Het volgen van een
verkiezingscampagne in Liberia is in vele opzichten een belevenis. Allereerst
de zichtbaarheid. Het land is volgeplakt met affiches. Overal hangen ze: van de
hoofdstad Monrovia tot in een gehucht aan een zanderige weg in het oerwoud. In
alle soorten en maten, van enorme billboards tot A4-tjes. En vaak van meerdere
partijen tegelijk op de lemen muur van een huis of op een golfplaten schutting.
Het persoonlijke is in Liberia méér dan politiek. Het portret van de kandidaat
springt eruit. Bij de presidentskandidaten staat ook de metgezel voor het vicepresidentschap
meestal prominent afgebeeld. De tribale herkomst speelt een belangrijke rol. De
meeste kandidaten hebben daar bij hun keuze voor een running mate mee rekening gehouden en die moet natuurlijk worden
getoond. De districtskandidaten voor het Huis van Afgevaardigden doen op hun
affiche meestal enkele beloften zoals Hannah Slocum, ‘a mother with vision’. Zij pleit o.a. voor ‘good governance, good health services for all, peace, economic &
development!!!’.
Goedbetaalde
parlementariërs
De presidentskandidaten
pakken het grootst uit, de kandidaten voor het Huis doen het meestal wat
rustiger aan. De meesten beschikken over een bescheiden campagnebudget. Vooral
de vrouwelijke kandidaten klagen daarover. Daar komt bij dat ze hun partij én de
Nationale Verkiezings Commissie uit eigen zak een registratiebijdrage hebben
betaald, samen een bedrag van rond de $1000.
Alleen de zittende
parlementariërs die herkozen willen worden hebben, tot ongenoegen van de
overige kandidaten, meer geld ter beschikking. Geen wonder als je, in dit
straatarme land, tot de bestbetaalde parlementariërs ter wereld behoort. Een
lid van het Huis krijgt per jaar aan salaris en onkostenvergoedingen ruim $200.000,
een senator moet het met iets minder doen: ruim $190.000. Dat inkomen was lange
tijd min of meer onbekend, sommige politici hadden zelfs de smoes dat het
geheim zou zijn. Onzin natuurlijk, het staat gewoon in de staatsbegroting.
Sinds het Institute for Research and
Democratic Development het op
zijn website heeft gepubliceerd, is dat hoge inkomen een steeds grotere rol
gaan spelen. In elk debat of radioprogramma komt het wel aan de orde. En
verklaren vele kandidaten (ook die voor het presidentschap) dat het minder
moet. Sommigen, zoals presidentskandidaat Cummings (ANC), pleiten voor
halvering.
Volop radiodebatten
De radio is het
belangrijkste medium in Liberia. Er zijn rond de 100 radiostations, die
allemaal politieke praatprogramma’s hebben. De nationale stations vooral over
de presidentsverkiezingen en de vele community
radiostations laten de districtskandidaten voor het Huis aan het woord.
Daarbij wordt driftig ingebeld door luisteraars, die meestal geen blad voor de
mond nemen. Soms hoor je ook een monoloog van of een kritiekloos interview met
een kandidaat. Dat is dan paid airtime,
wat in Liberia de gewoonste zaak van de wereld is. Uurtarieven variëren van $60
tot $120. Voor datzelfde geld koop je ook een halve, zo op het oog redactionele,
pagina in een krant, waarin je kunt uitpakken tegen een kandidaat. Kranten
hebben kleine oplagen (tussen de 3000 en 5000), maar zijn vaak weer een bron
voor de veel beluisterde radioprogramma’s.
Er worden in ieder van de 73 kiesdistricten radiodebatten tussen de kandidaten georganiseerd door landelijke mediaorganisaties, gesponsord door internationale donoren. Alle kandidaten worden uitgenodigd en vaak vindt zo’n debat in twee panels plaats, omdat het moeilijk debatteren is met 16 kandidaten. Ik heb enkele van die debatten bijgewoond. Zoals verleden week in de provincie Grand Cape Mount, in Tahn, een dorp dat je na drie uur rijden over een bijna onbegaanbaar oerwoudpad bereikt. Er waren zeker 300 mensen uitgelopen om hun kandidaten te aanschouwen. Het ging er levendig aan toe, al was het meer een vraag en antwoord gebeuren dan een onderling debat. De verkiezingsbeloften gingen à la Rutte met miljoenen over tafel, zonder dat iemand zich afvroeg hoe dat allemaal betaald kon worden. Veel kandidaten nemen aan zo’n debat deel, maar de zittende parlementariër schittert vaak door afwezigheid. Soms omdat het werk in het parlement gewoon door gaat. Maar soms ook uit arrogantie, zoals een van hen zijn afwezigheid aan de organisatoren verklaarde: ‘Ik heb de afgelopen jaren veel gedaan voor mijn district, en de mensen weten dat’.
De zoon van een marktkoopvrouw
De weg naar Tahn |
Er worden in ieder van de 73 kiesdistricten radiodebatten tussen de kandidaten georganiseerd door landelijke mediaorganisaties, gesponsord door internationale donoren. Alle kandidaten worden uitgenodigd en vaak vindt zo’n debat in twee panels plaats, omdat het moeilijk debatteren is met 16 kandidaten. Ik heb enkele van die debatten bijgewoond. Zoals verleden week in de provincie Grand Cape Mount, in Tahn, een dorp dat je na drie uur rijden over een bijna onbegaanbaar oerwoudpad bereikt. Er waren zeker 300 mensen uitgelopen om hun kandidaten te aanschouwen. Het ging er levendig aan toe, al was het meer een vraag en antwoord gebeuren dan een onderling debat. De verkiezingsbeloften gingen à la Rutte met miljoenen over tafel, zonder dat iemand zich afvroeg hoe dat allemaal betaald kon worden. Veel kandidaten nemen aan zo’n debat deel, maar de zittende parlementariër schittert vaak door afwezigheid. Soms omdat het werk in het parlement gewoon door gaat. Maar soms ook uit arrogantie, zoals een van hen zijn afwezigheid aan de organisatoren verklaarde: ‘Ik heb de afgelopen jaren veel gedaan voor mijn district, en de mensen weten dat’.
Publiek in Tahn |
Een zeer bijzondere
campagneactiviteit is de rally.
Kandidaten reizen door het district of het land in een karavaan(tje) en houden
stil in dorpen en stadjes. Nu kennen wij in Nederland ook wel het beeld van de
lijsttrekker die in een kleurig partij-jack wat schutterig op een winderig
stadsplein wat folders staat uit te delen, maar in Liberia is het andere koek.
Ik was getuige van de binnenkomst van presidentskandidaat Mills Jones in
Buchanan, de hoofdplaats van de provincie Grand Bassa. Mills Jones hoort bij ‘de
grote zes’ van deze verkiezingen, maar hij is volgens mij kansloos om bij de
hoogste twee te eindigen, die door gaan naar de 2de ronde.
Mills Jones, zoon van een
marktkoopvrouw, is de voormalige directeur van de Centrale Bank van Liberia en
heeft in die functie vooral furore gemaakt om micro-kredieten aan marktkoopvrouwen
te verstrekken. Ruim een jaar geleden heeft hij een partij opgericht, MOVEE (MOvement for Economic Empowerment),
die een goede landelijke dekking heeft: in 62 van de 73 kiesdistricten wordt
een, veelal onervaren, kandidaat geleverd.
Muziek en dans
Hij zou tussen 12 en 1
uur aankomen. Langzaam maar zeker verzamelden zich honderden mensen langs de
enige geasfalteerde weg die Buchanan met Monrovia verbindt. Velen stonden met
een spandoek om hem te verwelkomen. Er werd gedanst en muziek gemaakt. Twee
districtskandidaten van andere partijen waren zo slim om met hun auto door de
mensenmassa te rijden en werden luid toegejuicht. Om een uur of 3 arriveerde
hij. Zijn auto werd omstuwd, jongens klommen op de motorkap. Hij stapte uit en
in een optocht wandelde hij met zijn aanhangers naar een kerk. Daar schalde
forse discomuziek en er waren wat stichtelijke woorden van een dominee. Mills
Jones hield met zijn sonore, zware stem een tamelijk saaie speech van 45 minuten.
Daarna was het de beurt aan de plaatselijke MOVEE-kandidaat die kort en
krachtig, onder luid gejuich, een aansprekender verhaal hield dan zijn
vaandeldrager.
Mills Jones bleek in hetzelfde,
tamelijk eenvoudige, hotel te slapen als mijn team. Hij was moe. Begrijpelijk. Tien weken campagne voeren in de 15 provincies, reizen over slechte wegen en een speech in elk
dorp dat je passeert gaat je niet in de koude kleren zitten. En hij is niet
meer de jongste, zo rond de 60 schat ik.
De volgende ochtend was ontluisterend en veelzeggend. Al vroeg stond een groep vrouwen en een groep jongens, die ook de vorige dag bij het onthaal dansten, voor het hotel. Een hoop kabaal, trommels en wederom dans. Na een tijdje kwam Mills Jones naar beneden. Hij bleef zeker 20 minuten in het hotel voor de glazen deur staan, keek naar buiten en bromde dat dit toch niet zijn kiezers waren. Zijn auto kwam voorrijden en hij stapte in, zonder een woord tot zijn vermeende supporters te spreken. Hij draaide zijn raampje open en wierp een briefje van $50 naar de jongens. De vrouwen kregen niets. Onmiddellijk ontstond er een vechtpartij; de gelukkige vinder zette het op een lopen, woedend gevolgd door de anderen. Jones reed snel weg. Het tafereel was weliswaar een movement for economic empowerment, maar toch anders dan hij zijn kiezers voorhoudt.
De aankomst van Mills Jones |
De volgende ochtend was ontluisterend en veelzeggend. Al vroeg stond een groep vrouwen en een groep jongens, die ook de vorige dag bij het onthaal dansten, voor het hotel. Een hoop kabaal, trommels en wederom dans. Na een tijdje kwam Mills Jones naar beneden. Hij bleef zeker 20 minuten in het hotel voor de glazen deur staan, keek naar buiten en bromde dat dit toch niet zijn kiezers waren. Zijn auto kwam voorrijden en hij stapte in, zonder een woord tot zijn vermeende supporters te spreken. Hij draaide zijn raampje open en wierp een briefje van $50 naar de jongens. De vrouwen kregen niets. Onmiddellijk ontstond er een vechtpartij; de gelukkige vinder zette het op een lopen, woedend gevolgd door de anderen. Jones reed snel weg. Het tafereel was weliswaar een movement for economic empowerment, maar toch anders dan hij zijn kiezers voorhoudt.
Mills Jones, midden met bril |