Posts tonen met het label Parlement. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Parlement. Alle posts tonen

zaterdag 18 juni 2022

Verkiezingskoorts neemt toe in Liberia

Ik ben weer terug in Liberia om bij te dragen aan NDI’s programma dat luistert naar de fraaie naam ’Fostering Citizen-Responsive Policies and Legislative Processes’. Oftwel het stimuleren (want dat is het meer dan fostering > koesteren) van een open en productieve relatie tussen parlementariërs en burgers. En dat betekent dat NDI burgergroepen traint hoe ze op een effectieve manier parlementariërs kunnen benaderen en beïnvloeden en begrijpen hoe parlementaire structuren en mores werken. En ‘aan de andere kant’ parlementariërs probeert bij te brengen dat het nuttig voor hen én de democratie is als zij open staan voor deze stemmen van onderop en in hun werk daartoe ook openingen biedt.



NDI heeft het afgelopen jaar al het nodige georganiseerd om burgergroepen en politici bij elkaar te brengen. Mijn inbreng is er deze weken vooral opgericht dat parlementariërs zich een werkwijze gaan eigen maken die ervoor zorgt dat het geluid van de straat ook wordt gehoord – én er iets mee gedaan wordt. Dat kan op vele manieren. Allereerst is het zonneklaar voor iedereen in Liberia wat de grootste, met elkaar samenhangende problemen zijn: de armoe, de slecht functionerende gezondheidszorg, het haperende onderwijs, de werkloosheid, falend economisch beleid waardoor de vele grondstoffen voor een appel en ei door multinationals het land worden uitgevoerd enz. Elke fractie zou haar inspanningen, haar strategie en werkwijze moeten laten leiden door de vastberaden wil om deze problemen aan te pakken. Dat gebeurt nu veel te weinig. De oppositie is er vooral op gebrand de regerende partij pootje te lichten – en andersom.

Verder zouden partijen veel actiever moeten zijn om het parlement ‘opener’ te laten functioneren door middel van publieke hoorzittingen, ‘fact finding missions’ die het land in gaan, tijdig de agenda, voorstellen en besluiten te publiceren enz.  

Nu krijgen veel parlementen in de wereld -vaak terechte- kritiek, ook in Nederland. Maar de aard én oorzaak van de problemen waar Liberia mee te maken heeft verschillen van dag tot nacht met die van bijvoorbeeld Nederland.


Weah onder vuur


Volgend jaar zijn er weer presidents- en parlementsverkiezingen. En deze werpen hun schaduw al ver vooruit. De zittende president George Weah, leider van de Coalition for Democratic Change (CDC), zal ongetwijfeld een tweede termijn willen. Als je op de cijfers afgaat heeft zijn tot nu toe 4,5-jarige regeerperiode weinig vooruitgang gebracht. En niet alleen de cijfers vertellen dat. De situatie op straat, in de sloppenwijken en op de markten laten dat zien. De verklaringen zijn velerlei. Natuurlijk, ook Covid heeft hier gewoed en de internationale gevolgen van de Russofascistische inval in Oekraïne laten zich ook in Liberia gelden. Hoge inflatie en dus hoge prijzen. Dat neemt niet weg dat Weah, die niet bekend staat als een sterk en visionair politicus, de corruptie niet aanpakt, de wonden van de burgeroorlog laat dooretteren en zijn op zich goed ontvangen Pro-Poor Agenda laat versloffen.


George Weah (rechts) op campagne in 2017

Weah richt zich nu vooral op ‘window-dressing’ projecten zoals de aanleg van enkele ’s avonds felverlichte sportparken en het verbreden van een van de weinige, geasfalteerde wegen in het land. Hij omringt zich met ministers en adviseurs die, evenals hijzelf trouwens, regelmatig onder vuur liggen vanwege corruptie en wanbeleid.

Nu heeft Liberia een rijke traditie van forse beschuldigingen die over en weer heenvliegen in het politieke spectrum, daarbij geholpen door een verrassend vrije pers, zonder dat hier ooit enig vervolg aan wordt gegeven. Zo kwam de minister van financiën begin juni onder vuur te liggen, omdat hij $25 miljoen uit het wegenfonds had gehaald om de lonen van ambtenaren te kunnen betalen. Dat daarbij geld in de verkeerde zakken was verdwenen was een van de -tot nu toe- onbewezen beschuldigingen die de ronde deden.


FrontPage Africa, 1 juni 2022

President Weah ligt ook onder vuur. Hanson Kiazolu, de fractievoorzitter van de Unity Party (UP), de grootste oppositiepartij, bekritiseert in een lang interview in FrontPage Africa het wanbeleid van de regering, dat volgens hem niets heeft gedaan tegen de grote armoede waaronder de grote meerderheid van de Liberianen gebukt gaat.

Ex-senator Sando Johnson, een van de trouwe dienaren van dictator/oorlogsmisdadiger Charles Taylor, steunde in 2017 met zijn National Patriotic Party (NPP) in de verkiezingen Weah. De NPP maakt deel uit van de regerende coalitie en partijleider Jewel Howard-Taylor, de ex van Charles, is vicepresident. Nu roept Johnson de kiezers op om van George Weah een One-Term President te maken. Johnson is dan ook verhuisd naar de oppositionele All Liberian Party (ALP), de partij van Benoni Urey, een van de rijkste mensen van Liberia, en ook een bondgenoot van Charles Taylor in de jaren 1990.


Samenwerkende oppositie


Na de overwinning van George Weah en zijn CDC in 2017 sloegen vier oppositiepartijen de handen ineen en vormden een coalitie, de Collaborating Political Parties (CPP). Behalve de hierboven genoemde UP en ALP maakten ook de Liberty Party (LP) en het Alternative National Congress (ANC) deel uit van deze oppositionele coalitie.

Deze CPP had een tijd de wind mee. Bij de tussentijdse senaatsverkiezingen in december 2020 won ze elf van de vijftien zetels die op het spel stonden. Euforie alom bij de oppositie. Vrij zelfverzekerd werd verkondigd dat dit goede resultaat ook zou worden gehaald bij de verkiezingen in 2023. De huid werd al bijna verkocht voordat de beer was geschoten. De beer bleek echter in de CPP te zitten.  Het was nl. niet duidelijk wie de presidentskandidaat van de CPP voor de verkiezingen in 2023 zou worden. Er bleken twee belangstellenden te zijn.

De leider van de UP, verreweg de grootste partij van de CPP, was - en is nog steeds - de 77-jarige Joseph Boakai, die onder de twaalf presidentsjaren van Ellen Johnson-Sirleaf (2006-2018) haar vice-president was. De Amerikaanse politieke veteraan Joe Biden in gedachte, wil Boakai, die in 2017 van Weah in de tweede ronde verloor, in 2023 het nog eens proberen president te worden.


Alexander Cummings

Echter, de leider van het ANC, de 65-jarige Alexander Cummings, heeft dezelfde ambitie. Cummings behaalde in 2017 7,21% van de stemmen. Niet onverdienstelijk voor een nieuwkomer in de Liberiaanse politiek. Cummings had tussen 1997 en 2016 hoge functies in de Afrikaanse tak van Coca-Cola en woonde in die periode in Nigeria. Tijdens de verkiezingscampagne in 2017 voerde hij als enige een zeer inhoudelijke campagne, wat door velen, met name buitenlandse waarnemers, zeer werd gewaardeerd.


Gespleten oppositie


De strijd tussen Boakai en Cummings over wie nu de partijleider -en dus de presidentskandidaat-  zou worden, werd het laatste jaar uitgevochten met over en weer beschuldigingen, al dan niet vervalste CCP-documenten en zelfs twee rechtszaken. De kwestie werd nog gecompliceerder toen de Liberty Party in twee fracties uiteenviel. De ene fractie steunde Cummings en de andere steunde Boakai, die overigens ook door ALP werd -en wordt- gesteund.

De ene rechtszaak spitste zich toe op de kandidaatstelling voor de tussentijdse verkiezing van een Senaatszetel in de provincie Lofa, die op 28 juni a.s. plaatsvindt. Omdat de CCP in twee delen was uiteengevallen werd betwist door de Cummingsgezinden dat de UP met een eigen kandidaat zou kunnen komen. De National Elections Committee, volgens Boakai een door de CDC gecontroleerde club, volgde deze zienswijze. Maar in een rechtszaak die de UP daarna aanspande, werd het oordeel van de NEC vernietigd. De UP kan dus een kandidaat in Lofa leveren, wat overigens een stronghold van Boakai is; hij is daar geboren.

Meteen daarna stopte het openbaar ministerie met de procedure om Cummings te vervolgen, vanwege malversaties die hij zou hebben gepleegd met partijdocumenten. Deze procedure had vijf maanden geduurd, met weinig voortgang, maar bleef wel als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangen. Ook hierbij werd de CDC ervan beschuldigd op de achtergrond een kwalijke rol te spelen. Het uitschakelen van zowel Boakai als van Cummings zou Weah immers een steun in de rug geven om in 2023 te zegevieren. Cummings had voor zijn verdediging befaamde advocaten ingeschakeld, waaronder Cherie Blair, de vrouw van de Britse ex-premier Sir Tony Blair. Zij beweerde in een pleitnota dat de vervolging van een prominente opponent van Weah een rol speelde in deze zaak.


Cherie Blair


Publiciteitsgevoelig


Cummings voelt zich bevrijd en kon het niet nalaten zijn triomf publiciteitsgevoelig te vieren door een ontmoeting met een oude vriend: de voormalige president van Nigeria Olusegun Obasanjo, die hij tijdens zijn Coca-Cola tijd in Nigeria goed heeft leren kennen. Obasanjo had woorden te kort om Cummings te prijzen als de toekomstige president van Liberia. Hij dichtte hem een grote reputatie in het internationale bedrijfsleven toe. ‘Liberia zal ongetwijfeld profiteren van buitenlandse investeringen, het scheppen van banen en het verhogen van de levensstandaard van de Liberiaanse bevolking’ zo parafraseerde FrontPage Afrika de voormalige Nigeriaanse president over zijn vriend Cummings die hij verzekerde van zijn voortdurende vriendschap en steun.

Ik ben benieuwd welke Afrikaanse staatshoofden Boakai en Weah uit de hoge hoed gaan toveren.


OlusegunObasanjo


zondag 2 februari 2020

Gaat het asfalt president Weah redden?

President Weah heeft afgelopen maandag zijn Annual Message aan het parlement meegedeeld. Zeg maar de troonrede, waarin hij de plannen van dit jaar uiteenzet en af en toe terugkijkt. Taaie kost, 24 pagina’s van papier voorgelezen, zonder enig swing, vibe of kwinkslag.
Opmerkelijk, niet zozeer vanwege de inhoud, maar vanwege het protocol, was het begin. Zoals gebruikelijk begroet hij alle aanwezigen door hun functies te noemen. Een rij van maar liefst negentien titels (parlementariërs, rechters, stamhoofden enz.) passeert de revue, waar hij zeker vijf minuten mee bezig is. Maar hij begint met Madam Clar Marie Weah, First Lady of the Republic of Liberia. De enige naam die valt. Zijn vrouw dus! Een dame zonder enige politieke of bestuurlijke betekenis, die hij elke dag aan de keukentafel ziet.
Minstens zo opmerkelijk was het slot. Deze keer wel vanwege de inhoud. Hij neemt namelijk zijn hoed van president af en zet zijn CDC-pet op: die van leider van de Coalition for Democratic Change. En speekt direct het volk – of eigenlijk zijn kiezers- toe:
I would now like to break with tradition, and speak directly to the Liberian people. (…)
My fellow Liberians, it has been just over twenty-four months since you voted me and the
Coalition for Democratic Change into office. Before that resounding victory, we were all out
there together in the political wilderness, struggling for social justice, and for improvement in our economic conditions, improvement in our lives and livelihoods, and hoping for a brighter future for ourselves and our children.
Hij houdt een minuut of acht een post-verkiezingstoespraak. Hij biedt zijn verontschuldigingen aan dat het allemaal anders loopt dan gedacht, hij toont begrip voor het ongeduld en belooft dat het allemaal beter zal gaan. Daarna maakt hij diepe kniebuigingen voor de internationale gemeenschap: during the first trimester of my tenure, they have worked closely with my Administration, and have been convinced of our sincerity and determination to provide a better life for the Liberian people, and have accordingly responded in a positive manner.

George Weah
Toffe peer

Als argeloze buitenstaander zou je zeggen: toffe peer. Hij houdt van zijn vrouw en gaat door het stof vanwege de vele verkiezingsbeloften die niet zijn gerealiseerd. Beide zie ik Rutte niet zo gauw doen. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Liberia verkeert economisch, politiek, en sociaal in een diepe crisis. En Weah weet tot nu toe daar geen enkel begin van een oplossing voor te vinden. Lange tijd dacht ik, die man zelf deugt wel, maar hij is omringd door nogal wat slechteriken, die corrupt zijn en in de Taylor-tijd al aan de verkeerde touwtjes trokken. Wat altijd al werd gezegd lijkt uit te komen: een wereldvoetballer, maar van goed bestuur geen kaas gegeten. Talloze geruchten doen de ronde over zelfverrijking van zijn entourage, inclusief hemzelf. Het is lastig in dit zo geruchtenrijke land de kern van waarheid te vinden.
Weah kreeg toen hij begin 2018 aantrad een land te besturen met diepe, niet gedichte sporen van een dertien jaar durende burgeroorlog, met een ongekende ebolacrisis achter de kiezen, met een economisch beleid van zijn voorganger, Ellen Johnson-Sirleaf, die er in twaalf jaar niet in slaagde enige betekenisvolle verbetering aan te brengen in het leven van de grote, arme massa. De corruptie is nog steeds ongekend hoog -en onbestraft-, de staatskas is bijna leeg, en in 2019 zijn de totale inkomsten van de staat opnieuw gedaald. Deze keer met $35 miljoen. De totale inkomsten bedroegen $445 miljoen. Even in perspectief: de Nederlandse staat heeft met 4x zoveel inwoners 5000x zoveel inkomsten. Over arm en rijk gesproken.

(En toch is Liberia geen arm land, zoals ik al vaak in dit blog heb gescheven. Het is rijk aan grondstoffen (ijzer, hout, palmolie, rubber, cacao) maar de politieke elite geeft die liever voor een appel en een ei weg met langdurige concessies aan buitenlandse ondernemingen (snel geld cashen) in plaats van het geduldig een economische structuur op te bouwen en Liberianen te scholen met behulp van concessies die tijdelijk zijn en ontwikkeling garanderen.)

De verjaardag van Charles Taylor werd gevierd

Politiek gezien gaat het ook niet lekker, om het maar zachtjes uit te drukken. Een van de coalitiepartijen is de National Patriotic Party (NPP) van ex-president/warlord Charles Taylor, die in Engeland een straf van vijftig jaar uitzit. Zijn ex-vrouw Jewel Howard-Taylor, die veelzeggend altijd zijn naam is blijven gebruiken, is partijleider en vice-president. De laatste weken waren er toenemende geruchten -en in een interview gaf ze dat ook toe- dat er aan haar stoelpoten was gezaagd door mensen uit de entourage van Weah. Haar partij roert zich de laatste weken stevig. Partijvoorzitter Cyril Allen, die dat al was ten tijde van Taylor, hield op 28 januari een toespraak in het NPP-kantoor ter viering van de 72ste verjaardag van Charles Taylor. Hij waarschuwde zijn coalitiegenoten Jewel Howard-Taylor te respecteren en voegde daar, toch wat dreigend, zonder bewijsmateriaal, aan toe dat de NPP ‘the most politically broad-based party in the country’ is.

Jewel Howard-Taylor is weer 'taking control' (graphic: Frontpage Africa)
Pro Poor Agenda

In zijn Annual Message moest Weah natuurlijk wel aandacht besteden aan de Pro Poor Agenda for Prosperity and Development (PADP). Dit is de vertaling van zijn belofte aan de kiezers dat hij een president van de armen zal zijn. Het is een nauwelijks verkrijgbaar boekwerkje, dat wel online staat, waarin hij zijn plannen ontvouwt. Ik heb daar al eerder een blog aan gewijd.
Opmerkelijk is dat hij in zijn Annual Message uitsluitend over de aanleg van wegen rept. Dat is weliswaar een van de onderwerpen in de PADP, naast gezondheidszorg, onderwijs, goed bestuur en het aanjagen van de economie. Maar daar besteedt hij nauwelijks aandacht aan. De bestrijding van corruptie komt alleen met enkele plichtmatigheden aan de orde.
Zonder enige onderbouwing wordt aangenomen dat het asfalteren van de bestaande ‘hoofd’zandwegen het volk welvaart zal brengen. Maar liefst twintig projecten worden benoemd, in het binnenland, maar ook in de hoofdstad Monrovia. Uiteraard zijn wegen belangrijk om mensen en goederen efficiënt te vervoeren. Maar dan moet er wel een economische ontwikkeling komen, al is het maar een eerste begin, die een productie genereert die de behoefte van het dorp overstijgt. Want dat is de grote makke van Liberia: zowel de maakíndustrie (meubels bijvoorbeeld) als de landbouw produceren alleen op traditionele wijze op kleine schaal voor de lokale behoefte. Er is ook nooit serieus onderzocht wat de twee goed geasfalteerde wegen (Monrovia-Ganta en Monrovia-Buchanan), die er een jaar of vijf liggen,  nu aan economische spin-off hebben opgeleverd. Hoewel, dat onderzoek is eigenlijk niet nodig, want het antwoord is duidelijk: niets. Van die economische zones die door een of ander adviesbureau waren voorgespiegeld, asfaltwegen omlijst door bedrijvigheid, is niets terecht gekomen.
Maar die wegen zullen niet allemaal gerealiseerd worden. Daar zijn namelijk tientallen miljoenen dollars voor nodig die door internationale donors opgehoest moeten worden. Dat dit niet automatisch zal gebeuren is ook Weah duidelijk. Deze week berichtte Frontpage Africa dat de consultancy KRL International voor een jaar in de armen is gesloten om voor het realiseren van de PAPD (voorlopig dus asfalt) sponsors en investeerders te vinden. Ditzelfde Amerikaanse bureau (missie: Boutique consulting with a global reach) adviseerde ook de vorige, door de CDC fel bekritiseerde, president Johnson-Sirleaf bij haar geslaagde pogingen om internationale schulden kwijtgescholden te krijgen. Ook hier gaan de kosten voor de baat uit. Volgens FrontPage Afrika kosten de topconsultants van dit Amerikaanse bedrijf zo’n zo’n $25.000 per maand. 


Oppositie kritisch en sterker in het parlement

De oppositiepartijen, die ook een coalitie hebben gevormd (Collaborating Political Parties, CCP), waren uiterst kritisch. Hun woordvoerder, Alexanders Cummings, bekritiseerde Weah dat noch voor de korte noch voor de langere termijn zijn voorstellen enig soelaas bieden om het land vooruit te helpen. Hij schetste een somber, maar terecht beeld: ‘Our economy is in terrible shape. Prices on goods and services, from rice to transportation are increasing daily. Unemployment, particularly youth unemployment continues to increase. Teachers, nurses, doctors and civil servants are not being paid on time. Liberians have to stand in long queues at banks to withdraw Liberian Dollars like we are a bankrupt country and now we are in longer queues to get petroleum products due to shortage on our market. The crime rate, to include incidence of rape, armed robbery, etc has increased’.
In deze coalitie zijn drie partijen vertegenwoordigd: het Alternative National Congress (ANC), van Cummings, de All Liberian Party (ALP), de Liberty Party (LP) en de Unity Party (UP). Maar ook deze coalitie zal erg zijn best moeten doen om bij kiezers vertrouwen te winnen. De UP was tussen 2006 en 2018 de slecht presterende regeringspartij van president Johnson-Sirleaf. De ALP wordt geleid door Benoni Urey, ooit, zoals zovelen, een bondgenoot van Charles Taylor. De LP heeft sinds kort een nieuwe, vrouwelijke aanvoerder, senator Nyonblee Kargar-Lawrence. En de ANC wordt geleid door Cummings, de man die bij de presidentsverkiezingen, waar hij 7,2% scoorde, voor velen de meest verstandige indruk maakte.
Deze oppositiecoalitie heeft in het Huis van Afgevaardigden 27 zetels, 6 meer dan de CDC (van de in totaal 73). De agenda van Weah heeft dus bij lange na geen meerderheid in het Huis. Datzelfde geldt in nog meerdere mate voor de Senaat, waar Weah met zijn CDC 9 zetels heeft en de oppositiecoalitie 14 (van de 30). Nu is partijtrouw niet diepgeworteld in Liberia. Parlementariërs stappen makkelijk over naar een andere partij, en elke president in Liberia heeft er een handje van om met geld stemmen te kopen. Of de coalitie dus eensgezind haar parlementaire macht zal gebruiken om haar kritische woorden om te zetten in politieke daden is afwachten
In oktober zijn 15 van de Senaatzetels in handen van de kiezers. (Elk van de 15 provincies levert 2 senatoren, 1 zetel per provincie staat in oktober op het stembiljet.) De CDC verloor vorig jaar in augustus bij de tussentijdse verkiezing haar Senaatszetel in Montserrado, de provincie waar de hoofdstad Monrovia ligt, normaal gesproken een CDC-bolwerk. Het worden moeilijke tijden voor de vijftien CDC-kandidaten. Tenzij die 20 wegprojecten, die vrij keurig over het land zijn verdeeld, de kiezers over de CDC-streep trekken.   

Aan de wegen moet wel iets gebeuren...


maandag 25 november 2019

Het vertrouwen in president George Weah slinkt


Ik ben weer terug in Liberia voor een bijdrage aan het programma van NDI dat beoogt de politieke partijen beter te laten functioneren. Dat NDI-programma richt zich vooral op de vijf grootste partijen, die ieder een eigen adviseur hebben. Ik ben een van hen. Eerst wordt er van iedere partij op grond van vele gesprekken met partijbestuur, parlementariërs, jeugdafdeling en vrouwengroep een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten, de kansen en bedreigingen. Op grond daarvan is samen met hen een ‘modernization plan’ opgesteld met een aantal actiepunten ter verbetering. Dan moet je denken aan een goede interne communicatie tussen de verschillende partijgeledingen, hoe zet je een goede ledenadministratie op, wat moet er gebeuren om er een democratische ledenpartij van te maken en, heel belangrijk, hoe zorg je ervoor dat het programma van een partij niet een serie loze, algemene beloften is, maar herkenbare, concrete veranderingen biedt, waar je je als partij na de verkiezingen ook aan houdt. Nu gelden dit soort punten voor veel partijen in veel landen. Zo moet er bijvoorbeeld in mijn eigen partij (GroenLinks) wel het een en ander veranderen om er een democratische ledenpartij van te maken. Maar in Liberia geldt voor de meeste partijen dat op alle vlakken stappen gezet moeten worden. Voor de partij die ik adviseer is zo’n ‘modernization plan’ ontwikkeld en aanvaard – en worden de eerste activiteiten nu ontplooid. Zoals bijv. het opstellen van een reglement van de parlementaire fractie, die nu als los zand aan elkaar hangt, en het ontwikkelen van een activiteitenplan voor de fractie voor 2020: welke belangrijke onderwerpen (werkloosheid? gezondheidszorg? onderwijs? corruptie?) moeten er met parlementaire initiatieven worden aangepakt. Het is mooi en nuttig om op deze wijze bij te dragen aan de versterking van de democratie in een land als Liberia, al gaat het met vallen en opstaan, met een stap vooruit en soms twee stappen terug. Maar daarin is dit land niet uniek. Vraag maar aan Rutte. Echter, de problemen zijn wel onvergelijkbaar met die van Nederland. Om een voorbeeld te noemen. Waar het in Nederland gaat om hogere salarissen van leerkrachten in het basisonderwijs, gaat het in Liberia om boeken in de klas, leraren die het vak beheersen (én zelf kunnen lezen en rekenen) en het uitbannen van seks of geld voor een hoger cijfer.

