Ik heb twaalf Liberiaanse vrijdag kranten voor me liggen (op zaterdag verschijnen er geen kranten). En dat
zijn nog niet eens alle dagbladen in een land van 4 miljoen
mensen, waarvan 40% boven de 15 jaar analfabeet
is. De kranten schreeuwen het uit ‘Rattan’
awaits demonstrators’, ‘Potentially
Explosive’ , ‘Boiling point’, ‘Military Ready for Demonstrators’, ‘Chaos, Terror Loom Over Monrovia’. Wat
is er aan de hand? Op vrijdag 12 april is een demonstratie aangekondigd tegen
het regeringsbeleid. De demonstratie wordt georganiseerd door…, tsja door wie
eigenlijk? Dat was lang een van de vele raadsels van dit land, dat een lange geschiedenis
kent van tribale ’secret societies’.
Geheime netwerken in stamverband, waarin sociale controle, initiatierituelen en
zwarte magie samenkwamen om eigen identiteit en posities te beschermen en
tegenstanders uit te schakelen.
Kop uit FrontPage |
Zo’n sfeer van samenzwering en verdachtmaking beheerst
regelmatig het openbare leven, maar nu is het wel heel sterk aanwezig rond de aangekondigde demonstratie van 12
april. Wie de demo organiseert was
lange tijd volstrekt onduidelijk. Kranten spraken van een coalitie van actie-
en belangengroepen, maar personen en rugnummers werden niet genoemd. Alleen de
naam deed de ronde: ‘Coalition for the
transformation of Liberia’. Er gingen geruchten dat de zwaar onderbetaalde
politieagenten mee zouden demonstreren. Woordvoerders leken er niet te zijn,
evenmin als pamfletten, affiches of andere oproepen. Facebook en twitter zijn
hier nauwelijks doorgedrongen, dus ook de sociale media spelen geen rol.
Wellicht dat de alom aanwezige mobiele telefoon het organiserende middel is.
Beschuldigingen en
leugens
Dus werden er beschuldigingen over en weer geuit.
Aanvankelijk werd algemeen aangenomen dat de grootste oppositiepartij Congress for Democratic Change (CDC)
achter de demonstratie zat. De partij is tamelijk bedreven in het organiseren
van straatprotesten, wil de stem zijn van de vele honderdduizenden werkloze
jongeren en heeft twee parlementariërs die niet lang geleden een wet hebben
ingediend om de president tot aftreden te dwingen. Aanvankelijk koketteerde de CDC
wel met de demonstratie, maar deze week liet de partij weten de demonstratie
niet te ondersteunen. Uiteraard verklaarde secretaris-generaal McGill dat de organisatoren
het grondwettelijke recht hebben om een demonstratie, binnen de kaders van de
wet, te organiseren. Om daar in één adem aan toe te voegen dat partijgenoten
die in de demonstratie mee gaan lopen, disciplinair worden aangepakt. Tamelijk bizar
dat deze militante oppositiepartij het grondwettelijke recht om te demonstreren
haar eigen leden ontzegt.
Varney Sherman |
Een andere beschuldiging deed ook veel stof opwaaien. In een
veel beluisterd radioprogramma werd beweerd dat Varney Sherman, voorzitter van
de regerende Unity Party (UP) achter
de demonstratie zou zitten. De verklaring hiervoor zou zijn dat de UP er baat
bij heeft meer afstand te kunnen nemen van de president, ook UP, om zo bij de
volgende presidentsverkiezingen met een nieuwe kandidaat (Sherman?) toch nog
kans te kunnen maken. Deze beschuldiging was blijkbaar serieus genoeg voor Sherman
om een pagina grote advertentie in de krant te plaatsen, waarin hij deze leugen
bestrijdt, verklaart nog nooit van zijn leven iets met een demonstratie te
maken gehad te hebben, en bovendien niets met deze demonstratie heeft te winnen.
(Bij dit laatste argument denk je dan meteen ‘dus als er wel wat te winnen zou
zijn…?)
Stop corruptie en
nepotisme
Gisteren werd de geheimzinnige anonimiteit van de organisatoren
enigszins afgepeld. De ‘Daily Observer’
berichtte dat er op het Ministerie van Justitie
gesproken is met enkele organisatoren van de demonstratie. Maar Justitie wilde
de eisen van de demonstratie (‘stoppen met corruptie en nepotisme’) niet
inwilligen, wat voor de geciteerde woordvoerder van de demonstranten reden was te
stellen dat alles gewoon doorgaat. Tekenend voor de sfeer in Liberia zijn de
laatste zinnen van het artikel. Daarin wordt ‘onthuld’ dat er ‘geruchten’ zijn
dat de regering de organisatoren $150.000 heeft geboden als ze van de
demonstratie af zouden zien, terwijl de organisatoren een half miljoen dollar
zouden eisen...
Over de reden van de demonstratie lijken alle kranten het
wel eens te zijn – en die ook te onderkennen. Het falende regeringsbeleid, de hoge werkloosheid, het slechte onderwijs, de
verloren strijd tegen de armoede, de corruptie en het nepotisme. En de voortdurende
dominantie van de Afro-Amerikaanse elite. Dit laatste punt wordt indirect zwaar
aangezet door veel kranten. Zij verwijzen nadrukkelijk naar allerlei
gebeurtenissen die in de maand april in het nabije verleden plaatsvonden.
Rijstoproer, staatsgreep,
burgeroorlog
Op 14 april 1979 brak ‘het rijstoproer’ uit. Een massaal
verzet tegen de enorme prijsverhoging (150%) van ingevoerd rijst, hét
basisbestanddeel van de Liberiaanse maaltijd. De Afro-Amerikaanse president
Tolbert wilde daarmee de binnenlandse rijstproductie stimuleren, maar het
paardemiddel werd niet gewaardeerd. Deze oproer was de opmaat voor de
staatsgreep die een jaar later op 12 (!!) april 1980 werd gepleegd door een
groepje ‘inheemse’ militairen, waarbij velen uit de Afro-Amerikaanse elite werden
vermoord, zoals president Tolbert. De alom aanwezige corruptie en het
wanbestuur waren hun argumenten. De hoogste in rang, Samuel Doe, werd de eerste
(en tot nu toe enige) ‘inheemse’ president van het land.
Rijstoproer 1979 |
Zestien jaar later, op
6 april 1996, bereikte de burgeroorlog een ‘hoogte’punt; op die datum begon een
wekenlang durend gevecht tussen de verschillende warlords, dat Monrovia wekenlang in een inferno veranderde en
waarvan de sporen in iedere straat van de stad nog te zien zijn.
En nu dus, wederom op 12 april, een demonstratie, die als
doel heeft ‘met een staatsgreep de
regering omver te werpen’. Aldus senator Prince Johnson, die in 1990 als één
van de warlords de toenmalige
president Samuel Doe vermoordde.
Hoogste staat van
paraatheid
Politie, leger en de vredesmacht van de Verenigde Naties
zijn in de hoogste staat van paraatheid. Met veel machtsvertoon reed er
gisteren, een week te vroeg, een groot
kovooi van de oproerpolitie door de stad met mitrailleurs in aanslag, hoewel er
van enige onrust geen sprake was.
Het hoofd van politie sprak op een persconferentie afgelopen
donderdag dreigende woorden. ‘Deze mensen
willen chaos en vandalisme, zij willen ellende, eigendommen vernielen en mensen
doden. Daarom willen ze zich niet identificeren.’ Met die laatste opmerkingen doelde hij op een
ander raadsel rond de aangekondigde demonstratie. Er moet namelijk een
vergunning worden aangevraagd en dat schijnt (nog?) niet gebeurd te zijn. Als
dat niet gebeurt, is de demonstratie onwettig. De Minister van Defensie,
Samukai, was ook duidelijk op dezelfde persconferentie: ‘De politie heeft onze volledige steun om de demonstranten te
verwijderen en het leger heeft het wettelijke recht om de staat te verdedigen’.
Als de Minister van Defensie een demonstratie betitelt als een bedreiging van
de staatsveiligheid, tsja, dan kunnen er rare dingen gebeuren. Ook hij verwees
naar april als een maand van geweld. Hij deed een beroep op de demonstranten om
hun onvrede te bewaren tot 2017 om bij de volgende verkiezingen de huidige
regering weg te stemmen.
Niet demonstreren maar bidden
Eén van de eisen van de demonstratie zou het opstappen van
de (wettig en democratisch gekozen) president Ellen Johnson Sirleaf zijn. De
president heeft zich tot nu toe voorzichtig opgesteld. Ze heeft gezegd dat ze het
recht op vrije meningsuiting wil waarborgen en met de demonstratie op zich geen
moeite heeft. In sommige kranten wordt gepleit voor een dialoog: de president
zou de initiatiefnemers vòòr 12 april moeten uitnodigen voor een gesprek en een
krant kopte zelfs ‘Negotiate!’.
Eén van de serieuzere kranten, FrontPage, eindigde haar commentaar met een noodkreet: ‘We have no idea what would happened on the
12th of April but (…) the cries of the people must be heard and the
Sirleaf government must take note. The clock is ticking and like governments
before this, the writings are on the wall.’
En dan is vrijdag 12 april ook nog een vrije dag: Fast and
Prayer Day. Reden voor een krant om te koppen ‘Go to church and pray for Liberia: NO DEMONSTRATION’. We zullen
zien wat er vrijdag gebeurt. Bidden of demonstreren. Of geen van beide. Volgens
mijn Liberiaanse college is het niet handig om op een (extra) vrije dag een
demonstratie te organiseren. Ook niet in de maand waarvoor in Liberia de
dichtregel van T.S. Elliot geldt: ‘April
is the cruelest month’.