‘Het is hier een open
inrichting’ zo betitelde mijn lief haar stad Amsterdam op 30 april jl.
Lijkt me treffend beschreven, op grond van de twee minuten die ik dankzij
Aljazeera mocht meegenieten. Ik zag een mij onbekende Nederlandse
radiojournalist kort geïnterviewd worden die wist te vertellen dat overal, zelfs
‘aan de andere kant van de wereld’ Nederland geliefd is vanwege de Oranjes. Het
Nederlandse journalistendom is onpeilbaar diep gezonken in haar infantiele –en
nu ook leugenachtige- aanhankelijkheid aan de monarchie. Ik ben in vele
‘kanten’ van de wereld geweest, maar de enige oranjes die daar bekend zijn
dragen een voetbalshirt van –helaas- die kleur.
Ik zag een oranje massa van 25.000 mensen op de Dam. Ik weet
dat het allemaal onzinnig gegoochel met getallen is, maar ik kan toch niet
nalaten eraan te herinneren dat ten tijde van de massale
anti-kernwapendemonstraties in de jaren ’80, waar een half miljoen mensen op de
been waren, VVD’ers en consorten altijd
met hun zakjapanner konden uitrekenen dat er 15 miljoen Nederlanders niet aanwezig waren. In dat VVD-perspectief
bezien is die 25.000 een schamel aantal.
Aljazeera was wel zo vriendelijk om nog even te herinneren
aan de veldslag die in Amsterdam woedde bij de kroning van Beatrix. Daar was ik
gelukkig wel bij. Het zijn de omstandigheden van toen die er bij Beatrix toe
hebben geleid bliksems goed te begrijpen dat een gestileerde vorm van royale
nederigheid de enige manier is om de monarchie overeind te houden. Laten we
hopen dat het met haar zoon nu net andersom is. Dat hij de ‘massa’ van 25.000
mensen en de in honing gedoopte pennen van het journaille interpreteert als
onvoorwaardelijke steun voor zijn winstgevend familiebedrijf en hij zijn gang
kan gaan. En daarmee het graf voor de monarchie graaft.
Palet van actiemogelijkheden
Hier in Liberia, waar Robin van Persie van de reclameborden
straalt, organiseerden we deze week –opnieuw-een driedaagse ‘workshop’ voor
activisten van burgergroepen. Dit in het kader van ons nieuwe programma om de
relatie tussen ‘civil society’ en het
parlement te verstevigen, zodat het parlement meer open staat voor de wensen en
noden vanuit de bevolking en daarmee aan de slag gaat.
Het was een vervolg op de (eerste) workshop van twee weken
geleden (zie mijn weblog van twee weken geleden), maar nu werd er veel meer de diepte in
gegaan. In negen uitgebreide sessies werd kennis over het functioneren van het
parlement gecombineerd met hoe dat te beïnvloeden is. Zo kun je, als het om
wetgeving gaat, zelf als belangenorganisatie met een initiatiefwet komen, of op
het goede moment met een wijzigingsvoorstel van een in behandeling zijnde wet,
of op een hoorzitting een goed verhaal afsteken, experts invliegen, een
demonstratie organiseren, handtekeningen verzamelen, het (positieve dan wel
negatieve) effect van een wet op de dagelijkse levensomstandigheden uitbeelden
enz. Kortom, een palet van actiemogelijkheden. Hoe kun je twitter en facebook
gebruiken, maar ook: hoe organiseer je een persconferentie, schrijf je een
pakkend persbericht of vertel je je boodschap in een radiointerview.
Deelnemers aan de workshop. |
Ik verzorgde drie van de negen sessies. Twee gingen er over
de, naast wetgeving, klassieke functies van het parlement: de controlerende en
volksvertegenwoordigende taak. Want ook daarin kunnen belangengroepen een
belangrijke rol spelen. Als een multinational een concessie krijgt om ijzer te delven in een
uithoek van het land wordt er een overeenkomst met de regering gesloten. In die
overeenkomst wordt afgesproken dat het bedrijf bijv. onderwijs- en
gezondheidsvoorzieningen financiert voor omliggende dorpen. Zo’n concessieovereenkomst
moet worden goedgekeurd door het parlement. Maar na goedkeuring houdt het
parlement zich weer met andere zaken bezig, terwijl het betreffende ministerie
te zwak is om de uitwerking van die afspraken te controleren. En dus moeten lokale groepen aan de slag om de overeenkomst na te pluizen (waar kun je die
vinden?) en op ‘grassroot-level’ na gaan
of er iets gebeurt (hoe doe je dat?). En als dat niet zo is-wat vaak het geval
is- bij de eigen volksvertegenwoordiger of de betreffende kamercommissie aan de
bel te trekken (met welke vraag of eis?). Dit soort onderwerpen en vragen
kwamen uitgebreid aan de orde met de zeer gemotiveerde deelnemers.
Waakhond
Een derde sessie ging over het ‘monitoren’ van het
parlement. In veel ontwikkelingslanden, ook in Liberia, lijkt het parlement
–overdreven gesteld- een geheim genootschap. Natuurlijk, de plenaire
vergaderingen zijn openbaar. Maar wat is de agenda? Hoe is er gestemd? Welke
parlementariërs zijn er aanwezig? Wanneer en waar zijn de commissievergaderingen?
Waar kan ik vergaderstukken vinden? En verslagen van vergaderingen? En
besluiten? Hoe kom ik in contact met een volksvertegenwoordiger? In welke fase
verkeert de behandeling van een wet? Over veel van dit soort zaken tasten betrokken burgers, media en belangengroepen in het duister. Het parlement heeft
weliswaar een eigen, door NDI geïnitieerde website en informatieservice, maar de
informatie daarop is schamel. Wereldwijd is er het ‘OpeningParliament’ initiatief gelanceerd dat met een 44 punten
tellende verklaring tracht parlementen
tot meer openheid, transparantie en controleerbaarheid te bewegen.
In veel
landen is er een actieve groep die pressie uitoefent op het parlement –en
parlementariërs- door zelf die informatie te verzamelen en te publiceren, in
boekjes en/of op een eigen website. Een waakhond dus. Ook in Liberia bestaat
zo’n PMO (Parliamentary Monitoring
Organization), maar deze verdient een forse steun in de rug. Vandaar dat in
ons programma verbetering van de ‘monitoring van het parlement’ een van de
activiteiten is. In de sessie vertelde deze organisatie over haar ervaringen
van de afgelopen jaren en werd de deelnemers gevraagd te adviseren: welke
informative missen ze nu en zouden ze dus toegevoegd willen zien? Daaruit
kwamen zinvolle suggesties, zoals: wat doen de parlementariërs gedurende de vijf (!) maanden ‘agricultural break’, als ze worden
geacht terug te keren naar hun district, maar veelal in het buitenland
vertoeven? En hoe actief is het parlement als het om belangrijke sociale
kwesties gaat, zoals de positie van vrouwen, of verbeteringen op het gebied van
gezondheidszorg en onderwijs?
Na drie dagen veel kennis en best practices te hebben opgezogen, togen de deelnemers huiswaarts.
Sommigen moesten daarvoor twee dagen reizen. Maar hadden dat er graag voor
over, zo verzekerden ze me.