Deze week was het een beetje Nederland in Liberia, of beter gezegd Amsterdam in Monrovia. Niet vanwege het schaatsen want daar wordt niemand hier warm of koud van. Nee, het driedaagse Kriterion Monrovia Film Festival vond voor de eerste keer plaats. Onder het motto Image of Liberia werden een stuk of twintig films vertoond: documentaires en speelfilms, uit Liberia of een ander Afrikaans land. Geïnspireerd door Filmhuis Kriterion Amsterdam, is in Monrovia een groep jongeren, meest studenten, actief om de cinema (nieuw) leven in te blazen. Mede financieel ondersteund door het Prins Claus Fonds en Club Beer.
Het was
de eerste keer, dus de kinderziekten waren nog niet overwonnen. De ene keer was
het te licht in de zaal om de middagvoorstelling van Skin (over een zwart meisje met blanke ouders toen Zuid-Afrika nog aan de apartheid leed) goed
te kunnen volgen. Een andere keer stopte de film Kinshasa Symphony, een aangrijpende documentaire over het enige
geheel zwarte symfonieorkest ter wereld, met nog 15 minuten te gaan. Vroeger zou
je zeggen ‘even de film plakken’, maar in het digitale tijdperk, dat ook in
Liberia langzaam maar zeker oprukt, bleek het minder eenvoudig om het schijfje in
de laptop weer goed aan het draaien te krijgen.
Vette moraal
Het filmfestival vond op
drie plekken plaats: in een middelbare school, in de Alliance Française, het Franse culturele centrum, en in het iLab. Deze laatste is een NGO, die zich inspant om Liberianen
en Liberiaanse instellingen wegwijs te maken in de wondere wereld van internet en computers,
op een manier die de sociale ontwikkeling van het land ten goede komt.
De cinema staat in
Liberia nauwelijks in de kinderschoenen. De professioneel gemaakte films kwamen
uit het buitenland: Zuid-Afrika, Marokko, Kenya. Er waren korte, Liberiaanse
documentaires over de geschiedenis van het land, de verkiezingen van 2006 en
het nijpende gebrek aan schoon drinkwater. Daarnaast waren er enkele gespeelde
documentaires over de problemen waar veel Liberianen dagelijks mee te maken
hebben: corruptie, de gevolgen van de burgeroorlog en de moeilijke weg naar
verzoening. Deze door amateurs gemaakte en gespeelde docudrama’s schetsen in schrille, simpele en soms schreeuwerige scenes
de rauwe Liberiaanse realiteit, gelardeerd met een vette, overduidelijke
moraal. Het doet enigszins denken aan de strijdcultuur die in de jaren ’70
opgeld deed in Nederland, zij het dat de politieke component geheel ontbreekt.
De winnende filmmakers op het podium |
De slotmanifestatie was
in de grote zaal van de City Hall van Monrovia, waar acrobatieke trommelaars het intro vormde
voor de prijsuitreiking van de ‘Liberiaanse Oscars’ (een houten beeldje van
een peinzend figuur) voor de beste documentaire (‘Desert Island’ – over het
gebrek aan schoon water) en de beste speelfilm (‘Total Sin’ – helaas niet
gezien). Het is vurig te hopen dat met deze eerste Kiriterion Monrovia de eerste stappen zijn gezet op weg naar een
bruisende filmcultuur in Liberia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten