Lezers die al langer mijn blog lezen vragen
zich misschien wel eens af: hoe staat het nu met de sociale huisvesting in
Liberia? Die Platvoet kan daar natuurlijk wel mooie verhalen over schrijven
(zie mijn blogs van 18 januari 2013 en 8 september 2012) maar daarna hoor je er
nooit meer iets van.
Dat zal ik nu recht zetten.
Even het geheugen opfrissen. Vorig jaar heb ik
een zogenaamde ‘Study Investigation
Mission’ georganiseerd voor een groepje van zes parlementariërs. Zij hebben
zich in gesprekken met experts en het afleggen van werkbezoeken aan
sloppenwijken en (spaarzame) nieuwbouwprojecten verdiept in de
volkshuisvesting. Dat is hard nodig, want de woonomstandigheden van het
overgrote deel van de bevolking zijn onbeschrijflijk slecht. Ze wonen in
huisjes en hutjes, gemaakt van golfplaat, sloophout en wat steen, zonder
elektra, riolering, wc of stromend water. En het meest wonderlijke is dat dit
geen enkele rol speelt in de politiek, noch in het parlement, noch in het
maatschappelijk debat, noch in de media. Dat was voor mij onbegrijpelijk en
onuitstaanbaar. Het opkomen voor een betaalbare (huur)woning, versterking van
de positie van de huurder, bekritiseren van het zwaar ideologisch ingezette en
financieel buitengewoon bevoordeelde eigen woningbezit: het loopt als een rode
draad door mijn politieke activiteiten. Ik gruw van het belachelijke beeld dat
in Nederland steeds meer is gaan heersen dat een huurder een loser is en een eigen woningbezitter de
geluksvogel. Nu is dat (laatste) beeld door de crisis wel iets aan het
kantelen nu blijkt dat in werkelijkheid banken de meeste huizen bezitten, maar de huurders lijken harder aangepakt te worden dan ooit.
Openbaar toilet in West Point (Monrovia) de grootste sloppenwijk van Liberia waar 70.000 mensen wonen. 85% van de huizen in Monrovia beschikt niet over een eigen toilet. |
De vrije markt: een fata morgana
Terug naar Liberia. Die zes parlementariërs
werden de ogen geopend. Overheidsbemoeienis met huisvesting is absoluut
noodzakelijk. Wachten op de ‘zegenrijke werking van de vrije markt’ is (ook) op
dit terrein een gotspe, een waanidee, een ideologisch fata morgana. De missie werd
begeleid en geadviseerd door een Ghanese expert, opgeleid in Rotterdam, die een
uitstekend rapport namens de parlementariërs schreef met een aantal
beleidsaanbevelingen. Want zo’n beetje alles moet –letterlijk en
figuurlijk- vanaf de grond opgebouwd
worden. Er is geen kadaster, geen grondpolitiek, geen huurrecht, geen
financieringsinstrument, geen huurprijsbeleid, geen woningbouwbeleid en
–vooruit!- geen stimuleringsregeling voor het eigen woningbezit. Over het
rapport vond in januari van dit jaar een discussiebijeenkomst plaats. Het was
mooi te zien hoeveel mensen daar op af kwamen die oprecht blij waren dat er
eindelijk een poging werd gedaan om ‘affordable
and adequate’ huisvesting op de politieke agenda te krijgen.
Door het werk van de Missie werd ook de
kwijnende National Housing Authority (NHA) tot nieuw leven gewekt.
Deze overheidsinstantie –en met dit type is Liberia rijk gezegend – heeft een
gebouw, wat personeel en een enkele dienstauto, maar verder niets. Toen ik ruim
een jaar geleden met het idee van de Missie bij het NHA aanklopte, was er net
een nieuwe directeur benoemd, die graag wilde, maar opliep tegen een muur van
politieke desinteresse. Inmiddels heeft de NHA, gesteund door het werk van de
parlementaire Missie, geld losgepeuterd voor het ontwikkelen van een Nationaal
volkshuisvestingsbeleid. Onze man uit
Ghana is daar als expert, adviseur en schrijver bij betrokken. Er zijn
inmiddels drie conferenties geweest om het onderwerp uit te diepen, waar
parlementariërs van de Missie van zich hebben doen spreken. Deze week stond er
een artikel in een van de toonaangevende kranten waarin de vice-president zich
onomwonden uitsprak voor een actief overheidsbeleid om betaalbare huisvesting
van de grond te krijgen. Onder de kop ‘VP Boakai wants improved housing sector‘ bestempelt de vice president goede huisvesting als een basisvoorziening om te
kunnen overleven. Hij geeft toe dat decennia lang er niets is gebeurd, dat het
hoog op de politieke agenda moet komen en dat sociaal-economische ontwikkeling
in het land gebaat is met een actief huisvestingsbeleid.
Een impuls voor sociaal-economische ontwikkeling
En er gebeurt meer dan het produceren van
woorden en papier. Er is inmiddels door
de regering een budget vrijgemaakt om te beginnen met de bouw van 5000
betaalbare woningen. De Centrale Bank overweegt geld te investeren in de bouw
van woningen. Ingezien lijkt te worden dat deze investering een grote impuls
kan betekenen voor de schrale Liberiaanse economie. Bouw van woningen betekent
immers werk voor toeleveringsbedrijven, bouwvakkers, loodgieters, woninginrichtingen
enz. en draagt bij aan de ontwikkeling van breed scala aan vakmanschappen dat
node wordt gemist.
Het is een stap op de goede weg. Maar er
zullen nog vele moeten volgen voordat wordt bereikt wat Boakai zo mooi in het
interview zei: goede huisvesting voor de laagste inkomens legt de basis voor
een leven in waardigheid.
Leden van de parlementaire Missie in een in aanbouw zijnde woning in Buchanan |