Deze week waren we in Gbarpolu, een provincie in het
noordwesten van Liberia. Ongeveer een
kwart van Nederland, bedekt met groene heuvels en bergen, waar ongeveer 85.000
mensen wonen. Er wordt goud en diamanten gevonden en hout gekapt in het
tropische regenwoud. Gbarpolu ligt geïsoleerd in Liberia. Het wordt slechts
door enkele wegen ontsloten vanuit de omringende provincies. Onverharde wegen,
die in het regenseizoen vaak onbegaanbaar zijn. Drie weken geleden probeerden
we Gbarpolu te bereiken, maar een meter hoge waterstroom die de weg doorkruiste,
belette ons dat. Deze week was het waterpeil enkele decimeters gezakt dus
waagde onze chauffeur met succes de oversteek. De jeep bleek waterdicht te
zijn.
King Sao Boso
Bopolu is de hoofdplaats van Gbarpolu. Een stad is het niet
te noemen: huizen en winkeltjes liggen aan een paar zandwegen, er zijn
nauwelijks auto’s en motorfietsen, alles is op loopafstand te bereiken. De
enige historische bezienswaardigheid is het graf van koning Sao Boso, dat midden
in het stadje op een stoffig kruispunt ligt. Onder koning Sao Boso (betekent
bootsman, 1775-1836) bereikte Bopolu
waarschijnlijk bereikt haar hoogtepunt. Slaven, ivoor, goud en hout werden door
handelaren uit Bopolu geruild aan de kust met passerende Europese schepen Ze
kregen er zout, tabak, vuurwapens en textiel voor terug. Naast zijn graf ligt
een soortgelijk blauw geschilderd naamloos graf, waarin zijn zoon ligt
begraven.
Het graf van koning Sao Boso |
665 polling workers
In Gbarpolu spraken we met allerlei stekhouders, die met de komende
verkiezingen bezig zijn. Uiteraard de
NEC magistrate, de vertegenwoordiger
van de National Election Commission in de provincie, die de verkiezingen moet organiseren
in de 133 stembureaus. Dat is geen makkie. Een aantal stembureaus is alleen te
voet te bereiken, zodat er soms 8 uur met de stembiljetten en bussen moet
worden gelopen. De werving van 665 polling
workers (stembureauleden) is deze week in gang gezet. En elk stembureau
moet buiten een security hebben. Dat
laatste is een probleem, want de politie beschikt over welgeteld 39 agenten.
Dat aantal moet worden aangevuld met andere ambtenaren, zoals van de brandweer,
de immigratiedienst e.d.
Eén politieauto
De politie is trouwens een drama, zo bleek uit het gesprek
dat we hadden met de plaatsvervangend korpschef. Er is slechts één auto, de acht
motorfietsen zijn kapot. De (mobiele) telefoon werkt vaak niet in het afgelegen
Gbarpolu. Toen wij er waren een hele dag niet, in januari een hele maand niet. Er
is geen satelliettelefoon. In de bergen van Gbarpulo worden diamanten en goud
gevonden. Officieel zijn er enkele concessiegebieden van de C-categorie, wat
betekent dat alleen kleine bedrijven en ZZP’ers hun geluk mogen zoeken. Maar
ook buiten het gebied wordt er door velen gezocht. Omdat dit, zoals overal ter wereld,
een nogal ruig volk is, zou het er in sommige stembureaus nog weleens heet aan
toe kunnen gaan. Onbereikbaar ver weg met die ene politieauto. Toch maakt
niemand zich echt zorgen. Gbarpolu, zo verzekerde men ons, heeft een traditie
van vreedzame verkiezingen. In 2005, 2011 en 2014 is er niets gebeurd, en dat
zal in 2017 niet anders zijn. Niemand wil terug naar de burgeroorlogen die
tussen 1990 en 2003 woedden.
T-shirts, petjes,
wat rijst en water
Nu moet worden gezegd dat praktisch iedereen, ook de politici
die wij spraken, kalmte uitstraalde. Er waren weliswaar enkele kleine
incidenten geweest naar aanleiding van het afscheuren van verkiezingsaffiches,
wat in Liberia als een fors vergrijp wordt gezien, maar verder is de campagne
tot nu toe rustig verlopen. Sommige presidentskandidaten zijn langs geweest,
zoals Alexander Cummings van de Alternative
National Congress. Meer dan duizend mensen waren daar volgens de
plaatselijke voorzitter van het ANC bij aanwezig. Nu zegt dat op zich niet
veel. In Gbarpolu valt nog minder te beleven dan in Almelo, er is niet eens een
stoplicht, en als er dan een presidentskandidaat langs komt, is dat een gebeurtenis
van belang. Er worden dan vaak T-shirts, petjes, wat
rijst en water uitgedeeld wat gretig aftrek vindt. Bij de volgende
kandidaat komen ze dan weer – en dat valt ze niet kwalijk te nemen.
Nauwelijks auto's in Bopolu |
Niet meer van de
partij
Overduidelijk is dat partijen er veel minder toe doen dan
personen. De vicepresident Boakai, die nu voor de regerende Unity Party de presidentskandidaat
is, komt uit de naburige provincie Lofa. Tot 2003 was Gbarpolu onderdeel van
Lofa, dus hij wordt nog steeds als ‘een van ons’ gezien. Hij zal wel weer de
meeste stemmen halen in Gbarpolu, is de verwachting van velen. Net als in 2011,
toen hij de running mate was van
Ellen Johnson Sirleaf, en de UP 66,9% haalde. Maar van de drie districten, die
ieder een afgevaardigde voor het Huis leveren, is er nu slechts één van de UP.
De verwachting is dat deze afgevaardigde na de verkiezingen niet zal
terugkeren. Dat partijen er minder toe doen, blijkt ook uit het gemak waarmee
politici overstappen naar een andere partij. Daarbij vergeleken zijn de
fracties in de Tweede Kamer bijna hermetisch gesloten cellen. Ik schat dat van
de huidige 73 afgevaardigden zeker twintig honorabels
inmiddels niet meer van de partij zijn. Ook vóór dat ze gekozen zijn, wisselen
ze makkelijk van partij. Als iemand niet op de ledenvergadering (primary) als kandidaat wordt uitverkoren,
stapt menigeen over naar een andere, meestal kleinere partij waar het wel lukt.
Het is overigens een kostbare zaak om je kandidaat te stellen. Aan de partij
moet meestal een bedrag van rond de $500 betaald worden om aan de primary te kunnen deelnemen; eenzelfde
bedrag vraagt de NEC voor de registratie van een kandidaat. Beide bedragen
moeten uit eigen zak worden betaald. Van de landelijke partij staat daar niets
tegenover. Ook de campagne moet de kandidaat zelf betalen. Niet zo héél
verwonderlijk dat de liefde voor zijn of haar partij niet bij iedereen goot is.
Temeer daar de meeste partijen hetzelfde zeggen te willen. Evenals veel
kandidaten: die willen die zetel. Kan het niet linksom, dan maar rechtsom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten