maandag 25 november 2019

Het vertrouwen in president George Weah slinkt


Ik ben weer terug in Liberia voor een bijdrage aan het programma van NDI dat beoogt de politieke partijen beter te laten functioneren. Dat NDI-programma richt zich vooral op de vijf grootste partijen, die ieder een eigen adviseur hebben. Ik ben een van hen. Eerst wordt er van iedere partij op grond van vele gesprekken met partijbestuur, parlementariërs, jeugdafdeling en vrouwengroep een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten, de kansen en bedreigingen. Op grond daarvan is samen met hen een ‘modernization plan’ opgesteld met een aantal actiepunten ter verbetering. Dan moet je denken aan een goede interne communicatie tussen de verschillende partijgeledingen, hoe zet je een goede ledenadministratie op, wat moet er gebeuren om er een democratische ledenpartij van te maken en, heel belangrijk, hoe zorg je ervoor dat het programma van een partij niet een serie loze, algemene beloften is, maar herkenbare, concrete veranderingen biedt, waar je je als partij na de verkiezingen ook aan houdt. Nu gelden dit soort punten voor veel partijen in veel landen. Zo moet er bijvoorbeeld in mijn eigen partij (GroenLinks) wel het een en ander veranderen om er een democratische ledenpartij van te maken. Maar in Liberia geldt voor de meeste partijen dat op alle vlakken stappen gezet moeten worden. Voor de partij die ik adviseer is zo’n ‘modernization plan’ ontwikkeld en aanvaard – en worden de eerste activiteiten nu ontplooid. Zoals bijv. het opstellen van een reglement van de parlementaire fractie, die nu als los zand aan elkaar hangt, en het ontwikkelen van een activiteitenplan voor de fractie voor 2020: welke belangrijke onderwerpen (werkloosheid? gezondheidszorg? onderwijs? corruptie?) moeten er met parlementaire initiatieven worden aangepakt. Het is mooi en nuttig om op deze wijze bij te dragen aan de versterking van de democratie in een land als Liberia, al gaat het met vallen en opstaan, met een stap vooruit en soms twee stappen terug. Maar daarin is dit land niet uniek. Vraag maar aan Rutte. Echter, de problemen zijn wel onvergelijkbaar met die van Nederland. Om een voorbeeld te noemen. Waar het in Nederland gaat om hogere salarissen van leerkrachten in het basisonderwijs, gaat het in Liberia om boeken in de klas, leraren die het vak beheersen (én zelf kunnen lezen en rekenen) en het uitbannen van seks of geld voor een hoger cijfer.

De auto's van de voormalige presidenten (v.l.n.r.) Doe, Taylor en Tubman
tentoongesteld achter het Nationaal Museum in Liberia
Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development

De politieke situatie is fragiel. President George Weah is weliswaar met een fors kiezersmandaat in 2017 (ruim 61,5% van de stemmen) gekozen voor een periode van 6 jaar, maar zijn partij, de Coalition of Democratic Change (CDC) heeft noch in het Huis (Tweede Kamer), noch in de senaat de meerderheid. Weah, die niet bekend staat als een krachtig bestuurder, heeft een aantal mensen om zich heen benoemd (ministers, adviseurs, voorzitters van overheidsinstanties), vaak meer ingegeven door politieke motieven dan dat ze er iets van kunnen bakken. En het grootste probleem is dat hij niet kan waarmaken wat hij voor de verkiezingen heeft beloofd. Nu is dat niet verwonderlijk. Het overheidsbudget is zeer bescheiden ($511 miljoen, begrotingsjaar 2019-2020), belastingen in een land met massale werkloosheid en een negatieve handelsbalans brengen weinig geld in de schatkist. De inflatie is hoog: toen ik in 2012 arriveerde was de waarde van de Amerikaanse dollar 75 Liberties (de Liberiaanse dollar) en nu is die 194. Weah heeft een zeer ambitieuze Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development  (PPAD) gepresenteerd die zich uitstrekt tot 2023, inclusief financiering ($3,5 miljard over 5 jaar) . Dat is op zich prima, maar voor 2019-2020 is er $548 miljoen nodig die praktisch geheel door de internationale gemeenschap zou moeten worden opgebracht. In de meerjarenraming daalt die internationale hulp tot 462 miljoen in 2022/2023 en stijgt de belastingopbrengst van 430 naar 560 miljoen. Tegelijkertijd stijgt het te begrote tekort van de PPAD van $116 miljoen dit jaar tot $264 miljoen in 2022/2023. Je hoeft geen econoom te zijn (dat ben ik niet, al was mijn bijvak op de UvA Het Kapitaal van ene K. Marx) om te begrijpen dat een ambitieus plan dat op papier gedekt is door onzekere internationale hulp, stijgende belastingopbrengsten van een labiele, kleine economie én een toename van een (ongedekt) tekort, weinig kans van slagen heeft.
Dát is dan ook het grote risico dat deze regering met dit plan neemt, en de CDC haar daarin steunt, door veel te beloven, maar niet duidelijk te maken wat er allemaal nodig is over een periode van 5 jaar om dat te realiseren. De verwachtingen moeten dus getemperd worden en tegelijkertijd zou er ingezet moeten worden op enkele belangrijke onderwerpen waar zichtbaar resultaat kan worden geboekt én die een positief effect hebben op andere beleidsdoelen. Landbouw en onderwijs lijken mij die prioriteiten.

Het budget van de Pro-Poor Agenda per sector voor de jaren 2018/2019 - 2022/2023
Het vertrouwen slinkt

Het gevolg is dan ook dat het vertrouwen in Weah en zijn CDC slinkt. Dat bleek al bij de verkiezingen in juli van de vacant gekomen senaatszetel in Montserrado (de provincie waar de hoofdstad Monrovia in ligt). Dit is een bolwerk van de CDC, maar haar kandidaat behaalde 35%, terwijl de winnaar, Darius Dillon, de kandidaat van de samenwerkende oppositiepartijen, 56% scoorde. Deze Dillon voert al jarenlang op Facebook oppositie tegen Weah onder de vlag van The Darius Dillon Center For Intellectual Exchange. Zijn Facebook-groep telt ca. 196.000 leden.
Verleden week verscheen het 6de jaarrapport van de lokale NGO Naymote (Partners for Democratic Development) waarin de perceptie van de Liberianen wordt gemeten van de kwaliteit van de overheid. Vond in 2018 64% van de respondenten dat het in Liberia de verkeerde kant uitgaat, nu is dat % gestegen tot 83.
Afgelopen vrijdag demonstreerden de werknemers van het nationale waterleidingbedrijf. Ze hebben vijf maanden geen salaris ontvangen en 7 maanden geen reiskostenvergoeding.
De Council of Patriots, die al eerder op 7 juni (zie mijn blog van 17 mei) demonstreerde en een petitie aan de regering aanbood, heeft nu op 30 december een Weah Step Down protest aangekondigd. Echter de steun van de oppositiepartijen lijkt nu weg te vallen, omdat Weah volgens hen een legitiem gekozen president is die in zijn termijn moet waarmaken wat hij heeft beloofd. En zo is het.
Zelfs de EconomicFreedom Fighters of Liberia (EFFL), zichzelf noemend  ‘a radical and socialist political institution’, en een belangrijke kracht achter de 7 juni demonstratie volgens de meestal goed geïnfomeerde krant Front Page Africa, is tegen de demonstratie van 30 december. Hun verklaring: ‘We have witnessed the death of thousands in other African Countries trying to force out a president. Here are few countries to reference; Tunisia, Egypt, Libya, Sudan and etc. (…) The EFFL has been taught to break the chain of ‘Usual Job Seeking’, ‘Haunt for Quick Cash’ and ‘Power Struggle’ under the canopy of the suffering masses. (…) we Liberians are not prepared to experiencing such situation in the name of masses struggle.’