Bewondering en weerstand
Het is altijd weer goed
om terug in Liberia te zijn, het land -en de mensen- waar ik sinds 2012 mij
steeds meer mee verbonden voel. President Weah, die sinds half januari aan de
macht is, roept veel bewondering én weerstand op. In de kranten verschijnen
artikelen van supporters die zijn eerste daden toejuichen, zoals een lening van 536 miljoen dollar bij een bank uit Singapore om 830 km weg te asfalteren,
als opmaat voor de broodnodige economische ontwikkeling. Verder heeft Weah 8 miljoen dollar uitgetrokken voor de bouw van 568 betaalbare woningen. Een opmerkelijk -en toe te juichen-initiatief, want tot nu toe toonde de Liberiaanse politiek weinig interesse voor dit onderwerp. Daar staan dan weer
critici tegenover die Weah ervan beschuldigen te veel mensen uit de kliek van de
voormalige president Charles Taylor te benoemen, alsmede onduidelijke baantjes
uit te delen aan partijgenoten.
Weah zei onmiddellijk na
zijn verkiezing dat hij gezien wil worden als de president van de armen. Arm is
het overgrote deel van de bevolking, dus de gewekte verwachtingen zijn
torenhoog. Zijn partij deed vandaag (zaterdag 30 juni) een poging om althans in
de PR-sfeer daar iets van in te lossen door een Pro-Poor Day te organiseren, waar Weah aanwezig was om ‘zijn
mensen’ te ontmoeten, onder het genot van muziek, eten, drank en spelen.
Bezoekster van de Pro-Poor Day |
Het is nog veel te vroeg
om te oordelen over het presidentschap van Weah. Een van de ijkpunten is de
staatsbegroting. En aangezien het begrotingsjaar van juli tot juni loopt, zou
de onlangs ingediende begroting daar al iets over kunnen zeggen. Allereerst is
het al een prestatie van formaat dat die begroting binnen de wettelijke termijn
is ingediend én door het parlement is aanvaard. Dat is iets wat de vorige president,
Ellen Johnson-Sirleaf, jarenlang niet is gelukt. Dan die begroting zelf. Nadat
het totaal aan uitgaven en inkomsten jarenlang is gedaald, is er nu sprake van
een stijging van 536 miljoen naar 562 miljoen dollar. Om even de verhouding te
schetsen: Leiden (123.000 inw.) heeft in 2018 ongeveer even veel geld te besteden
(520
miljoen euro) als Liberia met 4,2 miljoen inwoners (de internationale hulp grotendeels
niet meegerekend, waarover verderop meer).
De meter staat nog op nul. |
Onkostenvergoedingen
aangepakt
Het gaat te ver om hier
uitgebreid op de ruim 600
blz. tellende begroting in te gaan, maar globaal gesproken vindt er een
lichte verschuiving plaats van meer geld naar gezondheidszorg en onderwijs en
minder naar met name het parlement. Weah lost daarmee wel een belofte in dat hij
de vele, vaak buitensporige onkostenvergoedingen voor parlementariërs (o.a.
benzine, huisvesting, reiskosten) aan banden wil leggen. De totale uitgaven voor
het parlement gaan omlaag van 49 miljoen naar 36 miljoen dollar. Het is
overigens op dit moment voor mij onduidelijk of het parlement daarmee akkoord
is gegaan, maar het signaal dat Weah heeft afgegeven is duidelijk.
Armoedebestrijding
De begeleidende beleidsbrief
laat er geen twijfel over bestaan dat Weah armoedebestrijding en de aanpak van
de wijdverspreide corruptie de hoogste prioriteit geeft. Onderwijs,
gezondheidszorg, huisvesting en economische ontwikkeling zijn de sectoren die
daarbij de meeste aandacht krijgen. Dat hij daarbij de internationale
gemeenschap hard nodig heeft is ook duidelijk. Het bedrag dat dit begrotingsjaar
aan internationale hulp binnen stroomt is 595 miljoen dollar (30% daarvan is
een lening). De VS en Europa zijn daarin koplopers met ieder zo’n 130 miljoen
dollar. Van dat totaal van 595 miljoen dollar maakt 51 miljoen onderdeel uit
van de begroting. De rest van de internationale hulpgelden wordt buiten staatsbemoeienis
om besteed.
Zijn supporters die ik
vandaag sprak op de Pro-Poor Day lieten
er geen twijfel over bestaan dat Weah in zijn missie zal slagen. Het zou een
bijna bovenmenselijke prestatie zijn, die echter alle steun verdient.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten