulporganisaties en grote donoren hoort. Veel (inter)nationale organisaties in Liberia zaten op de lijn dat bestrijding van corruptie, goed bestuur en vrije, eerlijke verkiezingen de weg naar ontwikkeling zou zijn. Hopelijk leiden de lessen van de Ebola er toe dat deze op zich belangrijke (technische) voorwaarden alleen dan doeltreffend zijn, als de inhoud er van de sociale ontwikkeling van de grote massa van de arme Liberianen als resultaat heeft.