Posts tonen met het label Persvrijheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Persvrijheid. Alle posts tonen

woensdag 20 januari 2021

This, Too, is Liberia, selected writings of Tom Kamara

Binnenkort verschijnt 'This, Too, is Liberia' met een verzameling artikelen, geschreven door Tom Kamara, de bekendste Liberiaanse journalist. Hij stond bekend om zijn scherpe, gevreesde en bewonderde pen. Hij gebruikte zijn pen als een wapen om op te komen voor mensenrechten, democratie en sociale ontwikkeling in een van de donkerste perioden van zijn land. Zijn creatieve schrijfstijl is een mix van feitelijkheid, ironie en diepgang, wat zijn artikelen bijzonder lezenswaardig maakt.

 

Tom Kamara

Tom Kamara is de oprichter van de New Democrat, een krant die tijdens de dictatuur van Charles Taylor letterlijk en figuurlijk onder vuur werd genomen, maar nog steeds springlevend is. Hij schreef tijdens zijn leven (1949-2012) een groot aantal artikelen in deze krant. Tijdens de Liberiaanse burgeroorlogen (1990-2003) werd hij gedwongen Liberia te verlaten en vond hij in Nederland zijn tweede huis. Tijdens die periode schreef hij voor het online magazine The Perspective dat door de Liberiaanse diaspora in de VS wordt uitgegeven. In 2003 keerde hij weer terug naar Liberia en zette zijn journalistieke arbeid voort, totdat hij plotseling in Brussel, op weg naar Nederland voor een medische behandeling, in 2012 overleed.

Van de honderden artikelen die hij heeft geschreven zijn er 53 geselecteerd voor 'This, Too, is Liberia'. Deze 53 artikelen zijn over vijf onderwerpen verdeeld. De tijdperken van de presidenten Samuel Doe, Charles Taylor en Ellen Johnson-Sirleaf. Verder behandelt een hoofdstuk de vaak gespannen relatie tussen Liberia en het door velen als 'moederland' beschouwde Amerika. Het vijfde hoofdstuk staat vooral stil bij ontwikkelingen in andere Afrikaanse landen.

De Nederlandse Liberia-kenner Fred van der Kraaij gaat in een uitvoerige inleiding in op de persoon en het werk van Tom Kamara. Het boek wordt afgesloten met een viertal artikelen over het leven van Tom Kamara, waarvan er twee zijn geschreven door Liberianen die hem goed hebben gekend. Jimmy Shilue, die ook een paar jaar in Nederland heeft gewoond – en daar herinneringen over Tom ophaalt – en Siahyonkron Nyanseor, die in de VS woont, uitgever is van The Perspective, en mét Tom Kamara een strijder voor vrede en voorspoed in Liberia.

 


'This, Too, is Liberia', geeft een rijk beeld van de recente geschiedenis van dit West-Afrikaanse land, dat nog steeds worstelt met problemen die nauw samenhangen met die geschiedenis. Door verkoop in Europa en de VS hopen wij het (Engelstalige) boek betaalbaar te maken voor studenten in Liberia, want er is een groot gebrek aan boeken over de recente geschiedenis van Liberia.

Het boek is een initiatief van de Rachael Kamara, weduwe van Tom Kamara, Jimmy Shilue en Leo Platvoet en wordt uitgegeven door de Tom Kamara Foundation. Het is in Nederland geproduceerd, maar zal (ook) zijn weg vinden naar Liberia en de VS.

Het boek kost 25 euro.

Je kunt het boek bestellen door een e-mail te sturen aan: mailto:tomkamarafoundation@gmail.com. Je krijgt dan een betaallink toegestuurd. Verzendkosten hoef je niet te betalen.

 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

This, Too, is Liberia, Selected writings of the renowned Liberian journalist Tom Kamara

272 blz – ISBN 9789461231321


zondag 6 maart 2016

Angst en Afkeer in Liberia (deel 2)

Enkele weken geleden schreef ik in mijn blog onder de titel Angst en Afkeer in Liberia over toegenomen spanningen in Liberia naar aanleiding van de dood van Harry Greaves. Greaves was ex-directeur van de Liberiaanse Petroleum Maatschappij, een staatsbedrijf, en een geharnaste criticaster van belangrijke politieke onderwerpen die hoog op de agenda van de regering staan. Zijn lichaam werd drie weken geleden onder verdachte omstandigheden ontzield aangetroffen op het strand van Monrovia. Meteen werden van alle kanten verdachtmakingen geuit tegen de regering van president Johnson-Sirleaf. Er werd snel een Amerikaanse patholoog-anatoom ingevlogen, de Amerikaan Thomas Bennett, die binnen twee dagen rapporteerde dat Greaves verdronken was en dat de sporen van geweld na zijn dood waren ontstaan. Maar al even snel doken berichten op dat deze Bennett in eigen land omstreden was. De politie haastte zich op te merken dat rechercheonderzoek zal plaatsvinden om de ware toedracht boven tafel te krijgen. Vervolgens gaf Simeon Freeman, leider van de oppositionele Movement for Progressive Change, een persconferentie waarin hij wist te vertellen dat de regering van Liberia een dodenlijst van tien belangrijke politici had opgesteld, waaronder hijzelf. Freeman werd gesommeerd op het politiebureau te verschijnen, maar dook onder, waarschijnlijk in het buitenland,  en is sindsdien uit het nieuws verdwenen.

(Infographic FrontPage Africa)
Campaigners for Change

Omdat er na deze verwikkelingen een week lang geen nieuws werd vernomen van de zijde van de regering over de kwestie, organiseerden studenten onder het motto ‘Campaigners for Change’ op 22 februari een bijeenkomst voor de ‘Temple of Justice’, het gerechtsgebouw van Liberia. Namens hen legde de ‘rights activist’ Vandalark Patricks een verklaring af, waarin hij de regering van doofpotpraktijken beschuldigde, een onafhankelijk, diepgaand onderzoek eiste en een massademonstratie op 11 maart aankondigde voor het gebouw van UNMIL (de vredesmacht van de UN) om de UN-peacekeepers te verzoeken Liberia nog niet verlaten, zoals nu voorzien is in juni van dit jaar. Patricks werd de dag erop in de kraag gegrepen en achter slot en grendel gezet, beschuldigd van ophitsing en criminele belastering van de regering. En toen waren de poppen echt aan het dansen. Het regende over en weer van beschuldigingen. De journalistenbond kwam uiteraard op voor de vrijheid van meningsuiting, oppositionele partijen bekritiseerden onomwonden de arrestatie.

Weinig zachtzinnige politie

Maandag 29 februari  organiseerde een coalitie van studentenorganisaties en de jongerenorganisaties van drie oppositiepartijen (Congress for Democratic Change - CDC, All Liberian Party – ALP, en de  Movement for Progressive Change - MPC) een demonstratie voor de vrijlating van Patricks, wederom voor de ’Temple of Justice’. De doorgaans weinig zachtzinnige politie was snel ter plaatse: het politiebureau ligt, evenals de Universiteit van Liberia, en de parlementsgebouwen, om de hoek van het gerechtsgebouw. De politie liet het traangas en de gummiknuppels niet onaangeroerd en de demonstranten begonnen met stenen te gooien. Het verkeer in de hoofdstad lag voor enige uren stil.
Een dag later werd Patricks tegen een borg van een kleine 3000 dollar vrijgelaten. Bij zijn vrijlating kondigde hij opnieuw de demonstratie op 11 maart aan, waarbij uiteraard de gebeurtenissen van de afgelopen week het gelijk van de demonstranten lijken te bevestigen. Liberia is nog steeds een uiterst fragiele staat. De politie, noch de regering is in staat om op een verstandige manier maatschappelijke onrust te kanaliseren. Kritiek op het regeringsbeleid wordt al snel als opruiing en crimineel gedrag bestempeld. Patricks beschuldigde de politie er ook van hem in de zes dagen dat hij in de cel moest doorbrengen fysiek en psychisch gemarteld te hebben.
Juridisch bekeken is de kwestie niet afgehandeld. De rechtszaak moet nog plaatsvinden, al heeft zijn advocaat een uitgebreid verweer naar de rechtbank gestuurd met als boodschap dat de zaak geseponeerd moet worden, aangezien de actie van de politie tegen Patricks geen enkele wettelijke basis heeft.

Vandalark Patricks
Actie coördinator

Politiek bekeken is de kwestie ook nog niet afgehandeld. Omdat de grootste oppositiepartij, de Congress for Democratic Change (CDC), mede-organisator was van de demonstratie werd partijbestuurslid Mulbah Morlu dwingend gevraagd om op het politiebureau tekst en uitleg te geven. Morlu is verantwoordelijk voor ‘operaties en mobilisatie’ van de CDC, zeg maar de actie coördinator van de partij, zoals wij die vroeger bij de PSP hadden, een functie de helaas bij GroenLinks is geschrapt (wie de memoires van Femke Halsema leest, begrijp waarom). En zo verscheen afgelopen donderdag een stoet van CDC-voertuigen, met activisten, partijbestuursleden en parlementariërs, inclusief partijleider en senator George Weah, ten politieburele om Morlu af te leveren. Een min of meer ludiek actie, die de politie enigszins in hun hemd zette en bij voorbaat het ‘verhoor’ van Morlu tot een farce maakte.

Mulbah Morlu spreekt met de pers tijdens de demonstratie op 29 februari 

Persconferentie

De Liberty Party heeft inmiddels aangekondigd dat de wetgeving inzake ‘ophitsing en belediging’ moet worden aangepast om de vrijheid van meningsuiting te garanderen. Kandidaat voor de komende presidentverkiezingen (2017) Benoni Urey, de rijkste man van Liberia, vriend van Charles Taylor, eigenaar van de mobiele telefoon provider LoneStar en leider van de All Liberian Party die de demonstratie mede organiseerde, hield afgelopen vrijdag een persconferentie. Hij stelde, niet gespeend van enig eigen belang, na gerefereerd te hebben aan de dood van Greaves. ‘Adding to the simmering tension is the recent arrest of Vandalark Patricks on criminal libel and sedition charges based upon laws from our dark past. The arrest clearly shows the hypocrisy of the Ellen Johnson Sirleaf Administration, which was hailed internationally for signing the Table Mountain Declaration,” (Deze -Afrikaanse- verklaring beoogt de decriminalisering van de vrijheid van meningsuiting.)

Vele krantencommentaren wijzen erop, zoals dat van ‘The News’, dat de gebeurtenissen van de laatste weken het gevaar in zich houden dat Liberia afglijdt in een afgrond van gewelddadige conflicten en dat, als de UNMIL niet een stevig mandaat krijgt tot de verkiezingen (in 2017), het land in chaos ontaardt.


zaterdag 14 december 2013

Liberia: Never a Dull Moment!


Dit is mijn laatste blog van 2013. Half januari meld ik me weer.

Dit is geen jaaroverzicht ‘Liberia 2013’, maar ik wil wel enkele zaken ‘updaten’ die ik in dit blog het afgelopen jaar heb aangeroerd.

Persvrijheid hersteld?

Op 24 augustus en 1 september wijdde ik mijn blog aan de arrestatie van Rodney Sieh, de hoofdredacteur van een van de beste, en meest kritische kranten van Liberia, de FrontPageAfrica. Op een kwade dag in augustus werden de burelen van de krant gesloten en Sieh gearresteerd. Er was de krant een boete van US$1,5 miljoen opgelegd, vanwege smaad. Een voormalige minister was in 2010 beledigd naar de rechtbank gestapt, omdat de krant had geschreven dat hij als minister was ontslagen, vanwege corruptie. In 2011 kwam de uitspraak, maar pas in augustus 2013 werd geprobeerd de uitspraak te ‘verzilveren’. Waarom? Omdat de krant in de maanden er vòòr ongezouten kritiek had geleverd op het zwakke beleid van president Sirleaf. Zij is razend populair in het buitenland, maar in Liberia ligt de Nobelprijswinnaar regelmatig onder vuur. De corruptie wordt nauwelijks aangepakt en er zit geen schot in de verbetering van de erbarmelijke levensomstandigheden van de meeste Liberianen. De gevangenneming van Sieh leverde (inter)nationaal stormen van protest op. In Liberia werd er op straat en digitaal gedemonstreerd. De president, veelvuldig op stap buiten de landsgrenzen, moest steeds maar uitleggen, waarom de persvrijheid in haar land zo wordt beknot. Aanvankelijk beriep ze zich op de zogenaamde onafhankelijke rechtspraak (een gotspe want deze is door en door corrupt) om uiteindelijk, twee weken geleden, achter de schermen in te grijpen. Sieh werd vrijgelaten en de zaak werd geseponeerd. De krant verschijnt weer met Rodney Sieh aan het hoofd en pakt de draad weer op. Zoals een artikel van vandaag, onder de kop ‘Aiding & Abetting’ 


waarin ambtenaren ervan worden beschuldigd hand en spant diensten te verlenen aan de grootschalige drugsmokkel die in Liberia zou plaatsvinden. In hetzelfde artikel wordt nog eens het smeuïge voorval van enkele weken geleden opgedist, toen een commandant van de presidentiële beveiliging met zijn escorte auto werd betrapt op de grens met Sierra Leone. Hij had 297 kg marihuana in de kofferbak. De directeur van de bewakingsdienst verklaarde dat de commandant een vrije dag had, en dus niet ‘on duty’ was, maar wel een officiële escorte auto had gebruikt. De president vond dat blijkbaar te zwak en liet een paar dagen daarna verklaren dat de auto op dat moment geen deel meer uitmaakte van haar begeleidingsstoet. Niemand die dat gelooft.

Van onderzoek naar resultaat

Ik heb enkele keren bericht over ‘study investigation missions’ die ik voor NDI organiseerde. Met een groepje parlementariërs het land in om onderzoek te doen, mensen te spreken en te rapporteren over heikele kwesties. In dit geval sociale huisvesting, waarmee het bitter slecht is gesteld, en de natuurlijke hulpbronnen waar  Liberia zo rijk aan is, maar zo weinig van profiteert. Beide rapporten met aanbevelingen zijn nog niet door het parlement aanvaardt, maar vinden op een andere manier wel hun weg. De tot voor kort levenloze National Housing Authority is volop bezig met het ontwikkelen van een nationaal volkshuisvestingsbeleid. De noodzaak van overheidsinterventie in de volkshuisvesting vindt meer en meer weerklank. 

De parlementaire onderzoekscommissie overlegt met een vakbondsdelegatie op een rubberplantage.
Het parlement is druk doende om meer greep te krijgen op hoe de regering omgaat met het verlenen van concessies aan buitenlandse bedrijven om hout, rubber, ijzererts, goud en binnenkort ook olie te winnen –en uit het land weg te slepen. De ‘New Petroleum Law’ die bij het parlement op tafel ligt, beoogt deze concessieverleningen transparanter en profijtelijker voor de staatsbegroting af te wikkelen. Maar de positie van het parlement en  belangengroepen uit de samenleving is nog steeds zwak. En dat past prima in het programma dat NDI nu uitvoert: het versterken van de invloed van belangengroepen op het parlement om het ertoe te  bewegen het beleid van de regering scherper te beoordelen –en aan te sturen- op de sociale impact (werk, wonen, gezondheid en onderwijs) voor de Liberianen. In ons programma werken we nauw samen met een coalitie van belangengroepen die zich richt op ‘goed bestuur’ t.a.v. de bodemschatten en een andere coalitie die de urgentie van snelle verbeteringen in de woonomstandigheden t.a.v. water, riolering en hygiëne bepleit. Het zijn onderwerpen die door de parlementaire missies al zijn verkend en waarop nu, mede door druk van ‘onderop’ vooruitgang moet worden geboekt.

Bibliotheek & vakbond

In augustus berichtte ik over de zomerschool die Jacq, mijn vrouw, organiseerde in een van de armste openbare lagere scholen van de stad. De school heeft inmiddels een heuse bibliotheek, zodat de leerlingen eindelijk eens een boekje kunnen lezen. Onderwijzers hebben een taskforce gevormd om concrete zaken als schooltuinen en fatsoenlijke toiletten te realiseren. 

Kinderen in de rij voor de zomerschool
De drie jonge Liberianen die een eigen landbouwbedrijf willen beginnen, verdienen nog steeds onze (en uw!) steun. Zie de ‘banner’ rechts boven in dit blog.
De brief over de moderne slavernij, die vorige week in mijn blog stond afgedrukt is nog niet door het beveiligingsbedrijf beantwoordt. Dat zullen ze ook niet doen. Volgende week praten we met de algemeen secretaris van de nationale vakbond om te onderzoeken hoe zij de positie van beveiligingspersoneel kunnen verbeteren om zo een eind te maken aan de verschrikkelijk slechte arbeidsomstandigheden van deze uitgebuite beroepsgroep.
Liberia: never a dull moment!

zondag 1 september 2013

Jailed for Journalism

Vorige week schreef ik in mijn blog over de arrestatie van Rodney Sieh, de hoofdredacteur van FrontPageAfrica, een van de weinige kwaliteitskranten in Liberia. Gisteren publiceerde de New York Times onderstaan artikel van Sieh.

MONROVIA, Liberia — IT’S not uncommon in African countries like Zimbabwe and Ethiopia for newspapers to be shut, and their editors jailed. But the newspaper I edit doesn’t operate in a dictatorship. We are in Liberia, the West’s poster child for postwar democracy building. Our president, Ellen Johnson Sirleaf, is a Nobel laureate who is celebrated by the likes of Bill Gates, Warren E. Buffett and Bono and has positioned herself as a champion of a free press.
Having spent the past week in jail and now under armed guard in a hospital since I contracted malaria, I’m not feeling particularly championed.
Until it was shut down last week, my paper, FrontPage Africa, had been setting a new standard for journalism in West Africa.
Our success has come largely thanks to our business model, which ensures that we can report independently. Our Web site serves the relatively wealthy Liberian diaspora, and advertising targeting those readers finances our operations. Our journalists — led by a team of female reporters, with support from New Narratives, a nonprofit group that trains African journalists — are paid well and they write honestly about issues affecting the vast majority of Liberians, whose voices are rarely heard.


We’ve reported on teenage prostitution fueled by demand from United Nations peacekeepers and the growing drug trade carried out by South American cartels smuggling cocaine through Africa into Europe. Our reporting on the health hazards of female genital cutting grabbed international attention when traditional leaders threatened to kill our reporter Mae Azango and her 9-year-old daughter. That story touched off urgent debates and forced the government and development organizations to act.
We’ve also exposed corruption. In a country with the dubious honor of being ranked atop Transparency International’s annual corruption rankings, chronicling graft is a daily task. It’s also a constant gamble for journalists. Our office was firebombed in October 2009, and I was jailed briefly for 36 hours in 2011.
And reporting on corruption inevitably leads to libel suits. No media outlet here has won a libel case since Mrs. Johnson Sirleaf came into office in 2006. This week we finally lost ours — most likely because we recently exposed a secret deal between members of the Liberian government and the corrupt regime in Equatorial Guinea to make a $130 million investment in an airport.
The libel case that landed me in jail began in 2010, when we published the results of two investigations by the General Auditing Commission, Liberia’s independent corruption watchdog, into the Agriculture Ministry’s accounts. The investigations, which Mrs. Johnson Sirleaf ordered, found nearly $6 million unaccounted for and raised questions about the agriculture minister at the time, Christopher Toe, a former president of the American online university Strayer.
When Mr. Toe was quietly dismissed from government, he reacted by suing the paper for libel, as well as me and the reporter Samwah Fallah in our personal capacities. Mr. Toe’s defense was that he’d never been prosecuted and therefore could not be at fault. Mrs. Johnson Sirleaf has dismissed but not prosecuted many of the government members identified by the corruption watchdog, because, she has said, she does not believe Liberia’s broken criminal justice system is ready to render a fair verdict. But a civil court eventually found in favor of Mr. Toe, which was no surprise because two jurors admitted to us that they had been paid to find us guilty.
We were charged $1.5 million in damages — an amount more than 30 times our paper’s annual operating budget and clearly designed to shut us down. Appealing the ruling would have cost me a $2.2 million bond, and even if I could find that money, there’s no reason to believe an appeal would succeed. Some Supreme Court justices, who have also been targets of our corruption reporting, have told sources that we would never win. When the court’s officers came to ask me this week when I would pay the damages, I had no choice but to laugh.
And so here I sit under armed guard in a hospital, supposedly until I find the means to pay the damages. The president, who does not believe the Liberian courts can be trusted, has apparently found trust in this verdict.
So long as Mrs. Johnson Sirleaf’s advisers can tell the courts how to rule, the government will continue to intimidate the press at home while maintaining an undeserved positive image abroad.
To live up to that image, Mrs. Johnson Sirleaf must fulfill her promise to draft legislation calling for the repeal of criminal defamation and “insult” laws in Liberia, enforce Liberia’s existing Freedom of Information laws and prosecute Mr. Toe and other corrupt officials. Most important, she must enact judicial reforms immediately so that the courts begin to serve the interests of ordinary Liberians rather than just shielding the elite.


Rodney Sieh is the publisher and editor in chief of FrontPage Africa.

zaterdag 24 augustus 2013

Persvrijheid in Liberia beknot

Er valt veel op Liberia aan te merken, maar niet wat betreft de persvrijheid. Althans dat is een veel gehoord geluid in het land. Er verschijnen zo’n twaalf landelijke dagbladen, die weliswaar een beperkte oplaag hebben (rond de 5000), maar toch het ‘maatschappelijke debat’ beïnvloeden. Daarnaast zijn er ruim 60 radiostations, die goed beluisterd worden. Publieke, Liberiaanse TV schijnt wel te bestaan, maar daar wordt weinig naar gekeken. De antenneontvangst is, evenals de kwaliteit van het gebodene, allerbelabberdst. Het Zuid-Afrikaanse DSTV is de monopolistische satellietzender met internationaal nieuws, veel sport- en (verrassend goede) filmkanalen en een fors aanbod van buitenissige religieuze zenders. Onze Lieve Heer is gezegend met een  waanzinnig gevarieerde supportersschare.
Maar terug naar de Liberiaanse media: kranten en radio. Daarin wordt fors tekeer gegaan tegen van alles en nog wat. De onthullingen over corruptie volgen elkaar in rap tempo op en de oer-feministische leuze dat het private politiek is, doet ook hier opgeld. Over de kwaliteit van die media valt veel negatiefs te zeggen, want de berichtgeving is vaak oncontroleerbaar eenzijdig, onnavolgbaar in redeneertrant en bestaat uit een mistige mix van commentaar, insinuaties en (spaarzame) feiten. Het gebeurt regelmatig dat er een pagina wordt gewijd aan een schandaal, zonder dat na lezing nu duidelijk wordt wat het schandaal precies inhoudt. De radiostations zenden veel praatprogramma’s uit, waarin ministers en parlementariërs uitgebreid aan het woord komen, afgewisseld met opbellende luisteraars, die overigens verrassend vaak de geïnterviewde goed blijken te kennen…
Er is dan ook een wijd verspreid en gekoesterd gevoel in Liberia dat het wel goed zit met de persvrijheid, met name ook bij de regering die de vele kritiek op haar beleid vaak pareert met het wijzen op die grote persvrijheid. Nu valt dat in globaal –en ook Afrikaans- licht bezien wel weer mee, of beter gezegd tegen. Op de 2013-ranglijst van Freedom House, de gezaghebbende watch dog  op het gebied van vrijheid van meningsuiting, staat Liberia op de 120ste plaats (met de waardering partly free); 23 Afrikaanse landen (de helft) doen het beter.  



