Posts tonen met het label Charles Taylor. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Charles Taylor. Alle posts tonen

woensdag 20 januari 2021

This, Too, is Liberia, selected writings of Tom Kamara

Binnenkort verschijnt 'This, Too, is Liberia' met een verzameling artikelen, geschreven door Tom Kamara, de bekendste Liberiaanse journalist. Hij stond bekend om zijn scherpe, gevreesde en bewonderde pen. Hij gebruikte zijn pen als een wapen om op te komen voor mensenrechten, democratie en sociale ontwikkeling in een van de donkerste perioden van zijn land. Zijn creatieve schrijfstijl is een mix van feitelijkheid, ironie en diepgang, wat zijn artikelen bijzonder lezenswaardig maakt.

 

Tom Kamara

Tom Kamara is de oprichter van de New Democrat, een krant die tijdens de dictatuur van Charles Taylor letterlijk en figuurlijk onder vuur werd genomen, maar nog steeds springlevend is. Hij schreef tijdens zijn leven (1949-2012) een groot aantal artikelen in deze krant. Tijdens de Liberiaanse burgeroorlogen (1990-2003) werd hij gedwongen Liberia te verlaten en vond hij in Nederland zijn tweede huis. Tijdens die periode schreef hij voor het online magazine The Perspective dat door de Liberiaanse diaspora in de VS wordt uitgegeven. In 2003 keerde hij weer terug naar Liberia en zette zijn journalistieke arbeid voort, totdat hij plotseling in Brussel, op weg naar Nederland voor een medische behandeling, in 2012 overleed.

Van de honderden artikelen die hij heeft geschreven zijn er 53 geselecteerd voor 'This, Too, is Liberia'. Deze 53 artikelen zijn over vijf onderwerpen verdeeld. De tijdperken van de presidenten Samuel Doe, Charles Taylor en Ellen Johnson-Sirleaf. Verder behandelt een hoofdstuk de vaak gespannen relatie tussen Liberia en het door velen als 'moederland' beschouwde Amerika. Het vijfde hoofdstuk staat vooral stil bij ontwikkelingen in andere Afrikaanse landen.

De Nederlandse Liberia-kenner Fred van der Kraaij gaat in een uitvoerige inleiding in op de persoon en het werk van Tom Kamara. Het boek wordt afgesloten met een viertal artikelen over het leven van Tom Kamara, waarvan er twee zijn geschreven door Liberianen die hem goed hebben gekend. Jimmy Shilue, die ook een paar jaar in Nederland heeft gewoond – en daar herinneringen over Tom ophaalt – en Siahyonkron Nyanseor, die in de VS woont, uitgever is van The Perspective, en mét Tom Kamara een strijder voor vrede en voorspoed in Liberia.

 


'This, Too, is Liberia', geeft een rijk beeld van de recente geschiedenis van dit West-Afrikaanse land, dat nog steeds worstelt met problemen die nauw samenhangen met die geschiedenis. Door verkoop in Europa en de VS hopen wij het (Engelstalige) boek betaalbaar te maken voor studenten in Liberia, want er is een groot gebrek aan boeken over de recente geschiedenis van Liberia.

Het boek is een initiatief van de Rachael Kamara, weduwe van Tom Kamara, Jimmy Shilue en Leo Platvoet en wordt uitgegeven door de Tom Kamara Foundation. Het is in Nederland geproduceerd, maar zal (ook) zijn weg vinden naar Liberia en de VS.

Het boek kost 25 euro.

Je kunt het boek bestellen door een e-mail te sturen aan: mailto:tomkamarafoundation@gmail.com. Je krijgt dan een betaallink toegestuurd. Verzendkosten hoef je niet te betalen.

 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

This, Too, is Liberia, Selected writings of the renowned Liberian journalist Tom Kamara

272 blz – ISBN 9789461231321


zondag 2 februari 2020

Gaat het asfalt president Weah redden?

President Weah heeft afgelopen maandag zijn Annual Message aan het parlement meegedeeld. Zeg maar de troonrede, waarin hij de plannen van dit jaar uiteenzet en af en toe terugkijkt. Taaie kost, 24 pagina’s van papier voorgelezen, zonder enig swing, vibe of kwinkslag.
Opmerkelijk, niet zozeer vanwege de inhoud, maar vanwege het protocol, was het begin. Zoals gebruikelijk begroet hij alle aanwezigen door hun functies te noemen. Een rij van maar liefst negentien titels (parlementariërs, rechters, stamhoofden enz.) passeert de revue, waar hij zeker vijf minuten mee bezig is. Maar hij begint met Madam Clar Marie Weah, First Lady of the Republic of Liberia. De enige naam die valt. Zijn vrouw dus! Een dame zonder enige politieke of bestuurlijke betekenis, die hij elke dag aan de keukentafel ziet.
Minstens zo opmerkelijk was het slot. Deze keer wel vanwege de inhoud. Hij neemt namelijk zijn hoed van president af en zet zijn CDC-pet op: die van leider van de Coalition for Democratic Change. En speekt direct het volk – of eigenlijk zijn kiezers- toe:
I would now like to break with tradition, and speak directly to the Liberian people. (…)
My fellow Liberians, it has been just over twenty-four months since you voted me and the
Coalition for Democratic Change into office. Before that resounding victory, we were all out
there together in the political wilderness, struggling for social justice, and for improvement in our economic conditions, improvement in our lives and livelihoods, and hoping for a brighter future for ourselves and our children.
Hij houdt een minuut of acht een post-verkiezingstoespraak. Hij biedt zijn verontschuldigingen aan dat het allemaal anders loopt dan gedacht, hij toont begrip voor het ongeduld en belooft dat het allemaal beter zal gaan. Daarna maakt hij diepe kniebuigingen voor de internationale gemeenschap: during the first trimester of my tenure, they have worked closely with my Administration, and have been convinced of our sincerity and determination to provide a better life for the Liberian people, and have accordingly responded in a positive manner.

George Weah
Toffe peer

Als argeloze buitenstaander zou je zeggen: toffe peer. Hij houdt van zijn vrouw en gaat door het stof vanwege de vele verkiezingsbeloften die niet zijn gerealiseerd. Beide zie ik Rutte niet zo gauw doen. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Liberia verkeert economisch, politiek, en sociaal in een diepe crisis. En Weah weet tot nu toe daar geen enkel begin van een oplossing voor te vinden. Lange tijd dacht ik, die man zelf deugt wel, maar hij is omringd door nogal wat slechteriken, die corrupt zijn en in de Taylor-tijd al aan de verkeerde touwtjes trokken. Wat altijd al werd gezegd lijkt uit te komen: een wereldvoetballer, maar van goed bestuur geen kaas gegeten. Talloze geruchten doen de ronde over zelfverrijking van zijn entourage, inclusief hemzelf. Het is lastig in dit zo geruchtenrijke land de kern van waarheid te vinden.
Weah kreeg toen hij begin 2018 aantrad een land te besturen met diepe, niet gedichte sporen van een dertien jaar durende burgeroorlog, met een ongekende ebolacrisis achter de kiezen, met een economisch beleid van zijn voorganger, Ellen Johnson-Sirleaf, die er in twaalf jaar niet in slaagde enige betekenisvolle verbetering aan te brengen in het leven van de grote, arme massa. De corruptie is nog steeds ongekend hoog -en onbestraft-, de staatskas is bijna leeg, en in 2019 zijn de totale inkomsten van de staat opnieuw gedaald. Deze keer met $35 miljoen. De totale inkomsten bedroegen $445 miljoen. Even in perspectief: de Nederlandse staat heeft met 4x zoveel inwoners 5000x zoveel inkomsten. Over arm en rijk gesproken.

(En toch is Liberia geen arm land, zoals ik al vaak in dit blog heb gescheven. Het is rijk aan grondstoffen (ijzer, hout, palmolie, rubber, cacao) maar de politieke elite geeft die liever voor een appel en een ei weg met langdurige concessies aan buitenlandse ondernemingen (snel geld cashen) in plaats van het geduldig een economische structuur op te bouwen en Liberianen te scholen met behulp van concessies die tijdelijk zijn en ontwikkeling garanderen.)

De verjaardag van Charles Taylor werd gevierd

Politiek gezien gaat het ook niet lekker, om het maar zachtjes uit te drukken. Een van de coalitiepartijen is de National Patriotic Party (NPP) van ex-president/warlord Charles Taylor, die in Engeland een straf van vijftig jaar uitzit. Zijn ex-vrouw Jewel Howard-Taylor, die veelzeggend altijd zijn naam is blijven gebruiken, is partijleider en vice-president. De laatste weken waren er toenemende geruchten -en in een interview gaf ze dat ook toe- dat er aan haar stoelpoten was gezaagd door mensen uit de entourage van Weah. Haar partij roert zich de laatste weken stevig. Partijvoorzitter Cyril Allen, die dat al was ten tijde van Taylor, hield op 28 januari een toespraak in het NPP-kantoor ter viering van de 72ste verjaardag van Charles Taylor. Hij waarschuwde zijn coalitiegenoten Jewel Howard-Taylor te respecteren en voegde daar, toch wat dreigend, zonder bewijsmateriaal, aan toe dat de NPP ‘the most politically broad-based party in the country’ is.

Jewel Howard-Taylor is weer 'taking control' (graphic: Frontpage Africa)
Pro Poor Agenda

In zijn Annual Message moest Weah natuurlijk wel aandacht besteden aan de Pro Poor Agenda for Prosperity and Development (PADP). Dit is de vertaling van zijn belofte aan de kiezers dat hij een president van de armen zal zijn. Het is een nauwelijks verkrijgbaar boekwerkje, dat wel online staat, waarin hij zijn plannen ontvouwt. Ik heb daar al eerder een blog aan gewijd.
Opmerkelijk is dat hij in zijn Annual Message uitsluitend over de aanleg van wegen rept. Dat is weliswaar een van de onderwerpen in de PADP, naast gezondheidszorg, onderwijs, goed bestuur en het aanjagen van de economie. Maar daar besteedt hij nauwelijks aandacht aan. De bestrijding van corruptie komt alleen met enkele plichtmatigheden aan de orde.
Zonder enige onderbouwing wordt aangenomen dat het asfalteren van de bestaande ‘hoofd’zandwegen het volk welvaart zal brengen. Maar liefst twintig projecten worden benoemd, in het binnenland, maar ook in de hoofdstad Monrovia. Uiteraard zijn wegen belangrijk om mensen en goederen efficiënt te vervoeren. Maar dan moet er wel een economische ontwikkeling komen, al is het maar een eerste begin, die een productie genereert die de behoefte van het dorp overstijgt. Want dat is de grote makke van Liberia: zowel de maakíndustrie (meubels bijvoorbeeld) als de landbouw produceren alleen op traditionele wijze op kleine schaal voor de lokale behoefte. Er is ook nooit serieus onderzocht wat de twee goed geasfalteerde wegen (Monrovia-Ganta en Monrovia-Buchanan), die er een jaar of vijf liggen,  nu aan economische spin-off hebben opgeleverd. Hoewel, dat onderzoek is eigenlijk niet nodig, want het antwoord is duidelijk: niets. Van die economische zones die door een of ander adviesbureau waren voorgespiegeld, asfaltwegen omlijst door bedrijvigheid, is niets terecht gekomen.
Maar die wegen zullen niet allemaal gerealiseerd worden. Daar zijn namelijk tientallen miljoenen dollars voor nodig die door internationale donors opgehoest moeten worden. Dat dit niet automatisch zal gebeuren is ook Weah duidelijk. Deze week berichtte Frontpage Africa dat de consultancy KRL International voor een jaar in de armen is gesloten om voor het realiseren van de PAPD (voorlopig dus asfalt) sponsors en investeerders te vinden. Ditzelfde Amerikaanse bureau (missie: Boutique consulting with a global reach) adviseerde ook de vorige, door de CDC fel bekritiseerde, president Johnson-Sirleaf bij haar geslaagde pogingen om internationale schulden kwijtgescholden te krijgen. Ook hier gaan de kosten voor de baat uit. Volgens FrontPage Afrika kosten de topconsultants van dit Amerikaanse bedrijf zo’n zo’n $25.000 per maand. 


Oppositie kritisch en sterker in het parlement

De oppositiepartijen, die ook een coalitie hebben gevormd (Collaborating Political Parties, CCP), waren uiterst kritisch. Hun woordvoerder, Alexanders Cummings, bekritiseerde Weah dat noch voor de korte noch voor de langere termijn zijn voorstellen enig soelaas bieden om het land vooruit te helpen. Hij schetste een somber, maar terecht beeld: ‘Our economy is in terrible shape. Prices on goods and services, from rice to transportation are increasing daily. Unemployment, particularly youth unemployment continues to increase. Teachers, nurses, doctors and civil servants are not being paid on time. Liberians have to stand in long queues at banks to withdraw Liberian Dollars like we are a bankrupt country and now we are in longer queues to get petroleum products due to shortage on our market. The crime rate, to include incidence of rape, armed robbery, etc has increased’.
In deze coalitie zijn drie partijen vertegenwoordigd: het Alternative National Congress (ANC), van Cummings, de All Liberian Party (ALP), de Liberty Party (LP) en de Unity Party (UP). Maar ook deze coalitie zal erg zijn best moeten doen om bij kiezers vertrouwen te winnen. De UP was tussen 2006 en 2018 de slecht presterende regeringspartij van president Johnson-Sirleaf. De ALP wordt geleid door Benoni Urey, ooit, zoals zovelen, een bondgenoot van Charles Taylor. De LP heeft sinds kort een nieuwe, vrouwelijke aanvoerder, senator Nyonblee Kargar-Lawrence. En de ANC wordt geleid door Cummings, de man die bij de presidentsverkiezingen, waar hij 7,2% scoorde, voor velen de meest verstandige indruk maakte.
Deze oppositiecoalitie heeft in het Huis van Afgevaardigden 27 zetels, 6 meer dan de CDC (van de in totaal 73). De agenda van Weah heeft dus bij lange na geen meerderheid in het Huis. Datzelfde geldt in nog meerdere mate voor de Senaat, waar Weah met zijn CDC 9 zetels heeft en de oppositiecoalitie 14 (van de 30). Nu is partijtrouw niet diepgeworteld in Liberia. Parlementariërs stappen makkelijk over naar een andere partij, en elke president in Liberia heeft er een handje van om met geld stemmen te kopen. Of de coalitie dus eensgezind haar parlementaire macht zal gebruiken om haar kritische woorden om te zetten in politieke daden is afwachten
In oktober zijn 15 van de Senaatzetels in handen van de kiezers. (Elk van de 15 provincies levert 2 senatoren, 1 zetel per provincie staat in oktober op het stembiljet.) De CDC verloor vorig jaar in augustus bij de tussentijdse verkiezing haar Senaatszetel in Montserrado, de provincie waar de hoofdstad Monrovia ligt, normaal gesproken een CDC-bolwerk. Het worden moeilijke tijden voor de vijftien CDC-kandidaten. Tenzij die 20 wegprojecten, die vrij keurig over het land zijn verdeeld, de kiezers over de CDC-streep trekken.   

Aan de wegen moet wel iets gebeuren...


maandag 2 december 2019

De Drakendochter en Liberia: onverwerkt verleden, ongemakkelijk heden, onzekere toekomst


Het is altijd leuk als er in Nederland een boek verschijnt over Liberia. Mede omdat het zeer weinig voor komt. En dus kocht ik voor ik het vliegtuig in stapte naar Monrovia het zojuist verschenen Drakendochter van Clarice Gargard. Zij is een spraakmakende columniste van NRC/Handelsblad, een in de VS geboren Liberiaanse die op jonge leeftijd in Nederland verzeild raakte. Dat had uiteraard te maken met de burgeroorlog. Zij is in 1988 geboren en heeft de burgeroorlog (1990-2003) niet bewust meegemaakt. Haar vader woonde echter praktisch al die tijd -en nog steeds- in Monrovia en was lange tijd directeur van de Liberia Telecommunication Corporation, een staatsbedrijf. Hij diende onder de presidenten Doe (1980-1990, die in 1980 de macht greep via een militaire coup), Amos Sawyer (1990-1994, interim-president) en warlord/president Charles Taylor (1997-2003). De drie tussenpausen tussen 1994 en 1997 laat ik ongenoemd. Omdat haar vader een hoge positie had, vroeg zij zich in toenemende mate af, hoe schuldig, dan wel medeverantwoordelijk hij was voor de wandaden van name Charles Taylor. De ondertitel van het boek luidt dan ook ‘Op zoek naar mijn vader, rechterhand van Liberiaanse dictator Charles Taylor.’ Over deze zoektocht maakte ze al een documentaire (Daddy and the Warlord/De waarheid over mijn vader) die in het voorjaar al op de TV te zien was en een Gouden Kalf won. Zie hier de trailer.

Achterflap van 'Drakendochter'.
Van Philadelphia naar Purmerend

In een film kun je niet alles kwijt. Regisseurs, hoe aardig en motiverend ook, snijden er toch op los, vandaar dat dit boek er kwam. Het boek is gelaagd, zoals dat tegenwoordig schijnt te horen. Ze vlecht verschillende verhalen door elkaar heen: de geschiedenis van Liberia, haar persoonlijke familiegeschiedenis, het huidige Liberia, de zoektocht naar haar vader en haar opvattingen over migratie, kolonialisme en racisme. Dat maakt het tot een wat lastig te lezen boek waarin de chronologie heen en weer flippert. Dat het goed geschreven is helpt om de aandacht vast te houden.
Maar is het ook een goed boek? Dan kom ik met die verschillende lagen toch in de knoei.
Het persoonlijke verhaal is zonder meer boeiend. Geboren in Philadelphia,  na een kort verblijf als baby in Liberia weer terug naar de VS, daarna naar Ghana, weer naar Liberia en in 1992, als de burgeroorlog in Liberia blijft voortduren, wordt ze door haar vader, inmiddels gescheiden, met haar oudere zus naar Purmerend gebracht.

De niet voor niets gepantserde auto van Charles Taylor, tentoongesteld
achter het Nationale Museum in Monrovia.
Ik ga mijn hand nooit meer wassen

In 1997, ze is dan negen jaar, bezoekt ze haar vader in Liberia. Charles Taylor is dan net tot president gekozen. Ondanks zijn reputatie als warlord werd hij door een meerderheid van de kiezers gezien als man die orde en voorspoed zou brengen na de chaos die hij overigens zelf had geschapen. Ze beschrijft hoe Daddy, zoals ze haar vader consequent in het boek noemt, haar meeneemt naar het huis van Charles Taylor en haar aan hem voorstelt. ‘In het midden stond een chaise longue. De persoon die erop lag voelde zich niet gedwongen om de stilte te verbreken of om zelfs maar op te staan. Aan weerzijden van de bank stonden beveiligers. ‘Clarice, ontmoet de president van Liberia.’ Zo stelde Daddy mij voor aan Charles Taylor, president en warlord. Ik aanvaardde zijn hand (…).’ Haar vader schrikt als ze een beetje brutaal is, maar Taylor moet hartelijk lachen en stuurt haar met een paar dozen koekjes de deur uit. ‘Ik ga mijn hand nooit meer wassen.’ zegt ze als ze met haar vader wegloopt. Het boek is gelardeerd met herinneringen aan haar familie en haar verblijf in 2018 als ze terugkeert om op zoek te gaan naar wat haar vader bewoog. De geuren en kleuren, de markten en straathandel, de vaak vriendelijke mensen die, als ze wat ouder zijn, met het trauma van de burgeroorlog hebben leren leven, of niet.

Amos Sawyer
Zo glad als en aal

De zoektocht naar de diepere beweegredenen van haar vader om op zijn post te blijven, het centrale thema van de film en het boek, levert jammer genoeg weinig op. Dat komt niet door de dochter Clarice, maar door de vader. Daddy blijft ongrijpbaar. ‘Zo glad als een aal’. Hij laat nooit het achterste van zijn tong zien en doet uitspraken over de presidenten die hij gediend heeft als ‘ze waren allemaal slecht’. Op vele manieren probeert ze familieleden, voormalige collega’s en partijgenoten van Taylor uitspraken over Daddy te ontfutselen, maar dat blijft hooguit steken in algemeenheden. Op een persoonlijke manier praten met iemand over wat er gebeurd is tijdens de burgeroorlog, blijft een moeilijk iets in Liberia. Dat is mijn ervaring als witte buitenstaander, maar ook haar ervaring als Liberiaanse ‘buitenstaander’, die het niet zelf heeft meegemaakt.
Ze gaat wat dieper in op het ‘hoogverraad’ van Daddy: hij zou informatie van de interim-regering van Amos Sawyer (1990-1994) hebben gelekt aan -toen- rebellenleider Taylor om zijn strijd tegen de regering van Sawyer te steunen. Sawyer kwam daar achter en liet haar vader arresteren. De rechtszaak leidde tot niets, onduidelijk blijft waarom precies, maar dat is een euvel dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Ze beschrijft nog een geheel ander akkefietje tussen Taylor en Sawyer: zij zouden hebben samengespand om ijzererts op de zwarte markt te verkopen en zo hun zakken te vullen. Haar vader zou communicatie tussen die twee hierover hebben onderschept. En volgens Daddy, zo schrijft ze, ‘was dat de reden waarom Sawyer zo’n hekel aan hem had: hij beschikte over vernietigende persoonlijke informatie over de regeringsleider’. Tsja, dit is een van de redenen waarom ik af en toe moeite heb met de Drakendochter. Op vier verschillende plekken in het boek worden deze affaires genoemd, onduidelijk blijft wanneer precies en in welke volgorde ze plaatsvinden.  Bovenal lijkt het enorm tegenstrijdig: Daddy helpt Taylor in zijn strijd tegen Sawyer, maar ze spannen ook samen om hun zakken te vullen en Daddy kiest dan toch blijkbaar partij voor Taylor.


Bronnenlijst

Ergens schrijft ze: ‘Ik heb mensen vooral met angst over Doe horen praten.’ Hoewel ze vrij uitvoerig de wandaden van Taylor beschrijft, is dat zinnetje toch veelbetekenend. Veel van wat ze schrijft over de recente geschiedenis is van horen zeggen, en zonder bronvermelding. Zoals ‘Het volk had genoeg van de regering van Sawyer’. Zijn interim-regering, die zich alleen tot Monrovia beperkte, werd van alle kanten onder vuur genomen door vechtende, moordende en plunderende milities en kon inderdaad daardoor weinig uitoefenen. Sawyer, die er toch al niet te best van afkomt in dit boek, wordt door velen gezien (hij leeft nog) als een van de meest onkreukbare politici die Liberia heeft gehad. Heb ik dat van horen zeggen? Ja, maar wel met een bron: het in 2013 verschenen boek van de Nederlandse Liberia-kenner Fred van der Kraaij, Liberia: van vrijheidsideaal naar verloren paradijs. Dit, ook in het Engels vertaalde, boek is een van de zeer weinige, gedocumenteerde boeken over de recente geschiedenis van Liberia. Het is onbegrijpelijk dat dit boek niet in de Bronnenlijst van Drakendochter wordt vermeld. Evenmin wordt hét standaardwerk over de burgeroorlog en de relatie met de Afrikaanse religie en cultuur vermeld als bron: The Mask of Anarchy, The Destruction of Liberia and the Religious Dimension of an African Civil War van Stephen Ellis. Kent ze die boeken niet? Zo veel boeken zijn er niet over Liberia geschreven.


Zoals het ook vreemd is dat ze het zeer uitvoerige rapport van de Truth and Reconciliation Commission niet als bron noemt. Deze ‘waarheidsvinding commissie’ heeft in 2009 een uitstekend, 335 blz. tellend rapport over de burgeroorlog uitgebracht, op grond van verhoren en bronnenonderzoek. Inclusief een lijst van schuldigen die gestraft moeten worden. (Daddy komt daar overigens niet in voor). Clarice Gargard bepleit aan het eind van haar boek, terecht, alsnog een vorm van gerechtigheid voor de slachtoffers van de burgeroorlog. ‘Daar is meer voor nodig dan een commissie die haar beloften niet nakomt.’ Wat krijgen we nou? Die commissie kon natuurlijk geen strafvervolging instellen. Het lag op het bordje van toenmalig president Johnson-Sirleaf om met de adviezen van de commissie aan de slag te gaan. Zij borg het rapport echter zo snel mogelijk op in de onderste la die ze kon vinden. Waarom? Ze stond zelf op de lijst van ‘daders’ die op advies van de commissie 30 jaar geen openbaar ambt zouden mogen bekleden.  De lezer blijft verstoken van dit toch niet onbelangrijke detail.


Kolonialisme, racisme en discriminatie

Het boek kent ook een aantal passages over actuele discussies in Nederland over kolonialisme, racisme en discriminatie. Hoewel ik wel begrijp waarom ze op dit vlak haar mening kwijt wil, is de relatie met Liberia lang niet altijd duidelijk. Uiteraard beschrijft ze de tegenstelling in Liberia tussen de inheemse bewoners en de nakomelingen van de vrijgemaakte slaven die vanaf 1820 vanuit de VS naar West-Afrika ‘emigreerden’. Deze, aanvankelijk kleine groep, zou zich in rap tempo ontwikkelen tot de politieke, economische en culturele elite van Liberia, die de inheemse bevolking uitbuitte, kort hield en ruim 100 jaar allerlei rechten onthield. Er is de bekende theorie -en praktijk- van gevestigden en nieuwkomers, waarbij gevestigden allerlei mechanismen hanteren om die nieuwkomers dwars te zitten. Er is de bekende theorie -en praktijk- van discriminatie, uitsluiting, uitbuiting en geweld op basis van huidskleur. Er is de bekende theorie – en praktijk- van kolonialisme en imperialisme, waarbij grondstoffen worden geroofd en de lokale bevolking wordt onderdrukt. Laat in Liberia het nu allemaal net even anders liggen. In Liberia onderdrukten de nieuwkomers de gevestigden, beide van Afrikaanse origine. Liberia is niet door imperialistische mogendheden gekoloniseerd, toch is 90% van de bevolking straatarm omdat de elite de rijkdommen van het land (hout, palmolie, ijzererts, goud, rubber) tegen afbraakprijzen heeft verkocht aan westerse bedrijven. Het is jammer dat ze hierover niet in meer beschouwende zin haar licht over laat schijnen, in plaats van te refereren aan de zwart-wit discussies in Nederland (waarin ik het overigens met haar eens ben).
Gargard heeft ook kritiek op de ontwikkelingshulp: ‘De ontwikkelingshulp is een industrie waar bakken met geld verdiend kunnen worden, zonder dat de situatie in Afrikaanse landen aanzienlijk verbetert.’ En: ‘Het westen helpt ‘Afrika’ maar zou het niet efficiënter zijn als het westen Afrikanen helpt om zichzelf te helpen.’ Dit is werkelijk gemakzuchtige kritiek uit de oude doos. Het is al lang standaard voor verreweg de meeste hulporganisaties dat hulp is gericht op ‘skill building’ en ‘empowerment’ van Afrikanen in kwetsbare posities. Die bakken met geld (over populistisch taalgebruik gesproken) worden voor het grootste deel in die projecten gestopt, onder streng toezicht van de donoren. En helaas verdwijnt een deel in de zakken van de Afrikaanse elite.
Er staan nogal wat rare passages over Nederland in. Om er twee te noemen. Zo zou het ‘officieel beleid’ zijn in Rotterdam en Amsterdam om Surinaamse en Antilliaanse studenten in bepaalde wijken te weren om de blanke homogeniteit te waarborgen. Enige onderbouwing ontbreekt en deze geïnstitutionaliseerd apartheidspolitiek bestaat dan ook niet. De Bijlmer in Amsterdam, ontworpen tussen 1962 en 1965 (!), zou ‘impliciet’ bedoeld zijn voor ‘avontuurlijke witte mensen uit de middenklasse’ (cursief van mij, LP). Ik raad haar aan de bevolkingsstatistieken uit die jaren nog eens te raadplegen.


Onverwerkt verleden, ongemakkelijk heden, onzekere toekomst

Tot slot. Is Daddy nu schuldig of medeverantwoordelijk aan de misdaden van de presidenten die hij heeft gediend? De ondertitel van het boek ‘rechterhand van dictator Charles Taylor’ wordt in het boek niet gestaafd. Toen ik een Liberiaanse collega, die alle ellende van de burgeroorlog heeft meegemaakt, de voorkant van het boek met deze ondertitel liet zien, moest hij lachen. ‘Taylor had duizenden rechterhanden, die hij gebruikte als het hem uit kwam en weer even hard liet vallen’. De dochter komt er aan het slot van het boek ook niet uit. En zo loopt die ‘kleine’ geschiedenis van haar vader parallel met de ‘grote’ geschiedenis van Liberia: een onverwerkt verleden, met een ongemakkelijk heden en een onzekere toekomst.


Clarice M.D. Gargard: Drakendochter, Op zoek naar mijn vader, rechterhand van Liberiaanse dictator Charles Taylor, Uitgeverij De Arbeiderspers, €19,99.

woensdag 11 juli 2018

Oorlogsmisdadigers en regenwouden

Er valt goed en minder goed nieuws uit Liberia te melden. Overigens vaak twee kanten van dezelfde medaille. Het goede nieuws is dat Liberia bij de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties, waar de VS onlangs met tromgeroffel is uitgestapt, heeft gemeld dat Liberia met een verklaring zal komen hoe het land denkt om te gaan met de misdaden die tijdens de burgeroorlog (1990-2003) zijn gepleegd. Tot nu toe heeft de (vorige) regering van Ellen Johnson-Sirleaf, daar nooit iets over gemeld. Met de nieuwe president Weah aan het roer is er hoop dat dit zal veranderen. Maar meer dan (een beetje) hoop kan er op dit moment niet zijn. Alleen al omdat de Coalition for Democratic Change, de partij die nu aan de macht is, ook de National Patriotic Party herbergt. Dat is de partij van Charles Taylor, de ex-warlord en ex-president die 50 jaar vast zit in Engeland. En ook al omdat president Weah zijn coalitiepartner een aantal functies moest doen toekomen, waarin hij mensen heeft benoemd, die in die burgeroorlog een kwalijke rol hebben gespeeld. In het Manifesto, het programma waarop Weah is gekozen, wordt wel gerept over ‘reconciliaton’, en wordt het rapport van de Truth and Reconciliation Commission ook genoemd, maar verder dan het (bedaagde) voorstel om palaverhut bijenkomsten te organiseren, komt het programma niet.  


Nederlandse oorlogsmisdadiger

Liberia was afgelopen week in de belangstelling in Nederland vanwege het boek Operatie: Laat Niets in Leven dat twee journalisten, Arnold Karskens en Henk Willem Smits, publiceerde over  de Nederlandse ‘zakenman’, annex oorlogsmisdadiger, Guus Kouwenhoven. Hij werd in 2017 in Nederland  tot 19 jaar cel veroordeeld voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden en wapensmokkel voor Charles Taylor tijdens de Liberiaanse burgeroorlog waarin naar schatting 100.000 doden vielen. Kouwenberg is naar Zuid-Afrika gevlucht om zijn straf te ontlopen. Er is een uitleveringsverzoek gedaan, maar de rechterlijke gang van zaken in Zuid-Afrika gaat traag en bovendien heeft Kouwenhoven geld genoeg om de beste advocaten in te huren. Hopelijk leidt het boek ertoe dat er meer Nederlandse druk komt op Zuid-Afrika om hem uit te leveren. Daarmee wijzigt Nederland wellicht ook een beetje het beeld dat in Afrika leeft, namelijk dat ‘het Westen’ er alles aan doet om Afrikaanse, zwarte oorlogsmisdadigers voor een internationaal gerechtshof te krijgen, terwijl de interventies uit het Westen (van wapenfabrikanten tot milieu- en mensverwoestende  bedrijven) buiten schot blijven.


Redt het Regenwoud en de mensen die er leven

Wat dit laatste betreft: het derde goede nieuws is dat Mileudefensie met Liberianen en Indonesiërs in Amsterdam heeft geprotesteerd bij Nederlandse banken (ABN/AMRO, ING en Rabobank) tegen hun financiering van palmolieproductie in derdewereldlanden, waaronder Liberia. Daartoe worden grote stukken regenwoud gekapt, én de gemeenschappen die daar leven verdreven. Westerse bedrijven hebben daar langlopende concessies voor gekregen. Mileudefensie publiceerde onlangs twee rapporten, waarin deze activiteiten aan de kaak worden gesteld, waarbij het rapport High Risk in the Rainforest over Liberia gaat.
In Liberia wordt al lang actie gevoerd door  bewoners en milieugroepen tegen de ontbossing en de activiteiten van de palmolieproducenten zoals Golden Veroleum Liberia. Het onlangs gepubliceerde rapport kreeg veel publiciteit. De Land Rights Act beoogt de rechten van de bewoners in dit soort kwesties te versterken, maar de wet is sinds 2014 in behandeling bij het parlement, die de hete aardappel voortdurend wegschuift. Heet, omdat het verlenen van concessies, waarbij parlementariërs een vinger in de pap hebben, haast  altijd corruptie met zich meebrengt. En dat is het slechte nieuws.


zaterdag 23 december 2017

De laatste ronde: wordt het Weah of Boakai?

Dinsdag 26 december is de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Liberia. Als Long Term Observer (LTO) ben ik vanaf eind juli, met enkele weken onderbreking in november, in Liberia.
Zoals ik in mijn eerdere blogs heb beschreven, werden de resultaten van de eerste ronde, die op 10 oktober plaats vond, hevig betwist door de verliezende partijen. Twee weken geleden verwierp de Hoge Raad de eis voor een re-run en stelde de Kiesraad de datum voor die tweede ronde vast.
De beide kandidaten voor het presidentschap, George Weah van de Coalition for Democratic Change (CDC) en Joseph Boakai (UP) van de Unity Party, hebben deze week op eigen wijze campagne gevoerd. Boakai koos ervoor om in de media flink uit te pakken tegen Weah, terwijl zijn partijactivisten, naar eigen zeggen, in dorpen van deur tot deur zijn gegaan om stemmen te winnen. Dat is hard nodig, want hij staat bijna 10% achter op Weah. George Weah heeft in razende vaart nog een aantal provincies bezocht om in massameetings zijn boodschap over te brengen: na 12 jaar Unity Party is het tijd voor ‘change’. Verder reden er CDC-geluidswagens rond, met harde muziek en moeilijk verstaanbare boodschappen. Voor een smakelijk menu van de vele politieke oprispingen deze week klik hier.
Infographic FrontPage Africa
De afgelopen week heb ik met mijn LTO-collega uit Benin een viertal provincies bezocht om ‘de temperatuur te meten’. Wij spraken met regionale partijbonzen van beide partijen, journalisten en provinciale chefs van de Kiesraad. Hoewel de gekozen datum, een dag na kerstmis, op veel onbegrip stuit, lijken de meeste Liberianen wel blij te zijn dat de nieuwe president nu eindelijk wordt gekozen en er daarmee een eind komt aan het gehakketak. Weah lijkt de beste papieren te hebben voor de overwinning, al zal geen Boakai-aanhanger dat toegeven. Zij zijn ervan overtuigd dat de meeste Liberianen willen voorkomen dat Weah het wordt, omdat zij hem simpelweg de verstandelijke capaciteiten ontzeggen die het presidentschap zou vereisen. De Kiesraad heeft deze week nog eens alle stembureauleden getraind, om de fouten van 10 oktober te voorkomen, zoals verkeerd ingevulde uitslagformulieren, onzorgvuldige kiezeridentificatie en een chaotische bewegwijzering van stembureau’s. Dinsdag zullen we zien hoe dat allemaal uitpakt.
Om nog in het kort de context van de verkiezingen te schetsen, volgt hieronder een artikel dat ik heb geschreven voor het VredesMagazine.

Internationale aandacht

Hoewel Liberia maar een klein land is aan de westkust van Afrika met ruim 4 miljoen inwoners, trokken de presidentsverkiezingen van 10 oktober veel internationale aandacht. Dat heeft verschillende redenen. De Verenigde Naties heeft veel peacekeepers vanaf 2004 tot 2015 in het land gestationeerd. Geruime tijd was het de grootste vredesmissie ter wereld. De VN stak – en steekt-  veel geld in ontwikkelingsprojecten, evenals de VS, de EU en de Scandinavische landen. Twee burgeroorlogen ruïneerden tussen 1990 en 2003 het land en  zijn nog aanwezig in de hoofden en harten van veel Liberianen.  Volgens Afrika-kenner Stephen Ellis overtrof ‘het Liberiaanse conflict alle andere oorlogen in zijn vorm en karakter, in intensiteit, in verdorvenheid, in wreedheid, in barbarij en in horror.'
Warlord Charles Taylor , begin jaren '90
De sporen zijn nog dagelijks zichtbaar in verwoeste gebouwen, slechte wegen en uiterst gebrekkige nutsvoorzieningen. Warlord/ex-president Charles Taylor is in Den Haag door het Sierra Leone tribunaal veroordeeld tot 50 jaar cel, die hij in Engeland uitzit. De Ebola epidemie die het land in 2014/2015 in zijn greep had, was maandenlang wereldnieuws.
Tenslotte de internationale context. Afrika heeft een ruime ervaring met turbulent verlopende verkiezingen, zoals Kenia dit jaar laat zien. Liberia ligt weliswaar in Sub-Sahara Afrika, maar de eerste bootvluchtelingen uit Liberia zijn al gesignaleerd aan de Middellandse Zee, de fundamentalistische Islam rukt op in het noordelijke deel van Sub-Sahara en China roert zich ook stevig in Liberia.

President Ellen Johnson Sirleaf

Na de burgeroorlog werd in 2006 Ellen Johnson Sirleaf, het eerste, direct gekozen, vrouwelijk staatshoofd van Afrika. Zij trof niet alleen een verwoest land aan, maar ook een getraumatiseerde bevolking, die was moe gebeukt door de twee burgeroorlogen. Dankzij haar netwerk in de financiële wereld, ze werkte als econoom voor de World Bank, de Citibank, de Equator Bank en de UNDP, slaagde ze erin tussen 206 en 2010 de multilaterale schuldlast van bijna 5 miljard dollar praktisch kwijtgescholden te krijgen. Een andere, alom gewaardeerde verdienste is dat Liberia gedurende de 12 jaar van haar regering een vreedzame tijd heeft gekend. In 2011 kreeg ze, samen met landgenote Leymah Gbowee, de Nobelprijs voor de Vrede vanwege ‘hun niet-gewelddadige strijd voor de veiligheid van vrouwen en voor de rechten van vrouwen om volledige  deel te nemen aan de vredesopbouw’.

Corruptie en nepotisme

In de 12 jaar van haar bewind heeft Johnson-Sirleaf in toenemende mate kritiek gekregen op haar binnenlandse beleid. In haar jaarlijkse ‘troonredes’ sloeg ze forse taal uit over de noodzaak om de corruptie aan te pakken. Echter, jaar in jaar uit laat de ranglijst van Transparency International zien dat de corruptie in de publieke sector als steeds groter wordt ervaren. Zij heeft drie van haar zonen op hoge posities benoemd van respectievelijk de staatsbank, de nationale oliemaatschappij en de binnenlandse veiligheidsdienst. Verontwaardigd wees ze de kritiek op dit nepotisme van de hand. ‘Ik kan mijn zonen vertrouwen’ was haar antwoord. Vol onbegrip gaf ze een nieuwe definitie aan nepotisme: ‘dat is een familielid een positie geven die daar niet de kwalificaties, integriteit of competentie voor heeft‘.
Ellen Johnson Sirleaf komt in 1985 onder internationale druk uit de
gevangenis. Ze was gearresteerd vanwege beledigende kritiek op de
toenmalige president Samuel Doe die met een militaire coup aan de
macht was gekomen.
Wat haar door velen kwalijk wordt genomen, is dat ze het uitvoerig gedocumenteerde rapport van de door haar zelf ingestelde ‘waarheidsvindingcommissie’, over de gruwelijkheden van de burgeroorlogen, in een stoffige bureaulade heeft doen belanden. Het 470 blz. tellende rapport is nooit fatsoenlijk besproken en de meeste aanbevelingen zijn in de wind geslagen. De reden? Haar naam prijkt, naast die van vele anderen, op een lijst van personen die 30 jaar lang geen publieke functie zouden mogen bekleden vanwege hun rol in de aanloop naar of tijdens de burgeroorlogen.
Het negeren van corruptie, nepotisme en het in de weg staan van een nationale aanpak om de wonden van de burgeroorlogen te helen, zijn niet de daden die je van een winnares van de Nobelprijs voor de Vrede verwacht. Dat vond ook haar Nobelprijs mede-winnares Leymah Gbowee, die zwaar teleurgesteld afstand van haar nam: ‘Wat is er veranderd? (…) De kloof tussen rijk en arm groeit. Je bent of rijk of straatarm, er is geen middenklasse’.

Gebrek aan perspectief op sociale vooruitgang

Wat haar populariteit in eigen land definitief de das om heeft gedaan is het gebrek aan perspectief op sociale vooruitgang voor het overgrote deel van de Liberianen. Liberia voert steevast de verkeerde lijstjes aan. Stationair, door de jaren heen. Zoals de lijst van landen met het hoogste percentage kinderen dat niet naar school gaat. Of verkeert in de onderste regionen. Het staat op de 177ste plaats van de 188 landen in de Human Development Index, die drie basisvoorwaarden voor ontwikkeling waardeert: gezondheid, onderwijs en levensomstandigheden. Het gemiddelde inkomen van een Liberiaan is 900 USD per jaar, waarmee het op de 178ste plaats staan van de 181 landen waarvan dit cijfer bekend is. De werkloosheid wordt geschat op 85%.

WestPoint
Dit zijn veelzeggende, maar ook kille cijfers. Wie door het land reist, ziet een aaneenrijging van straatarme dorpen, temidden van onafzienbare tropische regenwouden. De hoofdstad Monrovia en de grotere provinciehoofdsteden worden gedomineerd door straathandel, waar ‘small, small’ aan elkaar wordt verkocht. Negentig procent van de Liberianen woont in krotten of schamele hutjes. WestPoint in Monrovia, waar 75,000 mensen op elkaar gepakt in de meest erbarmelijke omstandigheden wonen, heeft de twijfelachtige eer nummer 4 te staan op de lijst van de 20 ‘worst slums’ van Afrika. In 2006 was er geen elektriciteitsnet, en dat is er in 99% van het land nog steeds niet.
De grondstoffen (hout, palmolie, rubber, ijzer, diamanten) worden door buitenlandse bedrijven op grond van jarenlange concessies het land uitgevoerd. Er is geen sprake van een door de overheid gestimuleerde economische ontwikkeling die waarde toevoegt aan deze grondstoffen door het in eigen land te verwerken tot halffabricaat of eindproduct.

Uitgekeken op Johnson Sirleaf

Liberia kent een vrije, maar bescheiden, gedrukte pers en vooral talloze radiostations, waar al deze zaken voortdurend aan de orde komen. En waar Johnson-Sirleaf en haar Unity Party (UP) voor verantwoordelijk wordt gesteld.
Begrijpelijk wijst zij er steevast erop dat Liberia van ver komt. De burgeroorlogen wierpen het land ver terug. De ebolacrisis stortte het land in 2013 in een geheel nieuwe, en tot dan toe, onbekende crisis. Maar dat verklaart onvoldoende waarom veel van haar beloften nog steeds toekomstmuziek zijn. Van enige zelfkritiek is geen sprake. Noch van een serieuze analyse waarom de ontwikkeling in Liberia stokt, ondanks de natuurlijke rijkdommen en de vele honderden miljoenen die er jaarlijks (720 miljoen dollar in het laatste fiscale jaar) aan ontwikkelingshulp het land binnenkomt (tegen een staatsbegroting van rond de 600 miljoen dollar). Door velen wordt de enorme corruptie als belangrijkste obstakel voor ontwikkeling beschouwd, hand in hand met slecht bestuur, want dat zijn twee kanten van dezelfde medaille.

George Weah spreekt in Nimba, 21 december 2017
Liberia is na 12 jaar uitgekeken op Johnson-Sirleaf. De UP vertoonde arrogante trekjes, een kwaal van menig regeringspartij die lang aan de macht is. Het hoeft geen betoog dat met de verkiezingen in zicht de oppositiepartijen ‘Change’ muntten als belangrijkste slogan. De Coalition for Democratic Change (CDC) onder aanvoering van oud-wereldvoetballer George Weah is de grootste oppositiepartij. In de eerste ronde, op 10 oktober, behaalde Weah 38,4% van de stemmen, op ruime afstand gevolgd door de kandidaat van de regerende UP, de huidig vice-president Joseph Boakai (28,8%).
Ellen Johnson Sirleaf en Joe Boakai
Geen steun voor Boakai

Johnson-Sirleaf steunde, heel opmerkelijk, niet de 72-jarige Boakai. Zij pleitte voor een generatiewisseling van politieker leiders. Boakai nam afstand van het beleid waar hij 12 jaar medeverantwoordelijk voor was en suggereerde zelfs dat hij, eenmaal gekozen, een onderzoek zou starten naar vermeende corruptie-activiteiten van Johnson-Sirleaf tijdens haar presidentschap. Na de verkiezingen vormden vier verliezende partijen, waaronder de UP, een bondje en verkondigden luid dat er sprake was van grootschalige, georganiseerde fraude, waar president Ellen Johnson-Sirleaf en de door haar benoemde Kiesraad de hand in zou hebben. De verliezers benutten inmiddels de mogelijkheden die de wet biedt om bezwaar aan te tekenen. Hoor, wederhoor en hoger beroep bij de Hoge Raad kan tot weken vertraging leiden, waardoor de grondwettelijke termijn van de benoeming van de nieuwe president, de 3de maandag in januari, in gevaar kan komen.
De CDC stelt zich nog keurig op, maar aangezien die vooral veel jongeren uit de sloppenwijken aanspreekt, is het spelen met vuur wat de verliezers doen. Het is te hopen dat de winnaars en verliezers volhouden wat ze tot nu toe steeds zeggen: de zaak wordt vreedzaam met legale middelen uitgevochten en de Hoge Raad heeft het laatste woord.

Het VredesMagazine informeert over oorlog en vrede, over machtspolitiek en veiligheidsbeleid, maar ook over alternatieven voor geweld en het opbouwen van een vredescultuur. VredesMagazine analyseert, stemt tot nadenken en schudt mensen wakker. VredesMagazine komt vier keer per jaar uit. Een abonnement kost 10 euro per jaar. Alle nummers zijn ook online.





zaterdag 21 oktober 2017

De paringsdans is begonnen

De verkiezingsuitslag is inmiddels, zij het officieus, door de Liberiaanse kiesraad bekend gemaakt. En de winnaar is … George Weah met zijn Coalition for Democratic Change. Maar de vlag kan nog niet worden gehesen. Met zijn 38,4% heeft hij weliswaar een riante voorsprong op de kandidaat van de regerende Unity Party en huidig vice-president Joseph Boakai (28,8%), maar Weah heeft een absolute meerderheid nodig, die hij in de tweede ronde op 7 november moet zien te halen.

Infographic: FrontPage Africa
Nu de uitslag bekend is zijn er twee bewegingen gaande. Allereerst schieten de verliezers in de gebruikelijke rol door luid te verkondigen dat er massale fraude is gepleegd. De aftrap werd gegeven door Charles Brumskine (Liberty Party – 9,6%), een doorgaans bedachtzame advocaat, die de UP er van beschuldigde controle over de kiesraad te hebben en daardoor vele stemmen van de LP heeft weten te overhevelen naar de UP. Alexander Cummings (Alternative National Congress – 7%), de enige die een inhoudelijke campagne voerde, sprak in een persbericht van een inefficiënt, incompetent en ‘rigged’ verkiezingsproces. Beiden kondigden aan met bewijzen te komen om vervolgens een officiële klacht in te dienen. Wat dat inhoudt kon ik deze week zien in het nationale voetbalstadion, waar in de zalen alle resultaten van de stembureaus uit Montserrado, de provincie waarin de hoofdstad Monrovia ligt, werden verzameld. Vertegenwoordigers van de Liberty Party speurden hevig naar fouten in de processen-verbaal van de stembureaus. Als er ook maar één foutje was gemaakt door de overwerkte stembureau leden, die vaak 20 uur achtereen in touw waren, werd dat enorm opgeblazen, hertelling geëist en naar de pers gelopen.

5 uur in de rij

Er valt overigens zeer veel aan te merken op het verkiezingsgebeuren. De registratie van kiezers, die maanden geleden plaatsvond, is niet vlekkeloos verlopen. Namen zijn verkeerd gespeld, fotocamera’s werkten niet, kiezerslijsten bleken niet volledig te zijn. Er waren te weinig stemlokalen, zodat mensen soms 5 uur in de rij stonden. Die rij was soms zo lang dat er tot 12 uur ’s nachts gestemd werd.  Stemmen werden  in het donker met behulp van zaklantaarns geteld. Al deze onvolkomenheden gebeuren in een onderontwikkeld land met een zwak bestuursapparaat, een nauwelijks functionerend elektriciteitsnet en een zeer groot aantal mensen dat analfabeet is. Maar dat is iets anders dan georganiseerde fraude, waarbij je zeker in ieder van pakweg 1000 van de 5390 stembureaus met 100 stemmen moet rommelen wil je een uitslag daadwerkelijk kunnen beïnvloeden.


Wie doet het met wie?

Een tweede dynamiek die de gemoederen bezig houdt is ‘wie doet het met wie’. Zoals te verwachten barstten de speculaties over welke afgevallen kandidaat wie gaat steunen in alle hevigheid los. In de kranten verschijnen berichten, met foto, dat Boakai allervriendelijkst de mannen die veel stemmen in te brengen hebben, probeert te paaien. Zoals de al hierboven genoemde veteraan Charles Brumskine, die voor de derde keer werd verslagen, en voormalig Coca-Cola topman Alexander Cummings. Ook Weah probeert beiden binnen te hengelen. Immers, Brumskine viel de UP fors aan op de verkiezingsfraude. En Cummings heeft zich tijdens zijn campagne zo hard gemaakt voor ‘change’ dat hij moeilijk vice-president Boakai kan steunen. Om deze mannen wordt dus door beide overgebleven kandidaten heen gedraaid al waren het bakvissen op een scholierenbal.

Prince Johnson
Burgeroorlogsmisdaden

Prince Johnson (Movement for Democracy and Reconstruction – 8,2%) is geen bakvis. Hij is een beruchte warlord die vele burgeroorlogsmisdaden heeft begaan en op de lijst van te vervolgen mensen staat. Sinds 2006 is hij senator en veiligheidshalve een reborn Christian. Hij behaalt zijn stemmen praktisch uitsluitend in ‘zijn’ provincie Nimba, waar hij 54% scoorde. Hij wordt gezien als de ‘bevrijder’ van Nimba ten tijde van het militaire regime van Samuel Doe (1980-1990), die hij eigenhandig vermoordde, en had een eigen leger tijdens de twee burgeroorlogen (1990-2003). Zoals vaker in deze kringen transformeerde hij van vriend tot vijand van Charles Taylor. Dat werd deze week weer opgerakeld door de running mate van Weah, Jewel Howard-Taylor, de ex-vrouw van Charles Taylor. De New Democrat meldde vrijdag 20 oktober onder de vette kop ‘Revenge Mission’ dat Jewel, mocht het koppel Weah/Taylor worden gekozen, er alles aan zal doen om Prince Johnson, net als haar ex, achter de tralies te krijgen. Oog om oog, tand om tand, zo staat immers in de bijbel geschreven, het enige boek dat de overgrote meerderheid in Liberia kent, of meent te kennen.
Prince Johnson zal dus wel Boakai (UP) steunen. Ook omdat tijdens haar twaalf jaar UP-bewind president Ellen Johnson-Sirleaf nooit enige moeite heeft gedaan Prince Johnson voor een gerecht te krijgen. In ruil voor zijn kiezers, verwacht hij van Boakai dezelfde lankmoedige houding.

Foto links: Jewel en Charles Taylor, first lady en president
Generatiewisseling

Opvallend is overigens dat Johnson-Sirleaf Boakai, de man die 12 jaar in haar schaduw stond, niet steunt. In een geruchtmakend interview in de FrontPage Africa merkte zij op dat het tijd is voor een generatiewisseling. Daarmee serveerde zij (78 jaar) in ieder geval Boakai (72 jaar) en Brumskine (66 jaar) af. Volgens een ingewijde heeft zij hiervoor een goede reden, die zeer typerend is voor het politieke bedrijf in Liberia. ‘Bij de presidentsverkiezingen in 2011, toen de CDC  weigerde in de 2de ronde de strijd aan te gaan met Johnson-Sirleaf, was dat niet vanwege de door hen zo luid beklaagde fraude, maar omdat zij een forse som geld aan Weah schonk. En de belofte om hem in 2017 te steunen. Als Weah wordt gekozen, komt zijn Senaatszetel vrij. Weah en Johnson-Sirleaf zullen dan de inmiddels haar tot de CDC bekeerde zoon steunen in de verkiezingsstrijd om die zetel.’

Ondanks het feit dat het straatarme Liberia, overigens rijk aan natuurlijke hulpbronnen, een door-en-door corrupt bestuur heeft, is de verwachting dat zo’n 70% van de ruim 2,1 miljoen geregistreerde kiezers op 7 november opnieuw urenlang in de rij zullen gaan staan om hun stem uit te brengen, vol verwachting op een beter leven.

zondag 1 oktober 2017

Jullie stemmen met een potlood!

Hoewel Liberia maar een klein land is aan de westkust van Afrika met ruim 4 miljoen inwoners, trekken de komende parlements- en presidentsverkiezingen toch internationale aandacht. Dat heeft verschillende redenen. De Verenigde Naties heeft veel peacekeepers vanaf 2004 tot 2015 in het land gestationeerd. Geruime tijd was het de grootste vredesmissie ter wereld. De VN heeft ook veel geld gestoken in ontwikkelingsprojecten, evenals de VS, de EU en de Scandinavische landen. De beide burgeroorlogen tussen 1990 en 2003, die het land praktisch geruïneerd hebben, zijn nog aanwezig in de hoofden en harten van veel Liberianen, en de sporen zijn nog dagelijks zichtbaar in verwoeste gebouwen, slechte wegen en uiterst gebrekkige nutsvoorzieningen. De warlord/ex-president Charles Taylor is in Den Haag door het Sierra Leone tribunaal veroordeeld tot 50 jaar cel, die hij in Engeland uitzit. Ellen Johnson Sirleaf, president vanaf 2006, is het eerste, direct gekozen, vrouwelijk staatshoofd van Afrika, die opgevolgd zal worden door hoogstwaarschijnlijk een man. Een van de kanshebbers is oud-wereldvoetballer George Weah, zijn running mate is de ex van Charles Taylor. De vrede wordt alom als fragiel beschouwd. Afrika heeft een ruime ervaring met turbulent verlopende verkiezingen. En dan is er nog de wereldpolitiek. Liberia ligt weliswaar in Sub-Sahara Afrika, maar de eerste bootvluchtelingen uit Liberia zijn al gesignaleerd aan de Middellandse Zeekust, de fundamentalistische Islam rukt op in het noordelijke deel van Sub-Sahara en China roert zich stevig in Liberia.


Waarnemersmissies

Dit alles bij elkaar leidt ertoe dat in het Amerikaanse Congres, in de Veiligheidsraad van de VN en in allerlei internationale media aandacht is voor deze verkiezingen, waarvan iedereen hoopt dat ze vreedzaam zullen verlopen. Maar dat niet alleen. Ze moeten ook politici opleveren die de interne vrede weten te bewaren, de corruptie uitroeien en de massa van de Liberianen beter onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting bieden. Want daarin heeft de regering Johnson-Sirleaf twaalf jaar lang hopeloos gefaald.
Naast de internationale verkiezingswaarnemersmissie van NDI waar ik deel van uit maak, zijn er ook waarnemersmissies van de Europese Unie, de Amerikaanse ambassade, de Afrikaanse Unie, ECOWAS (een samenwerkingsverband van West-Afrikaanse landen) en het Carter Center. Zij hebben Long Term Observers, zoals ik, die een paar maanden in het land zijn om alle voorbereidingen van de nationale kiesraad, de politieke partijen, de kandidaten, media en burgergroepen te volgen. Daarnaast sturen zij op de verkiezingsdag (10 oktober) bij elkaar een paar honderd Short Term Observers het land in die in stembureaus de gang van zaken observeren. Verder zijn er twee coalities van Liberiaanse burgergroepen die samen zo’n 3000 lokale waarnemers hebben.

Een kandidaat wijst op het stembiljet waar zijn naam staat, zodat
dorpsbewoners weten  waar ze een kruisje moeten zetten
Partij-agenten

Tenslotte zullen talrijke ‘partij-agenten’ de stemlokalen bevolken, want iedere kandidaat wil er zeker van zijn dat er niet met de uitslag wordt gesjoemeld. Voor zover hij of zij dat kan betalen, want die agenten doen het niet voor niets. De grote partijen die meedingen naar het presidentschap zullen in ieder stemlokaal aanwezig zijn. De grootste oppositiepartij, de Coalition for Democratic Change van George Weah, heeft al verklaard de overwinning te zullen uitroepen op de avond van de verkiezingen, als al hun partij-agenten met een telefoontje naar het partijkantoor de uitslag van hun stembureau hebben doorgebeld. Een typisch staaltje van politieke powerplay, waar andere partijen en de nationale kiesraad tegen hebben geprotesteerd. Het is de retoriek van de zelfverzekerdheid te zullen winnen, en als dat niet gebeurt, van fraude te spreken. Wat dat betreft ging Donald Trump hen voor, die voor de verkiezingen zei de uitslag te zullen accepteren ‘if I win’.

