zaterdag 29 augustus 2015

Liberia op weg naar een christelijke staat?

Ik ben in mijn blog regelmatig vrij kritisch op de prestaties van de president van Liberia, Madam Ellen Johnson-Sirleaf. De in het buitenland zo bewonderde Nobelprijswinnares bakt er weinig van in Liberia, als je kijkt naar de stagnerende sociale ontwikkeling en de constant op hoog peil verkerende corruptie. En de immer uitdijende bureaucratie van commissies, agentschappen en allerhande andere vormen van cliëntelisme, die vrienden en vriendinnen aan banen (= goed inkomen + auto + secretaresse) helpen, maar waar je verder weinig van verneemt.
En de vrede dan? Veelal wordt dat als haar grootste verdienste gezien, naast de kwijtschelding van de schulden aan het buitenland. Een land, verscheurd door een 13 jaar lang durende burgeroorlog, kiest in 2006 Sirleaf tot president en sindsdien is het oorlogsnieuws uit Liberia uit de krantenkolommen verdwenen. Maar daarbij moet niet vergeten worden dat de grootste VN-vredesmacht in Liberia zetelt. Menigeen in Liberia houdt zijn/haar hart vast als deze in de zomer van 2016 opstapt.


Grondwet gedrocht

Maar het moet worden gezegd: verleden week heeft de president mij verrast met een aantal stevige –en goede- standpunten over een aantal voorstellen dat  een staatscommissie voor wijziging van de grondwet heeft gelanceerd.
Allereerst moet worden gezegd dat de grondwet van Liberia een tamelijk gedrocht is. Dan doel ik niet zozeer op een aantal vreemd en onlogisch geformuleerde artikelen, maar op twee hoofdzaken. Ten eerste is  de grondwet veel te gedetailleerd voor een grondwet, terwijl er een ingewikkelde wijzigingsprocedure is. Dit maakt dat het bijzonder moeilijk om op zich simpele dingen te wijzigen. Het leidt er bovendien toe dat om de haverklap de grondwet als het Hoogste Woord, dan wel ter discussie wordt gesteld, wat tot onnodig opgeklopte tegenstellingen leidt. Het tweede punt is dat de grondwet in hoofdlijnen een kopie van de Amerikaanse grondwet is, wat vrij zot is voor zo’n klein land met 4 miljoen inwoners. De president heeft alle macht, en het parlement bestaat uit twee ‘kamers’ (Huis en Senaat), waarvan de leden op basis van een districtenstelsel worden gekozen, zodat het lokale element te sterk overheerst. Bovendien is de Senaat weinig democratisch samengesteld. Elk county levert twee senatoren, het dichtbevolkte Montserrado (1,2 miljoen inwoners) dus evenveel als het dunbevolkte Grand Kru (57.000 inw.). Daar komt nog eens bij dat degene met de meeste stemmen wint, een meerderheid is niet nodig. Bij de laatste Senaatsverkiezingen, in december 2014, was de opkomst rond de 25%. Van de 15 gekozen senatoren (de helft van het aantal zetels was vacant, één per county) hadden slecht 4 kandidaten meer dan 50% van de stemmen. Topscorer was oud-voetballer George Weah die in het dichtbevolkt Montserrado maar liefst 78% haalde. De laagste score, maar wel winnaar, was Francis Paye van River Cess County, met 22,8%. Uitgaande van een opkomst van 25% betekent dat dus dat hij de stemmen verzamelde van zo’n 5% van de stemgerechtigde. Over volksvertegenwoordiging gesproken.

George Weah in zijn jongere jaren.
Poolse Landdag

De grote makke van het hele proces is dat niet de fundamentele vraag vooraf is gesteld: wat voor soort grondwet willen we? Wat is de functie van een grondwet? Is het een document dat helder de kaders vast stelt waarbinnen gewone wetten zich moeten bewegen, waarbij strikt geformuleerde mensenrechten en de principes en architectuur van de democratische rechtstaat leidend zijn? Of is het grabbelton, waar voor elk wat wils in valt te gooien en uit te halen?
Dat de huidige grondwet, die in 1986 onder het bewind van couppleger Sergeant Samuel Doe is op- en vastgesteld, aan herziening toe is, wordt alom gesteund in Liberia. Maar er werd niet gekozen vor een algehele herziening op grond van een fundamentele discussie over vorm en functie.
Een paar jaar geleden ging een zeskoppige staatscommissie aan de slag die door het hele land hoorzittingen organiseerde, die vaak op een Poolse Landdag leken. Uiteindelijk destilleerde de commissie 25 wijzigingsvoorstellen die in een rapport in augustus aan de president werden gepresenteerd. Het wachten was op een reactie van de president, die verleden week is gekomen in de vorm van een brief aan het parlement. De procedure is vervolgens dat Huis en Senaat de voorstellen voor wijziging formuleren, waarna er een referendum volgt, waarbij een 2/3e meerderheid nog is om de wijziging(en) er door te krijgen.


De staatscommissie
Christelijke staat

Tijdens die rondgang door het land werd al duidelijk wat de heikele punten zouden zijn. Het hoogst in de publiciteit en de discussie scoorde het pleidooi om in grondwet vast te leggen dat Liberia een christelijke staat is. De president heeft in haar brief aan het parlement gehakt gemaakt van dit voorstel. Fijntjes wijst ze er op dat de vrijheid van godsdienst ook in de grondwet is vastgelegd, evenals de scheiding van kerk en staat én, in dezelfde bepaling (art. 14) dat Liberia geen staatsgodsdienst zal vestigen. Nu kan dat allemaal de prullenbak in worden gestemd, maar ze hamerde er ook op dat de religies in het hedendaagse Liberia onderling geen spanningen kennen, en dat dit vooral zo moet blijven. (Ongeveer 85% van de bevolking wordt als christen beschouwd – hoewel natuurgodsdiensten nog een behoorlijke invloed hebben- en 15% hangt de islam aan. Atheïsten worden niet gekend noch geteld.) Trouwens, ook de Raad van Kerken verwierpen het idee van een christelijke staat. De lobby voor een christelijke staat is overigens vrij sterk, gevoed door vooral menskracht en geld vanuit de VS waar de extreem-rechtse christelijke lobby zijn belangstelling van de VS naar Afrikaanse landen aan het verleggen is om in ieder geval hier een dam op te werpen tegen de oprukkende, mondiale goddeloosheid, zoals blijkt uit de toename van landen die het homo-huwelijk erkennen.

De voorzitter van de staatscommissie Gloria Scott (rechts) overhandigt
het rapport aan de president.
Natuurlijke rijkdommen privaat?

Maar de president heeft meer noten op haar zang. Zo wordt er ook voorgesteld om het mogelijk te maken dat de natuurlijke rijkdommen (zoals delfstoffen) privé-bezit worden. Zij verwerpt dit voorstel, omdat de beschikking van de overheid over deze bronnen in stand moet blijven, en ten goede moeten komen aan de gehele bevolking. Nu is haar beleid er in praktijk er op gericht om via langjarige concessies aan buitenlandse bedrijven deze natuurlijke hulpbronnen uit te verkopen –wat in toenemende mate op kritiek stuit- maar haar stellingname op dit punt verdient lof.

Voortdurende rassendiscriminatie?

Sirleaf bekritiseert ook de stellingname van de commissie dat het, tamelijk roemruchte, artikel dat bepaalt dat alleen personen van het negroïde ras Liberiaans staatsburger kunnen zijn, ongewijzigd moet blijven. De president stelt dat deze voortdurende rassendiscriminatie in de grondwet gestopt moet worden en spreekt zich derhalve uit voor schrapping van dit artikel:

In order to preserve, foster and maintain the positive Liberian culture, values and character, only persons who are Negroes or of Negro descent shall qualify by birth or by naturalization to be citizens of Liberia. (Artikel 27b van de Liberiaanse grondwet.)

Zij roept de parlementariërs op niet achterom maar vooruit te kijken, internationale verdragen te respecteren en staatsburgers van andere landen, ongeacht hun huidskleur, de kans te geven Liberiaan te worden, zoals Liberianen nu al op hun beurt staatsburger van een ander land kunnen worden.

Negen jaar is te lang

Op andere punten doet de staatscommissie voorstellen die wel hout snijden en ook op een positief onthaal van de president kunnen rekenen. Zo wordt voorgesteld de termijn van het presidentschap terug te brengen van 6 naar 4 jaar, evenals de termijn van de representatives. Die van senatoren, nu maar liefst 9 jaar, moet worden teruggebracht naar 6.
De inspraak heeft ook een paar voorstellen opgeleverd die door de staatscommissie wel worden vermeld in haar rapport, maar niet overgenomen. Zoals de, toch vreemde, constructie dat de vice-president voorzitter van de Senaat is. Dit zou volgens de insprekers geschrapt moeten worden, maar noch de commissie, noch de president voelt daar wat voor. Hij of zij heeft daar geen stemrecht, behalve als de stemmen staken en, zo luidt het ultieme argument van de president: in Amerika doen ze het ook zo. Ook de wil van het inspraakvolk om een langdurige samenwoon relatie dezelfde rechten te geven als een huwelijk wordt niet gesteund.

Het Liberiaanse parlement (House of Representatives) in vergadering bijeen.
Wispelturig parlement


Het parlement zal over de voorstellen discussiëren en stemmen. Alleen de voorstellen die een 2/3e meerderheid in beide kamers haalt, zullen in een referendum aan de kiezers worden voorgelegd in één pakket. En dat moet dan door 2/3e van het aantal kiezers worden aanvaard. Het valt moeilijk te voorspellen wat het doorgaans wispelturige parlement (Huis én Senaat) zal doen. Het inkorten van de eigen zittingstermijn is het snijden in eigen vlees, waar de meeste parlementariërs weinig voor zullen voelen. Volgens kwade tongen heeft de president de stemmen afgekocht door in de ontwerp-begroting het budget voor het parlement te verhogen van 22 naar 38 miljoen dollar. Ik heb dat nog niet kunnen checken, want de ontwerp-begroting is nog niet gepubliceerd. Wordt dus vervolgd.


Geen opmerkingen: