Posts tonen met het label George Weah. Alle posts tonen
Posts tonen met het label George Weah. Alle posts tonen

zaterdag 18 juni 2022

Verkiezingskoorts neemt toe in Liberia

Ik ben weer terug in Liberia om bij te dragen aan NDI’s programma dat luistert naar de fraaie naam ’Fostering Citizen-Responsive Policies and Legislative Processes’. Oftwel het stimuleren (want dat is het meer dan fostering > koesteren) van een open en productieve relatie tussen parlementariërs en burgers. En dat betekent dat NDI burgergroepen traint hoe ze op een effectieve manier parlementariërs kunnen benaderen en beïnvloeden en begrijpen hoe parlementaire structuren en mores werken. En ‘aan de andere kant’ parlementariërs probeert bij te brengen dat het nuttig voor hen én de democratie is als zij open staan voor deze stemmen van onderop en in hun werk daartoe ook openingen biedt.



NDI heeft het afgelopen jaar al het nodige georganiseerd om burgergroepen en politici bij elkaar te brengen. Mijn inbreng is er deze weken vooral opgericht dat parlementariërs zich een werkwijze gaan eigen maken die ervoor zorgt dat het geluid van de straat ook wordt gehoord – én er iets mee gedaan wordt. Dat kan op vele manieren. Allereerst is het zonneklaar voor iedereen in Liberia wat de grootste, met elkaar samenhangende problemen zijn: de armoe, de slecht functionerende gezondheidszorg, het haperende onderwijs, de werkloosheid, falend economisch beleid waardoor de vele grondstoffen voor een appel en ei door multinationals het land worden uitgevoerd enz. Elke fractie zou haar inspanningen, haar strategie en werkwijze moeten laten leiden door de vastberaden wil om deze problemen aan te pakken. Dat gebeurt nu veel te weinig. De oppositie is er vooral op gebrand de regerende partij pootje te lichten – en andersom.

Verder zouden partijen veel actiever moeten zijn om het parlement ‘opener’ te laten functioneren door middel van publieke hoorzittingen, ‘fact finding missions’ die het land in gaan, tijdig de agenda, voorstellen en besluiten te publiceren enz.  

Nu krijgen veel parlementen in de wereld -vaak terechte- kritiek, ook in Nederland. Maar de aard én oorzaak van de problemen waar Liberia mee te maken heeft verschillen van dag tot nacht met die van bijvoorbeeld Nederland.


Weah onder vuur


Volgend jaar zijn er weer presidents- en parlementsverkiezingen. En deze werpen hun schaduw al ver vooruit. De zittende president George Weah, leider van de Coalition for Democratic Change (CDC), zal ongetwijfeld een tweede termijn willen. Als je op de cijfers afgaat heeft zijn tot nu toe 4,5-jarige regeerperiode weinig vooruitgang gebracht. En niet alleen de cijfers vertellen dat. De situatie op straat, in de sloppenwijken en op de markten laten dat zien. De verklaringen zijn velerlei. Natuurlijk, ook Covid heeft hier gewoed en de internationale gevolgen van de Russofascistische inval in Oekraïne laten zich ook in Liberia gelden. Hoge inflatie en dus hoge prijzen. Dat neemt niet weg dat Weah, die niet bekend staat als een sterk en visionair politicus, de corruptie niet aanpakt, de wonden van de burgeroorlog laat dooretteren en zijn op zich goed ontvangen Pro-Poor Agenda laat versloffen.


George Weah (rechts) op campagne in 2017

Weah richt zich nu vooral op ‘window-dressing’ projecten zoals de aanleg van enkele ’s avonds felverlichte sportparken en het verbreden van een van de weinige, geasfalteerde wegen in het land. Hij omringt zich met ministers en adviseurs die, evenals hijzelf trouwens, regelmatig onder vuur liggen vanwege corruptie en wanbeleid.

Nu heeft Liberia een rijke traditie van forse beschuldigingen die over en weer heenvliegen in het politieke spectrum, daarbij geholpen door een verrassend vrije pers, zonder dat hier ooit enig vervolg aan wordt gegeven. Zo kwam de minister van financiën begin juni onder vuur te liggen, omdat hij $25 miljoen uit het wegenfonds had gehaald om de lonen van ambtenaren te kunnen betalen. Dat daarbij geld in de verkeerde zakken was verdwenen was een van de -tot nu toe- onbewezen beschuldigingen die de ronde deden.


FrontPage Africa, 1 juni 2022

President Weah ligt ook onder vuur. Hanson Kiazolu, de fractievoorzitter van de Unity Party (UP), de grootste oppositiepartij, bekritiseert in een lang interview in FrontPage Africa het wanbeleid van de regering, dat volgens hem niets heeft gedaan tegen de grote armoede waaronder de grote meerderheid van de Liberianen gebukt gaat.

Ex-senator Sando Johnson, een van de trouwe dienaren van dictator/oorlogsmisdadiger Charles Taylor, steunde in 2017 met zijn National Patriotic Party (NPP) in de verkiezingen Weah. De NPP maakt deel uit van de regerende coalitie en partijleider Jewel Howard-Taylor, de ex van Charles, is vicepresident. Nu roept Johnson de kiezers op om van George Weah een One-Term President te maken. Johnson is dan ook verhuisd naar de oppositionele All Liberian Party (ALP), de partij van Benoni Urey, een van de rijkste mensen van Liberia, en ook een bondgenoot van Charles Taylor in de jaren 1990.


Samenwerkende oppositie


Na de overwinning van George Weah en zijn CDC in 2017 sloegen vier oppositiepartijen de handen ineen en vormden een coalitie, de Collaborating Political Parties (CPP). Behalve de hierboven genoemde UP en ALP maakten ook de Liberty Party (LP) en het Alternative National Congress (ANC) deel uit van deze oppositionele coalitie.

Deze CPP had een tijd de wind mee. Bij de tussentijdse senaatsverkiezingen in december 2020 won ze elf van de vijftien zetels die op het spel stonden. Euforie alom bij de oppositie. Vrij zelfverzekerd werd verkondigd dat dit goede resultaat ook zou worden gehaald bij de verkiezingen in 2023. De huid werd al bijna verkocht voordat de beer was geschoten. De beer bleek echter in de CPP te zitten.  Het was nl. niet duidelijk wie de presidentskandidaat van de CPP voor de verkiezingen in 2023 zou worden. Er bleken twee belangstellenden te zijn.

De leider van de UP, verreweg de grootste partij van de CPP, was - en is nog steeds - de 77-jarige Joseph Boakai, die onder de twaalf presidentsjaren van Ellen Johnson-Sirleaf (2006-2018) haar vice-president was. De Amerikaanse politieke veteraan Joe Biden in gedachte, wil Boakai, die in 2017 van Weah in de tweede ronde verloor, in 2023 het nog eens proberen president te worden.


Alexander Cummings

Echter, de leider van het ANC, de 65-jarige Alexander Cummings, heeft dezelfde ambitie. Cummings behaalde in 2017 7,21% van de stemmen. Niet onverdienstelijk voor een nieuwkomer in de Liberiaanse politiek. Cummings had tussen 1997 en 2016 hoge functies in de Afrikaanse tak van Coca-Cola en woonde in die periode in Nigeria. Tijdens de verkiezingscampagne in 2017 voerde hij als enige een zeer inhoudelijke campagne, wat door velen, met name buitenlandse waarnemers, zeer werd gewaardeerd.


Gespleten oppositie


De strijd tussen Boakai en Cummings over wie nu de partijleider -en dus de presidentskandidaat-  zou worden, werd het laatste jaar uitgevochten met over en weer beschuldigingen, al dan niet vervalste CCP-documenten en zelfs twee rechtszaken. De kwestie werd nog gecompliceerder toen de Liberty Party in twee fracties uiteenviel. De ene fractie steunde Cummings en de andere steunde Boakai, die overigens ook door ALP werd -en wordt- gesteund.

De ene rechtszaak spitste zich toe op de kandidaatstelling voor de tussentijdse verkiezing van een Senaatszetel in de provincie Lofa, die op 28 juni a.s. plaatsvindt. Omdat de CCP in twee delen was uiteengevallen werd betwist door de Cummingsgezinden dat de UP met een eigen kandidaat zou kunnen komen. De National Elections Committee, volgens Boakai een door de CDC gecontroleerde club, volgde deze zienswijze. Maar in een rechtszaak die de UP daarna aanspande, werd het oordeel van de NEC vernietigd. De UP kan dus een kandidaat in Lofa leveren, wat overigens een stronghold van Boakai is; hij is daar geboren.

Meteen daarna stopte het openbaar ministerie met de procedure om Cummings te vervolgen, vanwege malversaties die hij zou hebben gepleegd met partijdocumenten. Deze procedure had vijf maanden geduurd, met weinig voortgang, maar bleef wel als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangen. Ook hierbij werd de CDC ervan beschuldigd op de achtergrond een kwalijke rol te spelen. Het uitschakelen van zowel Boakai als van Cummings zou Weah immers een steun in de rug geven om in 2023 te zegevieren. Cummings had voor zijn verdediging befaamde advocaten ingeschakeld, waaronder Cherie Blair, de vrouw van de Britse ex-premier Sir Tony Blair. Zij beweerde in een pleitnota dat de vervolging van een prominente opponent van Weah een rol speelde in deze zaak.


Cherie Blair


Publiciteitsgevoelig


Cummings voelt zich bevrijd en kon het niet nalaten zijn triomf publiciteitsgevoelig te vieren door een ontmoeting met een oude vriend: de voormalige president van Nigeria Olusegun Obasanjo, die hij tijdens zijn Coca-Cola tijd in Nigeria goed heeft leren kennen. Obasanjo had woorden te kort om Cummings te prijzen als de toekomstige president van Liberia. Hij dichtte hem een grote reputatie in het internationale bedrijfsleven toe. ‘Liberia zal ongetwijfeld profiteren van buitenlandse investeringen, het scheppen van banen en het verhogen van de levensstandaard van de Liberiaanse bevolking’ zo parafraseerde FrontPage Afrika de voormalige Nigeriaanse president over zijn vriend Cummings die hij verzekerde van zijn voortdurende vriendschap en steun.

Ik ben benieuwd welke Afrikaanse staatshoofden Boakai en Weah uit de hoge hoed gaan toveren.


OlusegunObasanjo


zaterdag 8 mei 2021

Corona virus is real!!!

Afgelopen week was ik, voor het eerst sinds het begin van de COVID-crisis, weer in Liberia. Het Strengthening Political Parties programma waarvoor ik sinds 2018 regelmatig naar Liberia ga, heeft uiteraard behoorlijk vertraging opgelopen, omdat ook in Liberia COVID actief was - en is. Bijeenkomsten, workshops e.d. konden niet worden gehouden en het Liberiaanse NDI-team moest vanuit huis werken.

Omdat ik gevaccineerd ben, en er langzamerhand toch weer activiteiten en bijeenkomsten plaats konden vinden, vloog ik zondag 2 mei vanaf Brussel naar Monrovia. Volgens de Belgen moest ik mij voor vertrek laten testen. Dat deed ik in Amsterdam bij zo’n ‘cowboy club’ TestsnelCovid, waar ik voor 95 euro een test plus reiscertificaat kon halen. De testlocatie was gevestigd in een met houten schotten afgetimmerd deel van een bakkerij (!) in Amsterdam-West waar een uiterst ongeïnteresseerd type mij ontving. Wat een verschil met de GGD-locatie, eveneens in Amsterdam-West, waar ik twee weken eerder mijn vaccinatie haalde en in alle vriendelijkheid zeer professioneel werd geprikt in een goed verzorgde omgeving.


Tandarts Stelzer sneltest


Een dag later ontving ik van TestsnelCovid het heugelijke nieuws dat ik negatief was getest. De brief was ondertekend door ene Drs. J.O. Stelzer, met vermelding van zijn BIG registratie. Bij naspeuring op internet kwam ik uit bij tandarts Jan Stelzer van Tandartspraktijk Rembrandt uit Amstelveen (directeur: Chantal Stelzer). Branchevervaging is wijd verspreid als er snel geld kan worden verdiend.

Op Brussel Airport aangekomen bleek niemand mijn sneltestresultaat te willen zien. Niet bij het inchecken en niet bij het instappen, waar zoals gebruikelijk de stewardessen je met alle egards de weg naar je stoel wijzen. De stewardess die ik daarop aansprak vond het ook onbegrijpelijk dat er bij het inchecken niets was gevraagd. Dus zat ik tijdens die vlucht van zo’n 8 uur in een goed gevuld vliegtuig met wellicht geteste, maar daarop niet gecontroleerde medepassagiers.

In Monrovia aangekomen moest iedereen zich laten testen. Dat ging op zijn Liberiaans langs vijf loketten en bureautjes, waarvan de eerste een bank was waar ik 75 dollar voor de test moest deponeren. Dit verliep overigens allemaal vrij vlot. Minder vlot verloopt de uitslag van de test, want die moet ik nu, zes dagen later, nog steeds ontvangen.

Inmiddels, als ik dit schrijf, heb ik mijn derde test binnen 8 dagen (voor wederom 75 dollar) alweer te pakken, want om het land uit te komen, word je ook geacht COVID-vrij te zijn. Deze test vond plaats in een aan het stand gelegen Union Treatment Center, dat overigens beter geoutilleerd was dan de test locatie van die tandarts in Amsterdam-West. Deze keer is het resultaat wel op tijd binnen: negatief.

Testlocatie in Monrovia

Overigens zijn mensen met een diplomatenpaspoort vrijgesteld van testen. Zouden diplomaten per definitie immuun zijn?  (Wel natuurlijk volgens de Wappie-theorie: dat ze deel uitmaken van het wereldwijde complot van de elite om COVID-angst aan te wenden, de wereldbevolking zo onder de duim te houden, en er hun vriendjes ook nog goed aan te laten verdienen…).


Corona virus is real!!!


In Liberia, althans in de hoofdstad Monrovia waar ik deze week verbleef, wordt overigens flink aandacht besteed aan de gevaren van COVID. Affiches sporen de Liberianen aan om handen te wassen en een mondkapje te dragen. Over de drukste weg van de stad hangt een spandoek: met een citaat van H. E. Dr. George Manneh Weah (geen tandarts, maar president) CORONA VIRUS IS REAL!!! Bij publieke gebouwen, hotels, restaurants en supermarkten staan ontsmettingsmiddelen.


Dat er zo gehamerd wordt op beschermende maatregelen is overigens goed te begrijpen. De ebola-epidemie van 2014/ 2015 staat nog iedere Liberiaan in het geheugen gegrift. Op straat voor de hekken van overvolle ziekenhuizen stierven mensen. Zo’n 5000 geregistreerde ebola-doden telde het land. De paniek was enorm groot en de besmetting levensgevaarlijk. De COVID-epidemie lijkt daarbij vergeleken minder schokkend en aangrijpend. En zo op het oog (en oor) minder verspreid. Niet één Liberiaan die ik sprak kende iemand die COVID had gehad. Nu is het altijd uitkijken met dit soort waarnemingen, want malaria is veel voorkomend en symptomen kunnen vergelijkbaar zijn.


Is Afrika een risico of leermoment?


Er wordt gelukkig wél gevaccineerd in Liberia. In maart ontving het land 96.000 doses AstraZeneca vanuit het COVAX-programma. En er wordt een levering van 384.000 doses binnenkort verwacht. Een eerste begin in dit land waar ca. 4 miljoen mensen wonen. Het vaccin is gratis en op afspraak te halen. Ook Chinezen doen een duit in het zakje met het schenken van o.a. 180 ventilatoren, 50 zuurstof tanks, 19.400 mondkapjes en 100 thermometers.

Maar er heerst twijfel bij veel Liberianen die ik spreek. Je hoort argumenten als dat het virus toch niet wijdverbreid is en dat het warme klimaat hen minder bevattelijk maakt. Berichten in westerse media, zoals het voorpagina-artikel in het NRC van woensdag jl. (Niet vaccineren in Afrika is risico voor hele wereld), worden in Liberia niet gelezen… Wel berichten Liberiaanse kranten, die overigens maar in een kleine oplage verschijnen, over het wantrouwen dat er bestaat tegen vaccineren.