Vrouw kijkt op de lijst van stembureauleden om te weten of ze geselecteerd is.
Aanbevelingen

Die internationale waarnemersmissies geven ook verklaringen uit over hun bevindingen. Sommigen doen dat al voor de verkiezingen op grond van de observaties van hun Long Term Observers, zoals NDI en het Carter Center. In zo’n verklaring worden allerlei aanbevelingen gedaan aan de kiesraad, de politieke partijen, de media, de politie en andere stekhouders die ertoe moeten leiden dat de verkiezingen vrij, eerlijk en geloofwaardig verlopen. Zoals zero tolerance voor geweld, het tijdig trainen van stembureau leden en, waar het de media betreft, een duidelijk, herkenbaar onderscheid tussen redactionele artikelen en door de partijen betaalde mooie verhalen.
Na de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, die er zeker zal komen, worden definitieve verklaringen door de waarnemersmissies uitgegeven. Daarin zullen de bevindingen over het verloop van de campagne en de verkiezingsdag zelf aan de orde komen, alsmede wederom aanbevelingen hoe de volgende keer de zaken nog beter aangepakt kunnen worden. Dit mag allemaal nogal belerend overkomen, maar bedacht moet worden dat een land als Liberia zichzelf heeft gecommitteerd via eigen wetgeving en internationale verdragen aan een democratisch verkiezingsproces. De waarnemers zijn er dan ook op uitnodiging van de Liberiaanse regering om op deze wijze hieraan bij te dragen. Natuurlijk kan niet ontkend worden dat Liberia, dat sterk afhankelijk is van internationale hulp, weinig ruimte heeft om waarnemersmissies te weigeren. Maar mijn ervaring na talloze gesprekken met kandidaten, parlementsleden, stembureauvoorzitters, journalisten, ambtenaren van de kiesraad en ‘gewone’ Liberianen is dat die internationale betrokkenheid enorm wordt gewaardeerd.


Jullie stemmen met een potlood!

Bovendien snijdt het mes aan twee kanten. Sinds een aantal jaren moet een kiezer zich in Nederland legitimeren, en is het stemmen bij volmacht beperkt tot twee volmacht stemmen. Dit komt omdat Eerste- en Tweede Kamerleden die waarnemer waren, zoals ik, in de schizofrene situatie kwamen als waarnemer iets te moeten bepleiten, zoals identificatieplicht, wat in eigen land ontbrak. Dat leidde tot verandering van de kieswet in Nederland. 
Zo zal ik niet licht vergeten dat ik als leider van de waarnemersmissie van de Raad van Europa om de tafel zat met de toenmalige president van Armenië, Robert Kotsjarian, en met hem waarborgen besprak om fraude bij het tellen van de stemmen te voorkomen. ‘Platvoet’, zei hij, ‘jij komt toch uit Nederland? Daar kan bij het tellen ieder kruisje uitgegomd worden en achter een andere naam worden gezet. Jullie stemmen met een potlood!‘

zondag 17 september 2017

Laat het sneeuwen in Liberia

Iedere provincie in Liberia is opgedeeld in kiesdistricten. Zo’n district levert een parlementslid, die gekozen wordt in één ronde. Er zijn districten waar in 2011 de ‘volksvertegenwoordiger’ met 12% van de stemmen is gekozen, omdat er wel 20 kandidaten waren. Wat dat met democratie te maken heeft, begrijp ik nog steeds niet.
Provincies met veel bewoners hebben meer kiesdistricten dan dunbevolkte provincies, maar een proportionele verhouding is ver te zoeken. Zo heeft Montserrado, waarin de hoofdstad Monrovia ligt, 17 kiesdistricten met ruim 777.000 geregistreerde kiezers, dus gemiddeld zo’n 45.000 kiezers per district. In Bomi zijn er ruim 61.000 kiezers geregistreerd in de drie districten. Dat is ruim 20.000 kiezers per district.  Wat dat met democratie te maken heeft, begrijp ik nog steeds niet.

Edwin Snowe
Twee domicilies

In district 1 van Bomi strijden 6 kandidaten om de zetel. Een van hen is Edwin Snowe, die sinds 2005 in het Huis van Afgevaardigden zit voor een kiesdistrict uit Monrovia. Hij heeft echter een plantage in Bomi met een huis, en voldeed aan de voorwaarde die de kieswet stelt dat je als kandidaat één jaar voor de verkiezingen in het betreffende kiesdistrict moet wonen. Maar moet een eenmaal gekozen kandidaat niet in zijn of haar kiesdistrict blijven wonen? En kun je dus als zittend kamerlid wel meedoen aan verkiezingen in een ander district? Over deze kwestie is veel te doen geweest. (Zie ook mijn blog van 8 augustus.) Het kamerlid dat nu district 1 in Bomi vertegenwoordigt, en zijn zetel verdedigt, was ‘not amused’ en maakte bezwaar bij de nationale kiesraad, evenals eens senator van Bomi. Hun argument was: een volksvertegenwoordiger moet ‘domicilie’ hebben in het district dat hem heeft gekozen. En aangezien je niet in twee districten tegelijk ‘domicilie’ kunt hebben, was de registratie van Snowe in Bomi ongeldig. De kiescommissie gaf hen geen gelijk. Beiden gingen in beroep bij de Hoge Raad. Ook daar werd hun beroep afgewezen met het simpele argument dat geen wet in Liberia voorschrijft dat een gekozen volksvertegenwoordiger domicilie in zijn kiesdistrict moet hebben.

Triomfator

Snowe kan dus meedingen naar die zetel in Bomi. Nu is Snowe geen gemiddelde kandidaat. Hij is rijk, en wordt gezien als gezaghebbend in de regerende Unity Party. Velen zien hem als een toekomstige presidentskandidaat. Hij was al volop campagne aan het voeren in Bomi, terwijl zijn kandidatuur werd betwist. Tubmanburg, de hoofdstad van Bomi, hing vol met affiches, zijn goed geoutilleerde partijkantoor is in de hoofdstraat en hij heeft een eigen radiostation, Radio Pumah, dat een gloednieuw kantoor op zijn farm heeft.


De overwinning van Snowe werd afgelopen zondag groots gevierd in Tubmanburg. Het halve kiesdistrict was uitgelopen om hem als een triomfator binnen te halen. De schattingen lopen, zoals altijd, fors uiteen van vele honderden tot 10.000 mensen. Voor de politie waren het ‘too many to handle’. Er was een gospelkoor en een pastoor en een imam hielden een preek.

Levende kip

De volgende dag togen wij naar zijn farm. Er waren zeker honderd mensen rondom zijn huis, die geduldig wachtten tot hij even tijd voor ze had. Sommigen hadden een geschenk bij zich, zoals een levende kip in een dichtgebonden plastic zak. De kip vond dat niet fijn en ging er bijna met zak en al vandoor. Hij liet zich niet zien, maar ’s middags spraken we hem in het ‘West End Restaurant’ in Tubmanburg. Hij verdedigde zich uitgebreid voor zijn overstap. Hij was vorig jaar door duizenden kiezers uit Bomi met een petitie gevraagd om zich kandidaat te stellen. Daarna overlegde hij met allerlei mensen uit zijn kiesdistrict in Monrovia en kreeg het groene licht van zijn partij. Als hij nou door zijn kiezers in Monrovia was gevraagd om te blijven, had hij dat zeker overwogen. Maar dat is niet gebeurd. (Hij behaalde overigens wel een verbazingwekkende 51% in 2011.) En hij somde uitgebreid al het goede op dat hij deed voor de ontwikkeling van Bomi: schoolgeld betalen voor studenten, een generator voor de moskee, werkverschaffing op zijn palmolieplantage. Snowe is inderdaad vrijgevig. Ik herinnerde hem eraan dat ik met verbazing had aanschouwd, toen NDI in 2014 een workshop organiseerde voor parlementariërs over de staatsbegroting, hoe hij zijn 72 collega’s een iPad cadeau deed. Zij hieven de slogan ‘Let it Snowe’ aan, wat nu zijn verkiezingsleuze is.


 Charles Taylor

Snowe maakte als jongeman deel uit van de entourage van Charles Taylor in het begin van de jaren ’90 en was getrouwd met een dochter van deze warlord/president, die nu een straf van 50 jaar uitzit in een Engelse gevangenis. De ex-vrouw van Taylor (niet de moeder van Snowe’s  ex-vrouw) is nu de vicepresident kandidaat voor de oppositionele Coalition for Democratic Change, met ex-wereldvoetballer George Weah als presidentskandidaat. Door velen wordt de hand van Charles Taylor achter deze coalitie gezien, wat o.a. door de Unity Party van Snowe heftig is bekritiseerd. Hij was het daar mee eens en zou het een ramp vinden als Charles Taylor weer achter de schermen invloed zou kunnen uitoefenen. Hij zei bezig te zijn met schrijven van een boek  over zijn tijd met Taylor.

Overigens: Snowe staat op de lijst van ‘individuals responsible for committing economic crimes’ van de Truth and Reconciliation Commission die na de burgeroorlog aan de slag ging om alle begane wandaden in kaart te brengen. Hij werd, met vele anderen, aanbevolen om vervolgd te worden. Wat nooit gebeurde. Ik ben benieuwd naar dat boek.
(De website van de Truth and Reconciliation Commission schijnt uit de lucht te te zijn, maar het rapport is hier te vinden.)