zondag 28 oktober 2018

Het zoet en zuur van de politiek

Ik ben, opnieuw, voor twee weken terug in Liberia voor een training van activisten van de vijf grootste politieke partijen. Dit in het kader van het programma van NDI in Liberia om partijen beter (lees: democratischer, minder persoonsgebonden, effectiever) te laten functioneren. (Zie mijn blog van 30 juni jl.)

Deze week werden partisans getraind die actief zijn in de vrouwen- en jongerengroepen van deze partijen. Het was de eerste driedaagse training: in januari en april 2019 zullen nog twee ‘modules’ van drie dagen elk volgen. Ik hield drie presentaties, met opdrachten, over het nut en belang van politieke partijen, het vormen van coalities in een meerpartijenstelsel (wat Liberia heeft) en hoe je na verkiezingen de resultaten moet analyseren, om daar vervolgens van te leren. Collega trainers richtten zich op campagne voeren en leiderschap.
Het waren pittige dagen. De deelnemers, zoals gebruikelijk in Liberia, namen de zaken serieus zonder een blad voor de mond te geven, met af en toe felle discussies, die uiteindelijk altijd met humor werden afgesloten.


 Loze beloften

Politieke partijen zijn zwak in Liberia. Alles is politiek, maar sterk persoonsgebonden. De partijleider is de baas. Een programma, als het er al is, speelt nauwelijks een rol. Ledendemocratie bestaat er niet echt, omdat een goede administratie vaak ontbreekt en er, mede daardoor, nauwelijks betalende leden zijn. Dit alles neemt niet weg dat politieke partijen toegewijde leden hebben, die graag willen leren.
Er werd over van alles gediscussieerd. Moet een partijleider alleenheerser zijn (nee was de heersende mening). Over de noodzaak om in een verkiezingscampagne meer met politieke standpunten en concrete, betaalbare voorstellen te werken, in plaats van loze beloften en geschenken of geld uit te delen. Veel discussie ook over hoe belangrijk het is om als partij voortdurend actief te zijn in de communities om te weten wat er leeft en daar dan als partij of volksvertegenwoordiger iets mee te doen.

Een kandidaat voert campagne, oktober 2017
Zoet en zuur

De parlements- en presidentsverkiezingen zijn een jaar geleden, en staan nog vers in het geheugen gegrift. De regerende Unity Party werd na 12 jaar regeren, afgelost door de Coalition for Democratic Change (CDC), die nu de president (George Weah) levert. Beide partijen waren vertegenwoordigd en het zoet van de een en het zuur van de ander sijpelden regelmatig door de discussies heen. Liberia heeft een presidentieel systeem, zoals de VS, maar noch in de senaat, noch in het Huis van Afgevaardigden, heeft de CDC een meerderheid. Er zijn in het Huis maar liefst 12 partijen vertegenwoordigd. Coalities zijn dus noodzakelijk, en die worden op dit moment ook gesmeed. Liberia heeft een districtensysteem, waarbij de winnende kandidaat de zetel pakt. Soms met maar 15% van de stemmen. Ik kreeg de discussie over het weinig democratische gehalte van zo’n districtenstelsel aardig op stoom met het laten zien van het resultaat van de laatste verkiezingen: de 73 gekozen Kamerleden vertegenwoordigen slechts 33% van de opgekomen kiezers (overigens bij een goede opkomst van 75%). Geen wonder dat het vertrouwen van kiezers in het Huis niet hoog is: 33 Kamerleden wilden graag verder, maar werden niet herkozen. Verder neemt het aantal partijloze, gekozen Kamerleden toe: van 7 in 2005, 9 om 2011 naar 12 in 2017. Kortom: genoeg stof om over na te denken, zo hield ik de deelnemers voor, en daar bij de komende evaluatie van de Kieswet rekening mee te houden. 



Orange Knowledge Programme

Ik viel met mijn neus in de boter, want de Nederlandse ambassadeur voor Liberia, die overigens in Ghana zetelt, was deze week in Liberia vanwege het Orange Knowledge Programme. Waarom dat oranje toch overal bijgesleept wordt, weiger ik als republikein te weten, maar verder is het (Dutch!) Knowledge Programme wel sympathiek. Het beoogt o.a. voor professionals in een aantal ontwikkelingslanden, waaronder Liberia, een vervolgopleiding bij een Nederlandse universiteit te financieren. Weer terug in hun eigen land kunnen zij dan beter toegerust bijdragen aan een ‘duurzame en inclusieve ontwikkeling’ van hun land, zoals het enigszins ronkend op de website van het Nuffic staat. Het Nuffic voert het programma uit, waar minister Kaag onlangs nog een extra 10,1 miljoen euro aan heeft toegevoegd.
Ik kon vanwege de training helaas niet aanwezig zijn bij de lancering van het programma in de Universiteit van Liberia, maar ’s avonds was er een cocktail party voor de kleine Nederlandse kolonie in Liberia. De ambassadeur, Ron Strikker, gaf nog een korte toelichting op het programma. En daarna was het een gezellig samenzijn. Strikker lijkt me een prima vent op deze plek van de aardbol. Hij vond de juiste woorden en toon om de, overigens bescheiden, bijdrage van Nederland een goede plek te geven. Het is overigens voor het eerst sinds lange tijd dat Nederland iets aan ontwikkelingshulp doet in Liberia. En dat is mede het gevolg van de ebola, en het bezoek dat minister Ploumen daarna aan het land bracht. Zie daarvoor mijn blog van 11 juli 2015.


Weah schaft collegegeld af

Overigens lanceerde  president Weah deze week ook een onderwijsinitiatief: hij kondigde aan dat de collegegelden voor de vier openbare universiteiten worden afgeschaft. Hij haalde daarmee de internationale, Afrikaanse pers. Er waren al studentendemonstraties geweest, die hem herinnerden aan zijn verkiezingsbelofte, en vrij onverwacht loste hij die deze week in. Overigens komt er van alle kanten weer kritiek hierop, want de kwaliteit van het onderwijs is allerbelabberdst, en daar helpt deze maatregel geen sier bij. Voor arme Liberianen, en dat is de grote meerderheid, zijn de lagere- en middelbare openbare scholen, die formeel gratis zijn, maar ook geld vragen, eveneens moeilijk te betalen.
Weah kan wel een steuntje in de rug gebruiken, want de laatste maanden is hij steeds meer onder vuur komen te liggen. Zo wordt hij al weken achtervolgd met het 16 miljard Liberiaanse dollar schandaal. Met de huidige koers is dat ruim 100 miljoen Amerikaanse dollar. Zijn voorganger, Johnson-Sirleaf, had aan het eind van haar regeerperiode de Bank van Liberia opgedragen deze enorme hoeveelheid bankbiljetten te drukken. Niemand weet wat er sindsdien met het geld is gebeurd. De wildste beschuldigingen doen de ronde, maar niemand weet het fijne. Johnson-Sirleaf, inmiddels 80 jaar oud, zegt het vergeten te zijn. De oppositie, die een meerderheid heeft in het Huis van Afgevaardigden, wil de FBI inschakelen. Weah zou overwegen de minister van financiën te ontslaan, maar dat is (nog) niet gebeurd. De ontknoping van dit alles laat nog, wellicht eeuwig, op zich wachten.
Dit weekend heeft Weah in het ver van de hoofdstad Monrovia gelegen Ganta zijn Pro-Poor Agenda for Development and Prosperity (PADP) gelanceerd. Hij doet hiermee opnieuw een verkiezingsbelofte gestand. Over hoe die Agenda er uit gaat zien, kan ik wellicht volgende week bloggen.



Geen opmerkingen: