Ik heb al eens eerder een blog gewijd aan de extractive industries in Liberia en de pogingen die NDI ondersteunt om tot een politiek te komen die de opbrengsten van de natuurlijke hulpbronnen op een transparante manier ten goede laten komen aan de sociale ontwikkeling van het land. Liberia, en vele andere landen in Afrika, is rijk aan bodemschatten (ijzererts, diamanten, olie) en kennen een vruchtbare bodem voor talrijke gewassen (cacao, palmolie, rubberbomen). “How can countries be so rich in mineral wealth and yet so poor?” vraagt het Africa Progress Panel van de VN zich opnieuw af in haar laatste rapport. Het antwoord is snel gegeven: slecht bestuur, corruptie op grote schaal en in het geval van Liberia, een land dat nog steeds de wonden likt van een 12-jarige burgeroorlog. En, voeg ik er aan toe, het waanidee dat buitenlandse bedrijven die de bodemschatten komen ophalen, bijdragen aan de economische ontwikkeling. Als dat het geval zou zijn, zou Liberia het rijkste in plaats van het armste land ter wereld zijn.
Parlementariërs bekijken een rubberboom. |
“No
region has provided more abundant evidence in support of the resource curse
theory than Africa. Countries such as Angola, the Central African Republic,
Equatorial Guinea, Liberia and Nigeria have been widely used as case studies
to explore the links between resource exports, conflict and poor governance.
There are some exceptions, such as Botswana, but they are few. The question
at the heart of the debate over the resource curse in Africa is: “How can
countries be so rich in mineral wealth and yet so poor?”
African
Progress Panel
|
Parlementaire onderzoekscommissie
Verleden
jaar organiseerde ik een parlementaire onderzoekscommissie die het gevoerde
beleid ten aanzien van de natuurlijke hulpbronnen in kaart bracht. Er werd
gesproken met deskundigen en betrokkenen ministers, vakbonden, en de bedrijven
zelf. De bevindingen van de missie logen er niet om. Er is een wirwar van
commissies, agentschappen en bureaus die zich allemaal namens de regering met
het concessiebeleid bezig houden. En dus is er sprake van een voortdurende
bureaucratische stammenstrijd. Het parlement is te zwak om haar kaderstellende
en toetsende rol te kunnen uitoefenen. De ministeries zijn onderbemand met
ondeskundige ambtenaren om de afspraken die in de contracten zijn vastgelegd op
hun uitvoering te controleren. En dus kunnen de buitenlandse bedrijven
vrij ongestoord hun gang gaan. De
aanbevelingen in het rapport bevatten een groot aantal voorstellen om hier
drastisch verandering in aan te brengen, zoals een forse vermindering van het
aantal bureaucratische stammen en een voorwaarden waar concessies
aan moeten voldoen om bij te dragen een sociale ontwikkeling. Het rapport
zweeft nog steeds ergens in de parlementaire wandelgangen, de leden van missie hebben moeite om na A ook B te zeggen.
Handen uit de mouwen in de workshop
Daar komt
hopelijk snel verandering in. NDI traint nu Civil Society Organisations (CSOs)
om beter voor hun zaak op te komen en welke manieren er zoal zijn om parlementariërs in beweging te krijgen: praten, lobbyen, actievoeren. Zoals de Natural
Resources Management coalitie (NRM), die bestaat uit twaalf burgergroepen.
Deze week organiseerden wij een driedaagse workshop voor zo’n 30 NRM-activisten
uit het gehele land in het centraal gelegen Gbarnga, zo’n drie uur rijden vanaf
Monrovia landinwaarts. Plaats van samenkomst: het bisschoppelijke Pastoral Center, een uitgestrekte oase van rust en contemplatie in deze chaotische stad.
Maar vergis je niet, zo’n workshop is niet zitten, luisteren
en af en toe een opmerking maken. De handen moeten uit de mouwen worden
gestoken: in kleine groepen fact sheets maken van de situatie m.b.t. de
concessieverleningen in hun regio. Het ontleden van een thans geldend contract
dat tussen overheid en bedrijf is afgesloten: wie heeft er voordelen van, welke
verplichtingen heeft het bedrijf t.a.v. onderwijs, huisvesting en
gezondheidszorg, hoe staat het met milieumaatregelen, komt er werkgelegenheid
voor de lokale bevolking en bovenal: hoe staat het met de naleving, controle en
sancties bij nalatigheid? In een andere sessie ontwikkelden de vier regionale
NRM-platforms ieder een actieplan: waar focust het platform zich op, hoe worden
de banden gesmeed met de communities
die om het concessiegebied liggen, welke actiemiddelen worden er ingezet, welke
media worden gebruikt, welke parlementariërs worden onder druk gezet om iets te
ondernemen? De deelnemers werden bij dit alles deskundig begeleid door Amani Mhinda, een expert uit Tanzania op dit gebied, die ook al eerder de parlementaire onderzoekscommissie had geassisteerd.De deelnemers aan de workshop |
Actieplan
Na drie
dagen werken, discussiëren en plannen uitwerken, keerden de NRM-activisten
gisteren terug naar hun regio om meteen aan de slag te gaan met de opgedane
kennis, vaardigheden, fact sheets
en actieplannen. Om bedrijven en de overheid aan te sporen, dan wel te dwingen,
zich aan de gemaakte afspraken te houden. Om te controleren wat er uiteindelijk
van terecht komt: wordt die school of kliniek nu echt wel gebouwd? Kunnen er
Liberianen aan de slag? En worden ze bijgeschoold?
Met deze
werkwijze verzamelt NRM door het hele land verspreide kennis, toetst argumenten en
beoordeelt best practices die alle tezamen bouwstof zijn voor het lanceren van een sociale, duurzame
concessiepolitiek. Daarmee wordt dan aansluiting gezocht bij het rapport van de
parlementaire onderzoekscommissie, waardoor beide initiatieven elkaar
versterken en er op een belangrijk onderwerp iets ten goede kan worden
veranderd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten