De National Oil Company of Liberia (NOCAL) is failliet. Er
is geen geld meer in kas, hoewel er verleden jaar, volgens bronnen die het
weten kunnen, nog 30 miljoen dollar op de bankrekening stond. NOCAL is een
fenomeen in Liberia dat voortdurend in opspraak is. Ze is een paar jaar geleden
opgericht toen er voor de kust van Liberia olievelden werden gevonden. Vanaf
dat moment verkeert de elite van Liberia in een roes en worden de blikken wazig
vanwege de vele dollartekens in de ogen. De NOCAL werd opgetuigd en er werden concessies voor eerste, nadere onderzoeken verleend aan de big
boys van de olie-industrie zoals Chevron en Exxon. Daarmee werden enkele
tientallen miljoenen dollars binnen gehaald. Daartegenover stond op de staatbegrotingen van de laatste jaren een
fors bedrag om de salarissen, auto’s en kantoren van de NOCAL te bekostigen,
terwijl er nog geen druppel olie was geboord. Twee jaar geleden benoemde de
president haar zoon Robert tot hoogste baas van de NOCAL. Harde kritiek van
vele kanten viel haar ten deel, ze verdedigde zich met het argument dat ze haar
zoon kon vertrouwen en formuleerde een eigen definitie van nepotisme: als je
zoon bekwaam is mag je hem in een hoge overheidsfunctie benoemen. Er kwam een
laag van directeuren, toezichthouders en managers tot wasdom. Experts vanuit
het buitenland werden ingevlogen om te vertellen hoe uiteenlopende landen als
Noorwegen, Azerbaijan en de VS met hun olierijkdom om sprongen.
Intussen waren de parlementariërs ook wakker geschud en
begonnen hun rol als wetgever op te eisen. Sommigen verwarden hun rol als
volksvertegenwoordiger met die van oliemannetje. Zo beijverde een van de
parlementariërs zich om het Russische Gazprom mee te laten spelen in de dans
rond de olievelden, en wist een ontmoeting tussen Russen en de president, Ellen
Johnson Sirleaf te arrangeren. Volgens
krantenberichten leidde dat echter tot niets, niet voor de Russen en, laten we
dat goedgemutst aannemen, ook niet voor de parlementariër. Wat naar verluid wel
geld voor parlementariërs opleverde was het aannemen van twee wetten die a) het
verlenen van concessies aan oliebedrijven om voor de kust olievelden te
exploiteren regelde en b) de structuur en werkwijze van NOCAL vastlegde.
Graphic uit FrontPageAfrica |
En dat was het dan; de
kwestie is, zoals gebruikelijk in Liberia, nooit afgerond.
Robert Sirleaf |
Moeder en zoon Sirleaf
Dat speelde zich allemaal ruim een half jaar geleden af. Er
gingen toen ook al geruchten de ronde (Liberia is rijker aan geruchten dan aan
olie) dat NOCAL op zwart zaad zou zitten. Dat werd uiteraard ontkend, maar toen
in juli/augustus het personeel niet meer uitbetaald kon worden, viel het doek.
Niet voor de eerste keer waren het actieve studentengroepen die openheid
eisten. Zij eisten van president Johnson Sirleaf dat de directeuren en het
topmanagement gearresteerd en ondervraagd zouden worden, inclusief haar zoon
Robert. Deze had verleden jaar zijn
positie bij de NOCAL opgegeven, omdat hij kandidaat was voor de vrijkomende
Senaatszetel in Montserrado, de dichtstbevolkte provincie van Liberia. Bij de
Senaatsverkiezingen, in december 2014, werd hij verpletterend verslagen door
oud-voetballer George Weah, de leider van de oppositionele Congress for Democratic Change. Achteraf beschouwd was dit een
vlucht naar voren, en praktisch iedereen in Liberia, uitgezonderd zijn moeder,
hoopt dat deze Robert de dans niet zal ontspringen. (De president luidde haar
zoon bij NOCAL uit met de woorden ‘missie volbracht’, wat achteraf een
bijzondere betekenis heeft gekregen.) Zo wisten de studentengroepen te
vertellen dat de $700.000 die Robert had uitgetrokken om een voetbalteam te
sponsoren, als een onderdeel van zijn verkiezingscampagne, uit de kas van NOCAL
was gehaald.
Ook werd van de president geëist dat de Liberiaanse
rekenkamer een onderzoek gaat instellen naar het (financiële) beleid van de
NOCAL.