In het NRC van vandaag (8 mei) reageert microbioloog Rosanne Hertzberger hierop. Onder de kop ‘Houd uw medelijden en leer van Covid in Afrika’ relativeert ze voorzichtig de COVID-crisis die Afrika zou bedreigen. Ik ben microbioloog noch viroloog, maar zie in Liberia, een klein, arm land in dit enorme continent dat te makkelijk over één kam wordt geschoren, dat het vooralsnog (?) mee lijkt te vallen.      


Malversaties?


In de Liberiaanse senaat waren deze week veel kritische geluiden te horen over een rapport van de Presidential Taskforce on Covid-19, waarin werd gesteld dat 2,3 miljoen mensen voedselhulp hadden ontvangen, in de vorm van rijst, bonen en bakolie. Het gaat dan om kwetsbare families die in armoede leven en van de economische neergang vanwege COVID extra te lijden hebben. Het parlement had daarvoor 25 miljoen dollar ter beschikking gesteld, in samenwerking met het World Food Program van de VN. Uiteraard moest de distributie plaatsvinden door tussenpersonen, en daar heeft de oppositionele meerderheid in de senaat haar pijlen op gericht. Die tussenpersonen zouden daar buitensporig van geprofiteerd hebben. Zoals vaak werden in de senaat geen bewijzen geleverd voor de malversaties en ging men af op geruchten. De voorzitter van de taskforce ontkende uiteraard. Cynici merkten op dat de senatoren zich stil zouden hebben gehouden, als ze zelf ook wat graantjes mee hadden kunnen pikken.

Echter, een paar dagen later werd de ‘regeringscommissaris’ van een district in de provincie Grand Cape Mount op staande voet ontslagen, omdat hij met de voedselhulp gesjoemeld zou hebben.

Maar dat is helaas een bekend patroon. Als er gevallen van corruptie zijn, en die zijn er volop, en er is veel publiciteit over, wordt er ergens wel een schuldige gevonden. De ‘grote corruptie’, die onder president Weah welig tiert, gaat tot nu toe vrijuit. Het in maart verschenen rapport van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS is zeer kritisch over de corruptie en praktisch alle andere aspecten van de mensenrechtensituatie in Liberia.

Een citaat: The law provides criminal penalties for bribery, abuse of office, economic sabotage, and other corruption-related offenses committed by officials, but the government did not implement the law effectively. There were numerous reports of government corruption. Officials frequently engaged in corrupt practices with impunity.


President Weah steeds meer in het nauw


Weah zelf lijkt ook steeds meer in het nauw te komen. Zijn gebrek aan daadkracht, de coterie van ex-warlords en corrupte ex-politici die hij om zich heen verzamelt, de uitbreiding van zijn onroerend goed portefeuille, en de raadselachtige dood van enkele functionarissen die teveel van hem zouden weten, doen zijn positie en populariteit steeds meer verzwakken. De uitslag van de in december 2020 gehouden Senaatsverkiezingen wijzen daar ook op. Van de vijftien zetels die er te winnen waren gingen er elf naar de oppositie.

Rechtvaardige sociale en economische ontwikkeling, versterking van de democratie, bestrijding van de corruptie, respect voor mensenrechten: er is veel te doen in Liberia. Ik was er, zoals vaker de laatste jaren, om bij te dragen aan de activiteiten van NDI: een beter functioneren van politieke partijen (zie mijn voorgaande blogs). Dat programma houdt binnenkort op – al zal het waarschijnlijk een vervolg krijgen - en een aantal zaken moesten daarom afgehandeld worden. Daar valt weinig spectaculairs over te vermelden. Anders dan dat, net als in de rest van de wereld, de nodige veranderingen langzaam gaan. 

zondag 2 februari 2020

Gaat het asfalt president Weah redden?

President Weah heeft afgelopen maandag zijn Annual Message aan het parlement meegedeeld. Zeg maar de troonrede, waarin hij de plannen van dit jaar uiteenzet en af en toe terugkijkt. Taaie kost, 24 pagina’s van papier voorgelezen, zonder enig swing, vibe of kwinkslag.
Opmerkelijk, niet zozeer vanwege de inhoud, maar vanwege het protocol, was het begin. Zoals gebruikelijk begroet hij alle aanwezigen door hun functies te noemen. Een rij van maar liefst negentien titels (parlementariërs, rechters, stamhoofden enz.) passeert de revue, waar hij zeker vijf minuten mee bezig is. Maar hij begint met Madam Clar Marie Weah, First Lady of the Republic of Liberia. De enige naam die valt. Zijn vrouw dus! Een dame zonder enige politieke of bestuurlijke betekenis, die hij elke dag aan de keukentafel ziet.
Minstens zo opmerkelijk was het slot. Deze keer wel vanwege de inhoud. Hij neemt namelijk zijn hoed van president af en zet zijn CDC-pet op: die van leider van de Coalition for Democratic Change. En speekt direct het volk – of eigenlijk zijn kiezers- toe:
I would now like to break with tradition, and speak directly to the Liberian people. (…)
My fellow Liberians, it has been just over twenty-four months since you voted me and the
Coalition for Democratic Change into office. Before that resounding victory, we were all out
there together in the political wilderness, struggling for social justice, and for improvement in our economic conditions, improvement in our lives and livelihoods, and hoping for a brighter future for ourselves and our children.
Hij houdt een minuut of acht een post-verkiezingstoespraak. Hij biedt zijn verontschuldigingen aan dat het allemaal anders loopt dan gedacht, hij toont begrip voor het ongeduld en belooft dat het allemaal beter zal gaan. Daarna maakt hij diepe kniebuigingen voor de internationale gemeenschap: during the first trimester of my tenure, they have worked closely with my Administration, and have been convinced of our sincerity and determination to provide a better life for the Liberian people, and have accordingly responded in a positive manner.

George Weah
Toffe peer

Als argeloze buitenstaander zou je zeggen: toffe peer. Hij houdt van zijn vrouw en gaat door het stof vanwege de vele verkiezingsbeloften die niet zijn gerealiseerd. Beide zie ik Rutte niet zo gauw doen. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Liberia verkeert economisch, politiek, en sociaal in een diepe crisis. En Weah weet tot nu toe daar geen enkel begin van een oplossing voor te vinden. Lange tijd dacht ik, die man zelf deugt wel, maar hij is omringd door nogal wat slechteriken, die corrupt zijn en in de Taylor-tijd al aan de verkeerde touwtjes trokken. Wat altijd al werd gezegd lijkt uit te komen: een wereldvoetballer, maar van goed bestuur geen kaas gegeten. Talloze geruchten doen de ronde over zelfverrijking van zijn entourage, inclusief hemzelf. Het is lastig in dit zo geruchtenrijke land de kern van waarheid te vinden.
Weah kreeg toen hij begin 2018 aantrad een land te besturen met diepe, niet gedichte sporen van een dertien jaar durende burgeroorlog, met een ongekende ebolacrisis achter de kiezen, met een economisch beleid van zijn voorganger, Ellen Johnson-Sirleaf, die er in twaalf jaar niet in slaagde enige betekenisvolle verbetering aan te brengen in het leven van de grote, arme massa. De corruptie is nog steeds ongekend hoog -en onbestraft-, de staatskas is bijna leeg, en in 2019 zijn de totale inkomsten van de staat opnieuw gedaald. Deze keer met $35 miljoen. De totale inkomsten bedroegen $445 miljoen. Even in perspectief: de Nederlandse staat heeft met 4x zoveel inwoners 5000x zoveel inkomsten. Over arm en rijk gesproken.

(En toch is Liberia geen arm land, zoals ik al vaak in dit blog heb gescheven. Het is rijk aan grondstoffen (ijzer, hout, palmolie, rubber, cacao) maar de politieke elite geeft die liever voor een appel en een ei weg met langdurige concessies aan buitenlandse ondernemingen (snel geld cashen) in plaats van het geduldig een economische structuur op te bouwen en Liberianen te scholen met behulp van concessies die tijdelijk zijn en ontwikkeling garanderen.)

De verjaardag van Charles Taylor werd gevierd

Politiek gezien gaat het ook niet lekker, om het maar zachtjes uit te drukken. Een van de coalitiepartijen is de National Patriotic Party (NPP) van ex-president/warlord Charles Taylor, die in Engeland een straf van vijftig jaar uitzit. Zijn ex-vrouw Jewel Howard-Taylor, die veelzeggend altijd zijn naam is blijven gebruiken, is partijleider en vice-president. De laatste weken waren er toenemende geruchten -en in een interview gaf ze dat ook toe- dat er aan haar stoelpoten was gezaagd door mensen uit de entourage van Weah. Haar partij roert zich de laatste weken stevig. Partijvoorzitter Cyril Allen, die dat al was ten tijde van Taylor, hield op 28 januari een toespraak in het NPP-kantoor ter viering van de 72ste verjaardag van Charles Taylor. Hij waarschuwde zijn coalitiegenoten Jewel Howard-Taylor te respecteren en voegde daar, toch wat dreigend, zonder bewijsmateriaal, aan toe dat de NPP ‘the most politically broad-based party in the country’ is.

Jewel Howard-Taylor is weer 'taking control' (graphic: Frontpage Africa)
Pro Poor Agenda

In zijn Annual Message moest Weah natuurlijk wel aandacht besteden aan de Pro Poor Agenda for Prosperity and Development (PADP). Dit is de vertaling van zijn belofte aan de kiezers dat hij een president van de armen zal zijn. Het is een nauwelijks verkrijgbaar boekwerkje, dat wel online staat, waarin hij zijn plannen ontvouwt. Ik heb daar al eerder een blog aan gewijd.
Opmerkelijk is dat hij in zijn Annual Message uitsluitend over de aanleg van wegen rept. Dat is weliswaar een van de onderwerpen in de PADP, naast gezondheidszorg, onderwijs, goed bestuur en het aanjagen van de economie. Maar daar besteedt hij nauwelijks aandacht aan. De bestrijding van corruptie komt alleen met enkele plichtmatigheden aan de orde.
Zonder enige onderbouwing wordt aangenomen dat het asfalteren van de bestaande ‘hoofd’zandwegen het volk welvaart zal brengen. Maar liefst twintig projecten worden benoemd, in het binnenland, maar ook in de hoofdstad Monrovia. Uiteraard zijn wegen belangrijk om mensen en goederen efficiënt te vervoeren. Maar dan moet er wel een economische ontwikkeling komen, al is het maar een eerste begin, die een productie genereert die de behoefte van het dorp overstijgt. Want dat is de grote makke van Liberia: zowel de maakíndustrie (meubels bijvoorbeeld) als de landbouw produceren alleen op traditionele wijze op kleine schaal voor de lokale behoefte. Er is ook nooit serieus onderzocht wat de twee goed geasfalteerde wegen (Monrovia-Ganta en Monrovia-Buchanan), die er een jaar of vijf liggen,  nu aan economische spin-off hebben opgeleverd. Hoewel, dat onderzoek is eigenlijk niet nodig, want het antwoord is duidelijk: niets. Van die economische zones die door een of ander adviesbureau waren voorgespiegeld, asfaltwegen omlijst door bedrijvigheid, is niets terecht gekomen.
Maar die wegen zullen niet allemaal gerealiseerd worden. Daar zijn namelijk tientallen miljoenen dollars voor nodig die door internationale donors opgehoest moeten worden. Dat dit niet automatisch zal gebeuren is ook Weah duidelijk. Deze week berichtte Frontpage Africa dat de consultancy KRL International voor een jaar in de armen is gesloten om voor het realiseren van de PAPD (voorlopig dus asfalt) sponsors en investeerders te vinden. Ditzelfde Amerikaanse bureau (missie: Boutique consulting with a global reach) adviseerde ook de vorige, door de CDC fel bekritiseerde, president Johnson-Sirleaf bij haar geslaagde pogingen om internationale schulden kwijtgescholden te krijgen. Ook hier gaan de kosten voor de baat uit. Volgens FrontPage Afrika kosten de topconsultants van dit Amerikaanse bedrijf zo’n zo’n $25.000 per maand. 


Oppositie kritisch en sterker in het parlement

De oppositiepartijen, die ook een coalitie hebben gevormd (Collaborating Political Parties, CCP), waren uiterst kritisch. Hun woordvoerder, Alexanders Cummings, bekritiseerde Weah dat noch voor de korte noch voor de langere termijn zijn voorstellen enig soelaas bieden om het land vooruit te helpen. Hij schetste een somber, maar terecht beeld: ‘Our economy is in terrible shape. Prices on goods and services, from rice to transportation are increasing daily. Unemployment, particularly youth unemployment continues to increase. Teachers, nurses, doctors and civil servants are not being paid on time. Liberians have to stand in long queues at banks to withdraw Liberian Dollars like we are a bankrupt country and now we are in longer queues to get petroleum products due to shortage on our market. The crime rate, to include incidence of rape, armed robbery, etc has increased’.
In deze coalitie zijn drie partijen vertegenwoordigd: het Alternative National Congress (ANC), van Cummings, de All Liberian Party (ALP), de Liberty Party (LP) en de Unity Party (UP). Maar ook deze coalitie zal erg zijn best moeten doen om bij kiezers vertrouwen te winnen. De UP was tussen 2006 en 2018 de slecht presterende regeringspartij van president Johnson-Sirleaf. De ALP wordt geleid door Benoni Urey, ooit, zoals zovelen, een bondgenoot van Charles Taylor. De LP heeft sinds kort een nieuwe, vrouwelijke aanvoerder, senator Nyonblee Kargar-Lawrence. En de ANC wordt geleid door Cummings, de man die bij de presidentsverkiezingen, waar hij 7,2% scoorde, voor velen de meest verstandige indruk maakte.
Deze oppositiecoalitie heeft in het Huis van Afgevaardigden 27 zetels, 6 meer dan de CDC (van de in totaal 73). De agenda van Weah heeft dus bij lange na geen meerderheid in het Huis. Datzelfde geldt in nog meerdere mate voor de Senaat, waar Weah met zijn CDC 9 zetels heeft en de oppositiecoalitie 14 (van de 30). Nu is partijtrouw niet diepgeworteld in Liberia. Parlementariërs stappen makkelijk over naar een andere partij, en elke president in Liberia heeft er een handje van om met geld stemmen te kopen. Of de coalitie dus eensgezind haar parlementaire macht zal gebruiken om haar kritische woorden om te zetten in politieke daden is afwachten
In oktober zijn 15 van de Senaatzetels in handen van de kiezers. (Elk van de 15 provincies levert 2 senatoren, 1 zetel per provincie staat in oktober op het stembiljet.) De CDC verloor vorig jaar in augustus bij de tussentijdse verkiezing haar Senaatszetel in Montserrado, de provincie waar de hoofdstad Monrovia ligt, normaal gesproken een CDC-bolwerk. Het worden moeilijke tijden voor de vijftien CDC-kandidaten. Tenzij die 20 wegprojecten, die vrij keurig over het land zijn verdeeld, de kiezers over de CDC-streep trekken.   

