zondag 7 april 2013

Het Oproer Kraait


Ik heb twaalf Liberiaanse vrijdag kranten voor me liggen (op zaterdag verschijnen er geen kranten). En dat zijn nog niet eens alle dagbladen in een land van 4 miljoen mensen, waarvan 40%  boven de 15 jaar analfabeet is. De kranten schreeuwen het uit ‘Rattan’ awaits demonstrators’, ‘Potentially Explosive’ , ‘Boiling point’, ‘Military Ready for Demonstrators’, ‘Chaos, Terror Loom Over Monrovia’. Wat is er aan de hand? Op vrijdag 12 april is een demonstratie aangekondigd tegen het regeringsbeleid. De demonstratie wordt georganiseerd door…, tsja door wie eigenlijk? Dat was lang een van de vele raadsels van dit land, dat een lange geschiedenis kent van tribale ’secret societies’. Geheime netwerken in stamverband, waarin sociale controle, initiatierituelen en zwarte magie samenkwamen om eigen identiteit en posities te beschermen en tegenstanders uit te schakelen.

Kop uit FrontPage
Zo’n sfeer van samenzwering en verdachtmaking beheerst regelmatig het openbare leven, maar nu is het wel heel sterk aanwezig  rond de aangekondigde demonstratie van 12 april. Wie de demo organiseert was lange tijd volstrekt onduidelijk. Kranten spraken van een coalitie van actie- en belangengroepen, maar personen en rugnummers werden niet genoemd. Alleen de naam deed de ronde: ‘Coalition for the transformation of Liberia’. Er gingen geruchten dat de zwaar onderbetaalde politieagenten mee zouden demonstreren. Woordvoerders leken er niet te zijn, evenmin als pamfletten, affiches of andere oproepen. Facebook en twitter zijn hier nauwelijks doorgedrongen, dus ook de sociale media spelen geen rol. Wellicht dat de alom aanwezige mobiele telefoon het organiserende middel is.

Beschuldigingen en leugens

Dus werden er beschuldigingen over en weer geuit. Aanvankelijk werd algemeen aangenomen dat de grootste oppositiepartij Congress for Democratic Change (CDC) achter de demonstratie zat. De partij is tamelijk bedreven in het organiseren van straatprotesten, wil de stem zijn van de vele honderdduizenden werkloze jongeren en heeft twee parlementariërs die niet lang geleden een wet hebben ingediend om de president tot aftreden te dwingen. Aanvankelijk koketteerde de CDC wel met de demonstratie, maar deze week liet de partij weten de demonstratie niet te ondersteunen. Uiteraard verklaarde  secretaris-generaal McGill dat de organisatoren het grondwettelijke recht hebben om een demonstratie, binnen de kaders van de wet, te organiseren. Om daar in één adem aan toe te voegen dat partijgenoten die in de demonstratie mee gaan lopen, disciplinair worden aangepakt. Tamelijk bizar dat deze militante oppositiepartij het grondwettelijke recht om te demonstreren haar eigen leden ontzegt.

Varney Sherman
Een andere beschuldiging deed ook veel stof opwaaien. In een veel beluisterd radioprogramma werd beweerd dat Varney Sherman, voorzitter van de regerende Unity Party (UP) achter de demonstratie zou zitten. De verklaring hiervoor zou zijn dat de UP er baat bij heeft meer afstand te kunnen nemen van de president, ook UP, om zo bij de volgende presidentsverkiezingen met een nieuwe kandidaat (Sherman?) toch nog kans te kunnen maken. Deze beschuldiging was blijkbaar serieus genoeg voor Sherman om een pagina grote advertentie in de krant te plaatsen, waarin hij deze leugen bestrijdt, verklaart nog nooit van zijn leven iets met een demonstratie te maken gehad te hebben, en bovendien niets met deze demonstratie heeft te winnen. (Bij dit laatste argument denk je dan meteen ‘dus als er wel wat te winnen zou zijn…?)

Stop corruptie en nepotisme

Gisteren werd de geheimzinnige anonimiteit van de organisatoren enigszins afgepeld. De ‘Daily Observer’ berichtte dat er op het Ministerie van  Justitie gesproken is met enkele organisatoren van de demonstratie. Maar Justitie wilde de eisen van de demonstratie (‘stoppen met corruptie en nepotisme’) niet inwilligen, wat voor de geciteerde woordvoerder van de demonstranten reden was te stellen dat alles gewoon doorgaat. Tekenend voor de sfeer in Liberia zijn de laatste zinnen van het artikel. Daarin wordt ‘onthuld’ dat er ‘geruchten’ zijn dat de regering de organisatoren $150.000 heeft geboden als ze van de demonstratie af zouden zien, terwijl de organisatoren een half miljoen dollar zouden eisen...
Over de reden van de demonstratie lijken alle kranten het wel eens te zijn – en die ook te onderkennen. Het falende regeringsbeleid,  de hoge werkloosheid, het slechte onderwijs, de verloren strijd tegen de armoede, de corruptie en het nepotisme. En de voortdurende dominantie van de Afro-Amerikaanse elite. Dit laatste punt wordt indirect zwaar aangezet door veel kranten. Zij verwijzen nadrukkelijk naar allerlei gebeurtenissen die in de maand april in het nabije verleden plaatsvonden.

Rijstoproer, staatsgreep, burgeroorlog

Op 14 april 1979 brak ‘het rijstoproer’ uit. Een massaal verzet tegen de enorme prijsverhoging (150%) van ingevoerd rijst, hét basisbestanddeel van de Liberiaanse maaltijd. De Afro-Amerikaanse president Tolbert wilde daarmee de binnenlandse rijstproductie stimuleren, maar het paardemiddel werd niet gewaardeerd. Deze oproer was de opmaat voor de staatsgreep die een jaar later op 12 (!!) april 1980 werd gepleegd door een groepje ‘inheemse’ militairen, waarbij velen uit de Afro-Amerikaanse elite werden vermoord, zoals president Tolbert. De alom aanwezige corruptie en het wanbestuur waren hun argumenten. De hoogste in rang, Samuel Doe, werd de eerste (en tot nu toe enige) ‘inheemse’ president van het land.

Rijstoproer 1979

Zestien jaar later,  op 6 april 1996, bereikte de burgeroorlog een ‘hoogte’punt; op die datum begon een wekenlang durend gevecht tussen de verschillende warlords, dat Monrovia wekenlang in een inferno veranderde en waarvan de sporen in iedere straat van de stad nog te zien zijn.
En nu dus, wederom op 12 april, een demonstratie, die als doel heeft ‘met een staatsgreep de regering omver te werpen’. Aldus senator Prince Johnson, die in 1990 als één van de warlords de toenmalige president Samuel Doe vermoordde.

Hoogste staat van paraatheid

Politie, leger en de vredesmacht van de Verenigde Naties zijn in de hoogste staat van paraatheid. Met veel machtsvertoon reed er gisteren, een week te vroeg,  een groot kovooi van de oproerpolitie door de stad met mitrailleurs in aanslag, hoewel er van enige onrust geen sprake was.
Het hoofd van politie sprak op een persconferentie afgelopen donderdag dreigende woorden. ‘Deze mensen willen chaos en vandalisme, zij willen ellende, eigendommen vernielen en mensen doden. Daarom willen ze zich niet identificeren.’  Met die laatste opmerkingen doelde hij op een ander raadsel rond de aangekondigde demonstratie. Er moet namelijk een vergunning worden aangevraagd en dat schijnt (nog?) niet gebeurd te zijn. Als dat niet gebeurt, is de demonstratie onwettig. De Minister van Defensie, Samukai, was ook duidelijk op dezelfde persconferentie: ‘De politie heeft onze volledige steun om de demonstranten te verwijderen en het leger heeft het wettelijke recht om de staat te verdedigen’. Als de Minister van Defensie een demonstratie betitelt als een bedreiging van de staatsveiligheid, tsja, dan kunnen er rare dingen gebeuren. Ook hij verwees naar april als een maand van geweld. Hij deed een beroep op de demonstranten om hun onvrede te bewaren tot 2017 om bij de volgende verkiezingen de huidige regering weg te stemmen.



Niet demonstreren maar bidden

Eén van de eisen van de demonstratie zou het opstappen van de (wettig en democratisch gekozen) president Ellen Johnson Sirleaf zijn. De president heeft zich tot nu toe voorzichtig opgesteld. Ze heeft gezegd dat ze het recht op vrije meningsuiting wil waarborgen en met de demonstratie op zich geen moeite heeft. In sommige kranten wordt gepleit voor een dialoog: de president zou de initiatiefnemers vòòr 12 april moeten uitnodigen voor een gesprek en een krant kopte zelfs ‘Negotiate!’.
Eén van de serieuzere kranten, FrontPage, eindigde haar commentaar met een noodkreet: ‘We have no idea what would happened on the 12th of April but (…) the cries of the people must be heard and the Sirleaf government must take note. The clock is ticking and like governments before this, the writings are on the wall.
En dan is vrijdag 12 april ook nog een vrije dag: Fast and Prayer Day. Reden voor een krant om te koppen ‘Go to church and pray for Liberia: NO DEMONSTRATION’. We zullen zien wat er vrijdag gebeurt. Bidden of demonstreren. Of geen van beide. Volgens mijn Liberiaanse college is het niet handig om op een (extra) vrije dag een demonstratie te organiseren. Ook niet in de maand waarvoor in Liberia de dichtregel van T.S. Elliot geldt: ‘April is the cruelest month’.