Posts tonen met het label Politieke Partijen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Politieke Partijen. Alle posts tonen

zondag 2 februari 2020

Gaat het asfalt president Weah redden?

President Weah heeft afgelopen maandag zijn Annual Message aan het parlement meegedeeld. Zeg maar de troonrede, waarin hij de plannen van dit jaar uiteenzet en af en toe terugkijkt. Taaie kost, 24 pagina’s van papier voorgelezen, zonder enig swing, vibe of kwinkslag.
Opmerkelijk, niet zozeer vanwege de inhoud, maar vanwege het protocol, was het begin. Zoals gebruikelijk begroet hij alle aanwezigen door hun functies te noemen. Een rij van maar liefst negentien titels (parlementariërs, rechters, stamhoofden enz.) passeert de revue, waar hij zeker vijf minuten mee bezig is. Maar hij begint met Madam Clar Marie Weah, First Lady of the Republic of Liberia. De enige naam die valt. Zijn vrouw dus! Een dame zonder enige politieke of bestuurlijke betekenis, die hij elke dag aan de keukentafel ziet.
Minstens zo opmerkelijk was het slot. Deze keer wel vanwege de inhoud. Hij neemt namelijk zijn hoed van president af en zet zijn CDC-pet op: die van leider van de Coalition for Democratic Change. En speekt direct het volk – of eigenlijk zijn kiezers- toe:
I would now like to break with tradition, and speak directly to the Liberian people. (…)
My fellow Liberians, it has been just over twenty-four months since you voted me and the
Coalition for Democratic Change into office. Before that resounding victory, we were all out
there together in the political wilderness, struggling for social justice, and for improvement in our economic conditions, improvement in our lives and livelihoods, and hoping for a brighter future for ourselves and our children.
Hij houdt een minuut of acht een post-verkiezingstoespraak. Hij biedt zijn verontschuldigingen aan dat het allemaal anders loopt dan gedacht, hij toont begrip voor het ongeduld en belooft dat het allemaal beter zal gaan. Daarna maakt hij diepe kniebuigingen voor de internationale gemeenschap: during the first trimester of my tenure, they have worked closely with my Administration, and have been convinced of our sincerity and determination to provide a better life for the Liberian people, and have accordingly responded in a positive manner.

George Weah
Toffe peer

Als argeloze buitenstaander zou je zeggen: toffe peer. Hij houdt van zijn vrouw en gaat door het stof vanwege de vele verkiezingsbeloften die niet zijn gerealiseerd. Beide zie ik Rutte niet zo gauw doen. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Liberia verkeert economisch, politiek, en sociaal in een diepe crisis. En Weah weet tot nu toe daar geen enkel begin van een oplossing voor te vinden. Lange tijd dacht ik, die man zelf deugt wel, maar hij is omringd door nogal wat slechteriken, die corrupt zijn en in de Taylor-tijd al aan de verkeerde touwtjes trokken. Wat altijd al werd gezegd lijkt uit te komen: een wereldvoetballer, maar van goed bestuur geen kaas gegeten. Talloze geruchten doen de ronde over zelfverrijking van zijn entourage, inclusief hemzelf. Het is lastig in dit zo geruchtenrijke land de kern van waarheid te vinden.
Weah kreeg toen hij begin 2018 aantrad een land te besturen met diepe, niet gedichte sporen van een dertien jaar durende burgeroorlog, met een ongekende ebolacrisis achter de kiezen, met een economisch beleid van zijn voorganger, Ellen Johnson-Sirleaf, die er in twaalf jaar niet in slaagde enige betekenisvolle verbetering aan te brengen in het leven van de grote, arme massa. De corruptie is nog steeds ongekend hoog -en onbestraft-, de staatskas is bijna leeg, en in 2019 zijn de totale inkomsten van de staat opnieuw gedaald. Deze keer met $35 miljoen. De totale inkomsten bedroegen $445 miljoen. Even in perspectief: de Nederlandse staat heeft met 4x zoveel inwoners 5000x zoveel inkomsten. Over arm en rijk gesproken.

(En toch is Liberia geen arm land, zoals ik al vaak in dit blog heb gescheven. Het is rijk aan grondstoffen (ijzer, hout, palmolie, rubber, cacao) maar de politieke elite geeft die liever voor een appel en een ei weg met langdurige concessies aan buitenlandse ondernemingen (snel geld cashen) in plaats van het geduldig een economische structuur op te bouwen en Liberianen te scholen met behulp van concessies die tijdelijk zijn en ontwikkeling garanderen.)

De verjaardag van Charles Taylor werd gevierd

Politiek gezien gaat het ook niet lekker, om het maar zachtjes uit te drukken. Een van de coalitiepartijen is de National Patriotic Party (NPP) van ex-president/warlord Charles Taylor, die in Engeland een straf van vijftig jaar uitzit. Zijn ex-vrouw Jewel Howard-Taylor, die veelzeggend altijd zijn naam is blijven gebruiken, is partijleider en vice-president. De laatste weken waren er toenemende geruchten -en in een interview gaf ze dat ook toe- dat er aan haar stoelpoten was gezaagd door mensen uit de entourage van Weah. Haar partij roert zich de laatste weken stevig. Partijvoorzitter Cyril Allen, die dat al was ten tijde van Taylor, hield op 28 januari een toespraak in het NPP-kantoor ter viering van de 72ste verjaardag van Charles Taylor. Hij waarschuwde zijn coalitiegenoten Jewel Howard-Taylor te respecteren en voegde daar, toch wat dreigend, zonder bewijsmateriaal, aan toe dat de NPP ‘the most politically broad-based party in the country’ is.

Jewel Howard-Taylor is weer 'taking control' (graphic: Frontpage Africa)
Pro Poor Agenda

In zijn Annual Message moest Weah natuurlijk wel aandacht besteden aan de Pro Poor Agenda for Prosperity and Development (PADP). Dit is de vertaling van zijn belofte aan de kiezers dat hij een president van de armen zal zijn. Het is een nauwelijks verkrijgbaar boekwerkje, dat wel online staat, waarin hij zijn plannen ontvouwt. Ik heb daar al eerder een blog aan gewijd.
Opmerkelijk is dat hij in zijn Annual Message uitsluitend over de aanleg van wegen rept. Dat is weliswaar een van de onderwerpen in de PADP, naast gezondheidszorg, onderwijs, goed bestuur en het aanjagen van de economie. Maar daar besteedt hij nauwelijks aandacht aan. De bestrijding van corruptie komt alleen met enkele plichtmatigheden aan de orde.
Zonder enige onderbouwing wordt aangenomen dat het asfalteren van de bestaande ‘hoofd’zandwegen het volk welvaart zal brengen. Maar liefst twintig projecten worden benoemd, in het binnenland, maar ook in de hoofdstad Monrovia. Uiteraard zijn wegen belangrijk om mensen en goederen efficiënt te vervoeren. Maar dan moet er wel een economische ontwikkeling komen, al is het maar een eerste begin, die een productie genereert die de behoefte van het dorp overstijgt. Want dat is de grote makke van Liberia: zowel de maakíndustrie (meubels bijvoorbeeld) als de landbouw produceren alleen op traditionele wijze op kleine schaal voor de lokale behoefte. Er is ook nooit serieus onderzocht wat de twee goed geasfalteerde wegen (Monrovia-Ganta en Monrovia-Buchanan), die er een jaar of vijf liggen,  nu aan economische spin-off hebben opgeleverd. Hoewel, dat onderzoek is eigenlijk niet nodig, want het antwoord is duidelijk: niets. Van die economische zones die door een of ander adviesbureau waren voorgespiegeld, asfaltwegen omlijst door bedrijvigheid, is niets terecht gekomen.
Maar die wegen zullen niet allemaal gerealiseerd worden. Daar zijn namelijk tientallen miljoenen dollars voor nodig die door internationale donors opgehoest moeten worden. Dat dit niet automatisch zal gebeuren is ook Weah duidelijk. Deze week berichtte Frontpage Africa dat de consultancy KRL International voor een jaar in de armen is gesloten om voor het realiseren van de PAPD (voorlopig dus asfalt) sponsors en investeerders te vinden. Ditzelfde Amerikaanse bureau (missie: Boutique consulting with a global reach) adviseerde ook de vorige, door de CDC fel bekritiseerde, president Johnson-Sirleaf bij haar geslaagde pogingen om internationale schulden kwijtgescholden te krijgen. Ook hier gaan de kosten voor de baat uit. Volgens FrontPage Afrika kosten de topconsultants van dit Amerikaanse bedrijf zo’n zo’n $25.000 per maand. 


Oppositie kritisch en sterker in het parlement

De oppositiepartijen, die ook een coalitie hebben gevormd (Collaborating Political Parties, CCP), waren uiterst kritisch. Hun woordvoerder, Alexanders Cummings, bekritiseerde Weah dat noch voor de korte noch voor de langere termijn zijn voorstellen enig soelaas bieden om het land vooruit te helpen. Hij schetste een somber, maar terecht beeld: ‘Our economy is in terrible shape. Prices on goods and services, from rice to transportation are increasing daily. Unemployment, particularly youth unemployment continues to increase. Teachers, nurses, doctors and civil servants are not being paid on time. Liberians have to stand in long queues at banks to withdraw Liberian Dollars like we are a bankrupt country and now we are in longer queues to get petroleum products due to shortage on our market. The crime rate, to include incidence of rape, armed robbery, etc has increased’.
In deze coalitie zijn drie partijen vertegenwoordigd: het Alternative National Congress (ANC), van Cummings, de All Liberian Party (ALP), de Liberty Party (LP) en de Unity Party (UP). Maar ook deze coalitie zal erg zijn best moeten doen om bij kiezers vertrouwen te winnen. De UP was tussen 2006 en 2018 de slecht presterende regeringspartij van president Johnson-Sirleaf. De ALP wordt geleid door Benoni Urey, ooit, zoals zovelen, een bondgenoot van Charles Taylor. De LP heeft sinds kort een nieuwe, vrouwelijke aanvoerder, senator Nyonblee Kargar-Lawrence. En de ANC wordt geleid door Cummings, de man die bij de presidentsverkiezingen, waar hij 7,2% scoorde, voor velen de meest verstandige indruk maakte.
Deze oppositiecoalitie heeft in het Huis van Afgevaardigden 27 zetels, 6 meer dan de CDC (van de in totaal 73). De agenda van Weah heeft dus bij lange na geen meerderheid in het Huis. Datzelfde geldt in nog meerdere mate voor de Senaat, waar Weah met zijn CDC 9 zetels heeft en de oppositiecoalitie 14 (van de 30). Nu is partijtrouw niet diepgeworteld in Liberia. Parlementariërs stappen makkelijk over naar een andere partij, en elke president in Liberia heeft er een handje van om met geld stemmen te kopen. Of de coalitie dus eensgezind haar parlementaire macht zal gebruiken om haar kritische woorden om te zetten in politieke daden is afwachten
In oktober zijn 15 van de Senaatzetels in handen van de kiezers. (Elk van de 15 provincies levert 2 senatoren, 1 zetel per provincie staat in oktober op het stembiljet.) De CDC verloor vorig jaar in augustus bij de tussentijdse verkiezing haar Senaatszetel in Montserrado, de provincie waar de hoofdstad Monrovia ligt, normaal gesproken een CDC-bolwerk. Het worden moeilijke tijden voor de vijftien CDC-kandidaten. Tenzij die 20 wegprojecten, die vrij keurig over het land zijn verdeeld, de kiezers over de CDC-streep trekken.   

Aan de wegen moet wel iets gebeuren...


zaterdag 25 januari 2020

Werken aan een eerlijke politiek


Het was een mooie leerschool voor dertig ambitieuze leden van de vijf grootste politieke partijen in het West-Afrikaanse Liberia. De straat op gaan met een vragenlijst. Over corruptie, de kwaliteit van het onderwijs en van de gezondheidszorg. En dan vragen aan voorbijgangers wat ze ervan vonden. Dat leverde soms verrassende antwoorden op. En vaak ook niet. Dat de meeste mensen denken dat corruptie praktisch nooit wordt aangepakt en bestraft, is niet zo verwonderlijk in een land waar de politie en het rechtssysteem als de meest corrupte overheidssectoren worden gerekend. Of dat de meeste mensen in het geval van nood moeten lopen naar een ziekenhuis. En dat de kwaliteit van de leraren niet hoog wordt aangeschreven. Dat is allemaal niet zo verwonderlijk in dit land , waar 64 % onder de armoedegrens leeft, het gemiddelde inkomen per inwoner €2 per dag is en 40% analfabeet is, zoals cijfers van de Verenigde Naties laten zien. Verrassend was dat de meeste mensen toch nog steeds van de regering verwachten dat zij de problemen oplossen.


Luchtfietserij

Dat is verrassend en hoopgevend. Verrassend omdat je zou denken dat na tientallen jaren van wanbeleid, burgeroorlog, ebola en corruptie mensen de hoop opgeven dat de politiek er nog -in positieve zin-  toe doet. Dat zij blijkbaar vinden dat ‘de politiek’ er een puinhoop van heeft gemaakt, maar tegelijkertijd dat ‘de politiek’ erin zou moeten slagen om het tij te keren. Een soort politieke Houdini-act. En dat is dan ook hoopgevend. Althans voor die mensen die erin blijven geloven dat uiteindelijk de democratie, de mensenrechten en de rechtstaat moeten overwinnen.
De geloofwaardigheid terugbrengen in de politiek was het – ongeschreven- thema van een tweedaagse training die ik -mede- gaf aan dertig ambitieuze, gemotiveerde partijleden in Monrovia, de hoofdstad van Liberia. Op het programma stonden zaken als hoe kun je een politiek ontwikkelen die aansluit bij de behoeften van de bevolking, hoe pak je dat dan aan, waar vind je de argumenten en cijfers om je voorstellen te onderbouwen en wat heb je nodig om dat ook gerealiseerd te krijgen. Het gevaar bij zo’n aanpak is dat de luchtfietserij tot grote hoogte kan stijgen. Wat in werkelijkheid ook volop gebeurt. De beloften die de in 2017 gekozen president George Weah -en zijn Coalition for Democratic Change – waren zo torenhoog, dat je daarna alleen maar diep kunt vallen. En dat is precies wat er nu gebeurt.
En dus vlochten wij een dikke rode draad door deze training: wees ervan bewust dat uiteindelijk de kiezers de jury zijn van je politieke daden. Koester je idealen, werk aan concrete voorstellen en veranderingen, maar begrijp dat als je luchtkastelen belooft de kiezers je zullen afrekenen.

Leuk bericht uit Tanzania
Hoogdravende woorden

Nogal hoogdravende woorden die we verpakten in discussies, voorbeelden en praktische oefeningen, waarvan de straat op gaan er dus een van was. Gewapend met een vragenlijst die ze in hun eigen partijgroep hadden opgesteld. Gebaseerd op een aanname dat corruptie, gezondheidszorg en onderwijs dé grote problemen zijn waar mensen mee kampen. Maar dat zou natuurlijk wel eens heel anders kunnen uitpakken. De komende weken gaan de deelnemers, uiteraard opgesplitst in partijgroepjes, dat ondervinden als ze in de verschillende districten van Monrovia gaan uitzoeken wat de problemen zijn. Wat de mensen ‘in de wijken’ daar zelf over zeggen, wat voor oplossingen zij hebben en hoe er samengewerkt kan worden om samen een vuist te maken. En hoe uiteindelijk de parlementariërs van hun eigen partijen er echt werk van gaan maken. Uiteraard kun je dan niet om de belabberde economische situatie heen. Een praktisch lege staatskas en een inflatie van rond de 30% in 2019. Maar dan nog kunnen – en moeten - er keuzen gemaakt worden, die op een eerlijke manier uitgelegd moeten worden. Maar daarover een volgend blog.


    

zondag 12 mei 2019

Partijontwikkeling en democratie


Ik ben weer terug in Liberia. Zo eens in de twee/drie maanden ben ik er een paar weken om mee te werken aan het NDI-programma dat beoogt het functioneren van politieke partijen te verbeteren. En dan hebben we het niet alleen over allerlei organisatorische zaken, zoals ledenwerving, interne democratie en communicatie, en een transparante partijbegroting. Het gaat ook over het ontwikkelen van politieke initiatieven en het betrekken van kiezers om hun invloed op het landsbestuur te vergroten. Want dáár gaat het uiteindelijk om in een democratie.


Taai werk is niet populair

Er zijn enkele boekenplanken te vullen met boeken en nota’s over het nut van dit soort ontwikkelingsprogramma’s. Hoewel de opvatting vrij algemeen gedeeld wordt dat economische en sociale ontwikkeling in een land als Liberia hand in hand moet gaan met democratische ontwikkeling en goed bestuur, is het steunen van die democratische ontwikkeling lang niet altijd een populair thema bij internationale donoren. Met één uitzondering: het steunen en monitoren van (hopelijk vrije) verkiezingen. Dat is overzichtelijk en korte-termijn werk met een meestal duidelijke conclusie van de internationale waarnemers. Maar het taaie werk van partijontwikkeling en ondersteuning van het parlement stuit op meer scepsis. Daar zijn wel goede argumenten voor. In veel ontwikkelingslanden is de democratische dynamiek nogal verschillend van wat in de westerse wereld als norm wordt beschouwd, hoewel die norm daar ook aan zware erosie onderhevig is. Namelijk dat politiek en democratie een strijd is, waar ideologieën en opvattingen botsen, gedragen door politici die gaan voor de inhoud. Terwijl in veel ontwikkelingslanden, en zeker ook in Liberia, politiek persoonsgebonden is, corruptie hoogtij viert en politieke partijen nauwelijks te onderscheiden opvattingen hebben, anders dan dat ze voor de macht gaan.
Een andere reden voor de scepsis is dat in het verleden internationale steun aan democratie- en partijontwikkeling weinig zichtbaar resultaat heeft opgeleverd. Het -zeer valide- argument dat daar altijd tegenin te brengen is, dat dit een kwestie van lange adem is, die ook in ontwikkelde landen niet van de ene op de andere dag heeft plaatsgevonden. Maar internationale donoren werken veelal met hooguit vierjarenplannen die de lange adem ontberen en het gehijg van politici in de nek voelen die waar voor ‘hun’ geld willen.

Capitol Building: parlementsgebouw in Monrovia
De parlementaire democratie wordt ondermijnd door democraten

De discussie over het nut van internationale steun aan democratie- en partijontwikkeling heeft echter ook opgeleverd, dat de focus anders moet komen te liggen. De ontwikkeling van de democratie in de westerse wereld heeft daar zeker toe bijgedragen. Na de val van de Berlijnse Muur was het democratische, westerse model in de jaren ’90 het wenkend perspectief voor veel landen. Niet alleen in Oost-Europa, maar ook in Afrika en Azië werd dit model ijverig gepropageerd en gekopieerd. Maar in de loop van deze eeuw bleek dat democratische modellen niet zo maar met copy and paste overgedragen kunnen worden. Tegelijkertijd bleek dat in het westen de democratie aan uitholling ten prooi viel:

  • Privatisering en globalisering ondermijnden in grote mate de kracht en invloed van de westerse parlementaire democratieën. 
  • Sociale basisvoorzieningen als gezondheidszorg, onderwijs, wonen en openbaar vervoer werden op de zogenaamde vrije markt geslingerd.
  • Multinationals, gepamperd met ‘legale’ belastingontduikingen, grepen hun kans en staan aan de basis van een nog steeds groeiende inkomens- en vermogensongelijkheid.
  • De toenemende macht van internationale samenwerkingsorganisaties, zoals de EU, zonder beslissende democratische legitimatie, droeg daar het zijne aan bij.
Als resultaat van dit alles is het belang van politieke partijen, als dragers van een verzwakkende parlementaire democratie, daarmee in welhaast gelijke mate geërodeerd. Het is navrant dat uitgerekend partijen die het woord democratie in hun naam hebben (VVD, CDA, D66) de initiators en supporters van dit democratie-ondermijnende beleid zijn.
En als laatste ontwikkeling die van invloed was op een andere visie: in een aantal Arabische landen stuurden volksopstanden dictators het land uit, om vervolgens tot hun ergernis te moeten constateren dat andere potentaten er voor terug kwamen.


Wat is de goede weg?

Dit alles moet meegenomen worden in het antwoord op de vraag: wat voor partijontwikkeling moet er worden nagestreefd in een land als Liberia? Het idee dat het type van een westerse politieke partij als een voorbeeld geldt, en waar mogelijk gekopieerd moet worden, ligt dus al achter ons. Hoewel het nog steeds van belang is om te streven naar een degelijke en democratische partijstructuur, gedragen door een ideologie of samenhangend programma -en dat is op zich al een enorme uitdaging - is het vooral belangrijk om partijen zélf te laten formuleren, waar ze behoefte aan hebben. Daarbij moet je wel oog hebben voor de ontstaansgeschiedenis van partijen in ontwikkelingslanden, zeker in die landen, zoals Liberia, waar een hevig conflict, zoals een burgeroorlog, nog niet zo lang geleden heeft plaatsgevonden.
Ruwweg kun je in dat soort landen twee typen partijen onderscheiden: partijen die ontstaan zijn na een vredesproces, waarbij strijdende milities de strijdbijl hebben moeten begraven en de jas van een politieke partij hebben aangetrokken. En partijen die ‘van onderop’ gegroeid zijn en meestal het karakter van een beweging hebben. Het eerste type partij zal vooral geïnteresseerd zijn in het gebruiken van het middel democratie om de eigen agenda en machtsposities te continueren, terwijl het tweede type democratie ziet als het middel om de controle en invloed van burgers op het regeringsbeleid te vergroten.

Rijk partijpolitiek landschap

Om mij tot Liberia te beperken: het partijpolitieke landschap is rijk en divers. In het parlement (Huis van Afgevaardigden en Senaat) zijn meer dan 10 partijen vertegenwoordigd.  Mengvormen van beide hiervoor beschreven types komen het meest voor.
Het beter laten functioneren van politieke partijen zal die tweede opvatting als leidraad moeten hebben: democratie als middel om de controle en invloed van burgers op het regeringsbeleid te vergroten. Dat is iets anders dan democratie te reduceren tot ‘u vraagt en wij draaien’. Politieke partijen blijven daarbij van groot belang, omdat het bestrijden van sociale en economische ongelijkheid óók (en misschien wel juist) in ontwikkelingslanden een politieke visie én gedrag van partijen vergen die geen gemeengoed zijn.
Programmatische én organisatorische ontwikkeling van partijen is dus van groot belang, maar moet bijdragen aan het vergroten van de invloed van burgers op het beleid. Aan dit programma wil ik graag mijn energie steken.

Links VS ambassadeur Christine Elder, rechts president George Weah
Intussen in Liberia

Intussen stapelen de problemen in Liberia zich op voor president Weah en zijn Coalition for Democratic Change. Het burgerprotest lijkt opgebloeid te zijn, weliswaar zonder gele hesjes, maar een Council of Patriots (COP) organiseert op 7 juni een demonstratie onder het motto ‘Save the State’. Oppositiepartijen wisten niet hoe snel ze dit moesten ondersteunen.  Christine Elder, de ambassadeur van de VS, het meest invloedrijke land in Liberia, heeft in een pittige toespraak Weah gemaand de corruptie aan te pakken en haast te maken met het bestrijden van seksueel geweld tegen vrouwen. De invloedrijke All Liberian Conference of Diaspora Leaders gaf deze week een verklaring uit waarin zorg werd uitgesproken over de groeiende politieke spanningen.  De Center for Transparency and Accountability in Liberia, een NGO, riep Weah op om schoon schip te maken in zijn regering, die gebukt gaat onder financiële schandalen. En dan zijn twee katholieke bisschoppen ook nog beschuldigd van homoseksuele verkrachtingen
Kortom, never a dull moment, waarover volgende week meer.


zondag 28 oktober 2018

Het zoet en zuur van de politiek

Ik ben, opnieuw, voor twee weken terug in Liberia voor een training van activisten van de vijf grootste politieke partijen. Dit in het kader van het programma van NDI in Liberia om partijen beter (lees: democratischer, minder persoonsgebonden, effectiever) te laten functioneren. (Zie mijn blog van 30 juni jl.)

Deze week werden partisans getraind die actief zijn in de vrouwen- en jongerengroepen van deze partijen. Het was de eerste driedaagse training: in januari en april 2019 zullen nog twee ‘modules’ van drie dagen elk volgen. Ik hield drie presentaties, met opdrachten, over het nut en belang van politieke partijen, het vormen van coalities in een meerpartijenstelsel (wat Liberia heeft) en hoe je na verkiezingen de resultaten moet analyseren, om daar vervolgens van te leren. Collega trainers richtten zich op campagne voeren en leiderschap.
Het waren pittige dagen. De deelnemers, zoals gebruikelijk in Liberia, namen de zaken serieus zonder een blad voor de mond te geven, met af en toe felle discussies, die uiteindelijk altijd met humor werden afgesloten.


 Loze beloften

Politieke partijen zijn zwak in Liberia. Alles is politiek, maar sterk persoonsgebonden. De partijleider is de baas. Een programma, als het er al is, speelt nauwelijks een rol. Ledendemocratie bestaat er niet echt, omdat een goede administratie vaak ontbreekt en er, mede daardoor, nauwelijks betalende leden zijn. Dit alles neemt niet weg dat politieke partijen toegewijde leden hebben, die graag willen leren.
Er werd over van alles gediscussieerd. Moet een partijleider alleenheerser zijn (nee was de heersende mening). Over de noodzaak om in een verkiezingscampagne meer met politieke standpunten en concrete, betaalbare voorstellen te werken, in plaats van loze beloften en geschenken of geld uit te delen. Veel discussie ook over hoe belangrijk het is om als partij voortdurend actief te zijn in de communities om te weten wat er leeft en daar dan als partij of volksvertegenwoordiger iets mee te doen.

Een kandidaat voert campagne, oktober 2017
Zoet en zuur

De parlements- en presidentsverkiezingen zijn een jaar geleden, en staan nog vers in het geheugen gegrift. De regerende Unity Party werd na 12 jaar regeren, afgelost door de Coalition for Democratic Change (CDC), die nu de president (George Weah) levert. Beide partijen waren vertegenwoordigd en het zoet van de een en het zuur van de ander sijpelden regelmatig door de discussies heen. Liberia heeft een presidentieel systeem, zoals de VS, maar noch in de senaat, noch in het Huis van Afgevaardigden, heeft de CDC een meerderheid. Er zijn in het Huis maar liefst 12 partijen vertegenwoordigd. Coalities zijn dus noodzakelijk, en die worden op dit moment ook gesmeed. Liberia heeft een districtensysteem, waarbij de winnende kandidaat de zetel pakt. Soms met maar 15% van de stemmen. Ik kreeg de discussie over het weinig democratische gehalte van zo’n districtenstelsel aardig op stoom met het laten zien van het resultaat van de laatste verkiezingen: de 73 gekozen Kamerleden vertegenwoordigen slechts 33% van de opgekomen kiezers (overigens bij een goede opkomst van 75%). Geen wonder dat het vertrouwen van kiezers in het Huis niet hoog is: 33 Kamerleden wilden graag verder, maar werden niet herkozen. Verder neemt het aantal partijloze, gekozen Kamerleden toe: van 7 in 2005, 9 om 2011 naar 12 in 2017. Kortom: genoeg stof om over na te denken, zo hield ik de deelnemers voor, en daar bij de komende evaluatie van de Kieswet rekening mee te houden. 



Orange Knowledge Programme

Ik viel met mijn neus in de boter, want de Nederlandse ambassadeur voor Liberia, die overigens in Ghana zetelt, was deze week in Liberia vanwege het Orange Knowledge Programme. Waarom dat oranje toch overal bijgesleept wordt, weiger ik als republikein te weten, maar verder is het (Dutch!) Knowledge Programme wel sympathiek. Het beoogt o.a. voor professionals in een aantal ontwikkelingslanden, waaronder Liberia, een vervolgopleiding bij een Nederlandse universiteit te financieren. Weer terug in hun eigen land kunnen zij dan beter toegerust bijdragen aan een ‘duurzame en inclusieve ontwikkeling’ van hun land, zoals het enigszins ronkend op de website van het Nuffic staat. Het Nuffic voert het programma uit, waar minister Kaag onlangs nog een extra 10,1 miljoen euro aan heeft toegevoegd.
Ik kon vanwege de training helaas niet aanwezig zijn bij de lancering van het programma in de Universiteit van Liberia, maar ’s avonds was er een cocktail party voor de kleine Nederlandse kolonie in Liberia. De ambassadeur, Ron Strikker, gaf nog een korte toelichting op het programma. En daarna was het een gezellig samenzijn. Strikker lijkt me een prima vent op deze plek van de aardbol. Hij vond de juiste woorden en toon om de, overigens bescheiden, bijdrage van Nederland een goede plek te geven. Het is overigens voor het eerst sinds lange tijd dat Nederland iets aan ontwikkelingshulp doet in Liberia. En dat is mede het gevolg van de ebola, en het bezoek dat minister Ploumen daarna aan het land bracht. Zie daarvoor mijn blog van 11 juli 2015.


Weah schaft collegegeld af

Overigens lanceerde  president Weah deze week ook een onderwijsinitiatief: hij kondigde aan dat de collegegelden voor de vier openbare universiteiten worden afgeschaft. Hij haalde daarmee de internationale, Afrikaanse pers. Er waren al studentendemonstraties geweest, die hem herinnerden aan zijn verkiezingsbelofte, en vrij onverwacht loste hij die deze week in. Overigens komt er van alle kanten weer kritiek hierop, want de kwaliteit van het onderwijs is allerbelabberdst, en daar helpt deze maatregel geen sier bij. Voor arme Liberianen, en dat is de grote meerderheid, zijn de lagere- en middelbare openbare scholen, die formeel gratis zijn, maar ook geld vragen, eveneens moeilijk te betalen.
Weah kan wel een steuntje in de rug gebruiken, want de laatste maanden is hij steeds meer onder vuur komen te liggen. Zo wordt hij al weken achtervolgd met het 16 miljard Liberiaanse dollar schandaal. Met de huidige koers is dat ruim 100 miljoen Amerikaanse dollar. Zijn voorganger, Johnson-Sirleaf, had aan het eind van haar regeerperiode de Bank van Liberia opgedragen deze enorme hoeveelheid bankbiljetten te drukken. Niemand weet wat er sindsdien met het geld is gebeurd. De wildste beschuldigingen doen de ronde, maar niemand weet het fijne. Johnson-Sirleaf, inmiddels 80 jaar oud, zegt het vergeten te zijn. De oppositie, die een meerderheid heeft in het Huis van Afgevaardigden, wil de FBI inschakelen. Weah zou overwegen de minister van financiën te ontslaan, maar dat is (nog) niet gebeurd. De ontknoping van dit alles laat nog, wellicht eeuwig, op zich wachten.
Dit weekend heeft Weah in het ver van de hoofdstad Monrovia gelegen Ganta zijn Pro-Poor Agenda for Development and Prosperity (PADP) gelanceerd. Hij doet hiermee opnieuw een verkiezingsbelofte gestand. Over hoe die Agenda er uit gaat zien, kan ik wellicht volgende week bloggen.