Het is altijd leuk als er in Nederland een boek verschijnt
over Liberia. Mede omdat het zeer weinig voor komt. En dus kocht ik voor ik het
vliegtuig in stapte naar Monrovia het zojuist verschenen Drakendochter
van Clarice Gargard. Zij is een spraakmakende columniste van NRC/Handelsblad,
een in de VS geboren Liberiaanse die op jonge leeftijd in Nederland verzeild
raakte. Dat had uiteraard te maken met de burgeroorlog. Zij is in 1988 geboren
en heeft de burgeroorlog (1990-2003) niet bewust meegemaakt. Haar vader woonde
echter praktisch al die tijd -en nog steeds- in Monrovia en was lange tijd
directeur van de Liberia Telecommunication Corporation, een staatsbedrijf. Hij
diende onder de presidenten Doe (1980-1990, die in 1980 de macht greep via een
militaire coup), Amos Sawyer (1990-1994, interim-president) en warlord/president
Charles Taylor (1997-2003). De drie tussenpausen tussen 1994 en 1997 laat ik
ongenoemd. Omdat haar vader een hoge positie had, vroeg zij zich in toenemende
mate af, hoe schuldig, dan wel medeverantwoordelijk hij was voor de wandaden
van name Charles Taylor. De ondertitel van het boek luidt dan ook ‘Op zoek naar
mijn vader, rechterhand van Liberiaanse dictator Charles Taylor.’ Over deze
zoektocht maakte ze al een documentaire (Daddy and the Warlord/De waarheid
over mijn vader) die in het voorjaar al op de TV te zien was en een Gouden
Kalf won. Zie hier de trailer.
Achterflap van 'Drakendochter'. |
Van Philadelphia naar Purmerend
In een film kun je niet alles kwijt. Regisseurs, hoe aardig
en motiverend ook, snijden er toch op los, vandaar dat dit boek er kwam. Het
boek is gelaagd, zoals dat tegenwoordig schijnt te horen. Ze vlecht
verschillende verhalen door elkaar heen: de geschiedenis van Liberia, haar
persoonlijke familiegeschiedenis, het huidige Liberia, de zoektocht naar haar
vader en haar opvattingen over migratie, kolonialisme en racisme. Dat maakt het
tot een wat lastig te lezen boek waarin de chronologie heen en weer flippert. Dat
het goed geschreven is helpt om de aandacht vast te houden.
Maar is het ook een goed boek? Dan kom ik met die
verschillende lagen toch in de knoei.
Het persoonlijke verhaal is zonder meer boeiend. Geboren in Philadelphia, na een kort verblijf als baby in Liberia weer
terug naar de VS, daarna naar Ghana, weer naar Liberia en in 1992, als de burgeroorlog
in Liberia blijft voortduren, wordt ze door haar vader, inmiddels gescheiden,
met haar oudere zus naar Purmerend gebracht.
De niet voor niets gepantserde auto van Charles Taylor, tentoongesteld achter het Nationale Museum in Monrovia. |
Ik ga mijn hand nooit meer wassen
In 1997, ze is dan negen jaar, bezoekt ze haar vader in
Liberia. Charles Taylor is dan net tot president gekozen. Ondanks zijn
reputatie als warlord werd hij door een meerderheid van de kiezers gezien als
man die orde en voorspoed zou brengen na de chaos die hij overigens zelf had geschapen.
Ze beschrijft hoe Daddy, zoals ze haar vader consequent in het boek noemt, haar
meeneemt naar het huis van Charles Taylor en haar aan hem voorstelt. ‘In het
midden stond een chaise longue. De persoon die erop lag voelde zich niet
gedwongen om de stilte te verbreken of om zelfs maar op te staan. Aan
weerzijden van de bank stonden beveiligers. ‘Clarice, ontmoet de president van
Liberia.’ Zo stelde Daddy mij voor aan Charles Taylor, president en warlord. Ik
aanvaardde zijn hand (…).’ Haar vader schrikt als ze een beetje brutaal is,
maar Taylor moet hartelijk lachen en stuurt haar met een paar dozen koekjes de
deur uit. ‘Ik ga mijn hand nooit meer wassen.’ zegt ze als ze met haar
vader wegloopt. Het boek is gelardeerd met herinneringen aan haar familie en haar verblijf in 2018 als ze terugkeert
om op zoek te gaan naar wat haar vader bewoog. De geuren en kleuren, de markten
en straathandel, de vaak vriendelijke mensen die, als ze wat ouder zijn, met
het trauma van de burgeroorlog hebben leren leven, of niet.
Amos Sawyer |
De zoektocht naar de diepere beweegredenen van haar vader om op zijn post te blijven, het centrale thema van de film en het boek, levert jammer genoeg weinig op. Dat komt niet door de dochter Clarice, maar door de vader. Daddy blijft ongrijpbaar. ‘Zo glad als een aal’. Hij laat nooit het achterste van zijn tong zien en doet uitspraken over de presidenten die hij gediend heeft als ‘ze waren allemaal slecht’. Op vele manieren probeert ze familieleden, voormalige collega’s en partijgenoten van Taylor uitspraken over Daddy te ontfutselen, maar dat blijft hooguit steken in algemeenheden. Op een persoonlijke manier praten met iemand over wat er gebeurd is tijdens de burgeroorlog, blijft een moeilijk iets in Liberia. Dat is mijn ervaring als witte buitenstaander, maar ook haar ervaring als Liberiaanse ‘buitenstaander’, die het niet zelf heeft meegemaakt.
Ze gaat wat dieper in op het ‘hoogverraad’ van Daddy: hij
zou informatie van de interim-regering van Amos Sawyer (1990-1994) hebben
gelekt aan -toen- rebellenleider Taylor om zijn strijd tegen de regering van
Sawyer te steunen. Sawyer kwam daar achter en liet haar vader arresteren. De
rechtszaak leidde tot niets, onduidelijk blijft waarom precies, maar dat is een
euvel dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Ze beschrijft nog een geheel
ander akkefietje tussen Taylor en Sawyer: zij zouden hebben samengespand om
ijzererts op de zwarte markt te verkopen en zo hun zakken te vullen. Haar vader
zou communicatie tussen die twee hierover hebben onderschept. En volgens Daddy,
zo schrijft ze, ‘was dat de reden waarom Sawyer zo’n hekel aan hem had: hij
beschikte over vernietigende persoonlijke informatie over de regeringsleider’.
Tsja, dit is een van de redenen waarom ik af en toe moeite heb met de Drakendochter.
Op vier verschillende plekken in het boek worden deze affaires genoemd,
onduidelijk blijft wanneer precies en in welke volgorde ze plaatsvinden. Bovenal lijkt het enorm tegenstrijdig: Daddy
helpt Taylor in zijn strijd tegen Sawyer, maar ze spannen ook samen om hun
zakken te vullen en Daddy kiest dan toch blijkbaar partij voor Taylor.
Bronnenlijst
Ergens schrijft ze: ‘Ik heb mensen vooral met angst over
Doe horen praten.’ Hoewel ze vrij uitvoerig de wandaden van Taylor
beschrijft, is dat zinnetje toch veelbetekenend. Veel van wat ze schrijft over
de recente geschiedenis is van horen zeggen, en zonder bronvermelding. Zoals ‘Het
volk had genoeg van de regering van Sawyer’. Zijn interim-regering, die
zich alleen tot Monrovia beperkte, werd van alle kanten onder vuur genomen door
vechtende, moordende en plunderende milities en kon inderdaad daardoor weinig
uitoefenen. Sawyer, die er toch al niet te
best van afkomt in dit boek, wordt door velen gezien (hij leeft nog) als een
van de meest onkreukbare politici die Liberia heeft gehad. Heb ik dat van horen
zeggen? Ja, maar wel met een bron: het in 2013 verschenen boek van de
Nederlandse Liberia-kenner Fred van der Kraaij, Liberia: van
vrijheidsideaal naar verloren paradijs. Dit, ook in het Engels
vertaalde, boek is een van de zeer weinige, gedocumenteerde boeken over de
recente geschiedenis van Liberia. Het is onbegrijpelijk dat dit boek niet in de
Bronnenlijst van Drakendochter wordt vermeld. Evenmin wordt hét
standaardwerk over de burgeroorlog en de relatie met de Afrikaanse religie en cultuur
vermeld als bron: The Mask of Anarchy, The Destruction of Liberia and the
Religious Dimension of an African Civil War van Stephen Ellis. Kent ze die
boeken niet? Zo veel boeken zijn er niet over Liberia geschreven.
Zoals het ook vreemd is dat ze het zeer uitvoerige rapport
van de Truth
and Reconciliation Commission niet als bron noemt. Deze ‘waarheidsvinding
commissie’ heeft in 2009 een uitstekend, 335 blz. tellend rapport over de
burgeroorlog uitgebracht, op grond van verhoren en bronnenonderzoek. Inclusief
een lijst van schuldigen die gestraft moeten worden. (Daddy komt daar overigens
niet in voor). Clarice Gargard bepleit aan het eind van haar boek, terecht,
alsnog een vorm van gerechtigheid voor de slachtoffers van de burgeroorlog. ‘Daar
is meer voor nodig dan een commissie die haar beloften niet nakomt.’ Wat
krijgen we nou? Die commissie kon natuurlijk geen strafvervolging instellen. Het
lag op het bordje van toenmalig president Johnson-Sirleaf om met de adviezen
van de commissie aan de slag te gaan. Zij borg het rapport echter zo snel
mogelijk op in de onderste la die ze kon vinden. Waarom? Ze stond zelf op de
lijst van ‘daders’ die op advies van de commissie 30 jaar geen openbaar ambt
zouden mogen bekleden. De lezer blijft
verstoken van dit toch niet onbelangrijke detail.
Kolonialisme, racisme en discriminatie
Het boek kent ook een aantal passages over actuele
discussies in Nederland over kolonialisme, racisme en discriminatie. Hoewel ik
wel begrijp waarom ze op dit vlak haar mening kwijt wil, is de relatie met
Liberia lang niet altijd duidelijk. Uiteraard beschrijft ze de tegenstelling in
Liberia tussen de inheemse bewoners en de nakomelingen van de vrijgemaakte
slaven die vanaf 1820 vanuit de VS naar West-Afrika ‘emigreerden’. Deze,
aanvankelijk kleine groep, zou zich in rap tempo ontwikkelen tot de politieke,
economische en culturele elite van Liberia, die de inheemse bevolking
uitbuitte, kort hield en ruim 100 jaar allerlei rechten onthield. Er is de
bekende theorie -en praktijk- van gevestigden en nieuwkomers, waarbij
gevestigden allerlei mechanismen hanteren om die nieuwkomers dwars te zitten.
Er is de bekende theorie -en praktijk- van discriminatie, uitsluiting,
uitbuiting en geweld op basis van huidskleur. Er is de bekende theorie – en
praktijk- van kolonialisme en imperialisme, waarbij grondstoffen worden geroofd
en de lokale bevolking wordt onderdrukt. Laat in Liberia het nu allemaal net
even anders liggen. In Liberia onderdrukten de nieuwkomers de gevestigden,
beide van Afrikaanse origine. Liberia is niet door imperialistische mogendheden
gekoloniseerd, toch is 90% van de bevolking straatarm omdat de elite de
rijkdommen van het land (hout, palmolie, ijzererts, goud, rubber) tegen afbraakprijzen
heeft verkocht aan westerse bedrijven. Het is jammer dat ze hierover niet in
meer beschouwende zin haar licht over laat schijnen, in plaats van te refereren
aan de zwart-wit discussies in Nederland (waarin ik het overigens met haar eens
ben).
Gargard heeft ook kritiek op de ontwikkelingshulp: ‘De
ontwikkelingshulp is een industrie waar bakken met geld verdiend kunnen worden,
zonder dat de situatie in Afrikaanse landen aanzienlijk verbetert.’ En: ‘Het
westen helpt ‘Afrika’ maar zou het niet efficiënter zijn als het westen
Afrikanen helpt om zichzelf te helpen.’ Dit is werkelijk gemakzuchtige
kritiek uit de oude doos. Het is al lang standaard voor verreweg de meeste
hulporganisaties dat hulp is gericht op ‘skill building’ en ‘empowerment’
van Afrikanen in kwetsbare posities. Die bakken met geld (over populistisch
taalgebruik gesproken) worden voor het grootste deel in die projecten gestopt,
onder streng toezicht van de donoren. En helaas verdwijnt een deel in de zakken
van de Afrikaanse elite.
Er staan nogal wat rare passages over Nederland in. Om er
twee te noemen. Zo zou het ‘officieel beleid’ zijn in Rotterdam en Amsterdam om
Surinaamse en Antilliaanse studenten in bepaalde wijken te weren om de blanke
homogeniteit te waarborgen. Enige onderbouwing ontbreekt en deze geïnstitutionaliseerd
apartheidspolitiek bestaat dan ook niet. De Bijlmer in Amsterdam, ontworpen
tussen 1962 en 1965 (!), zou ‘impliciet’ bedoeld zijn voor ‘avontuurlijke witte
mensen uit de middenklasse’ (cursief van mij, LP). Ik raad haar aan de bevolkingsstatistieken uit die
jaren nog eens te raadplegen.
Onverwerkt verleden, ongemakkelijk heden, onzekere toekomst
Tot slot. Is Daddy nu schuldig of medeverantwoordelijk aan
de misdaden van de presidenten die hij heeft gediend? De ondertitel van het
boek ‘rechterhand van dictator Charles Taylor’ wordt in het boek niet gestaafd.
Toen ik een Liberiaanse collega, die alle ellende van de burgeroorlog heeft meegemaakt,
de voorkant van het boek met deze ondertitel liet zien, moest hij lachen. ‘Taylor
had duizenden rechterhanden, die hij gebruikte als het hem uit kwam en weer
even hard liet vallen’. De dochter komt er aan het slot van het boek ook niet
uit. En zo loopt die ‘kleine’ geschiedenis van haar vader parallel met de ‘grote’
geschiedenis van Liberia: een onverwerkt verleden, met een ongemakkelijk heden
en een onzekere toekomst.
Clarice M.D. Gargard: Drakendochter, Op zoek naar mijn vader, rechterhand van Liberiaanse dictator Charles Taylor, Uitgeverij De Arbeiderspers, €19,99.