De laatste twee weken stonden vooral in het teken van de ‘Vacation School - Learning To Read’ die
Jacq, mijn vrouw, organiseerde voor de leerlingen van de openbare lagere school
die in het arme deel van Sinkor ligt, de wijk in Monrovia waar wij wonen. Het
is een school zonder elektriciteit, zonder water en zonder leermiddelen. De meeste kinderen komen
zonder gegeten te hebben naar school, nadat ze eerst thuis allemaal
huishoudelijke klusjes hebben gedaan. Vele kunnen nauwelijks lezen of schrijven,
er zitten leerlingen van 15 jaar oud in groep 3. De school telt 2000 kinderen
die in twee ploegen van 1000, één ’s morgens en één ’s middags, in hun bankjes
zitten met een schrift en een potlood, kijken naar de juf of meester die, zeer
slecht betaald, toch gemotiveerd het beste er van probeert te maken. Het enige leermiddel
is een krijtje en een bord.
Zo’n school dus, waar je je in Nederland nauwelijks een
voorstelling van kunt maken. Jacq had de vorige keren dat ze in Liberia was
samen met het hoofd van de school (de ‘principle’)
een aantal zaken proberen te verbeteren. Kinderen van gelijk niveau, ongeacht
de leeftijd, bij elkaar zetten, klassen scheiden die samen in een groot lokaal
zaten, werk maken van toezeggingen van de gemeente dat er verbeterde wc’s
zouden komen en meer van dat soort zaken.
In de rij voor de vacation school |
Leermiddelen en lunches
In juli en augustus hebben ook de kinderen in Liberia
vakantie. Het begon met het aanbod van een Spaanse (Engels gevende) onderwijzeres
via een Liberiaanse expats community op Google: of ze niet iets op
een school kon doen. Dit zette Jacq aan het denken. Waarom geen twee weken Vacation School organiseren, waar de kinderen die slecht konden lezen hun
achterstand wat konden inlopen? Alleen maar focussen op het verbeteren van
lezen en schrijven. En daarbij ook een stevige Liberiaanse maaltijd onder
schooltijd organiseren: rijst met een bonen/blik tomaten/groenten/vissaus?
Alles met veel scherpe peper. Het hoofd van de school wilde wel, een aantal
onderwijzers van de school waren bereid twee weken vakantie op te offeren. Er
ging een oproep uit via de Google-groep voor meer onderwijzers, vrijwilligers,
eten, leermiddelen enz. En de reacties stroomden binnen. Niet alleen van expats, maar ook van Liberianen. Zoals
van vrouwen die rond de school woonden, zij wilden wel elke dag koken,
onderwijzers van andere scholen meldden zich, een handel in mineraalwater bood
twee weken waterzakjes aan, de (Vietnamese) eigenaar van een strandtent leverde
elke dag rijst, de kantoorboekhandel gaf 40% korting op lamineerplastic, zodat
alle letters duurzaam gemaakt konden worden. Een lagere (katholieke) school uit
de buurt leverde een stapel boekjes met een moraal, iemand bracht 20 pakken
papier, een Liberiaanse collega van mij kocht voor elk klaslokaal een
aap-noot-mies affiche, er kwamen giften binnen. Uit Nederland, de VS, maar ook
uit Liberia. De Spaanse onderwijzers sjouwde 30 kilo aan een Engelstalige leermethode
en andere nuttige spullen zoals kleurpotloden, stiften en scharen met zich mee.
Vitaliteit en optimisme
En dan waren er natuurlijk de kinderen zelf. Maximaal
tweehonderd konden zich er inschrijven en dat gebeurde ook snel. Van de
voorinschrijving kwamen er meer dan honderd niet opdagen. Maar na de eerste
dagen moesten veel kinderen –en hun ouders- teleurgesteld worden en dat leverde
soms hartverscheurende taferelen op.
Jacq organiseerde en improviseerde in enkele weken tijd alles
bij elkaar en was als een Vliegende Hollander de afgelopen twee weken druk in de
weer om waar nodig bij te sturen, af te remmen of gas te geven. Ik ging vorige
week met een paar (Liberiaanse) collega’s een kijkje nemen. Sommige, die weten dat dit soort scholen nauwelijks
riemen hebben om te roeien, moesten huilen. Er gonsde zo’n vitaliteit en
optimisme door de gangen en klaslokalen. Kinderen die zongen, woorden en zinnen
maakten met kaartjes, een boekje hadden om te lezen. Onderwijzers die, daarbij sterk gestimuleerd
door de Spaanse, ontdekten dat er methoden zijn om kinderen met behulp van
kleuren, voorwerpen, liedjes en tekeningen (wat nu allemaal aanwezig was) lezen
te leren. In de bibliotheek, die er tot voor kort niet was, stonden enkele
rijen boeken en lag een waaier van leermiddelen op grote tafels. Op een
binnenplaatsje waren vijf vrouwen in grote potten de rijst en ‘soup’ aan het
koken. De boodschappenlijst bestond elke dag uit houtskool, olie, gedroogde
vis, peper en dan afwisselend, potatogreen
(de bladeren van de zoete aardappel), bonen, palmbutter.
De kinderen hadden hun eigen pannetje
bij zich en menig kind at het niet op; het ging mee naar huis om te delen met
broertjes en zusjes. Toen ik de kook-vrouwen met Jacq even gedag ging zeggen
stormden ze op me af om me te feliciteren met deze geweldige vrouw.
In de rij voor de lunch |
Hulp geven of eigen verantwoordelijkheid eisen?
Op de ‘Google expats groep’ ontspon zich nog een korte,
heftige discussie naar aanleiding van dit initiatief. Even dreigde nl. dat er
onvoldoende eten zou zijn om alle kinderen een maaltijd te geven. En werd de
vraag gesteld of de kinderen nu voor het leren of voor het eten kwamen. Er
ontstond een ware richtingenstrijd, die je bij elke discussie over
ontwikkelingshulp ziet opduiken. Op macro niveau, maar nu ook op dit micromicro
niveau. Moet je nu hulp (in dit geval eten) geven, of moet je (in dit geval) de
ouders en ‘de schoolleiding’ zelf hun verantwoordelijkheid laten nemen en
zeggen: zelf ook iets doen, zelf ook iets betalen, anders komt je kind de
school niet in. En dan blijkt hoe zwart-wit deze discussie is, waarvan de
kinderen het slachtoffer zouden kunnen worden. Want een aantal ouders en
onderwijzers namen hun verantwoordelijkheid door vrijwillig aan dit project mee
te werken. En een aantal andere ouders zijn werkelijk zo arm dat ze niets
kunnen missen. Uiteindelijk kwam alles door een mix van eigen
verantwoordelijkheid nemen en vrijgevigheid op zijn pootjes terecht. En konden
de kinderen op een van de laatste dagen allemaal een brief met tekening
schrijven aan hun ouders, om die trots mee naar huis te nemen. Voor de eerste
keer van hun leven.
Op de laatste vrijdag kregen alle kinderen en alle
medewerkers een certificaat, ook de schoonmakers van de wc’s, die elke dag
slecht schoonmaakten omdat er geen handschoenen, geen zeep en geen borstel meer
was. Want het geld voor dit jaar is helemaal op. Alle openbare scholen wachten
op het budget voor het volgend schooljaar.
Ouders kwamen om trots hun kinderen hun certificaat in
ontvangst te zien nemen. Er werd nog razendsnel op de laatste ochtend met gekookte
cassave een lijm gemaakt om daarmee de hele gang vol te plakken met tekeningen
van de kinderen, een ware expositie.
Brief aan mijn ouders |
Drie lessen
De superintendent (een soort ambtelijke wethouder) voor het
openbaar onderwijs van Monrovia kwam ook kijken. En was enthousiast. Het
concept van zo’n Vacation School
verdient alom navolging. Maar hij weet ook dat Jacq gelijk heeft met haar drie
lessen die ze uit dit project trekt en uiterst
urgent zijn: openbare voorscholen, zodat kinderen op jonge leeftijd leren lezen
en schrijven, elke dag een maaltijd op school want met een lege maag kun je
niet leren en ‘teach the teachers’:
de onderwijzers moeten hoognodig bijgeschoold worden in effectieve
leermethodes.