Aan de wegen moet wel iets gebeuren...


maandag 25 november 2019

Het vertrouwen in president George Weah slinkt


Ik ben weer terug in Liberia voor een bijdrage aan het programma van NDI dat beoogt de politieke partijen beter te laten functioneren. Dat NDI-programma richt zich vooral op de vijf grootste partijen, die ieder een eigen adviseur hebben. Ik ben een van hen. Eerst wordt er van iedere partij op grond van vele gesprekken met partijbestuur, parlementariërs, jeugdafdeling en vrouwengroep een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten, de kansen en bedreigingen. Op grond daarvan is samen met hen een ‘modernization plan’ opgesteld met een aantal actiepunten ter verbetering. Dan moet je denken aan een goede interne communicatie tussen de verschillende partijgeledingen, hoe zet je een goede ledenadministratie op, wat moet er gebeuren om er een democratische ledenpartij van te maken en, heel belangrijk, hoe zorg je ervoor dat het programma van een partij niet een serie loze, algemene beloften is, maar herkenbare, concrete veranderingen biedt, waar je je als partij na de verkiezingen ook aan houdt. Nu gelden dit soort punten voor veel partijen in veel landen. Zo moet er bijvoorbeeld in mijn eigen partij (GroenLinks) wel het een en ander veranderen om er een democratische ledenpartij van te maken. Maar in Liberia geldt voor de meeste partijen dat op alle vlakken stappen gezet moeten worden. Voor de partij die ik adviseer is zo’n ‘modernization plan’ ontwikkeld en aanvaard – en worden de eerste activiteiten nu ontplooid. Zoals bijv. het opstellen van een reglement van de parlementaire fractie, die nu als los zand aan elkaar hangt, en het ontwikkelen van een activiteitenplan voor de fractie voor 2020: welke belangrijke onderwerpen (werkloosheid? gezondheidszorg? onderwijs? corruptie?) moeten er met parlementaire initiatieven worden aangepakt. Het is mooi en nuttig om op deze wijze bij te dragen aan de versterking van de democratie in een land als Liberia, al gaat het met vallen en opstaan, met een stap vooruit en soms twee stappen terug. Maar daarin is dit land niet uniek. Vraag maar aan Rutte. Echter, de problemen zijn wel onvergelijkbaar met die van Nederland. Om een voorbeeld te noemen. Waar het in Nederland gaat om hogere salarissen van leerkrachten in het basisonderwijs, gaat het in Liberia om boeken in de klas, leraren die het vak beheersen (én zelf kunnen lezen en rekenen) en het uitbannen van seks of geld voor een hoger cijfer.

De auto's van de voormalige presidenten (v.l.n.r.) Doe, Taylor en Tubman
tentoongesteld achter het Nationaal Museum in Liberia
Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development

De politieke situatie is fragiel. President George Weah is weliswaar met een fors kiezersmandaat in 2017 (ruim 61,5% van de stemmen) gekozen voor een periode van 6 jaar, maar zijn partij, de Coalition of Democratic Change (CDC) heeft noch in het Huis (Tweede Kamer), noch in de senaat de meerderheid. Weah, die niet bekend staat als een krachtig bestuurder, heeft een aantal mensen om zich heen benoemd (ministers, adviseurs, voorzitters van overheidsinstanties), vaak meer ingegeven door politieke motieven dan dat ze er iets van kunnen bakken. En het grootste probleem is dat hij niet kan waarmaken wat hij voor de verkiezingen heeft beloofd. Nu is dat niet verwonderlijk. Het overheidsbudget is zeer bescheiden ($511 miljoen, begrotingsjaar 2019-2020), belastingen in een land met massale werkloosheid en een negatieve handelsbalans brengen weinig geld in de schatkist. De inflatie is hoog: toen ik in 2012 arriveerde was de waarde van de Amerikaanse dollar 75 Liberties (de Liberiaanse dollar) en nu is die 194. Weah heeft een zeer ambitieuze Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development  (PPAD) gepresenteerd die zich uitstrekt tot 2023, inclusief financiering ($3,5 miljard over 5 jaar) . Dat is op zich prima, maar voor 2019-2020 is er $548 miljoen nodig die praktisch geheel door de internationale gemeenschap zou moeten worden opgebracht. In de meerjarenraming daalt die internationale hulp tot 462 miljoen in 2022/2023 en stijgt de belastingopbrengst van 430 naar 560 miljoen. Tegelijkertijd stijgt het te begrote tekort van de PPAD van $116 miljoen dit jaar tot $264 miljoen in 2022/2023. Je hoeft geen econoom te zijn (dat ben ik niet, al was mijn bijvak op de UvA Het Kapitaal van ene K. Marx) om te begrijpen dat een ambitieus plan dat op papier gedekt is door onzekere internationale hulp, stijgende belastingopbrengsten van een labiele, kleine economie én een toename van een (ongedekt) tekort, weinig kans van slagen heeft.
Dát is dan ook het grote risico dat deze regering met dit plan neemt, en de CDC haar daarin steunt, door veel te beloven, maar niet duidelijk te maken wat er allemaal nodig is over een periode van 5 jaar om dat te realiseren. De verwachtingen moeten dus getemperd worden en tegelijkertijd zou er ingezet moeten worden op enkele belangrijke onderwerpen waar zichtbaar resultaat kan worden geboekt én die een positief effect hebben op andere beleidsdoelen. Landbouw en onderwijs lijken mij die prioriteiten.

Het budget van de Pro-Poor Agenda per sector voor de jaren 2018/2019 - 2022/2023
Het vertrouwen slinkt

Het gevolg is dan ook dat het vertrouwen in Weah en zijn CDC slinkt. Dat bleek al bij de verkiezingen in juli van de vacant gekomen senaatszetel in Montserrado (de provincie waar de hoofdstad Monrovia in ligt). Dit is een bolwerk van de CDC, maar haar kandidaat behaalde 35%, terwijl de winnaar, Darius Dillon, de kandidaat van de samenwerkende oppositiepartijen, 56% scoorde. Deze Dillon voert al jarenlang op Facebook oppositie tegen Weah onder de vlag van The Darius Dillon Center For Intellectual Exchange. Zijn Facebook-groep telt ca. 196.000 leden.
Verleden week verscheen het 6de jaarrapport van de lokale NGO Naymote (Partners for Democratic Development) waarin de perceptie van de Liberianen wordt gemeten van de kwaliteit van de overheid. Vond in 2018 64% van de respondenten dat het in Liberia de verkeerde kant uitgaat, nu is dat % gestegen tot 83.
Afgelopen vrijdag demonstreerden de werknemers van het nationale waterleidingbedrijf. Ze hebben vijf maanden geen salaris ontvangen en 7 maanden geen reiskostenvergoeding.
De Council of Patriots, die al eerder op 7 juni (zie mijn blog van 17 mei) demonstreerde en een petitie aan de regering aanbood, heeft nu op 30 december een Weah Step Down protest aangekondigd. Echter de steun van de oppositiepartijen lijkt nu weg te vallen, omdat Weah volgens hen een legitiem gekozen president is die in zijn termijn moet waarmaken wat hij heeft beloofd. En zo is het.
Zelfs de EconomicFreedom Fighters of Liberia (EFFL), zichzelf noemend  ‘a radical and socialist political institution’, en een belangrijke kracht achter de 7 juni demonstratie volgens de meestal goed geïnfomeerde krant Front Page Africa, is tegen de demonstratie van 30 december. Hun verklaring: ‘We have witnessed the death of thousands in other African Countries trying to force out a president. Here are few countries to reference; Tunisia, Egypt, Libya, Sudan and etc. (…) The EFFL has been taught to break the chain of ‘Usual Job Seeking’, ‘Haunt for Quick Cash’ and ‘Power Struggle’ under the canopy of the suffering masses. (…) we Liberians are not prepared to experiencing such situation in the name of masses struggle.’



zondag 19 mei 2019

George Weah & Liberia: het slechte nieuws overheerst

Het zijn moeilijke tijden in Liberia. Nadat George Weah in december 2017 tot president was gekozen, hoopten veel Liberianen dat de veranderingen die hij beloofde zichtbaar zouden worden. Die torenhoge verwachtingen van zijn kiezers, meegesleept door zijn hoopvolle campagne, konden natuurlijk nooit in één jaar waargemaakt worden. In theorie valt dat uit te leggen, als je daar een goed verhaal over houdt én als je, al zijn het maar kleine stappen, laat zien dat het de goed kant op gaat. Het probleem voor -en van – Weah is dat hij dat blijkbaar niet kan.
Jazeker, er is een Pro-Poor Agenda ontwikkeld die goede beleidsvoornemens bevat, waar vooralsnog nauwelijks geld voor is vrijgemaakt. Weah heeft al heel wat buitenlandse reizen gemaakt om investeerders te strikken, maar veel heeft dat nog niet opgeleverd. Er is een ambitieus wegenplan aangekondigd, waarvoor Chinees geld beschikbaar zou komen, maar ook dat heeft het woud van de goede voornemens nog niet verlaten.