Twee miljoen dollar boete

Op de ranglijst van 2014 zal Liberia waarschijnlijk enkele plaatsen zakken. Vrijdag stopte de politie de persen van FrontPageAfrica, een van de betere kranten, zo niet de beste. De rechtbank had daartoe besloten omdat de hoofdredacteur, Rodney Sieh, had geweigerd US$ 1,5 miljoen schadevergoeding te betalen aan Chris Toe, een voormalige minister van landbouw, die drie jaar geleden een zaak tegen de krant aanspande vanwege smaad. In 2010 publiceerde de krant uit een officieel regeringsrapport dat Toe van corruptie beschuldigde. Toe trad af, maar werd, naar goed Liberiaans gebruik, nooit vervolgd. En omdat hij dus nooit werd veroordeeld, kon hij de krant van smaad beschuldigen, waarvoor hij als genoegdoening US$ 2 miljoen eiste. In februari 2011 kwam de uitspraak: de rechter veroordeelde de krant, hoofdredacteur Sieh en de schrijver van het artikel tot een boete van US$ 1,5 miljoen, alsmede US$ 90.000 proceskosten. Een fors bedrag in een land waar het gemiddelde jaarinkomen per hoofd van de bevolking rond de US$ 370 schommelt.
In 2011 verwierp de rechtbank een verzoek van FrontPage dat de zaak wilde heropenen, aangezien de juryleden zouden zijn omgekocht, iets wat in Liberia vrij normaal is. Volgens de meest recente Global Corruption Barometer van Transparency International is de rechterlijke macht een van de meest corrupte overheidsinstanties in Liberia.
Sieh maakte bekend het bedrag niet te kunnen betalen en de krant ging door met het publiceren van artikelen over corruptie, schending van mensenrechten en bestuurlijk wangedrag. Twee jaar gebeurde er niets, totdat in juli 2013 de rechtbank de zaak opnieuw oppakte en Sieh verordonneerde te betalen, wat hij opnieuw weigerde. Afgelopen woensdag werd hij opgepakt en ingesloten. Hij ging onmiddellijk in hongerstaking. En gisteren, vrijdag, sloot de politie de burelen van de krant.
De website van de krant is geregistreerd in de VS en is nog steeds in de lucht. Topstory van vandaag: ‘Eight Years Down The Road, A Corrupt Government Under Ellen’s Watch’.



Free Rodney Face Book Pagina

Inmiddels komen de protesten op gang. Er is een speciale Free Rodney Face Book Pagina, een digitale petitie verzamelt handtekeningen en de zaak is aanhangig gemaakt bij het Court of Justice van ECOWAS, een samenwerkingsverband van West-Afrikaanse landen. En het Committee to Protect Journalists, dat wereldwijd journalisten verdedigt, sprak in een verklaring vandaag zijn afkeuring uit.
Hoe het verder zal gaan is moeilijk te voorspellen. Op president Ellen Johnson Sirleaf wordt druk uitgeoefend om de vele mooie woorden die ze aan persvrijheid heeft besteed, kracht bij te zetten. Zo sprak ze in mei 2012 de Liberiaanse journalisten toe op de World Press Freedom DayZe hekelde ‘the humiliation, intimidation and repression being meted out to journalists in the performance of their sacred watchdog duties in other parts of the world.’ Tot die ‘andere delen van de wereld’ behoort ook Liberia. In een normale democratie kan een president natuurlijk niet zo maar een rechterlijke uitspraak ongedaan maken. Maar Liberia is geen normale democratie. De president zou een bijdrage aan waarheidsvinding kunnen doen door het bestaan van dat ‘officiële regeringsrapport’ te bevestigen waaruit de krant in 2010 citeerde dat Toe corrupt was. Maar geheel in lijn met wat ik hiervoor schreef: het is volstrekt onduidelijk wat er met dat rapport is gebeurd. Of heeft het eigenlijk wel ooit bestaan? Het behoort tot de Liberiaanse realiteit dat schijn en werkelijkheid onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.

zondag 16 juni 2013

Op de bres voor kritische en onafhankelijke journalistiek

Vorige week, op 8 juni, is de Tom Kamara Foundation opgericht in Monrovia. Tom Kamara wordt in Liberia beschouwd als de beste journalist van de laatste dertig jaar. Hij startte zijn carrière in het begin van de jaren ’80 als redacteur van een regeringskrant, maar kwam al snel met de autoriteiten in aanvaring vanwege zijn kritische houding. Zo was hij verantwoordelijk voor het plaatsen van een spotprent waarin de schamele familiehut van de toenmalige president Samuel Doe werd afgebeeld naast het poenerige paleis dat deze liet bouwen toen hij na een staatsgreep in 1980 president werd. Kamara werd gedwongen het land te verlaten en zocht zijn heil in Nederland. In de jaren 1990, nadat Samuel Doe was vermoord en er een overgangsregering kwam, keerde hij terug en was korte tijd onderminister van communicatie. Hij nam ontslag, omdat hij het onvermogen van een in politieke tegenstellingen ondergedompelde regering niet kon aanzien en richtte in 1993 de New Democrat op, de krant die vanaf dat moment zijn spreekbuis zou worden. Militanten van Charles Taylor bedreigden hem in 1996, vernietigden het kantoor van de krant en dwongen hem opnieuw zijn land te verlaten. En weer week hij uit naar Nederland. In 2004, na het door de internationale gemeenschap afgedwongen vertrek van Taylor, keerde hij terug en bracht de krant weer tot nieuwe bloei, die tot op de dag van vandaag voortduurt. In juni 2012 vertrok hij naar Nederland, deze keer voor medische hulp. Zo ver kwam het echter niet, op 8 juni overleed hij in Brussel.



Fund Raising Dinner

En nu, een jaar later, is de Tom Kamara Foundation (TKF) opgericht. In de ‘Embassy Suites’, een van de chiquere hotels in Monrovia vond met een ‘fund raising dinner’ de ‘Launching Ceremony’ plaats. Veel collega’s en vrienden waren aanwezig. De Vice-President gaf met een toespraak het officiële startschot, een geestverwant uit Ghana was de speciale gast en Tom Kamara’s weduwe Rachael riep in rake bewoordingen de Liberiaanse pers op de erfenis van Tom vorm en inhoud te blijven geven. Kritische, onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Dat is hard nodig in Liberia en dat is ook wat de TKF wil bevorderen. Met cursussen, opleidingen, goede faciliteiten en een jaarlijkse journalistiekprijs.
Er heerste een vrolijke sfeer. Er waren veel sprekers. Er was muziek, een conference, eten en drinken en uiteindelijk werd ook iedereen aangespoord om de portemonnee te trekken. En dat gebeurde volop. Met een korte toespraak vertelden vrienden, (oud) collega’s en vertegenwoordigers van enkele ministeries en ambassades hoe belangrijk ze het vonden dat het vrije, kritische woord op deze manier in Liberia wordt gesteund. Ik deed ook een duit in het zakje. Ik heb Tom Kamara nooit ontmoet –en dat vertelde ik de aanwezigen ook. Maar na zijn dood, ik was toen net twee maanden hier aan het werk, intrigeerde zijn Nederlandse verleden. De New Democrat begon als eerbetoon een serie artikelen van hem te publiceren, die grote indruk op mij maakte. Goed geschreven, scherpe analyses van de politieke ontwikkelingen. Het aan de schandpaal nagelen van corruptie, machtsmisbruik en slecht bestuur. Beschouwingen die hun volle kracht hebben behouden. Bij toeval kwam ik een half jaar geleden een vriend van Tom tegen, die ook een aantal jaren in Nederland woonde. Het idee om een selectie van zijn artikelen in boekvorm uit te brengen werd toen geboren. Zijn weduwe was ook enthousiast en sindsdien vorderen we langzaam, maar gestaag met dit project. De reacties tijdens het diner waren enthousiast.  Het vastleggen van een aantal van zijn artikelen in boekvorm is niet alleen een mooi eerbetoon, maar ook bittere noodzaak in het zo boek-arme Liberia waar studenten en in politiek geïnteresseerden nauwelijks iets van hun gading kunnen vinden.



      

zondag 19 augustus 2012

Gloedvolle betogen als verbale kunstwerken

Gisteren naar de lancering van ‘Legislative Spotlight’ geweest. Dat is een wekelijks radioprogramma met nieuws uit het parlement. Het programma wordt gefinancierd door NDI en gemaakt door Liberia Media for Democratic Initiatives (LMDI). Het bijzondere van het programma is dat het niet alleen wordt uitgezonden door een landelijke zender (Truth FM), maar ook –een paar dagen later-  door regionale radiostations in het binnenland en dan wordt vertaald in ‘simple English’ én in de regionale taal. Op deze manier wordt het werk van het parlement tot in alle uithoeken van het land belicht.
Eens in de maand wordt het ‘op locatie’ uitgezonden: in de hoofdplaats van een van de 15 counties, met publiek. ‘Legislative Spotlight On The Dialogue’ heeft het dan en deze eerste aflevering had een feestelijk tintje. Dus togen we naar Kakata, de hoofdstad van Margibi County, ruim een uur rijden ten noordoosten van Monrovia. De City Hall was stampvol en tot buiten toe stonden mensen door open ramen te kijken en te luisteren. NDI werd van alle kanten lof toegezwaaid voor het initiatief . Er waren vijf parlementariërs uitgenodigd die ieder de kans kregen om iets tegen de Kakatanezen  te zeggen over de actuele politiek. Daarna kreeg het 250 koppige publiek de kans om ‘de dialoog’ aan te gaan. Tijd is een rekbaar begrip in Liberia. Hoewel iedere politicus vijf minuten kreeg, pakten de meesten er vijftien, zodat het rechtstreeks uitgezonden programma niet één maar twee uur duurde. Maar daar deed niemand moeilijk over. Wie de retorische (on)vermogens van Nederlandse politici kent, staat versteld van de verbale kunstwerken die in Liberia worden afgeleverd. Praktisch iedere parlementariër weet zijn of haar gehoor te raken met gloedvolle betogen over aansprekende onderwerpen, daarbij het publiek steevast uit te nodigen met instemmende dan wel afkeurende geroep het verhaal in te kleuren. En als iemand een opmerking maakt, raakt de spreker niet van zijn of haar tekst-apropos af –er is sowieso geen geschreven tekst – maar gaat er meteen op in. 
Belangrijkste onderwerp was de staatsbegroting, die op dit moment volop in discussie is. Kritische vragen uit het publiek spoorden de politici aan meer werk te maken van goed onderwijs, bereikbare gezondheidszorg en fatsoenlijke wegen. Oppositie- en coalitiepartijen waren vertegenwoordigd dus daar werd toch wel verschillend op gereageerd. De ene parlementariër verdedigde zijn regering, terwijl de oppositionele parlementariër voluit tegengas gaf. Reflexen van alle tijden.
Hoeveel mensen er naar de uitzending geluisterd hebben is onbekend, evenals de waardering -de ‘kijk en luisterdienst’ bestaat hier niet- maar de mensen in Kakata, waar doorgaans weinig valt te beleven, waren erg enthousiast.
Na het door iedereen uit volle borst gezonden volkslied was er voor allen –ook het publiek-  de befaamde Liberiaanse lunch (rijst kip en sla). En gingen we op de foto achter een spandoek.



Zwarte Radio Magie

Het medialandschap in Liberia is vrij overzichtelijk. De enige publieke TV-zender ligt al een tijdje plat. Daarnaast zijn er twee commerciële zenders, die met een antenne te ontvangen zijn. Mensen met geld kunnen een abonnement op het Zuidafrikaanse DStv nemen dat –zelfs voor Nederlandse begrippen- schandalig hoge tarieven rekent voor de keur aan zenders die het biedt. Naast BBC, CNN, Aljazeera, China TV, zijn dat veel sportzenders, religieuze kanalen (Islam TV, Inspiration, Kingdom), kinder- en muziekzenders enz.). De doorsnee Liberiaan heeft echter geen TV thuis en kijkt voor een halve dollar in een zaal naar belangrijke voetbalwedstrijden.
Veel belangrijker zijn de radiostations. Fabric, Truth, Love, Kings, Power, Veritas, UNMIL Radio zijn goed beluisterde zenders. Veel ‘talkradio’, een interview van een uur met een minister of politicus is heel gewoon – en altijd worden luisteraars gevraagd op te bellen. En dat gebeurt volop. Ook hier veel religie. Er is zelfs een ‘heal’ programma waarbij de beller wordt gevraagd de handen op de radio te leggen, waarna de dienstdoende geestelijke zijn bezwerende formules de ether in slingert. De zwarte magie is nog springlevend. Naast de landelijke zenders zijn er zo’n vijftig ‘rural radiostations’ die regionaal veel beluisterde programma’s maken. En de radio wordt echt voor allerlei nieuws en mededelingen gebruikt. Zo hoorde ik een keer de opsomming van een onafgebroken reeks van namen. Dat bleken geslaagden van een middelbare school te zijn.



Een handvol kranten maakt het medialandschap compleet. The Inquirer, The Chronicle, Frontpage, The Daily Observer en nog enkele andere zorgen voor het –vaak slecht gedrukte- nieuws. De oplaag is beperkt, schattingen van mijn Liberiaanse kennissen liggen rond de 5000 exemplaren. Je kunt ze op straat los kopen. De journalisten worden slecht betaald, elk artikel is te koop. De kwaliteit is dan ook matig en de berichtgeving sterk politiek gekleurd. Wel is er volledige vrijheid van meningsuiting. Kranten schromen niet met grof geschut de vloer aan te vegen met politici–om het even of het nu de president of de oppositieleider is. Smakelijke details worden daarbij niet geschuwd. Internationaal nieuws beperkt zich, begrijpelijker wijs, tot vooral Afrikaans nieuws. Behalve dan het voetbalnieuws dat sterk op Europa is gericht. De met tientallen miljoenen ponden gesmeerde overgang van RVP, zoals Robin van Persie hier wordt genoemd, van Arsenal naar Manchester United was groot nieuws in alle kranten. Dat daarbij dan steevast wordt vermeld dat hij bij Feyenoord groot is geworden –en ook zijn belangrijkste prijs tot nu toe heeft gewonnen (de UEFA-cup in 2002)- doet het rood-witte hart dan weer even gloeien.