Deze week in Liberia was een week vol ontmoetingen. Ontmoetingen met vrienden, oude bekenden, nieuwe onbekenden, Liberianen, Nederlanders.
Goed was het weerzien met mijn oude NDI-collega Varney. Hij is na tien jaar NDI van baan veranderd en werkt nu bij Democracy International. Deze club is bezig een curriculum democratie en burgerschap te ontwikkelen voor het onderwijs in Liberia. Leerlingen leren hoe de democratie in Liberia in elkaar zit, werkt en zou moeten werken. Dat vak bestaat nu nog niet en is hard nodig, uitgaande van de veronderstelling dat ‘democratische waarden’, uiteraard toegespitst op de Liberiaanse situatie, het best van jongs af aan bijgebracht kunnen worden. Leidend is het teach the teacher principe. Eerst wordt er een proef gehouden op een aantal scholen in Monrovia - en ver daar buiten - om te testen of de ontwikkelde leermiddelen en de inmiddels getrainde Liberiaanse onderwijzers aan de verwachtingen voldoen.
Vanaf het moment dat ik in april 2012 in Liberia voor NDI begon te werken, hebben Varney en ik een productieve en kameraadschappelijk band opgebouwd. Hij kent iedereen in politiek Liberia, deed deuren openzwaaien en kan met smaak vertellen over zijn studietijd in het ijskoude Finland. Op een terrasje deelden we ervaringen en verorberden we, met zijn 10-jarige zoon Armah, machtige pinda-bananen-shakes.
Gewekte verwachtingen niet waargemaakt
Deze week hield de Liberian Netherlands Business and
Culture Council (LNBCC) een receptie
vanwege het driedaagse werkbezoek van Bram
van Opijnen, de eerste secretaris van de Nederlandse Ambassade in Ghana,
waar Liberia onder valt. Het beleid m.b.t. ontwikkelingssamenwerking van de
Nederlandse regering richt zich op 27
landen, maar Liberia hoort daar -helaas- niet bij. In juli 2015 bezocht
toenmalig minister Ploumen Liberia. Daarbij werden verwachtingen gewekt die, mede op
grond van een nogal misleidend persbericht van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland, niet zijn waargemaakt. Zie daarvoor mijn blog van 11 juli
2015, waarin ook verwezen wordt naar mijn opiniebijdrage in de
Volkskrant van 30 mei 2015.
Uit gesprekken maakte ik op dat Van Opijnen de toen gewekte
verwachtingen nu niet kwam opwarmen. Toch is het altijd nuttig als de
Nederlandse ambassade af en toe ‘zijn gezicht’ laat zien in Liberia. De weinige
contacten die er bestaan tussen Nederland en Liberia kunnen een duwtje in de
rug altijd gebruiken.
De band tussen Nederland en Liberia wordt overigens wel met zorg in stand gehouden door Nederlandse NGOs die in Liberia al jaren actief zijn. Een paar daarvan waren ook op de receptie aanwezig. Zoals de organisatie Manneka , die zich onvermoeibaar inzet met o.a. water- sanitatie- en hygiëne projecten. En ZOA, dat zich o.a. richt op onder schooltijd lokaal verbouwde, voedzame maaltijden voor kinderen.
This, Too is Liberia
Het was trouwens ook weer eens tijd om mijn goede vriend Jimmy Shilue te ontmoeten, de grote man van P4DP, het Platform for Dialogue & Peace. Deze Liberiaanse NGO heeft allerlei projecten om Liberia ook daadwerkelijk een Post-Conflict Country te laten zijn. Zoals het voorlichten van lokale gemeenschappen dat justitie en politie ook hen ten dienste staan, conflictbemiddeling en het slechten van etnische spanningen die er sinds de burgeroorlog in sommige provincies nog bestaan. Het was goed Jimmy en Rachael Kamara weer eens te spreken. Rachael is de weduwe van de vermaarde Liberiaanse journalist Tom Kamara. Gedrieën hebben wij vorig jaar, in coronatijd, This, Too is Liberia uitgebracht. In dit boek staat een selectie van de artikelen die Tom tussen 1995 en 2012 voor diverse media heeft geschreven. Het boek is inmiddels op zo’n tien adressen in Monrovia te koop en het werd tijd om de verkoopstrategie nog eens goed met elkaar door te nemen! Lezers van dit blog kunnen een exemplaar via mij bestellen. Klik hier voor meer informatie.
Tenslotte kon ik eindelijk Neena, de baby van Milton en zijn vriendin Tina bewonderen. Milton is een van de Liberianen die we al jaren kennen, hebben gesteund met zijn studie en andere pogingen om een bestaan op te bouwen. Het grote nieuws van de geboorte van hun dochter was via de digitale boodschapper al vooruitgesneld, maar hen in levenden lijve te ontmoeten was hartstikke leuk.