Actie plan
De president heeft gereageerd op de NOCAL-crisis met het
voorstel om een Sustainable Action Plan
(duurzaamheid is ook in Liberia een containerbegrip) op te stellen dat moet
leiden tot een beheersing van de kosten en een aanzienlijke vermindering van het
aantal functies aan de top van het bedrijf. De overblijvende top van het
bedrijf zou op 50% van de tot dan geldende salarissen worden gezet en verplicht
worden om daarover belasting te betalen. So
far so good, maar haar mededeling dat de vertrekkende topman zijn pensioen en wachtgeldregeling zou behouden,
leidde uiteraard tot bergen van kritiek. De financiële teloorgang van NOCAL
weet zij aan een ernstige terugval van inkomsten uit verlening van vergunningen
aan oliemaatschappijen om voorbereidend onderzoek te doen. Die vergunningen
waren in de jaren ervoor wel verleend, en hadden ook geld in het laatje
gebracht, maar blijkbaar hadden de rekenmeesters van de Liberiaanse overheid
gedacht dat deze incidentele inkomsten structureel elk jaar binnen zouden
komen…
Verantwoordelijk
De oud-directeur van de Rekenkamer, John Morlu, onthulde in The News van 27 augustus dat hij na de
eerste audit van de NOCAL, een paar
jaar geleden, de president al had gewaarschuwd dat corruptie en wanbeleid bij
de NOCAL aan de orde van de dag waren en dat op onregelmatige wijze
oliecontracten werden gesloten. De president had dit echter weggewuifd met de
opmerking dat de NOCAL te belangrijk was voor de economische ontwikkeling van
het land om zich daar druk over te maken. Volgens Morlu zijn moeder en zoon
Sirleaf verantwoordelijk voor het failliet van NOCAL en moet Robert maar eens uitleggen
waar die 30 miljoen dollar zijn gebleven die ooit op de bankrekening stonden.
Ook andere gezaghebbende figuren, zoals oud-minister Kofi
Woods, die in het voorjaar nog op uitnodiging van het Nederlandse parlement in
Den Haag met een Kamercommissie over de Ebola-crisis heeft gesproken, meende
dat de president volledig verantwoordelijk is voor het echec.
Inmiddels is de president aan het schuiven. Ze heeft nu,
volgens de New Democrat van 9
september, de verantwoordelijkheid op zich genomen van het financiële drama.
Fijntjes voegt de krant daar aan toe dat de president ‘and her family’ betrokken zijn bij ‘shifty oil negotiations’, dat een vorige topbestuurder van NOCAL
onder ede heeft verklaard dat de president de stemmen van parlementariërs heeft
gekocht en geweigerd heeft de ‘bribed
tainted petroleum sharing contracts’ te ontbinden. De regering kondigde
bovendien een ‘intern onderzoek’ aan, en meldde daarbij stoer dat de
verantwoordelijken voor het financiële wanbeleid vervolgd zullen worden. Dat
deze ferme uitspraak wat op gespannen voet staat met de boetedoening van de president is een
conclusie die je niet moet trekken. Voor de bühne meldt de president zich aan
als eerst verantwoordelijke, maar anderen zullen hangen.
Graphic uit FrontPageAfrica |
Senaat onderzoekt
En het parlement? Het Huis van Afgevaardigden houdt zich tot nu toe tamelijk rustig. Normaliter
zou er een stevig debat over het falen van de president worden gevoerd,
onderzoeken en het rollen van koppen worden geëist. Maar niets van dat al. Wat
het House betreft is dat niet zo verwonderlijk, gezien het
hierboven beschreven akkefietje met de ‘inspraak-gelden’. En de beschuldigingen
dat er een aantal ‘geachte afgevaardigden’ meegegeten hebben uit de ooit zo
rijk gevulde NOCAL-ruif.
Een senaatscommissie heeft wel een rapport over de kwestie
afgeleverd, waarin, weliswaar als mosterd na de maaltijd, de staf wordt
gebroken over de brede en dik verdienende toplaag van NOCAL. Aangedrongen wordt
in dat rapport op een diepgaander onderzoek, wat dus inmiddels de president heeft
aangekondigd.
Bij die hele NOCAL-kwestie moet ik vaak denken aan de
verzuchting van een Kenyaanse collega een paar jaar gelden toen de eerste
olieproefboringen gunstig uitpakten. ‘Hopelijk wordt het niets. De winning van
olie leidt alleen maar tot corruptie en andere ellende.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten