zondag 23 februari 2014

Scenes uit de rauwe, Liberiaanse realiteit


Deze week was het een beetje Nederland in Liberia, of beter gezegd Amsterdam in Monrovia. Niet vanwege het schaatsen want daar wordt niemand hier warm of koud van. Nee, het driedaagse Kriterion Monrovia Film Festival vond voor de eerste keer plaats.  Onder het motto Image of Liberia werden een stuk of twintig films vertoond: documentaires en speelfilms, uit Liberia of een ander Afrikaans land. Geïnspireerd door Filmhuis Kriterion Amsterdam, is in Monrovia een groep jongeren, meest studenten, actief om de cinema (nieuw) leven in te blazen. Mede financieel ondersteund door het Prins Claus Fonds en Club Beer



Het was de eerste keer, dus de kinderziekten waren nog niet overwonnen. De ene keer was het te licht in de zaal om de middagvoorstelling van Skin (over een zwart meisje met blanke ouders toen Zuid-Afrika nog aan de apartheid leed) goed te kunnen volgen. Een andere keer stopte de film Kinshasa Symphony, een aangrijpende documentaire over het enige geheel zwarte symfonieorkest ter wereld, met nog 15 minuten te gaan. Vroeger zou je zeggen ‘even de film plakken’, maar in het digitale tijdperk, dat ook in Liberia langzaam maar zeker oprukt, bleek het minder eenvoudig om het schijfje in de laptop weer goed aan het draaien te krijgen.

Vette moraal

Het filmfestival vond op drie plekken plaats: in een middelbare school, in de Alliance Française, het Franse culturele centrum, en in het iLab. Deze laatste is een NGO, die zich inspant om Liberianen en Liberiaanse instellingen wegwijs te maken in de wondere wereld van internet en computers, op een manier die de sociale ontwikkeling van het land ten goede komt. 
De cinema staat in Liberia nauwelijks in de kinderschoenen. De professioneel gemaakte films kwamen uit het buitenland: Zuid-Afrika, Marokko, Kenya. Er waren korte, Liberiaanse documentaires over de geschiedenis van het land, de verkiezingen van 2006 en het nijpende gebrek aan schoon drinkwater. Daarnaast waren er enkele gespeelde documentaires over de problemen waar veel Liberianen dagelijks mee te maken hebben: corruptie, de gevolgen van de burgeroorlog en de moeilijke weg naar verzoening. Deze door amateurs gemaakte en gespeelde docudrama’s schetsen in schrille, simpele en soms schreeuwerige scenes de rauwe Liberiaanse realiteit, gelardeerd met een vette, overduidelijke moraal. Het doet enigszins denken aan de strijdcultuur die in de jaren ’70 opgeld deed in Nederland, zij het dat de politieke component geheel ontbreekt.

De winnende filmmakers op het podium
De slotmanifestatie was in de grote zaal van de City Hall van Monrovia, waar acrobatieke trommelaars het intro vormde voor de prijsuitreiking van de ‘Liberiaanse Oscars’ (een houten beeldje van een peinzend figuur) voor de beste documentaire (‘Desert Island’ – over het gebrek aan schoon water) en de beste speelfilm (‘Total Sin’ – helaas niet gezien). Het is vurig te hopen dat met deze eerste Kiriterion Monrovia de eerste stappen zijn gezet op weg naar een bruisende filmcultuur in Liberia.

zaterdag 15 februari 2014

Een politieke belofte is sneller gegeven dan uitgevoerd


Deze week stond in het teken van twee van onze meest in het oog springende activiteiten, waar we het eerste jaar van ons programma mee afsluiten. Afgelopen woensdag en donderdag organiseerde NDI een National Issues Forum in het stadhuis van Monrovia en op vrijdag was het National Lobby Day in het parlementsgebouw.
Het National Issues Forum had als doel om activisten van burgergroepen te laten discussiëren met mensen uit de wetenschap, ambtenaren, internationale organisaties en stafleden van parlementariërs om zo hun standpunten, argumenten en doelstellingen aan te scherpen. Twee dagen, vier dagdelen, lang werden in twee parallelle sessies in totaal dus acht onderwerpen bediscussieerd. Onderwerpen die van groot belang zijn voor de ontwikkeling van Liberia, in het middelpunt van de maatschappelijke en politieke discussie staan, maar tegelijkertijd schreeuwen om meer aandacht en daadkracht van het parlement. Die acht sessies werden inhoudelijk niet door NDI voorbereid, maar door acht verschillende (coalities van) belangengroepen. Daaronder drie groepen, die wij met trainingen, adviezen en geld ondersteunen, om hun expertise en lobbykwaliteiten te vergroten. Dat zijn de WASH-coalitie (water, sanitair, hygiëne), de Natural Resource Management Consortium (NRM) en SEWODA, een women-empowerment groep. 

Deelnemers aan een sessie.
Lege bureaus en fourwheeldrives

WASH wijdde een sessie aan de noodzakelijke versimpeling van de politieke en ambtelijke commissies, agentschappen en ministeriële bemoeienissen om zo de aansturing en de realisering van zulke  belangrijke basisvoorzieningen als schoon water en riolering voor alle Liberianen bereikbaar te maken. Want nu is dat een wirwar van clubjes en baasjes die in kantoren achter veelal lege bureaus zitten, rondrijden in fourwheeldrives met chauffeur en bij iedere daadwerkelijke aanleg van waterput of riolering rekenen op geld van een internationale organisatie. Dat dit drastisch moet veranderen is voor velen duidelijk en hoe dat zou moeten was onderwerp van deze sessie. Door het fors saneren van en dus snijden in die ambtelijke top en de geldstromen meer richten op de aanleg van de zo noodzakelijke voorzieningen.
Het NRM-consortium zette in op de noodzaak van een eerlijke landpolitiek. Liberia kamp, zoals veel andere Afrikaanse landen, met wildwest taferelen als het om grondbezit gaat. Velen noemen zich ten onrechte eigenaar van stukken grond, verkopen die, waarna een ander zich meldt als de echte eigenaar en een land dispute is het gevolg. Dit gebeurt in steden en in het oerwoud, waar buitenlandse bedrijven azen op concessies voor bos- en mijnbouw en belachelijk goedkope deals met de chief van een dorp willen sluiten. Dat het noodzakelijk is om eerlijke wetgeving tot stand te brengen betoogde in deze sessie ook de vertegenwoordiger van de Land Commission, die bezig is met een wetsontwerp.
SEWODA richtte haar peilen op twee wetten die ter behandeling op het bordje van het parlement liggen. De Gender Parity Bill beoogt te bereiken dat in Huis en Senaat tenminste 30% van de leden vrouw (of man…) is. Of er voldoende steun voor dit wetsontwerp bestaat is onzeker, vandaar dat SEWODA er alles aan doet om zoveel mogelijk discussie over dit onderwerp te organiseren. Daarnaast moet de Anti-Rape Bill de parlementaire eindstreep halen om het grote probleem van verkrachtingen, met name ook binnen familieverband, te kunnen aanpakken. Steun daarvoor lijkt verzekerd, al betekent het aannemen van een wet, zeker (ook) in Liberia,  nog niet dat daar ook naar gehandeld wordt.

Geen woorden maar daden

De vierde sessie ging over de erbarmelijke kwaliteit in het lager onderwijs, dat geteisterd wordt door slecht betaalde, corrupte en incompetente onderwijzers, nauwelijks leermiddelen, overvolle klassen en uiterst onhygiënische omstandigheden. Het zijn deze ‘bekende feiten’ die de aanwezige onderwijsmensen de revue lieten passeren. Het is wonderbaarlijk dat er zoveel berusting bestaat op dit vlak. Veel meer actie is nodig om beleidsmakers tot herbezinning te dwingen, zo luidde de conclusie van deze sessie. En sommige deelnemers zullen daar ook mee bezig gaan.

De voorzitter van de jeugdafdeling van de vakbond licht toe.
De massale jeugdwerkloosheid werd in de vijfde sessie geanalyseerd door vertegenwoordigers van de koepel van jeugdorganisaties FLY (Federation of Liberian Youth) en de jeugdafdeling van de vakbond (Liberia Labor Congress). De cijfers zijn schrikbarend hoog (65% tussen 18 en 35 is werkloos) en het beleid werd als volstrekt onvoldoende gekarakteriseerd, wat ook wel door de vertegenwoordiger van het Ministerie van ‘Jeugd en Sport’ werd erkend. De zaal zat vol gemotiveerde jongeren die aan drie uur discussiëren niet genoeg hadden hun onvrede te uiten. De voorstellen van beide jeugdorganisaties (beter vakonderwijs, begeleiding naar werk, banen scheppen door de overheid) werden wel ondersteund, maar ook hier was de conclusie dat er veel meer moet gebeuren dan woorden op papier, wil er iets veranderen.
‘Veiligheid’ was het onderwerp van sessie nummer 6, waarbij de o.a. slechte staat van de gevangenissen en het doen en laten van de particuliere veiligheidsbedrijven werden besproken. Dat het, eufemistisch uitgedrukt, geen pretje is om in een Liberiaanse gevangenis te zitten, moge duidelijk zijn. Recente rapporten van internationale waarnemers op dit vlak waren vernietigend. Aan het fenomeen van de particuliere beveiligingsbedrijven heb ik in dit blog al eerder aandacht geschonken, en tot mijn grote verrassing vond de Security Work Group, die deze sessie organiseerde, dat de wildgroei in deze sector aangepakt moest worden.


Overweldigende opkomst

De sessies 7 en 8 gingen over wetgeving die de democratie in Liberia moeten verstevigen. Er werd in deze sessies gediscussieerd over noodzakelijke wijzigingen in de kieswet om verkiezingen eerlijker en transparanter te laten verlopen, zoals een evenwichtige samenstelling van de kiesraad, verbetering van de kiezersregistratie en een betrouwbare klachtenprocedure. De grondwet van Liberia is eveneens aan herziening toe. Er liggen vele wensen op tafel, maar gezien de ingewikkelde, ongelijksoortige en soms verwarrende tekst van de huidige grondwet is het haast onbegonnen werk om met wijzigingen, die alleen via een referendum van kracht kunnen worden, de tekst te verbeteren. Een geheel nieuwe grondwet zou de beste oplossing zijn, maar het is zeer de vraag of dat haalbaar is.
Deze acht actuele onderwerpen werden in ‘The Ballroom’ en ‘The Lounge’ van de City Hall van Monrovia bediscussieerd. We hadden op ongeveer honderd deelnemers voor elke dag gerekend, maar kwamen bedrogen uit. De eerste dag werd bezocht door zo’n 250 discussianten en de tweede dag door ruim 200. Een overweldigende opkomst die laat zien dat er een grote behoefte is om met een menukaart van acht sessies in de hand met elkaar diepgaand te discussiëren over belangrijke kwesties.
Lobbyisten poseren voor het parlementsgebouw.
National Lobby Day

De dag erop, vrijdag Valentijnsdag,  was de National Lobby Day. Niet voor niets waren beide evenementen in de tijd aan elkaar gekoppeld. Onze drie partners, NRM, WASH en SEWODA, hadden in de weken er voor afspraken gemaakt met ongeveer 60 (van de 103) parlementariërs om op deze vrijdag in individuele ontmoetingen de onderwerpen aan de orde te stellen die de dagen ervoor in hun sessies waren bediscussieerd. Elke belangengroep had een team van tien mensen samengesteld, die een week of drie geleden door ons een dag zijn getraind in hoe je zo’n lobbygesprek met een parlementariër moet voeren. Zoals: bezoek de lawmaker met een kleine delegatie (3-5 man/vrouw), verdeel de rollen, behandel één of twee onderwerpen, bereid je uiteraard goed voor, wees concreet met wat je wilt bereiken, probeer samen met de parlementariër een conclusie te formuleren voor een follow-up, laat een A4tje achter met de hoofdpunten en contactgegevens van je groep, maak een groepsfoto, bespreek het gesprek na met de delegatie en verdeel de taken die na het gesprek nodig zijn, stuur een bedankbrief met daarin de gezamenlijk getrokken conclusie en blijf met de parlementariër in gesprek. 
Iedere groep had een verschillend fel gekleurd T-shirt aan met de eigen slogan. En zo zwierven er afgelopen vrijdag van 10 tot 4 uur zo’n dertig actieve lobbyisten door het gebouw om met al die parlementariërs hun argumenten en wensen te bediscussiëren. Dat ging prima. Ze kregen van veel parlementariërs steun voor hun ideeën en voorstellen en nu is het uiteraard zaak om die steun te verzilveren in concrete daden. Aan het slot van de dag werd een persconferentie gehouden, waar veel journalisten op af kwamen. De leiders van de groepen gaven een beknopt verslag van de gesprekken die er gevoerd waren. Ze benadrukten dat zo’n lobbygesprek niet het einde was, maar het begin van engagement tussen parlementariërs en belangengroepen. Daar moet verder aan gewerkt worden want een belofte is door een politicus sneller gegeven dan uitgevoerd. 

De persconferentie.

zondag 9 februari 2014

Fietsen voor de vrede


Wel heel apart om in de hitte van het droge Afrikaanse seizoen naar het Olympische schaatsen te kijken, maar de pret was er niet minder om. Wat een prachtige slotritten op de 5000 meter (heren) en wat een knallende start voor de Nederlanders. Tegelijkertijd kun je ook zien aan het kleine stadion, de schamel bezette tribunes en de nationaliteiten van de andere deelnemers dat het een beperkt beoefende sport is. Dat ze daar hier in Afrika niet aan doen –en niets van weten- is begrijpelijk, maar ook de Europeanen, Aziaten en Amerikanen die je hier tegenkomt, weten nauwelijks wat ‘speedskaten’ is, laat staan dat ze ooit van Sven Kramer hebben gehoord. Het was dus een klein wonder dat Supersport, dat hier zo’n tien sportkanalen op de kabel heeft, op het ene aan Sotsji gewijde kanaal het schaatsen uitzond. Het grote voordeel daarvan was dat je kon genieten van Engelstalig commentaar, zeer deskundig en uiteraard ook heel positief over schaatsgek Nederland, maar gespeend van Oranjedwaasheid. Dat gold ook voor de regie. Ik weet niet van welke TV-zender ze de beelden oppikten, maar het was zeker niet de NOS. Gelukkig kwam slechts één keer koning pils met zijn lakeien Rutte en Eurlings toevallig en heel kort in beeld: de camera gleed langs de tribunes en de commentator sloeg er geen acht op. 

Geen geld om een auto te kopen

Sven klom bij het voorbereiden op zijn 5000 meter even op de fiets. Mooi gezicht was dat. Gefietst wordt hier wel, zij het in heel bescheiden mate. Enerzijds is dat een kwestie van geld: een tweedehands fiets kost tussen de 50 en 100 dollar en dat is voor de meeste Liberianen heel veel geld. Maar het is ook een kwestie van mentaliteit. Als het om woon-werk verkeer gaat is praktisch iedereen met een gewone baan afhankelijk van een taxi of motorfiets. Want dat is het openbaar vervoer in Liberia. Taxichauffeurs proppen vijf en soms zelfs zes mensen in hun auto en een motor met twee of drie passagiers is ook heel normaal. Dat je ook met een fiets naar je werk kunt, is voor de gemiddelde Liberiaan onbestaanbaar. Hoe vaak we al niet voorgerekend hebben dat na een maand of tien de fiets is terugverdiend, en hoeveel tijdwinst je boekt met vijf of tien kilometer fietsen in plaats van twee uur stapvoets rijden in een volgepakte taxi: het gaat er niet in. 

  
Wel wordt er vaak ‘good excercise’ geroepen als je langs fietst, maar dat zegt ook wat over hoe velen het fietsen zien. Fietsen als vervoer wordt vaak beschouwd als iets voor arme mensen. Dat is overigens niet exclusief Liberiaans. Ik zal nooit vergeten hoe we met onze toen zes-jarige dochter een rondje Drenthe fietsten en op een morgen, toen de tent was ingepakt en we van de camping wegfietsten, een meisje aan haar vader vroeg ‘waarom fietsen die mensen’ de goede man antwoordde ‘omdat ze geen geld hebben om een auto te kopen’.

Wereldfietser voor de vrede en het milieu

Af en toe komt er een wereldfietser langs in Liberia. Ik heb er tot nu toe drie keer een gezien. De eerste keer leek het me een Nederlander of Duitser die volbepakt in de hete zon de kuilen in de weg probeerde te ontwijken. Ik zat in een auto, dus het was nog minder dan een vluchtige ontmoeting. Een maand of drie geleden deed de Nepalees Furtemba Sherpa Liberia op zijn ‘world tour for peace and environment protection’ Liberia aan. Sherpa is met een ongelooflijke missie bezig. Hij is in 2003 begonnen met fietsen en hij wil tot 2020 doorfietsen, waarna zijn teller op 150 landen moet staan. Klik hier voor zijn gedateerde website.

Furtemba Sherpa
Omdat een van onze beste vrienden hier Nepalezen zijn heb ik een middag in klein gezelschap bij hun thuis met Furtemba kunnen doorbrengen. Een pezige, kleine, vrij jonge vent, die heel geanimeerd vertelde over de vele avonturen die hij onderweg had meegemaakt. Gestolen fietsen (3x), beroofd (2x), maar vooral heel veel gastvrijheid in alle werelddelen. Ook in Liberia. Omdat hij een kleine camera in zijn helm heeft, kon hij ons een video laten zien van zijn tocht vanaf Greenville, aan de zuidoostkust van Liberia, noordwestwaarts naar Monrovia. Hij fietst over een 50 cm breed pad door de oerwoud. Op sommige stukken loopt een ‘villagechief’ voor hem uit, om de weg te wijzen. Hij moet een aantal rivieren over steken. Dat gaat soms moeizaam, zoals wij op de video kunnen zien, als het gammele bootje dat hem overzet dreigt te kapseizen. Sherpa heeft veel filmmateriaal op You Tube gezet, maar helaas zit deze er nog niet bij.
Hij torst plakboeken met zich mee met krantenknipsels en oorkonden van burgemeesters van New York tot Antwerpen. Van elk land dat hij doorkruist steekt hij een vlaggetje op zijn aanhangwagentje, zodat zijn eenmanskaravaan steeds kleuriger wordt. Thuis heeft hij een vrouw en twee kinderen; eens in de paar jaar vliegt hij naar Nepal om een paar weken bij hen te zijn, maar steevast keert hij naar zijn pedalen terug. In elk land blijkt een Nepalese gemeenschap te zijn die hem hartelijk ontvangt en te midden waarvan hij enkele dagen tot een week verblijft.
 
Afstanden (in zeemijlen) vanaf Monrovia
Verleden week kwamen we een fietsende Japanner in de buurt tegen. Hij had een land of zeventig achter de rug en wilde zo rond de honderd uitkomen. Hij stond langs de kant van de weg met wat jongens te praten en we voegden ons bij hen. Aan de overkant was de ambassade van Ivoorkust: daar zou hij de volgende dag een visum proberen te regelen. Het liep tegen zessen en het avondschemer kwam er aan. Even overwogen we ‘zullen we hem een bed aanbieden?’, maar het was niet nodig. Hij werd opgehaald door twee jongens en ging met hen een poort door naar hun ouderlijk huis.