zaterdag 29 maart 2014

Kinderen kunnen eindelijk eens een boek lezen!

Mijn vrouw Jacq werkt, als ze in Liberia is, in de A. Glenn school, een openbare Elementary en Junior High school aan het eind van de 12de staat, die uitkomt in een slum. De lagere school ligt vlak bij het moeras. Er is geen elektra, geen stromend water. Toen ze er voor het eerst kwam waren er geen leermiddelen. Er zaten 60 kinderen in een klas en het enige wat de onderwijzer ter beschikking stond was een krijtje en een bord. Ze begon met het opzetten van een bibliotheek, die inmiddels op volle toeren draait. Daarna begon ze aan een bibliotheek voor de junior high die even verder op in de wijk ligt. Hieronder haar verslag.

De Junior High bibliotheek

Deze weken ben ik dagelijks bezig de tweede  bibliotheek op te bouwen. Ditmaal in het andere gebouw, daar zit de Junior High in, vergelijkbaar met onze eerste drie jaren van de middelbare school. Maar hier kunnen ze zomaar 21 zijn in de eerste klas.
Deze week vertelde ik aan een aantal kinderen in de bibliotheek dat het land waar ik vandaan kom de helft is qua grootte van Liberia en 16 miljoen mensen heeft. Zij hebben er 4 miljoen. Wauw, is de reactie. Zoveel mensen en toch een rijk land? En hebben jullie ook zinken huisjes? Ik heb een wereldkaart gekocht. Als ik Europa aanwijs met daarin heel klein Nederland dan knikken ze. Maar ik zal de komende week eens vragen of ze de werelddelen kunnen aanwijzen.
Waar ligt Nederland?


Ik kocht ook posters voor in de bibliotheek van Afrika, Liberia, Monrovia en de Human Body. Groot succes. Geen enkele klas heeft enig visueel materiaal. En aangezien ze ook geen boeken hebben, alleen de pratende leraar met een krijtje voor het bord, zien ze alleen de wereld om zich heen en soms tv in hun buurtjes met daarop vooral  Afrikaanse soaps.
Dus hoe schets ik de verbazing van de leerlingen deze week toen er stapels tweede hands boeken binnen kwamen. Atlassen, grote boeken over de natuur, boeken over Rembrandt, Gaugin, Leonardo da Vinci, veel science boeken. Science is een breed begrip. Maar al gauw bleek dat ze als pubers meteen de pagina’s met uitleg over seks gevonden hadden.   
Nog niet open, maar...
Deze tweede bibliotheek is eigenlijk nog niet open, want we hebben geen bibliothecaris. Ik probeer er druk achter te zetten dat die er komt. De leerlingen komen al binnen, vooral in de pauzes. De leraren hadden hier eerst hun lounge: een grote tafel en twee banken. Die heb ik naar boven verplaatst omdat hier tralies voor de ramen zitten. Dan is de kans dat er ’s nachts boeken verdwijnen toch kleiner. Ramen met glas  zijn er nergens, het is hier altijd warm. 

Kasten bouwen en schilderen

Nu zijn we open als ik er ben. De schooltimmermannen bouwen kasten. De boeken zijn vies, dus die maken we schoon. Ik probeer indelingen te maken die bij de Junior High passen. Van de week kocht ik een groot kleed, net als in de eerste bibliotheek. Daar kunnen heel veel kinderen op zitten lezen. Ik laat een bank maken langs de hele breedte van het lokaal. Twee deuren heb ik tot tafels laten verbouwen. Stap voor stap, we komen er wel. 
Kastdeur wordt tafel
Gisteren op zoek naar dikker papier om de eerste leenkaarten te gaan printen. Dat wordt een gewaagd experiment: een boek mee naar huis geven. We beginnen maar met  de meest geïnteresseerde leerlingen. Ze moeten de afspraken voor het lenen ondertekenen. Ik twijfel om de ouders te laten ondertekenen. Krijgen we de leenkaart dan nog terug? Of meteen verfrommeld en gescheurd? De meeste ouders kunnen niet lezen en schrijven. Dan maar alleen de kinderen laten tekenen en de kaart in de bibliotheek bewaren. 
Ook kocht ik een boek om de uitleningen aan de leraren te noteren. Die zullen ook moeten tekenen voor alle boeken die ze meenemen. Ik hoorde en zag gebeuren dat leraren in de Elementary school boeken stelen. Van sommige boeken hebben we er heel veel. Maar dat wil niet zeggen dat ze aansluiten bij het lesprogramma. Ik moet nog zien dat de leraren die boeken gaan gebruiken. Maar de leerlingen vinden alles interessant. Elizabeth, de bibliothecaris van de Elementary, heeft Afrikaanse lappa’s gekocht,  stof om gordijnen te maken in beide bibliotheken. Buiten de gebouwen is het een stoffige, zanderige bende. Dus als we nu ’s nachts de gordijnen dicht kunnen doen, dan scheelt dat de helft van het stof die elke dag binnenwaait, hopen we.  Bij de grote firma City Builders ben ik gaan bedelen om materiaal. Die wilden een formele brief, OK. Dat leverde uiteindelijk vijf grote platen hout op, spijkers, schuurpapier en houtlijm. Prachtig. Daar bouwen de timmermannen goede kasten van. Maar helaas geen verf. Dus nu kocht ik alvast twee blikken verf om de kasten te schilderen. Lekker hard fel groen. En een rood kleed op de grond. Elke zondag alweer zin in maandag, met vallen en opstaan verder bouwen. 
Rechte planken zagen
Een aantal leraren kwam me vertellen dat ze een privéschool hebben. Of ik daar ook een bibliotheek wil komen bouwen. Je snapt al niet hoe dat kan, ergens fulltime lesgeven en een school runnen. Is dat om aan te verdienen? Ik laat me er niet mee in. Eerst de openbare scholen in Monrovia. Het hangt er van af hoe lang we hier nog zijn, maar na deze school zijn er nog 21 te gaan. Ik moet nodig een keer gaan kijken bij andere scholen, sommigen schijnen wel een bibliotheek te hebben. Maar niet georganiseerd wordt me verteld.

Ook op zaterdag open

Op zaterdag is de bibliotheek in de Elementary nu al 4 weken open geweest. Om en om zijn Emmanuel of Elizabeth met een leerling daar aanwezig van 9 tot 1. Maar ik hoor dat ze telkens pas om 3 uur dichtgaan. De kinderen willen niet weg. Tot nu toe komen er ca 25 kinderen op zaterdag. Van het budget betaal ik Elizabeth en Emmanuel $4 per keer en de leerling $1. Zolang als het kan. 
Van jullie bijdragen kan ik dit mede allemaal opzetten. Dank, dank, dankJ
Alles is welkom en wordt goed gebruikt.
Bijdragen voor de bibliotheken op banknr. 707112036 van J. Turel, o.v.v. A. Glenn bibliotheken

dinsdag 18 maart 2014

Liberia ontdekt het internet


Of het nu om corruptie, gemiddeld inkomen, onderwijsniveau of voetbal gaat: steevast verkeert Liberia in de onderste regionen van de global village rankings. Zo ook wat het aantal internetgebruikers betreft. Deze ranglijst wordt aangevoerd, zoals zo vele andere, door landen uit Noord-West Europa: IJsland (96%), Noorwegen (95%), Zweden (94%), Denemarken en Nederland (ieder 93%).
Liberia staat op de 193ste plaats met een dekking van 3,8%.
En toch zit er verandering in de lucht. Er worden fiber-kabels aangelegd, telecom bedrijven doen steeds aantrekkelijkere internet aanbiedingen en het aantal mensen dat niet alleen een e-mailadres heeft, maar ook gebruikt neemt toe.
Internet als informatiebron wordt langzaam maar zeker ontdekt. En dat is winst in een land  waar geen serieuze kranten verschijnen,  gedrukte, buitenlandse media onbekend zijn en TV-nieuwskanalen in een kabelpakket zitten waar je minstens 50 dollar per maand voor moet betalen, wat ruim boven het gemiddelde maandinkomen ligt.

Contraspionage

En zo kon het gebeuren dat representative Chambers op het spoor kwam van de rapporten die het Amerikaanse regeringsagentschap Foreign Agents Registration Act (FARA) elk half jaar uitbrengt aan het Amerikaanse congres – en op haar website zet. In deze rapporten wordt geïnventariseerd wat voor klussen Amerikaanse bedrijven in opdracht van buitenlandse regeringen hebben gedaan en hoeveel daarvoor betaald is. Het zijn veelal lobby- en public relation activiteiten. De FARA is een onderdeel van de Counterespionage Section (CES) van de National Security Division (NSD). Klinkt allemaal heel spannend, maar die rapporten, waarin per land verslag worden gedaan, bevatten een droge opsomming van de feiten.
Neem bijvoorbeeld het laatst gepubliceerde rapport (2de helft 2012), waar drie klussen voor de Nederlandse overheid staan, zoals:


AB&C Philadelphia, LLC #6043
125 South 9th Street
Suite 801
Philadelphia, PA 19107
Netherlands Foreign Investment Agency
Nature of Services: Promotion of Investment
The registrant conducted promotion of investment services on behalf of the foreign principal.
$353,962.92 for the six month period ending November 30, 2012


Digitaal grasduinen

Terug naar Liberia. Kamerlid Chambers kreeg lucht van de website, bekeek de Liberia-secties van de rapporten, sloeg aan het cijferen en kwam tot de conclusie dat de regering van president Sirleaf de laatste jaren ruim 200 miljoen dollars aan fee had uitbetaald aan Amerikaanse lobby bedrijven. En dat in een land waar de jaarlijkse staatsbegroting 600 miljoen dollar bedraagt. Chambers bracht het ter sprake in het parlement, vroeg zich af of dit straatarme land dat geld niet beter kon gebruiken en kreeg zijn collega’s zo ver om een speciale onderzoekscommissie in te stellen. Veel tamtam in de pers, zodat de president twee weken later zich haastte te verklaren dat Chambers onzin had verkocht. Volgens haar was er tussen 2007 en 2013 $368.209 betaald aan alleen KRL International voor bewezen lobbydiensten.



Dat hoge bedrag van Chambers was het resultaat van slecht lezen. In de rapporten wordt elk half jaar het LISCR genoemd, de Liberian Corporate Registry. Deze private onderneming int voor de Liberiaanse overheid belastingen en commissies van schepen die onder Liberiaanse vlag varen. Zoals bekend heeft Liberia een van de grootste zeevloten ter wereld, vanwege de aantrekkelijke tarieven, soepele regelgeving en het wegkijken waar het gaat om de arbeidsomstandigheden en lonen van de bemanningen. Uiteraard rekent de LISCR ook een fee voor haar inspanningen. Dat wordt slechts een keer in de rapporten genoemd: in 2011 ving de LISCR in een half jaar tijd ruim $41 miljoen, waarvan het ruim $4 miljoen zelf mocht houden. Omdat in de rapportages deze activiteiten vaak van het predicaat ‘Lobbying’ worden voorzien, trok Chambers wat overhaast de verkeerde conclusie.
Maar ook de president sprak niet de waarheid. In haar brief aan het parlement schreef ze, zoals hierboven vermeld, dat er tussen 2007 en 2013 $368.209 was betaald aan één bedrijf, KRL International. Maar iedereen die de moeite neemt om een half uur digitaal door de FARA-rapporten te grasduinen zal ontdekken dat er in die periode ruim $1,6 miljoen aan vijf verschillende Amerikaanse lobby-bedrijven is betaald.
En dan gaat het alleen nog maar om Amerikaanse rapporten over Amerikaanse bedrijven. Dat er wellicht door bedrijven uit andere landen goedbetaalde lobbydiensten zijn verricht, is nog niet aan de orde gesteld. Voor veel Liberianen is er slechts één buitenland: de VS. Maar dat wereldbeeld zal kantelen door de informatiemaatschappij die ook hier terrein wint.





vrijdag 7 maart 2014

Demonstratie voor een bankdirecteur!

Afgelopen donderdag was er een demonstratie in hartje Monrovia. Duizenden mensen stroomden samen voor de hekken van het parlement om te protesteren tegen een –reeds aangenomen- wetswijziging. Op 18 februari besloot het parlement –in alle haast- de wet op de Centrale Bank van Liberia (CBL) zo te wijzigen, dat het onmogelijk is geworden voor de bestuurders van deze staatsbank om zich verkiesbaar te stellen voor een politieke functie. Ze moeten maar liefst drie jaar uit functie zijn, alvorens ze zich mogen kandideren voor het parlement of het presidentschap (over 2,5 jaar zijn er parlement- en presidentverkiezingen). Ook werd het de bank verboden om langer micro kredieten te verstrekken om mensen via het beginnen van een bedrijfje uit de armoede te trekken.


Open deur politiek

Het is een mooi voorbeeld van de wijze waarop in Liberia politiek wordt bedreven. De executive governor van de CBL, Dr. J. Mills Jones, is een nogal opvallend figuur, die met microkredieten strooit en niet schroomt om standpunten in te nemen die niet stroken met wat vele parlementariërs vinden. Zo ontstond er enkele maanden terug een heus economendebat over de forse inflatie die sinds een jaar of twee woedt. Liberia heeft twee betaalmiddelen: de Amerikaanse dollar en de Liberiaanse dollar, ook wel liberty genoemd. Toen ik hier twe jaar geleden kwam schommelde de koers van de liberty zo rond de 65-70 (voor één US$). Nu is dat zo tussen de 80 en 85, een inflatie van ruim 30%. De CBL wordt verweten de drukpers te veel te laten draaien in een land dat nauwelijks zelf iets produceert en exporteert. Praktisch alles moet met worden geïmporteerd – en betaald met Amerikaanse dollars. De CLB verdedigt zich met het argument dat het geen andere keus heeft dan liberties bij te drukken, zo dat bijv. het overheidspersoneel niet langer  in Amerikaanse dollars hoeft te worden uitbetaald. Tegenstander wijzen er –terecht- op dat dit dweilen met de kraan open is, en dat alleen het stimuleren van een eigen economie en het ophouden met de uitverkoop van grondstoffen aan buitenlandse bedrijven structureel soelaas kan bieden. Maar dit is frontaal gericht tegen de heersende ‘open deur’ politiek die al decennia lang in Liberia heerst, waarbij buitenlandse bedrijven worden aangemoedigd Liberia binnen te komen en staatsinterventie in de economie als iets afschrikwekkends wordt afgeschilderd.

Dr. J. Mills Jones
Kindsoldaten

Dit soort zaken speelt mee op de achtergrond, al is het de parlementariërs die voor de wetswijziging hebben gestemd, daar niet om te doen. De reden is veel platter. Mills Jones is een vlotte prater, een man met statuur en bovendien iemand die aan de geldkraan zit. En dus een potentiële concurrent, omdat hij, o.a. door de kredietenpolitiek van de bank, tamelijk populair is. Daar komt nog bij dat er een breed gedragen gevoel van onvrede is. Het parlement wordt door velen gezien als een vergadering van zakkenvullers en ook de regering, inclusief de president, is impopulair. Sommige recente maatregelen, zoals het verbieden van motortaxies op de hoofdwegen in Monrovia, hebben veel kwaad bloed gezet. Met name uiteraard bij de motorrijders zelf, die veelal als kindsoldaat in de burgeroorlog hebben gevochten en daarna gestimuleerd zijn op deze wijze hun brood te verdienen.


Onwaarschijnlijke coalitie

En zo kwam het dus tot een onwaarschijnlijke, anonieme coalitie van ‘Civil Society Groups, Business Organizations and Motorcyclists’ die een demonstratie hielden tegen het parlement. Er werden borden meegedragen met teksten als ‘You Are in Error’, ‘Ellen don’t Sign It’, ‘We Love Dr. J. Mills Jones’ en ‘Lawmakers Do Not Strangulate The CBL’. Er was een ruime politiemacht op de been. De vredesmacht van de VN, UNMIL, had een waarschuwing laten uitgaan dat zich er ‘ security incidents’ konden voordoen. Het was inderdaad een drukte van belang, kranten telden duizenden demonstranten, maar tot rellen of vechtpartijen kwam het niet. Wel was er wat verbaal geweld, omdat er ook ook gedemonstreerd werd door voorstanders van de wetswijziging, uit de hoek van politieke partijen. Na afloop vormde zich een lange rij van demonstranten voor een autobusje waar de ‘demonstrationfee’ werd uitbetaald. Uiteraard in liberties.

Vlak na de demonstratie werd bekend dat president Ellen Sirleaf de wetswijziging op de dag van de demonstratie had ondertekend. Of dat ook was gebeurd als de demonstratie op de juiste plek, voor haar kantoor, was gehouden, zullen we nooit weten.