De auto's van de voormalige presidenten (v.l.n.r.) Doe, Taylor en Tubman
tentoongesteld achter het Nationaal Museum in Liberia
Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development

De politieke situatie is fragiel. President George Weah is weliswaar met een fors kiezersmandaat in 2017 (ruim 61,5% van de stemmen) gekozen voor een periode van 6 jaar, maar zijn partij, de Coalition of Democratic Change (CDC) heeft noch in het Huis (Tweede Kamer), noch in de senaat de meerderheid. Weah, die niet bekend staat als een krachtig bestuurder, heeft een aantal mensen om zich heen benoemd (ministers, adviseurs, voorzitters van overheidsinstanties), vaak meer ingegeven door politieke motieven dan dat ze er iets van kunnen bakken. En het grootste probleem is dat hij niet kan waarmaken wat hij voor de verkiezingen heeft beloofd. Nu is dat niet verwonderlijk. Het overheidsbudget is zeer bescheiden ($511 miljoen, begrotingsjaar 2019-2020), belastingen in een land met massale werkloosheid en een negatieve handelsbalans brengen weinig geld in de schatkist. De inflatie is hoog: toen ik in 2012 arriveerde was de waarde van de Amerikaanse dollar 75 Liberties (de Liberiaanse dollar) en nu is die 194. Weah heeft een zeer ambitieuze Pro-Poor Agenda for Prosperity and Development  (PPAD) gepresenteerd die zich uitstrekt tot 2023, inclusief financiering ($3,5 miljard over 5 jaar) . Dat is op zich prima, maar voor 2019-2020 is er $548 miljoen nodig die praktisch geheel door de internationale gemeenschap zou moeten worden opgebracht. In de meerjarenraming daalt die internationale hulp tot 462 miljoen in 2022/2023 en stijgt de belastingopbrengst van 430 naar 560 miljoen. Tegelijkertijd stijgt het te begrote tekort van de PPAD van $116 miljoen dit jaar tot $264 miljoen in 2022/2023. Je hoeft geen econoom te zijn (dat ben ik niet, al was mijn bijvak op de UvA Het Kapitaal van ene K. Marx) om te begrijpen dat een ambitieus plan dat op papier gedekt is door onzekere internationale hulp, stijgende belastingopbrengsten van een labiele, kleine economie én een toename van een (ongedekt) tekort, weinig kans van slagen heeft.
Dát is dan ook het grote risico dat deze regering met dit plan neemt, en de CDC haar daarin steunt, door veel te beloven, maar niet duidelijk te maken wat er allemaal nodig is over een periode van 5 jaar om dat te realiseren. De verwachtingen moeten dus getemperd worden en tegelijkertijd zou er ingezet moeten worden op enkele belangrijke onderwerpen waar zichtbaar resultaat kan worden geboekt én die een positief effect hebben op andere beleidsdoelen. Landbouw en onderwijs lijken mij die prioriteiten.

Het budget van de Pro-Poor Agenda per sector voor de jaren 2018/2019 - 2022/2023
Het vertrouwen slinkt

Het gevolg is dan ook dat het vertrouwen in Weah en zijn CDC slinkt. Dat bleek al bij de verkiezingen in juli van de vacant gekomen senaatszetel in Montserrado (de provincie waar de hoofdstad Monrovia in ligt). Dit is een bolwerk van de CDC, maar haar kandidaat behaalde 35%, terwijl de winnaar, Darius Dillon, de kandidaat van de samenwerkende oppositiepartijen, 56% scoorde. Deze Dillon voert al jarenlang op Facebook oppositie tegen Weah onder de vlag van The Darius Dillon Center For Intellectual Exchange. Zijn Facebook-groep telt ca. 196.000 leden.
Verleden week verscheen het 6de jaarrapport van de lokale NGO Naymote (Partners for Democratic Development) waarin de perceptie van de Liberianen wordt gemeten van de kwaliteit van de overheid. Vond in 2018 64% van de respondenten dat het in Liberia de verkeerde kant uitgaat, nu is dat % gestegen tot 83.
Afgelopen vrijdag demonstreerden de werknemers van het nationale waterleidingbedrijf. Ze hebben vijf maanden geen salaris ontvangen en 7 maanden geen reiskostenvergoeding.
De Council of Patriots, die al eerder op 7 juni (zie mijn blog van 17 mei) demonstreerde en een petitie aan de regering aanbood, heeft nu op 30 december een Weah Step Down protest aangekondigd. Echter de steun van de oppositiepartijen lijkt nu weg te vallen, omdat Weah volgens hen een legitiem gekozen president is die in zijn termijn moet waarmaken wat hij heeft beloofd. En zo is het.
Zelfs de EconomicFreedom Fighters of Liberia (EFFL), zichzelf noemend  ‘a radical and socialist political institution’, en een belangrijke kracht achter de 7 juni demonstratie volgens de meestal goed geïnfomeerde krant Front Page Africa, is tegen de demonstratie van 30 december. Hun verklaring: ‘We have witnessed the death of thousands in other African Countries trying to force out a president. Here are few countries to reference; Tunisia, Egypt, Libya, Sudan and etc. (…) The EFFL has been taught to break the chain of ‘Usual Job Seeking’, ‘Haunt for Quick Cash’ and ‘Power Struggle’ under the canopy of the suffering masses. (…) we Liberians are not prepared to experiencing such situation in the name of masses struggle.’



zondag 1 juli 2018

Weer terug in Liberia

Ik ben voor twee weken terug in Liberia. NDI heeft een meerjarig programma om politieke partijen te ondersteunen, teneinde slagvaardiger, democratischer en meer inhoudelijk, dan persoonsgericht, te functioneren. De focus is gericht op de grootste vijf partijen. Voor elk van die partijen is een coach aangezocht die op afroep beschikbaar is om die ondersteuning, samen met de lokale NDI-staf, vorm en inhoud te geven. Soms zal de coach naar Liberia afreizen, maar ook op afstand kan er geadviseerd worden.  Ik ben de coach van de Coalition for Democratic Change, de partij van de in december 2017 gekozen president George Weah. (Zie mijn blogs van juli 2017 tot januari 2018, toen ik als Long Term Observer van die verkiezingen in Liberia actief was.). 


Bewondering en weerstand

Het is altijd weer goed om terug in Liberia te zijn, het land -en de mensen- waar ik sinds 2012 mij steeds meer mee verbonden voel. President Weah, die sinds half januari aan de macht is, roept veel bewondering én weerstand op. In de kranten verschijnen artikelen van supporters die zijn eerste daden toejuichen, zoals een lening van 536 miljoen dollar bij een bank uit  Singapore om 830 km weg te asfalteren, als opmaat voor de broodnodige economische ontwikkeling. Verder heeft Weah 8 miljoen dollar uitgetrokken voor de bouw van 568 betaalbare woningen. Een opmerkelijk  -en toe te juichen-initiatief, want tot nu toe toonde de Liberiaanse politiek weinig interesse voor dit onderwerp. Daar staan dan weer critici tegenover die Weah ervan beschuldigen te veel mensen uit de kliek van de voormalige president Charles Taylor te benoemen, alsmede onduidelijke baantjes uit te delen aan partijgenoten.
Weah zei onmiddellijk na zijn verkiezing dat hij gezien wil worden als de president van de armen. Arm is het overgrote deel van de bevolking, dus de gewekte verwachtingen zijn torenhoog. Zijn partij deed vandaag (zaterdag 30 juni) een poging om althans in de PR-sfeer daar iets van in te lossen door een Pro-Poor Day te organiseren, waar Weah aanwezig was om ‘zijn mensen’ te ontmoeten, onder het genot van muziek, eten, drank en spelen.

Bezoekster van de Pro-Poor Day
Liberia en Leiden

Het is nog veel te vroeg om te oordelen over het presidentschap van Weah. Een van de ijkpunten is de staatsbegroting. En aangezien het begrotingsjaar van juli tot juni loopt, zou de onlangs ingediende begroting daar al iets over kunnen zeggen. Allereerst is het al een prestatie van formaat dat die begroting binnen de wettelijke termijn is ingediend én door het parlement is  aanvaard. Dat is iets wat de vorige president, Ellen Johnson-Sirleaf, jarenlang niet is gelukt. Dan die begroting zelf. Nadat het totaal aan uitgaven en inkomsten jarenlang is gedaald, is er nu sprake van een stijging van 536 miljoen naar 562 miljoen dollar. Om even de verhouding te schetsen: Leiden (123.000 inw.) heeft in 2018 ongeveer even veel geld te besteden (520 miljoen euro) als Liberia met 4,2 miljoen inwoners (de internationale hulp grotendeels niet meegerekend, waarover verderop meer).

De meter staat nog op nul.
Onkostenvergoedingen aangepakt

Het gaat te ver om hier uitgebreid op de ruim 600 blz. tellende begroting in te gaan, maar globaal gesproken vindt er een lichte verschuiving plaats van meer geld naar gezondheidszorg en onderwijs en minder naar met name het parlement. Weah lost daarmee wel een belofte in dat hij de vele, vaak buitensporige  onkostenvergoedingen voor parlementariërs (o.a. benzine, huisvesting, reiskosten) aan banden wil leggen. De totale uitgaven voor het parlement gaan omlaag van 49 miljoen naar 36 miljoen dollar. Het is overigens op dit moment voor mij onduidelijk of het parlement daarmee akkoord is gegaan, maar het signaal dat Weah heeft afgegeven is duidelijk.

Armoedebestrijding

De begeleidende beleidsbrief laat er geen twijfel over bestaan dat Weah armoedebestrijding en de aanpak van de wijdverspreide corruptie de hoogste prioriteit geeft. Onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en economische ontwikkeling zijn de sectoren die daarbij de meeste aandacht krijgen. Dat hij daarbij de internationale gemeenschap hard nodig heeft is ook duidelijk. Het bedrag dat dit begrotingsjaar aan internationale hulp binnen stroomt is 595 miljoen dollar (30% daarvan is een lening). De VS en Europa zijn daarin koplopers met ieder zo’n 130 miljoen dollar. Van dat totaal van 595 miljoen dollar maakt 51 miljoen onderdeel uit van de begroting. De rest van de internationale hulpgelden wordt buiten staatsbemoeienis om besteed.
Zijn supporters die ik vandaag sprak op de Pro-Poor Day lieten er geen twijfel over bestaan dat Weah in zijn missie zal slagen. Het zou een bijna bovenmenselijke prestatie zijn, die echter alle steun verdient.

zaterdag 23 september 2017

De zoon van een marktkoopvrouw for president

Het volgen van een verkiezingscampagne in Liberia is in vele opzichten een belevenis. Allereerst de zichtbaarheid. Het land is volgeplakt met affiches. Overal hangen ze: van de hoofdstad Monrovia tot in een gehucht aan een zanderige weg in het oerwoud. In alle soorten en maten, van enorme billboards tot A4-tjes. En vaak van meerdere partijen tegelijk op de lemen muur van een huis of op een golfplaten schutting. Het persoonlijke is in Liberia méér dan politiek. Het portret van de kandidaat springt eruit. Bij de presidentskandidaten staat ook de metgezel voor het vicepresidentschap meestal prominent afgebeeld. De tribale herkomst speelt een belangrijke rol. De meeste kandidaten hebben daar bij hun keuze voor een running mate mee rekening gehouden en die moet natuurlijk worden getoond. De districtskandidaten voor het Huis van Afgevaardigden doen op hun affiche meestal enkele beloften zoals Hannah Slocum, ‘a mother with vision’. Zij pleit o.a. voor ‘good governance, good health services for all, peace, economic & development!!!’.


Goedbetaalde parlementariërs

De presidentskandidaten pakken het grootst uit, de kandidaten voor het Huis doen het meestal wat rustiger aan. De meesten beschikken over een bescheiden campagnebudget. Vooral de vrouwelijke kandidaten klagen daarover.  Daar komt bij dat ze hun partij én de Nationale Verkiezings Commissie uit eigen zak een registratiebijdrage hebben betaald, samen een bedrag van rond de $1000.
Alleen de zittende parlementariërs die herkozen willen worden hebben, tot ongenoegen van de overige kandidaten, meer geld ter beschikking. Geen wonder als je, in dit straatarme land, tot de bestbetaalde parlementariërs ter wereld behoort. Een lid van het Huis krijgt per jaar aan salaris en onkostenvergoedingen ruim $200.000, een senator moet het met iets minder doen: ruim $190.000. Dat inkomen was lange tijd min of meer onbekend, sommige politici hadden zelfs de smoes dat het geheim zou zijn. Onzin natuurlijk, het staat gewoon in de staatsbegroting. Sinds het Institute for Research and Democratic Development het op zijn website heeft gepubliceerd, is dat hoge inkomen een steeds grotere rol gaan spelen. In elk debat of radioprogramma komt het wel aan de orde. En verklaren vele kandidaten (ook die voor het presidentschap) dat het minder moet. Sommigen, zoals presidentskandidaat Cummings (ANC), pleiten voor halvering.

Volop radiodebatten

De radio is het belangrijkste medium in Liberia. Er zijn rond de 100 radiostations, die allemaal politieke praatprogramma’s hebben. De nationale stations vooral over de presidentsverkiezingen en de vele community radiostations laten de districtskandidaten voor het Huis aan het woord. Daarbij wordt driftig ingebeld door luisteraars, die meestal geen blad voor de mond nemen. Soms hoor je ook een monoloog van of een kritiekloos interview met een kandidaat. Dat is dan paid airtime, wat in Liberia de gewoonste zaak van de wereld is. Uurtarieven variëren van $60 tot $120. Voor datzelfde geld koop je ook een halve, zo op het oog redactionele, pagina in een krant, waarin je kunt uitpakken tegen een kandidaat. Kranten hebben kleine oplagen (tussen de 3000 en 5000), maar zijn vaak weer een bron voor de veel beluisterde radioprogramma’s.

De weg naar Tahn

Er worden in ieder van de 73 kiesdistricten radiodebatten tussen de kandidaten georganiseerd door landelijke mediaorganisaties, gesponsord door internationale donoren.  Alle kandidaten worden uitgenodigd en vaak vindt zo’n debat in twee panels plaats, omdat het moeilijk debatteren is met 16 kandidaten. Ik heb enkele van die debatten bijgewoond. Zoals verleden week in de provincie Grand Cape Mount, in Tahn, een dorp dat je na drie uur rijden over een bijna onbegaanbaar oerwoudpad bereikt. Er waren zeker 300 mensen uitgelopen om hun kandidaten te aanschouwen. Het ging er levendig aan toe, al was het meer een vraag en antwoord gebeuren dan een onderling debat. De verkiezingsbeloften gingen à la Rutte met miljoenen over tafel, zonder dat iemand zich afvroeg hoe dat allemaal betaald kon worden. Veel kandidaten nemen aan zo’n debat deel, maar de zittende parlementariër schittert vaak door afwezigheid. Soms omdat het werk in het parlement gewoon door gaat. Maar soms ook uit arrogantie, zoals een van hen zijn afwezigheid aan de organisatoren verklaarde: ‘Ik heb de afgelopen jaren veel gedaan voor mijn district, en de mensen weten dat’.

Publiek in Tahn
De zoon van een marktkoopvrouw

Een zeer bijzondere campagneactiviteit is de rally. Kandidaten reizen door het district of het land in een karavaan(tje) en houden stil in dorpen en stadjes. Nu kennen wij in Nederland ook wel het beeld van de lijsttrekker die in een kleurig partij-jack wat schutterig op een winderig stadsplein wat folders staat uit te delen, maar in Liberia is het andere koek. Ik was getuige van de binnenkomst van presidentskandidaat Mills Jones in Buchanan, de hoofdplaats van de provincie Grand Bassa. Mills Jones hoort bij ‘de grote zes’ van deze verkiezingen, maar hij is volgens mij kansloos om bij de hoogste twee te eindigen, die door gaan naar de 2de ronde.
Mills Jones, zoon van een marktkoopvrouw, is de voormalige directeur van de Centrale Bank van Liberia en heeft in die functie vooral furore gemaakt om micro-kredieten aan marktkoopvrouwen te verstrekken. Ruim een jaar geleden heeft hij een partij opgericht, MOVEE (MOvement for Economic Empowerment), die een goede landelijke dekking heeft: in 62 van de 73 kiesdistricten wordt een, veelal onervaren, kandidaat geleverd.


Muziek en dans

Hij zou tussen 12 en 1 uur aankomen. Langzaam maar zeker verzamelden zich honderden mensen langs de enige geasfalteerde weg die Buchanan met Monrovia verbindt. Velen stonden met een spandoek om hem te verwelkomen. Er werd gedanst en muziek gemaakt. Twee districtskandidaten van andere partijen waren zo slim om met hun auto door de mensenmassa te rijden en werden luid toegejuicht. Om een uur of 3 arriveerde hij. Zijn auto werd omstuwd, jongens klommen op de motorkap. Hij stapte uit en in een optocht wandelde hij met zijn aanhangers naar een kerk. Daar schalde forse discomuziek en er waren wat  stichtelijke woorden van een dominee. Mills Jones hield met zijn sonore, zware stem een tamelijk saaie speech van 45 minuten. Daarna was het de beurt aan de plaatselijke MOVEE-kandidaat die kort en krachtig, onder luid gejuich, een aansprekender verhaal hield dan zijn vaandeldrager.

De aankomst van Mills Jones
Mills Jones bleek in hetzelfde, tamelijk eenvoudige, hotel te slapen als mijn team. Hij was moe. Begrijpelijk. Tien weken campagne voeren in de 15 provincies, reizen over slechte wegen en een speech in elk dorp dat je passeert gaat je niet in de koude kleren zitten. En hij is niet meer de jongste, zo rond de 60 schat ik.
De volgende ochtend was ontluisterend en veelzeggend. Al vroeg stond een groep vrouwen en een groep jongens, die ook de vorige dag bij het onthaal dansten, voor het hotel. Een hoop kabaal, trommels en wederom dans. Na een tijdje kwam Mills Jones naar beneden. Hij bleef zeker 20 minuten in het hotel voor de glazen deur staan, keek naar buiten en bromde dat dit toch niet zijn kiezers waren. Zijn auto kwam voorrijden en hij stapte in, zonder een woord tot zijn vermeende supporters te spreken. Hij draaide zijn raampje open en wierp een briefje van $50 naar de jongens. De vrouwen kregen niets. Onmiddellijk ontstond er een vechtpartij; de gelukkige vinder zette het op een lopen, woedend gevolgd door de anderen. Jones reed snel weg. Het tafereel was weliswaar een movement for economic empowerment, maar toch anders dan hij zijn kiezers voorhoudt.
Mills Jones, midden met bril

maandag 28 augustus 2017

984 kandidaten op jacht naar 73 zetels

Behalve presidentsverkiezingen vinden er in Liberia op 10 oktober ook parlementsverkiezingen plaats. Kort lesje staatsinrichting. Liberia, gesticht door slaven die om uiteenlopende redenen mochten/moesten terugkeren naar het continent van hun voorouders en op de Afrikaanse westkust belandden, is gemodelleerd naar de staat van hun Amerikaanse meesters en onderdrukkers. Een presidentieel systeem met een Huis van Afgevaardigden en een Senaat. Er zijn 73 representatives die het Huis bevolken en de Senaat telt 30 leden. Elk van de 15 provincies kiest twee senatoren, of het nu het dichtbevolkte Montserrado is (1,5 miljoen inwoners), waarin de hoofdstad Monrovia ligt, of Grand Kru met ca. 58.000 inwoners. Onze indirect gekozen Eerste Kamer is daarbij vergeleken nog een parel van representatieve democratie. De senatoren zitten maar liefst 9 jaar, waarbij iedere Senaatsverkiezing, één senator per provincie wordt gekozen. Er vinden dus 2 keer in 9 jaar ‘halve’ Senaatsverkiezingen plaats. In 2014 voor het laatst, in 2019 vindt de volgende plaats. Op 10 oktober worden de 73 reps in één ronde gekozen. Het land is opgedeeld in 73 kiesdistricten, alle met ongeveer evenveel kiesgerechtigden: wie de meeste stemmen haalt, mag zich honorable noemen en zes jaar hun zetel bezet houden. 


 984 kandidaten voor 73 zetels

Er hebben zich 984 kandidaten gemeld voor deze 73 zetels, de meesten op naam  van een partij. Maar ook negentig onafhankelijke kandidaten doen een gooi naar het (te) goed betaalde Kamerlidmaatschap. Het Alternative National Congress (ANC), dat voor het eerst meedoet aan nationale verkiezingen, heeft in 69 districten een kandidaat gesteld, gevolgd door de Liberty Party (LP) met 68 kandidaten. De grootste oppositiepartij Coalition for Democratic Change (CDC) doet het met 67 kandidaten, Unity Peoples Party (UPP) met 62 en de regerende Unity Party  stelt in 56 kiesdistricten een kandidaat. Daarnaast is er nog een aantal kleinere partijen dat een gok waagt. In totaal doen er 25 partijen aan de verkiezingen mee. In de kieswet is opgenomen dat de partijen de inspanningsverplichting hebben om ten minste 30% van de kandidaten vrouw of man te laten zijn. Dat is niet gelukt. Slechts 16% van de kandidaten is… een vrouw. Tot zover de cijfers.


 Jongste kandidaat voor de oudste partij

Achter deze cijfers gaan kandidaten met ambities, hooggespannen verwachtingen, idealen en meestal goede bedoelingen schuil. Ik sprak de afgelopen weken met een stuk of tien kandidaten. Het is de bedoeling dat mijn team tot de verkiezingen in ieder geval met één kandidaat uit elk van de 37 districten die wij bestrijken, spreekt. Van grote en kleinere partijen, mannen en vrouwen, kandidaten uit de provinciehoofdsteden en uit dorpen in de bush. Het eerste wat opvalt is dat iedereen vol goede moed is. Iedere kandidaat die ik spreek is actief geweest in zijn of haar regio. Heeft boeken voor scholen aangeschaft, hulpmiddelen aan klinieken geschonken, of een machine voor de verwerking van cassave geschonken aan een dorp. Praktisch alle zittende parlementariërs doen ook mee. In een enkel district krijgen we te horen dat hij of zij goed werk heeft verricht, regelmatig uit Monrovia is teruggekeerd en enkele concrete zaken (een brug, een school, een kliniek)  heeft geregeld. Het aantal tegenkandidaten is dan doorgaans niet groot. Maar als het zittende Kamerlid er een potje van heeft gemaakt, en dat is volgens de meesten die wij spreken vaak het geval, kan het aantal tegenkandidaten wel oplopen tot zo’n 25.
Het zijn leuke gesprekken. Met de jongste kandidaat van het land, 25 jaar oud, die uitgerekend kandidaat staat voor de oudste partij, de True Whig Party (TWP), die tot 1980 Liberia als een éénpartijstaat regeerde. De TWP stelt nog in 30 districten een kandidaat, maar die worden overal als kansloos beschouwd. Toch is hij vol goede moed als wij hem in zijn donkere, vervallen en stroomloos partijkantoor spreken. Hij heeft immers een eigen NGO die veel voor jongeren uit zijn district heeft gedaan. In schril contrast hiermee staat de vrouwelijke kandidaat die wij in een uitstekend geoutilleerd kantoor ontmoeten. De computer in aanslag, en formulieren bij de hand waarop de namen en contactgegevens van iedere kiezer staan genoteerd die haar campagnemedewerkers, meest jonge vrouwen, hebben gesproken, zodat ze vlak voor de verkiezingen nog eens benaderd kunnen worden. Zij is een onafhankelijke kandidaat, wil niet in een partijhokje geduwd kunnen worden.


 Vurig verlangde ontwikkeling

Alle kandidaten benadrukken dat ze hopen op vreedzame verkiezingen. Ze zijn vooral bezig om zichzelf te promoten door van dorp naar dorp en van deur tot deur te gaan. Een programma hebben de meesten (nog) niet. Maar programma’s spelen nauwelijks een rol in de verkiezingen. Het zijn de persoonlijke contacten, de familie- en stamverbanden en de gefinancierde goede doelen die een rol spelen. Dat is de traditie van politiek bedrijven; een traditie die ervoor zorgt dat de kandidaten met het meeste geld goed scoren, de tribale kaart spelen wordt beloond en loyaliteit op oneigenlijke gronden wordt afgedwongen.
Maar, zo meen ik te kunnen zien, er is een kentering gaande. Er zijn partijen die het opwarmen van een stammenstrijd verwerpen. Er zijn kandidaten die benadrukken dat het niet de taak is van een volksvertegenwoordiger om kiezers met de spreekwoordelijke kralen en kettingen te lijmen, maar om hun werk in het parlement naar behoren te doen, dat wil zeggen de door iedereen zo vurig verlangde ontwikkeling (goed onderwijs, gezondheidszorg, werk, elektriciteit, hygiënische woonomstandigheden) in gang te zetten. En er zijn steeds meer kiezers die op bijeenkomsten vragen dat politici zich verantwoorden voor hun daden en hun bereidheid testen om hun salarissen te verlagen. Want Liberia mag dan wel een van de armste landen er wereld zijn, de parlementariërs behoren tot de best betaalden ter wereld.

zaterdag 30 april 2016

De Liberian Lawmakers Watch is gelanceerd

Dit is mijn laatste blog uit Liberia. Het programma waar ik me met hart en ziel voor heb ingezet, bruggen bouwen tussen actiegroepen en het parlement, is voorlopig (?) teneinde. Morgen vliegen we terug naar Nederland en zitten vier jaar Liberia erop. Als alles enigszins bezonken is zal ik nog een afsluitend bericht posten, maar nu eerst het hoogtepunt van deze week.


Liberian Lawmakers Watch

Dat hoogtepunt was de lancering van de website ‘Liberian LawmakersWatch’. Ruim twee jaar lang hebben we gewerkt met onze partner, het Institute for Research and DemocraticDevelopment (IREDD), om de resultaten van hun activiteiten op goede wijze de digitale snelweg op te krijgen. IREDD is een Liberiaanse Civil Society Organisation die al jaren lang het parlement ‘monitort’. Sinds 2013 wordt dat door NDI gesteund, daarvoor door andere donoren. Lange tijd concentreerde IREDD zich op de aanwezigheid van parlementsleden in de plenaire vergaderingen, en hun deelname aan debatten. Dat werd dan keurig vastgelegd per politicus, in een jaarlijks rapport. Toen wij IREDD begonnen te ondersteunen, vonden we dat er stappen voorwaarts moesten worden gezet. Hun ‘monitors’ (elke vergadering van Huis en Senaat worden in totaal door 4 IREDD stafleden bezocht) moesten hun ‘waakhond’ activiteiten uitbreiden. Hoe vaak riepen parlementariërs een minister op het matje, stelden schriftelijke vragen, of dienden een wetsvoorstel, dan wel een motie in? Hoe actief waren ze buiten Capitol Hill (het parlementsgebouw) in hun kiesdistrict? Vanaf 2013 werden ook dit soort activiteiten in kaart gebracht om zo meer informatie te krijgen over hoe serieus de Liberiaanse volksvertegenwoordigers hun taken opvatten.

Heldendaden

Daarnaast vonden we dat ook de rapportages aangepast moesten worden aan de moderne tijd. Elk jaar bracht IREDD een keurig rapport uit van een pagina of twintig met cijfers, analyses en aanbevelingen. De oplage was klein en het bereik beperkt. Jazeker, de media berichtten erover, er waren talkshows op de radio en de parlementariërs die er goed uitkwamen lieten het trots hun kiezers weten tijdens de, overigens spaarzame, Town Hall Meetings die ze in hun kiesdistrict organiseerden. En na twee weken waren de rapporten en cijfers vergeten.

32 van de 103  Liberiaanse parlementariërs
Dat moest dus anders. Hoe mooi zou het zijn als de resultaten van de monitoring op een website zouden worden gepubliceerd? Als per parlementariër duidelijk zou worden gemaakt, over een langere reeks van jaren, wat hij of zij zoal uitspookt? Als die informatie ook per partij, of per county (provincie), gegenereerd zou worden? Als die informatie ook makkelijk uitgeprint zou kunnen worden, zodat bezoekers van een Town Hall Meeting, of een verkiezingsavond, met feitelijke informatie in de hand, politici konden bevragen die tot dan toe altijd wegkwamen met ronkende verhalen over hun heldendaden die nauwelijks gecontroleerd konden worden? Als media voortaan met feiten hun doorgaans kritische artikelen over het, terecht veel bekritiseerde parlement, zouden onderbouwen?

OpeningParliament

En dus gingen we met IREDD  aan de slag. Uitzoeken of er elders op de wereld goede voorbeelden van dergelijke websites bestaan, wat niet het geval bleek te zijn. Er bestaat weliswaar een OpeningParliament forum, mede opgericht door NDI, dat wereldwijd transparant werkende parlementen stimuleert, o.a. door parlementen te monitoren, maar daar kwamen we niet verder mee. IREDD nam een Liberiaanse ICT’er aan die de webapplicatie moest bouwen. Dat lukte niet. Er kwam een ander voor in de plaats. Ook die lukte het niet. Dat was op zich geen schande, want het was een tamelijk gecompliceerde opdracht. De Ebola-crisis vertraagde het project eveneens. Een maand of vier geleden werd het roer omgegooid. Ik ontwikkelde op papier de structuur van de website en schakelde de ICT-meiden van NDI in Washington in. Zij slaagden erin om een webapplicatie te bouwen die al die data (cijfers over de hierboven genoemde activiteiten van 103 parlementariërs) ingevoerd in google-sheets (ik zal het niet te ingewikkeld maken) vertaalde naar grafieken per parlementariër én deze informatie ook te genereren per partij en county. Iedere parlementariër kreeg een eigen pagina waarop deze persoonlijke grafieken staan afgebeeld, nieuwsartikelen over hem/haar en gegevens als de commissielidmaatschappen, partij, e-mailadres e.d. Daarnaast moest er ook een ‘bill-tracking’ systeem komen: welke wetten zijn er in behandeling, dan wel al afgehandeld. Het parlement zelf is niet bij machte al dit soort informatie te geven.

Grafiek op de persoonlijke pagina van Senator Oscar Cooper
Royal Hotel

Toen het geraamte van de website af was heb ik een week of zes drie IREDD- monitors twee dagen in de week getraind en begeleid om data in te voeren en de functie en logica van de site te doorgronden. Hoewel nog niet alle beschikbare data is ingevoerd, concludeerden we dat de website ver genoeg was ontwikkeld om gelanceerd te worden. En dat gebeurde afgelopen donderdag in het Grand Royal Hotel in Monrovia, daags nadat Nederland klappertandend die vreselijke koningsdag moest zien door te komen.
Media en parlementariërs waren uitgenodigd en die toonden zich aangenaam verrast door wat er geprojecteerd wordt. Een parlementariër sprak van een ‘revolutionair initiatief’ dat hard nodig was om de Liberiaanse politici te dwingen zich meer rekenschap te geven, en verantwoording af te leggen, waar ze zich mee bezig hielden. Natuurlijk, zijn collega’s die slecht in de rapporten van IREDD scoorden, zouden dit zeker niet zien zitten. Doorgaans waren die slechte rapportcijfers snel vergeten, maar nu ze voltijds online zijn, en bovendien nog uitgebreid zijn met cijfers over meer ‘vakken’, zal het chagrijn van een aantal toenemen. ‘Trek je het niet aan, maar ga door met het geven van dit soort informatie. Het zijn wapens in handen van de kiezers om ons scherp te houden’. Een van zijn collega’s voegde eraan toe dat het voor hem alleen maar een inspiratie zal zijn om nog beter te presteren.


zaterdag 16 april 2016

Een koe voor een parlementariër

Deze week weer eens upcountry geweest: een workshop in Gbarnga en een in Zwedru. Bijzonder interactieve workshops zoals het zo mooi heet. De deelnemers waren activisten van burgergroepen die getraind wilden worden om zelf als trainer workshops te organiseren en te geven. Omdat ons programma zich richt op ‘bruggen bouwen’ tussen parlementariërs en belangengroepen, ging het vooral om trainers op dat onderwerp. De basis voor de training was het handboek (‘Step-down Training on Legislative Engagement’) dat we vorige maand hebben uitgebracht over het organiseren van dergelijke workshops. Zie daarvoor mijn blog van 28 februari jl.

Zij bereiden hun presentatie voor
Avondwerk

Het waren enerverende dagen. Omdat het een Train de Trainers aanpak was, gooiden we de deelnemers zoveel mogelijk voor de leeuwen. Ze werden de eerste dag voortdurend uitgedaagd om actief mee te discussiëren en ideeën aan te dragen over onderwerpen als: ‘waarom zou je trainen’, ‘wat zijn 10 tips om een goede trainer te zijn’, ‘wat zijn de zeven belangrijke stappen als je een workshop wil organiseren’ en ‘welke interactieve trainingsmethoden zijn er’. ’s Avonds, zeer ongebruikelijk in Liberia, moesten ze in kleine groepjes een presentatie voorbereiden die ze zelf de volgende dag moesten houden. Ze konden kiezen uit de 21 sessies die in de Toolkit zijn beschreven. Sessies over het functioneren van het parlement, hoe bewoners te organiseren en over lobbyen en actievoeren. Omdat de Toolkit vergezeld gaat van een diskette met 75 voorbeelden, zoals handleidingen, video’s, PowerPoint presentaties enz over deze onderwerpen, konden ze putten uit een rijk gevulde bron.  

Met de Toolkit op schoot
Van fouten leer je

De tweede dag moesten ze dus zelf als trainer aan de bak. En presentatie geven, het vraag- en antwoordspel leiden en discussies voeren. Omdat de deelnemers van verschillend niveau waren, was het hard aanpoten om iedereen op dat persoonlijke niveau aan te spreken en mee te laten doen. Cultuur speelt daarbij ook een rol, die onderkend moet worden. Het maken van fouten, maar daar geen verantwoordelijkheid voor nemen, maar naar ‘de ander’ wijzen, is een algemeen menselijk tekort, dat in Liberia naar mijn ervaring sterk aanwezig is. Terwijl het trainen, dat wil zeggen doen wat je moet leren, niet zonder fouten gaat. Van fouten leer je, zegt het wijze spreekwoord, en dat hebben we tijdens de workshop in allerlei variaties vaak herhaald. Wees niet bang om fouten te maken, dat geldt voor iedereen die voor het eerst een presentatie over ‘de drie functies van het parlement’ moet geven.

IJsbreker
IJsbrekers

Ik weet het, in het Nederland van nu is het een vloek, maar cultuurverschillen zijn heel leerzaam. Zo is het een bijzondere ervaring als je het zaaltje ’s morgens om halfnegen binnenkomt en een groepje deelnemers rond een tafel zit en een fraai, meerstemming lied zingt. Ongetwijfeld over Jezus, maar toch de moeite waard. Spectaculair en vrolijk makend zijn de ‘ijsbrekers’. Door de warmte, en vooral na de Liberiaanse lunch van rijst met vlees- en vleessaus, sluipt de slaperigheid binnen. In Liberia kent iedere workshopdeelnemer een rijk palet van korte, vaak grappige fysieke oefeningen, gecombineerd met gezang en handgeklap, waar iedereen wakker en vrolijk van wordt.

Lunch
Don’t bribe

Liberianen kunnen hartstochtelijk discussiëren. Een argeloze voorbijganger zou denken dat ze op de vuist gaan, maar dat is zelden het geval. Mijn Liberiaanse collega, die tijdens de burgeroorlog in Ghana woonde, kan met smaak vertellen hoe hij met een aantal landgenoten in een huis woonde, waarvan de Ghanese buren dachten dat er constant ruzie werd gemaakt.
Op één onderwerp brak de discussie ook in volle hevigheid los tijdens de presentatie van ‘do’s and don’ts’  voor burgergroepen als zij willen lobbyen bij politici voor hun zaak. ‘Don’t bribe’ was één van de aanbevelingen. Onmiddellijk ontvlamde de discussie. ‘Wat is omkoperij?’, vroeg een deelnemer. Als in zijn regio een parlementariër wordt gevraagd in zijn kiesdistrict er voor te zorgen dat er een school of kliniek komt, krijgt hij een koe als geschenk aangeboden. Dat is geen omkoperij, maar traditie. Onmiddellijk doken de meeste anderen daar boven op. Argumenten voor en tegen vlogen over tafel. De meesten leken zich toch op het standpunt te stellen dat de zeer goed verdienende lawmakers gekozen zijn om voor dat soort zaken op te komen. ‘Ze hebben al een geschenk van mensen ontvangen, namelijk hun stem bij de verkiezingen’ merkte een deelnemer snedig op. Een leerzaam voorval om verschillende redenen. Allereerst valt nu beter te begrijpen, waarom de corruptie, door velen gezien als het grote kwaad in Liberia, zo goed kan gedijen. Er is geen heersende moraal dat wat corruptie wordt genoemd, als fout is te bestempelen. De koe is daarvan een goed voorbeeld, maar veel voorkomend is ook de opvatting dat als iemand je een dienst bewijst. Je hem of haar daarvoor beloont. Ook als die dienst gewoon het werk van diegene is. De arts die je onderzoekt, de onderwijzer die een cijfer voor een proefwerk moet geven, de parlementariër die voor een besluit moet stemmen dat een ondernemer een opdracht oplevert.

Presentatie
Bossman

Ten tweede laat het geval koe nog een ander, diepgeworteld cultuuraspect zien dat volgens mij corruptie genereert. ‘Gewone’ Liberianen zien op tegen ‘boven hen geplaatsten’. Of het nu de Town Chief, een parlementariër of de chef op je werk is. Hoe vaak ik niet met ‘bossman’ ben aangesproken. Je kunt dat afdoen als een restant van een op racisme en slavenhandel gestoeld gedragspatroon. Een woord dat niet meer zijn oorspronkelijk betekenis en context heeft. Was het maar waar. Door zeer velen worden parlementariërs letterlijk als hun bazen gezien. En die moet je behagen om iets gedaan te krijgen. En zij (nou ja, een groot deel, er zijn gelukkig ook uitzonderingen) laten zich dat graag aanleunen. Parlementariër mogen gaag rondbazuinen dat zij de leiders zijn van hun kiesdistrict en dat zij lid zijn van het voornaamste en belangrijkste orgaan dat alom diep gerespecteerd moet worden. Het gaat daarbij niet om de daden, niet om de inhoud, maar om het omhulsel, de status, de schijn.

Ook tijdens de beide workshops kwam het weer ter sprake. ‘Zij zijn onze bazen’. Ik word daar niet goed van. ‘Niets daarvan, het is juist andersom. Jullie hebben ze gekozen om voor en namens jullie hun parlementaire werk te doen. Jullie, de kiezers, zijn de bazen, de opdrachtgevers van de parlementariërs!’ Zolang het misverstand over wat corruptie en omkoping nu eigenlijk is en zolang de hiërarchische, autoriteitsgevoelige mentaliteit de overhand heeft, zal de ontwikkeling van Liberia worden gefrustreerd en geschaad.

Groepsfoto in Zwedru