Sinds de Ebola-crisis in volle kracht uitbrak in West-Afrika,
begin augustus, is de ernst langzaam maar zeker ook buiten deze regio
doorgedrongen. Lange tijd was het een ver-van-mijn-bed show. Echter, naast de
schrijnende beelden van creperende mensen op straat, verplegers in gele pakken
en het alsmaar stijgende aantal doden, waren het vooral, hoe cynisch kun je
hier van worden, de Ebola-gevallen in de VS en Europa, die de rest van de
wereld wakker deden schudden. Niet dat het tot massale protesten kwam in
hoofdsteden om regeringen en internationale organisaties aan te sporen hulp te
bieden. De enige mij bekende anti-Ebola demonstratie vond plaats in Madrid.
Niet als blijk van humanitaire compassie met de lijdende bevolking in
West-Afrika, maar vanwege het feit dat een hond
van een geïnfecteerde verpleegster afgemaakt moest worden.
Slecht bestuur
In mijn blog van
2 augustus, dat in een samenvatting enkele dagen later in de Volkskrant
verscheen, betoogde ik dat het vooral te wijten was aan het slechte bestuur in
Liberia (en andere West-Afrikaanse landen) dat het Ebola-virus om zich heen kan
grijpen. Van een corrupte overheid die weinig vertrouwen geniet onder de
bevolking en verantwoordelijk is voor een totaal verwaarloosde gezondheidszorg,
kun je moeilijk een adequate reactie verwachten. Integendeel, de incompetentie
werd bewezen door een contraproductieve aanpak van wijken isoleren,
avondklokken instellen en militairen in plaats van dokters op radeloze burgers
af te sturen.
Inmiddels is de (toegezegde) hulp fors gestegen. Maar ook
die hulp is voor het overgrote deel nog steeds niet effectief. De quarantaine
centra die opgebouwd moeten worden, de vele medische hulpmiddelen die
ingescheept of ingevlogen –en vervolgens uitgeklaard- moeten worden, het trainen
van gezondheidswerkers: dit alles vergt weken van voorbereiding.
Intussen stijgt het aantal Ebola gevallen schrikbarend. De
WHO (World Health Organisation) liet gisteren opnieuw een noodkreet horen: de
uitbraak breidt zich uit tot naar voor kort veilige gebieden. Het vandaag (15
oktober) gepubliceerde ‘WHO
situation report’ laat zien dat het aantal doden inmiddels tot 4484 is
gestegen, waarvan 2458 in Liberia.
Particuliere initiatieven
Naast de langzaam op gang gekomen internationale hulp, vinden
er ook andere initiatieven plaats. Er zijn veel particulieren die op hun
manier, vaak op lokaal niveau, vol compassie bijdragen aan de strijd tegen
Ebola. Zo voorziet de Nederlandse Anneke Quoi met haar Liberiaanse man vele
gezinnen van een emmer-met-kraantje, waardoor frequent de handen gewassen
kunnen worden met gebleekt water. Giften zijn welkom: neem een kijkje op hun Facebookpagina.
Een
ander initiatief is van Jacq Turel: Good
Libraries Liberia. Zij organiseerde bibliotheken in openbare basisscholen
in Monrovia, die verstoken zijn van leerboeken. Tijdelijk terug in Amsterdam organiseert
ze een inzamelingsactie om de scholen van leerboeken te voorzien. De eerste
actie was op de Amsterdamse Anne Frankschool waar de leerlingen tijdens de Kinderboekenweek
op een hartverwarmende manier het startschot voor de actie gaven en bijna 2000
euro inzamelde. Klik hier voor de
Facebookpagina. Naast deze twee zijn er talloze andere initiatieven. Een Liberiaanse
moeder die het niet langer kon aanzien dat kinderen van onderwijs verstoken
zijn – de scholen zijn dicht – en kinderen thuis lesgeeft. De onvermoeibare Katie Meyler, zojuist
nog in het 8-uur-journaal, die elke dag de sloppenwijk West Point intrekt om de
mensen te waarschuwen en ziekenvervoer regelt als dat nodig is.
Working
with communities is the key to stopping Ebola
Het NDI-programma, waar ik nu vanuit Amsterdam aan werk, is
helemaal omgegooid. Onze Civil Society Partners hebben zich geheel op de Ebola
gestort. In 16 communities, waar in
totaal zo’n 400.000 mensen wonen, wordt door hen voorlichting gegeven over hoe
het Ebola-virus te vermijden. Het zijn kwetsbare communities waar totnutoe deze voorlichting niet plaats vond. Het
gaat dan niet alleen om het uitdelen van folders en affiches, maar vooral ook
om met chiefs, religieuze leiders,
vrouwen- en jongerengroepen samen activiteiten te ontwikkelen die direct
aansluiten op de belevingswereld van de bewoners. Want daar zijn alle deskundigen
het over eens: Working with communities is the
key to stopping Ebola zoals de WHO-website het kernachtig omschrijft.
Daarnaast richten de activiteiten van onze partners zich ook
op de governance: wat hebben de parlementariërs,
die door deze communities in hun
zetels zijn geheven, zoal gedaan? Bereikt de (inter)nationale hulp wel de
mensen in de arme wijken en afgelegen dorpen? Worden de gezondheidswerkers
voldoende gesteund? Hoe effectief werkt de regering? Wat blijft er aan de
strijkstok hangen? En, cruciaal, wat kan er van deze crisis worden geleerd om de
kwaliteit van het landsbestuur en de publieke sector ingrijpend te verbeteren?
Dit laatste zou aan de orde moeten komen in onderzoekscommissies en publieke
hoorzittingen als de Ebola onder controle en op de terugtocht is. Zo ver is het
echter helaas nog niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten