Langzamerhand begint het parlement weer op
stoom te komen. Huis en Senaat vergaderen weer, na een ‘agricultural break’ die hier maar liefst vier maanden duurt. Van
september tot januari worden parlementariërs geacht terug te gaan naar hun
kiesdistricten en daarnaast vakantie te vieren. Het beeld dat ik daarvan heb
meegekregen is heel wisselend. Sommigen zijn maandenlang in de Verenigde
Staten. Anderen gaan hun kiezers opzoeken, wat een autorit over zeer slechte
wegen van zo’n 10 tot 15 uur kan betekenen als de parlementariër een
kiesdistrict in een uithoek van Liberia vertegenwoordigt. Ook worden er
congressen in het buitenland bezocht of werkbezoeken afgelegd. En er zijn
volksvertegenwoordigers die min of meer door gaan met hun werk, interviews
geven, bereikbaar zijn, een kritische brief aan een minister schrijven of,
zoals ik in december berichtte, actief zijn in de Study Investigation Misison on Extractive Industries, die NDI in december ondersteunde. (Zie mijn blog in december 2012 'Een missie voor 'eerlijke' bodemschatten')
Swingende
activiteiten
En omdat het parlement vanaf maandag 14
januari weer draait, krijgen onze activiteiten ook weer een swing. De voorbereidingen
van de afgelopen weken moeten de komende weken in allerlei activiteiten worden
omgezet. Diverse trainingen van de staf van het parlement staan op stapel,
evenals de laatste fasen van de twee Study
Investigation Missions die we met het parlement hebben georganiseerd: over
sociale huisvesting en extractieve industrieën. Goede onderwerpen voor het
parlement om zich mee bezig te houden en vervolgens een duw in de goede
richting te geven: meer geld en aandacht voor huisvesting van de armsten en
–daarmee samenhangend – het beter benutten van de bodemschatten voor de sociale
ontwikkeling van de Liberiaanse bevolking.
Westpoint: sloppenwijk in Monrovia |
Succesvolle Missie sociale huisvesting
Die Missies zijn een beetje mijn kindje. Een
groepje parlementariërs verdiept zich in een onderwerp, bijgestaan door
experts. Vervolgens wordt er een rapport met beleidsaanbevelingen geschreven,
daarover wordt vervolgens een discussiedag gehouden en daarna moet het
parlement zich erover buigen.
Aan het rapport over de extractieve
industrieën wordt op dit moment de laatste hand gelegd door onze twee experts (een
Tanzaniaanse en een Liberiaan) die de Missie assisteren. In februari bezoekt de
Missie nog enkele mijnen, waarna het rapport eveneens op een policy seminar wordt bediscussieerd.
Over de Study Investigation Mission on Affordable and Adequate Housing berichtte ik eerder in september ('Een missie voor sociale woningbouw').
Over het concept-rapport van de Missie vond afgelopen woensdag (16 januari) een discussiedag plaats. Onze Ghanese volkshuisvestingsexpert, Ohene Sarfoh, die het concept-rapport schreef, besprak het met een selecte groep deskundigen. Er waren uiteraard betrokken parlementariërs aanwezig, maar ook architecten, vertegenwoordigers van diverse ministeries, de ‘wijkburgemeester’ van de grootste sloppenwijk van Monrovia, WestPoint, stedelijke ambtenaren, en enkele internationale organisaties. Het was een uitstekende, diepgaande discussie over de vele voorstellen die in het rapport worden gedaan. Het was natuurlijk heel goed om te horen dat velen blij waren dat eindelijk (sociale) huisvesting wordt geagendeerd, want het was tot nu toe een grote, blinde vlek. Noch in de regering, noch in het parlement, noch in de civil society lijkt er veel belangstelling te bestaan om de schandalig slechte huisvesting waarin miljoenen Liberianen hun leven slijten als sociale misstand te benoemen en daar verbetering in te eisen. Met deze parlementaire missie wordt daar verandering in aangebracht – dat was de wens en de hoop die velen uitspraken.
Over het concept-rapport van de Missie vond afgelopen woensdag (16 januari) een discussiedag plaats. Onze Ghanese volkshuisvestingsexpert, Ohene Sarfoh, die het concept-rapport schreef, besprak het met een selecte groep deskundigen. Er waren uiteraard betrokken parlementariërs aanwezig, maar ook architecten, vertegenwoordigers van diverse ministeries, de ‘wijkburgemeester’ van de grootste sloppenwijk van Monrovia, WestPoint, stedelijke ambtenaren, en enkele internationale organisaties. Het was een uitstekende, diepgaande discussie over de vele voorstellen die in het rapport worden gedaan. Het was natuurlijk heel goed om te horen dat velen blij waren dat eindelijk (sociale) huisvesting wordt geagendeerd, want het was tot nu toe een grote, blinde vlek. Noch in de regering, noch in het parlement, noch in de civil society lijkt er veel belangstelling te bestaan om de schandalig slechte huisvesting waarin miljoenen Liberianen hun leven slijten als sociale misstand te benoemen en daar verbetering in te eisen. Met deze parlementaire missie wordt daar verandering in aangebracht – dat was de wens en de hoop die velen uitspraken.
Arrangementen en roadmaps
De voorstellen in het rapport richten zich op
vier onderdelen: (a) erkenning van het simpele feit dat sociale huisvesting een
politieke prioriteit behoort te zijn, (b) wetgeving op het gebied van
grondpolitiek en huurbeleid, (c) stimuleren van de inzet van een scala aan instrumenten
om private en publieke financiering van sociale woningbouw van de grond te
krijgen en (d) ‘arrangementen’ (om dat modewoord maar eens te gebruiken) tussen
overheid, instellingen en maatschappelijke groepen om met een gezamenlijk aanpak
de daad bij het woord te voegen. Er werden suggesties voor een roadmap (ook al zo’n modewoord, maar de
term rolde vaak over tafel) gedaan en er sprak een groot ongeduld uit de vele
opmerkingen. De lang in schijndood verkerende National Housing Authority is mede door deze parlementaire missie
weer springlevend aan het worden, zo bleek uit de bijdragen van de managing director op het seminar.
UNHABITAT, de VN-organisatie die zich
bezig houdt met alles wat met wonen en de woonomgeving te maken heeft,
is zich in Liberia eveneens op goede wijze aan het heroriënteren. Banken en
pensioenfondsen beraden zich na met de Missie gesproken te hebben, op ‘zachte’
leningen en financieringen om de woningbouw uit het slop te krijgen. Kortom, er
lijkt beweging te komen in een tot voort kort geblokkeerd, onzichtbaar
‘beleidsveld’ dat tegelijkertijd zo schrijnend is voor een ieder die niet blind
door dit land loopt, fiets of rijdt. Ik
sloot het seminar af met de woorden dat dit niet het einde, maar juist het
begin moest zijn van het formuleren van die concrete huisvestingsagenda.
Nieuwbouw voor middeninkomens |
En
toen: de fiets!
Even
heel iets anders. We hebben veel (leuke) reacties gekregen op de blog
van vorige week, waarin we verhaalden over de bijna-arrestatie door de
bewakingsdienst van de president, omdat we het konvooi, waarmee ze altijd van
huis naar kantoor wordt vervoerd, niets vermoedend doorbraken.
Een dag later hadden we het opnieuw aan de
stok met een gezagsdrager – deze keer een agent van politie. We hadden de auto
in een flauwe bocht van een drukke straat in het centrum geparkeerd, op zoek
naar een tweede hands fiets. Even verderop werden die volop verhandeld. Op zich
al een hele belevenis om een tweede hands fiets te kopen. Uiteraard willen de
vijf handelaren allemaal dat je bij een van hen koopt. Ze hebben ieder een stuk
of vijftien fietsen, meest lichte mountain bikes, in de aanbieding. Maar omdat
we lang zijn, vielen de meesten af. Na enige wikken en wegen bleef er een
geschikte over. Om te laten zien dat we wel iets van fietsen wisten, oefenden
we even wat controles uit. Trappers en wielen leken goed, met weinig ruimtes en
ruis, om hun assen te draaien. Na wat onderhandelen kregen we de vraagprijs van
135 dollars naar 95 omlaag. Terwijl we aan het loven en bieden waren draaiden
er andere straatverkopers om ons heen, de een was gespecialiseerd in
fietspompen, de ander in bagagedragers en een derde in sloten. Als we op ieder
vraagprijs waren ingegaan was de prijs van de fiets in no-time verdubbeld.
Uiteindelijk kochten we met de fiets alleen een bagagedrager. Handig voor de boodschappen.
Terug bij de auto stond een agent ons op te wachten. Een grote vrachtwagen had
door onze fout geparkeerde auto de bocht niet kunnen maken. De chauffeur leek
het wachten niet te deren, maar de agent was not amused en beloofde ons een ticket.
We gingen deze keer nauwelijks in discussie, omdat het duidelijk was dat we
fout waren. Maar toen ging ook de agent in de fout. Vooruit, als we hem een
telefoonkaart gaven, zou hij geen bekeuring uitschrijven. Ah, omkoping? Dat is
tegen de wet! Natuurlijk, agenten verdienen veel te weinig in Liberia, maar om
dat te veranderen moet je staken, demonstreren, de vakbond versterken, in actie
komen, looneisen stellen. Zo hebben onze voorouders dat ook in Europa gedaan –
en zo werkt het nog steeds. We kwamen in een woordenwisseling met de agent terecht (‘Wel graag uw naam op
de bekeuring zetten, want dan kunnen we bij uw superieuren melden dat we de
keuze kregen uit een bekeuring of een telefoonkaart’) die er uiteindelijk toe leidde
dat hij zijn bonnenboekje in de achterzak hield en wij de telefoonkaart in de
onze.
Na een dag al een lekke band... |