Aan de wegen in Liberia valt nog wel het een en ander te verbeteren
Aanpakken van hoge regerings- en ambtenarensalarissen

Wat wel staat te gebeuren is het afschaffen van het collegegeld en het bevriezen, cq verlagen van ambtenaren- en regeringssalarissen. Dat betekent dat ruim 4000 mensen erop achteruitgaan. Het salarisplafond (incl. toelagen) is gesteld op $7800 dollar per maand. Ministers en onderministers die ergens tussen de $10.000 en $15.000 per maand incasseerden, moeten fors inleveren. Diegenen die tussen de $5000 en $7800 verdienen moeten 10% inleveren. En tussen de $1000 en $5000 maandsalaris is een verlaging van een glijdende schaal van 3,5% tot 7,5% aangekondigd. Voor verreweg de meeste ambtenaren die minder dan $1000 dollar per maand verdienen, zo’n 67.000 mensen, verandert er niets. De 103 parlementariërs, die jaarlijks zo’n $200.000 ontvangen, worden gespaard. Of beter gezegd, sparen zichzelf, want tot nu toe hebben ze aan de oproep van Weah om in de rijksbegroting een salarisverlaging te accepteren, naast zich neergelegd.
Ik ga hier nogal gedetailleerd op in, omdat ik het niet wil afdoen als symboolpolitiek. De schrijnende inkomensverschillen in Liberia (de overgrote meerderheid heeft een gemiddeld inkomen van ca. $500 per jaar) vragen gewoon om dit soort maatregelen, die onder de vorige regering van president Ellen Johnson-Sirleaf werden weggewimpeld. De maatregel zal naar (mijn) schatting zo’n $4 tot $5 miljoen opleveren, want bij een staatsbegroting van rond de $600 miljoen geen peanuts is. Tot zover het goede nieuws.

Waslijst van slecht nieuws

Daar staat echter een waslijst van slecht nieuws tegenover. Nu moet je wel uitkijken met dat woord nieuws, want nepnieuws in Liberia bestond al lang voordat het woord in zwang kwam.
Wat zonder meer waar is, is dat tot woede van grote donoren, zoals de VS, de EU en landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zweden, geld dat was bestemd voor ontwikkelingsprojecten door de regering voor andere doeleinden is gebruikt. Ongetwijfeld was dat het gebrek aan liquide middelen om de lopende lasten van de staatsbegroting te betalen, die hoofdzakelijk bestaan uit salarissen, gebouwen en dienstauto’s.
De minister van financiën is diep door het stof gegaan, overigens zonder klip-en-klaar te kunnen uitleggen wat er precies is gebeurd. Geruchten dat hij door de president wordt ontslagen zijn er volop, maar dat is nog niet gebeurd. De donoren eisen hun geld terug, maar het zal niet meevallen dit te honoreren. Geld is een schaars goed.



Over geld gesproken: een ander al maandenlang durend schandaal is het verdwijnen van 15 miljard Liberiaanse dollars (ca $125 miljoen).  De Centrale Bank van Liberia heeft onder de vorige regering een enorme berg aan Liberiaanse dollars laten drukken door Crane, een Zweeds bedrijf. De bankbiljetten zijn door Crane geleverd en vervolgens weet niemand waar de bankbiljetten zijn gebleven. Laat één ding duidelijk zijn: dit is dus niet tijdens het presidentschap van Weah gebeurt. Tegelijkertijd heeft zijn regering niet kunnen uitvogelen wat er is gebeurd. Een Amerikaans bedrijf, Kroll, kreeg de opdracht om het gebeuren grondig te onderzoeken, maar ook Kroll kon de onderste steen niet boven krijgen, zo blijkt uit hun rapport. Na de publicatie van de bevindingen van Kroll is de toenmalige gouverneur van de Centrale Bank, Charles Sirleaf (inderdaad, zoon van de toen zittende president) wel onmiddellijk in de boeien geslagen, zonder dat dit overigens met het rapport in de hand gestaafd kon worden. Het mysterie is nog steeds niet opgelost en zweeft als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de huidige regering, die door velen ervan wordt verdacht, althans individuen uit de coterie van Weah, onder één hoedje te spelen met hun voorgangers.

Het overwerkte verleden van de burgeroorlog

Over die coterie van Weah gesproken: dat is een andere grote vlek op het blazoen van Weah. Voor de verkiezingen heeft hij enkele malen luid en duidelijk verkondigd dat hij het rapport van het Truth and Reconciliation Committee, de waarheidsvindingcommissie van de begane misdaden tijdens de burgeroorlog (1990-2003), weer uit een stoffige la zou halen. En werk zou maken van het opvolgen van de aanbevelingen: vervolging in laten stellen tegen een aantal met name genoemde personen. 

Na de verkiezingen heeft hij over dit onderwerp gezwegen. Integendeel, hij heeft de steun van senator Prince Johnson en zijn partij in dank aanvaard om in de 2de ronde gekozen te worden, terwijl Johnson als notoire warlord bloed aan zijn handen heeft en al lang achter slot en grendel behoort te zitten. Dat geldt ook voor enkele andere lieden die hij om zich heen heeft verzameld. De Coalition for Democratic Change die hij leidde bestond ook uit de National Patriotic Party (NPP), de partij van Charles Taylor. Warlord en ex-president die nu een straf van 50 jaar uitzit in een Engelse gevangenis. Zijn ex-vrouw, Jewel Howard-Taylor, is de aanvoerder van de NPP en werd de running mate van Weah, vicepresident dus. Ook dit werd door de internationale gemeenschap van donoren zeer kritisch beoordeeld, al wordt Jewel zelf niets ten laste gelegd. Wellicht om die donoren wat milder te stemmen leidt de vicepresident een onzichtbaar bestaan, al was dit droevige lot ook haar voorgangers beschoren. Wel heeft de Liberiaanse BVD (die schijn te bestaan) enige tijd geleden een gesprek van twee NPP-activisten afgeluisterd die een aanslag op Weah zouden beramen. Nepnieuws? Enkele weken geleden werden in de kelder van het kantoor van de president twee zwarte, gevaarlijke slangen aangetroffen. Nepnieuws?
Overigens heeft de vertegenwoordiger van de VN in Liberia, Yacoub El Hillo, deze week opnieuw aangedrongen op het werk maken van de aanbevelingen van het Truth and Reconciliation Committee. Als de internationale donoren nu eens ook op dat punt één vuist zouden maken, en hun financiële steun, die ongeveer gelijk is aan de omvang van de jaarbegroting, daaraan zouden verbinden, zal Weah wel moeten…

Leren het politieke handwerk onder de knie te krijgen...
Unification Day

Gen nepnieuws is dat op 7 juni een anti-Weah demonstratie van de Council of the Patriots is aangekondigd, die gesteund wordt door de oppositiepartijen. Zijn partij schoot meteen in een agressieve verdedigingsstand, maar Weah was na enig twijfelen zo verstandig om afgelopen dinsdag te spreken met de organisatoren van de demonstratie. Dat was op een nationale feestdag: Unification Day. Op deze dag wordt gevierd dat de afstammelingen van de uit de VS teruggekeerde slaven, nog steeds de elite van het land, samen met de inheemse Liberianen verenigd zijn in Liberia. Weah koos deze dag niet voor niets. Hij is de eerst democratisch gekozen inheemse president en kwade tongen (daar heb je ze al weer) beweren dat de demonstratie vooral op touw is gezet door gefrustreerde Americo-Liberianen die weer een president uit eigen kring willen. Het gesprek leverde weinig op, omdat de demonstranten niet wilden onthullen wat hun eisen zijn, zodat Weah ook niets kon toezeggen.
In al deze turbulentie was ik een van de trainers op een tweedaagse workshop van dertig jonge activisten van de vijf grootste partijen. Zij volgen een jaar lang intensieve trainingen om het politieke handwerk beter onder de knie te krijgen. Zeer gemotiveerde mannen en vrouwen die fel met elkaar kunnen discussiëren én lachen. Ze lijken overtuigd van democratische waarden en zien integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht als belangrijke principes voor politieke partijen. Laten we hopen dat ook in Liberia het gezegde opgaat van de toekomst en de jeugd.



zondag 12 mei 2019

Partijontwikkeling en democratie


Ik ben weer terug in Liberia. Zo eens in de twee/drie maanden ben ik er een paar weken om mee te werken aan het NDI-programma dat beoogt het functioneren van politieke partijen te verbeteren. En dan hebben we het niet alleen over allerlei organisatorische zaken, zoals ledenwerving, interne democratie en communicatie, en een transparante partijbegroting. Het gaat ook over het ontwikkelen van politieke initiatieven en het betrekken van kiezers om hun invloed op het landsbestuur te vergroten. Want dáár gaat het uiteindelijk om in een democratie.


Taai werk is niet populair

Er zijn enkele boekenplanken te vullen met boeken en nota’s over het nut van dit soort ontwikkelingsprogramma’s. Hoewel de opvatting vrij algemeen gedeeld wordt dat economische en sociale ontwikkeling in een land als Liberia hand in hand moet gaan met democratische ontwikkeling en goed bestuur, is het steunen van die democratische ontwikkeling lang niet altijd een populair thema bij internationale donoren. Met één uitzondering: het steunen en monitoren van (hopelijk vrije) verkiezingen. Dat is overzichtelijk en korte-termijn werk met een meestal duidelijke conclusie van de internationale waarnemers. Maar het taaie werk van partijontwikkeling en ondersteuning van het parlement stuit op meer scepsis. Daar zijn wel goede argumenten voor. In veel ontwikkelingslanden is de democratische dynamiek nogal verschillend van wat in de westerse wereld als norm wordt beschouwd, hoewel die norm daar ook aan zware erosie onderhevig is. Namelijk dat politiek en democratie een strijd is, waar ideologieën en opvattingen botsen, gedragen door politici die gaan voor de inhoud. Terwijl in veel ontwikkelingslanden, en zeker ook in Liberia, politiek persoonsgebonden is, corruptie hoogtij viert en politieke partijen nauwelijks te onderscheiden opvattingen hebben, anders dan dat ze voor de macht gaan.
Een andere reden voor de scepsis is dat in het verleden internationale steun aan democratie- en partijontwikkeling weinig zichtbaar resultaat heeft opgeleverd. Het -zeer valide- argument dat daar altijd tegenin te brengen is, dat dit een kwestie van lange adem is, die ook in ontwikkelde landen niet van de ene op de andere dag heeft plaatsgevonden. Maar internationale donoren werken veelal met hooguit vierjarenplannen die de lange adem ontberen en het gehijg van politici in de nek voelen die waar voor ‘hun’ geld willen.

Capitol Building: parlementsgebouw in Monrovia
De parlementaire democratie wordt ondermijnd door democraten

De discussie over het nut van internationale steun aan democratie- en partijontwikkeling heeft echter ook opgeleverd, dat de focus anders moet komen te liggen. De ontwikkeling van de democratie in de westerse wereld heeft daar zeker toe bijgedragen. Na de val van de Berlijnse Muur was het democratische, westerse model in de jaren ’90 het wenkend perspectief voor veel landen. Niet alleen in Oost-Europa, maar ook in Afrika en Azië werd dit model ijverig gepropageerd en gekopieerd. Maar in de loop van deze eeuw bleek dat democratische modellen niet zo maar met copy and paste overgedragen kunnen worden. Tegelijkertijd bleek dat in het westen de democratie aan uitholling ten prooi viel:

  • Privatisering en globalisering ondermijnden in grote mate de kracht en invloed van de westerse parlementaire democratieën. 
  • Sociale basisvoorzieningen als gezondheidszorg, onderwijs, wonen en openbaar vervoer werden op de zogenaamde vrije markt geslingerd.
  • Multinationals, gepamperd met ‘legale’ belastingontduikingen, grepen hun kans en staan aan de basis van een nog steeds groeiende inkomens- en vermogensongelijkheid.
  • De toenemende macht van internationale samenwerkingsorganisaties, zoals de EU, zonder beslissende democratische legitimatie, droeg daar het zijne aan bij.
Als resultaat van dit alles is het belang van politieke partijen, als dragers van een verzwakkende parlementaire democratie, daarmee in welhaast gelijke mate geërodeerd. Het is navrant dat uitgerekend partijen die het woord democratie in hun naam hebben (VVD, CDA, D66) de initiators en supporters van dit democratie-ondermijnende beleid zijn.
En als laatste ontwikkeling die van invloed was op een andere visie: in een aantal Arabische landen stuurden volksopstanden dictators het land uit, om vervolgens tot hun ergernis te moeten constateren dat andere potentaten er voor terug kwamen.


Wat is de goede weg?

Dit alles moet meegenomen worden in het antwoord op de vraag: wat voor partijontwikkeling moet er worden nagestreefd in een land als Liberia? Het idee dat het type van een westerse politieke partij als een voorbeeld geldt, en waar mogelijk gekopieerd moet worden, ligt dus al achter ons. Hoewel het nog steeds van belang is om te streven naar een degelijke en democratische partijstructuur, gedragen door een ideologie of samenhangend programma -en dat is op zich al een enorme uitdaging - is het vooral belangrijk om partijen zélf te laten formuleren, waar ze behoefte aan hebben. Daarbij moet je wel oog hebben voor de ontstaansgeschiedenis van partijen in ontwikkelingslanden, zeker in die landen, zoals Liberia, waar een hevig conflict, zoals een burgeroorlog, nog niet zo lang geleden heeft plaatsgevonden.
Ruwweg kun je in dat soort landen twee typen partijen onderscheiden: partijen die ontstaan zijn na een vredesproces, waarbij strijdende milities de strijdbijl hebben moeten begraven en de jas van een politieke partij hebben aangetrokken. En partijen die ‘van onderop’ gegroeid zijn en meestal het karakter van een beweging hebben. Het eerste type partij zal vooral geïnteresseerd zijn in het gebruiken van het middel democratie om de eigen agenda en machtsposities te continueren, terwijl het tweede type democratie ziet als het middel om de controle en invloed van burgers op het regeringsbeleid te vergroten.

Rijk partijpolitiek landschap

Om mij tot Liberia te beperken: het partijpolitieke landschap is rijk en divers. In het parlement (Huis van Afgevaardigden en Senaat) zijn meer dan 10 partijen vertegenwoordigd.  Mengvormen van beide hiervoor beschreven types komen het meest voor.
Het beter laten functioneren van politieke partijen zal die tweede opvatting als leidraad moeten hebben: democratie als middel om de controle en invloed van burgers op het regeringsbeleid te vergroten. Dat is iets anders dan democratie te reduceren tot ‘u vraagt en wij draaien’. Politieke partijen blijven daarbij van groot belang, omdat het bestrijden van sociale en economische ongelijkheid óók (en misschien wel juist) in ontwikkelingslanden een politieke visie én gedrag van partijen vergen die geen gemeengoed zijn.
Programmatische én organisatorische ontwikkeling van partijen is dus van groot belang, maar moet bijdragen aan het vergroten van de invloed van burgers op het beleid. Aan dit programma wil ik graag mijn energie steken.

Links VS ambassadeur Christine Elder, rechts president George Weah
Intussen in Liberia

Intussen stapelen de problemen in Liberia zich op voor president Weah en zijn Coalition for Democratic Change. Het burgerprotest lijkt opgebloeid te zijn, weliswaar zonder gele hesjes, maar een Council of Patriots (COP) organiseert op 7 juni een demonstratie onder het motto ‘Save the State’. Oppositiepartijen wisten niet hoe snel ze dit moesten ondersteunen.  Christine Elder, de ambassadeur van de VS, het meest invloedrijke land in Liberia, heeft in een pittige toespraak Weah gemaand de corruptie aan te pakken en haast te maken met het bestrijden van seksueel geweld tegen vrouwen. De invloedrijke All Liberian Conference of Diaspora Leaders gaf deze week een verklaring uit waarin zorg werd uitgesproken over de groeiende politieke spanningen.  De Center for Transparency and Accountability in Liberia, een NGO, riep Weah op om schoon schip te maken in zijn regering, die gebukt gaat onder financiële schandalen. En dan zijn twee katholieke bisschoppen ook nog beschuldigd van homoseksuele verkrachtingen
Kortom, never a dull moment, waarover volgende week meer.


zondag 28 oktober 2018

Het zoet en zuur van de politiek

Ik ben, opnieuw, voor twee weken terug in Liberia voor een training van activisten van de vijf grootste politieke partijen. Dit in het kader van het programma van NDI in Liberia om partijen beter (lees: democratischer, minder persoonsgebonden, effectiever) te laten functioneren. (Zie mijn blog van 30 juni jl.)

Deze week werden partisans getraind die actief zijn in de vrouwen- en jongerengroepen van deze partijen. Het was de eerste driedaagse training: in januari en april 2019 zullen nog twee ‘modules’ van drie dagen elk volgen. Ik hield drie presentaties, met opdrachten, over het nut en belang van politieke partijen, het vormen van coalities in een meerpartijenstelsel (wat Liberia heeft) en hoe je na verkiezingen de resultaten moet analyseren, om daar vervolgens van te leren. Collega trainers richtten zich op campagne voeren en leiderschap.
Het waren pittige dagen. De deelnemers, zoals gebruikelijk in Liberia, namen de zaken serieus zonder een blad voor de mond te geven, met af en toe felle discussies, die uiteindelijk altijd met humor werden afgesloten.


 Loze beloften

Politieke partijen zijn zwak in Liberia. Alles is politiek, maar sterk persoonsgebonden. De partijleider is de baas. Een programma, als het er al is, speelt nauwelijks een rol. Ledendemocratie bestaat er niet echt, omdat een goede administratie vaak ontbreekt en er, mede daardoor, nauwelijks betalende leden zijn. Dit alles neemt niet weg dat politieke partijen toegewijde leden hebben, die graag willen leren.
Er werd over van alles gediscussieerd. Moet een partijleider alleenheerser zijn (nee was de heersende mening). Over de noodzaak om in een verkiezingscampagne meer met politieke standpunten en concrete, betaalbare voorstellen te werken, in plaats van loze beloften en geschenken of geld uit te delen. Veel discussie ook over hoe belangrijk het is om als partij voortdurend actief te zijn in de communities om te weten wat er leeft en daar dan als partij of volksvertegenwoordiger iets mee te doen.

Een kandidaat voert campagne, oktober 2017
Zoet en zuur

De parlements- en presidentsverkiezingen zijn een jaar geleden, en staan nog vers in het geheugen gegrift. De regerende Unity Party werd na 12 jaar regeren, afgelost door de Coalition for Democratic Change (CDC), die nu de president (George Weah) levert. Beide partijen waren vertegenwoordigd en het zoet van de een en het zuur van de ander sijpelden regelmatig door de discussies heen. Liberia heeft een presidentieel systeem, zoals de VS, maar noch in de senaat, noch in het Huis van Afgevaardigden, heeft de CDC een meerderheid. Er zijn in het Huis maar liefst 12 partijen vertegenwoordigd. Coalities zijn dus noodzakelijk, en die worden op dit moment ook gesmeed. Liberia heeft een districtensysteem, waarbij de winnende kandidaat de zetel pakt. Soms met maar 15% van de stemmen. Ik kreeg de discussie over het weinig democratische gehalte van zo’n districtenstelsel aardig op stoom met het laten zien van het resultaat van de laatste verkiezingen: de 73 gekozen Kamerleden vertegenwoordigen slechts 33% van de opgekomen kiezers (overigens bij een goede opkomst van 75%). Geen wonder dat het vertrouwen van kiezers in het Huis niet hoog is: 33 Kamerleden wilden graag verder, maar werden niet herkozen. Verder neemt het aantal partijloze, gekozen Kamerleden toe: van 7 in 2005, 9 om 2011 naar 12 in 2017. Kortom: genoeg stof om over na te denken, zo hield ik de deelnemers voor, en daar bij de komende evaluatie van de Kieswet rekening mee te houden. 



Orange Knowledge Programme

Ik viel met mijn neus in de boter, want de Nederlandse ambassadeur voor Liberia, die overigens in Ghana zetelt, was deze week in Liberia vanwege het Orange Knowledge Programme. Waarom dat oranje toch overal bijgesleept wordt, weiger ik als republikein te weten, maar verder is het (Dutch!) Knowledge Programme wel sympathiek. Het beoogt o.a. voor professionals in een aantal ontwikkelingslanden, waaronder Liberia, een vervolgopleiding bij een Nederlandse universiteit te financieren. Weer terug in hun eigen land kunnen zij dan beter toegerust bijdragen aan een ‘duurzame en inclusieve ontwikkeling’ van hun land, zoals het enigszins ronkend op de website van het Nuffic staat. Het Nuffic voert het programma uit, waar minister Kaag onlangs nog een extra 10,1 miljoen euro aan heeft toegevoegd.
Ik kon vanwege de training helaas niet aanwezig zijn bij de lancering van het programma in de Universiteit van Liberia, maar ’s avonds was er een cocktail party voor de kleine Nederlandse kolonie in Liberia. De ambassadeur, Ron Strikker, gaf nog een korte toelichting op het programma. En daarna was het een gezellig samenzijn. Strikker lijkt me een prima vent op deze plek van de aardbol. Hij vond de juiste woorden en toon om de, overigens bescheiden, bijdrage van Nederland een goede plek te geven. Het is overigens voor het eerst sinds lange tijd dat Nederland iets aan ontwikkelingshulp doet in Liberia. En dat is mede het gevolg van de ebola, en het bezoek dat minister Ploumen daarna aan het land bracht. Zie daarvoor mijn blog van 11 juli 2015.


Weah schaft collegegeld af

Overigens lanceerde  president Weah deze week ook een onderwijsinitiatief: hij kondigde aan dat de collegegelden voor de vier openbare universiteiten worden afgeschaft. Hij haalde daarmee de internationale, Afrikaanse pers. Er waren al studentendemonstraties geweest, die hem herinnerden aan zijn verkiezingsbelofte, en vrij onverwacht loste hij die deze week in. Overigens komt er van alle kanten weer kritiek hierop, want de kwaliteit van het onderwijs is allerbelabberdst, en daar helpt deze maatregel geen sier bij. Voor arme Liberianen, en dat is de grote meerderheid, zijn de lagere- en middelbare openbare scholen, die formeel gratis zijn, maar ook geld vragen, eveneens moeilijk te betalen.
Weah kan wel een steuntje in de rug gebruiken, want de laatste maanden is hij steeds meer onder vuur komen te liggen. Zo wordt hij al weken achtervolgd met het 16 miljard Liberiaanse dollar schandaal. Met de huidige koers is dat ruim 100 miljoen Amerikaanse dollar. Zijn voorganger, Johnson-Sirleaf, had aan het eind van haar regeerperiode de Bank van Liberia opgedragen deze enorme hoeveelheid bankbiljetten te drukken. Niemand weet wat er sindsdien met het geld is gebeurd. De wildste beschuldigingen doen de ronde, maar niemand weet het fijne. Johnson-Sirleaf, inmiddels 80 jaar oud, zegt het vergeten te zijn. De oppositie, die een meerderheid heeft in het Huis van Afgevaardigden, wil de FBI inschakelen. Weah zou overwegen de minister van financiën te ontslaan, maar dat is (nog) niet gebeurd. De ontknoping van dit alles laat nog, wellicht eeuwig, op zich wachten.
Dit weekend heeft Weah in het ver van de hoofdstad Monrovia gelegen Ganta zijn Pro-Poor Agenda for Development and Prosperity (PADP) gelanceerd. Hij doet hiermee opnieuw een verkiezingsbelofte gestand. Over hoe die Agenda er uit gaat zien, kan ik wellicht volgende week bloggen.