Deze week werden partisans
getraind die actief zijn in de vrouwen- en jongerengroepen van deze partijen.
Het was de eerste driedaagse training: in januari en april 2019 zullen nog twee
‘modules’ van drie dagen elk volgen. Ik hield drie presentaties, met
opdrachten, over het nut en belang van politieke partijen, het vormen van
coalities in een meerpartijenstelsel (wat Liberia heeft) en hoe je na
verkiezingen de resultaten moet analyseren, om daar vervolgens van te leren.
Collega trainers richtten zich op campagne voeren en leiderschap.
Het waren pittige dagen. De deelnemers, zoals gebruikelijk
in Liberia, namen de zaken serieus zonder een blad voor de mond te geven, met
af en toe felle discussies, die uiteindelijk altijd met humor werden
afgesloten.
Politieke partijen zijn zwak in Liberia. Alles is politiek,
maar sterk persoonsgebonden. De partijleider is de baas. Een programma, als het
er al is, speelt nauwelijks een rol. Ledendemocratie bestaat er niet echt,
omdat een goede administratie vaak ontbreekt en er, mede daardoor, nauwelijks
betalende leden zijn. Dit alles neemt niet weg dat politieke partijen
toegewijde leden hebben, die graag willen leren.
Er werd over van alles gediscussieerd. Moet een partijleider
alleenheerser zijn (nee was de heersende mening). Over de noodzaak om in een verkiezingscampagne
meer met politieke standpunten en concrete, betaalbare voorstellen te werken,
in plaats van loze beloften en geschenken of geld uit te delen. Veel discussie
ook over hoe belangrijk het is om als partij voortdurend actief te zijn in de communities om te weten wat er leeft en
daar dan als partij of volksvertegenwoordiger iets mee te doen.
Een kandidaat voert campagne, oktober 2017 |
Zoet en zuur
De parlements- en presidentsverkiezingen zijn een jaar
geleden, en staan nog vers in het geheugen gegrift. De regerende Unity Party werd na 12 jaar regeren, afgelost
door de Coalition for Democratic Change
(CDC), die nu de president (George Weah) levert. Beide partijen waren
vertegenwoordigd en het zoet van de een en het zuur van de ander sijpelden
regelmatig door de discussies heen. Liberia heeft een presidentieel systeem,
zoals de VS, maar noch in de senaat, noch in het Huis van Afgevaardigden, heeft
de CDC een meerderheid. Er zijn in het Huis maar liefst 12 partijen
vertegenwoordigd. Coalities zijn dus noodzakelijk, en die worden op dit moment
ook gesmeed. Liberia heeft een districtensysteem, waarbij de winnende kandidaat
de zetel pakt. Soms met maar 15% van de stemmen. Ik kreeg de discussie over het
weinig democratische gehalte van zo’n districtenstelsel aardig op stoom met het
laten zien van het resultaat van de laatste verkiezingen: de 73 gekozen
Kamerleden vertegenwoordigen slechts 33% van de opgekomen kiezers (overigens
bij een goede opkomst van 75%). Geen wonder dat het vertrouwen van kiezers in
het Huis niet hoog is: 33 Kamerleden wilden graag verder, maar werden niet
herkozen. Verder neemt het aantal partijloze, gekozen Kamerleden toe: van 7 in
2005, 9 om 2011 naar 12 in 2017. Kortom: genoeg stof om over na te denken, zo
hield ik de deelnemers voor, en daar bij de komende evaluatie van de Kieswet
rekening mee te houden.
Orange Knowledge Programme
Ik viel met mijn neus in de boter, want de Nederlandse ambassadeur
voor Liberia, die overigens in Ghana zetelt, was deze week in Liberia vanwege
het Orange Knowledge Programme.
Waarom dat oranje toch overal bijgesleept wordt, weiger ik als republikein te
weten, maar verder is het (Dutch!) Knowledge Programme wel sympathiek. Het
beoogt o.a. voor professionals in een aantal ontwikkelingslanden, waaronder
Liberia, een vervolgopleiding bij een Nederlandse universiteit te financieren.
Weer terug in hun eigen land kunnen zij dan beter toegerust bijdragen aan een
‘duurzame en inclusieve ontwikkeling’ van hun land, zoals het enigszins ronkend
op de website
van het Nuffic staat. Het Nuffic voert het programma uit, waar
minister Kaag onlangs nog een extra 10,1 miljoen euro aan heeft toegevoegd.
Ik kon vanwege de training helaas niet aanwezig zijn bij de
lancering van het programma in de Universiteit van Liberia, maar ’s avonds was
er een cocktail party voor de kleine
Nederlandse kolonie in Liberia. De ambassadeur, Ron Strikker, gaf nog een korte
toelichting op het programma. En daarna was het een gezellig samenzijn.
Strikker lijkt me een prima vent op deze plek van de aardbol. Hij vond de
juiste woorden en toon om de, overigens bescheiden, bijdrage van Nederland een
goede plek te geven. Het is overigens voor het eerst sinds lange tijd dat
Nederland iets aan ontwikkelingshulp doet in Liberia. En dat is mede het gevolg
van de ebola, en het bezoek dat minister Ploumen daarna aan het land bracht.
Zie daarvoor mijn blog van 11
juli 2015.
Weah schaft collegegeld af
Overigens lanceerde president Weah deze week ook een
onderwijsinitiatief: hij kondigde aan dat de collegegelden voor de vier
openbare universiteiten worden afgeschaft. Hij haalde daarmee de internationale,
Afrikaanse pers. Er waren al studentendemonstraties geweest, die hem
herinnerden aan zijn verkiezingsbelofte, en vrij onverwacht loste hij die deze
week in. Overigens komt er van alle kanten weer kritiek hierop, want de
kwaliteit van het onderwijs is allerbelabberdst, en daar helpt deze maatregel
geen sier bij. Voor arme Liberianen, en dat is de grote meerderheid, zijn de
lagere- en middelbare openbare scholen, die formeel gratis zijn, maar ook geld
vragen, eveneens moeilijk te betalen.
Weah kan wel een steuntje in de rug gebruiken, want de
laatste maanden is hij steeds meer onder vuur komen te liggen. Zo wordt hij al
weken achtervolgd met het
16 miljard Liberiaanse dollar schandaal. Met de huidige koers is dat
ruim 100 miljoen Amerikaanse dollar. Zijn voorganger, Johnson-Sirleaf, had aan
het eind van haar regeerperiode de Bank van Liberia opgedragen deze enorme
hoeveelheid bankbiljetten te drukken. Niemand weet wat er sindsdien met het
geld is gebeurd. De wildste beschuldigingen doen de ronde, maar niemand weet
het fijne. Johnson-Sirleaf,
inmiddels 80 jaar oud, zegt het vergeten te zijn. De oppositie, die een
meerderheid heeft in het Huis van Afgevaardigden, wil
de FBI inschakelen. Weah zou overwegen de minister van
financiën te ontslaan, maar dat is (nog) niet gebeurd. De ontknoping
van dit alles laat nog, wellicht eeuwig, op zich wachten.
Dit weekend
heeft Weah in het ver van de hoofdstad Monrovia gelegen Ganta zijn Pro-Poor Agenda for Development and
Prosperity (PADP) gelanceerd. Hij
doet hiermee opnieuw een verkiezingsbelofte gestand. Over hoe die Agenda er uit
gaat zien, kan ik wellicht volgende week bloggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten