zaterdag 7 juli 2012

Amerikaanse parlementariërs op bezoek



Deze week was een delegatie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden op bezoek in Liberia. Het Amerikaanse parlement heeft een speciale commissie, die vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt met parlementen in een aantal ontwikkelingslanden. En niet alleen betrekkingen, er wordt ook steun verleend en expertise uitgewisseld. Zo is het op orde brengen van de praktisch verwoeste bibliotheek van het Liberiaanse parlement met behulp van de Amerikaanse vakbroeders geklaard. En de commissie heeft nog een belangrijke taak: het controleren van de ontwikkelingsprogramma’s die door de Amerikaanse regering, via USAID, worden gefinancierd om parlementen in de derde wereld te versterken. Ook ons programma wordt door USAID gefinancierd.
De komst van deze commissie was dus ook voor NDI van belang en we zijn dan ook anderhalf dag met de Amerikaanse parlementariërs opgetrokken. Want het gaat natuurlijk wel op zijn Amerikaans: in tien dagen doet de delegatie zeven landen in Afrika aan...
De delegatie bestond uit zes ‘representatives’ met wat ambtenaren, eigen stafleden en een enkele aanhang in de vorm van vrouw of dochter. Sommigen zijn zeer ervaren Liberia-gangers.
NDI was nauw bij de voorbereiding betrokken, omdat de parlementaire uitwisseling centraal stond. Liberiaanse parlementsleden traden op als gastheer en NDI had de taak om het programma in elkaar te sleutelen. Op zondag bezocht de delegatie Klay, een stadje zo’n 40 kilometer buiten Monrovia. De delegatie werd op de zandweg met Liberiaanse dans ontvangen. Dat was een groot succes, vooral 


toen het Afro-Amerikaanse parlementslid Gwen Moore, zich tussen de danseressen mengde.
Na de gebruikelijke lunch (rijst, vlees, vis en sla) was er een ‘town hall’ meeting. Zo’n honderd dorpsbewoners waren daar op afgekomen, omdat de volksvertegenwoordigers van hun district de Amerikanen ontvingen. Na de gebruikelijke toespraakjes begon de ontmoeting echt. Vele vragen werden op de Liberiaanse parlementariërs afgevuurd. Waarom zijn er zo weinig banen? Wanneer wordt de beloofde weg nu eens aangelegd?  En waar blijft de polikliniek? Waarom hebben de politici het altijd over voorzieningen voor jongeren, terwijl de vele ouderen vergeten worden? En zo ging het maar door, waarbij de kamerleden hun toevlucht zochten tot argumenten als ‘daar gaan we niet over’ of ‘vertrouw ons nu maar, we zorgen goed voor jullie, net als je vader en moeder’. Indrukwekkend was een blinde, rijzige man in een lang wit gewaad, die haarfijntjes uitlegde dat ‘Monrovia’ nauwelijks aandacht had voor de vele gehandicapten. En toen kwam de dansgroep binnen met veel tromgeroffel, zodat de bijeenkomst toch nog op vrolijke wijze eindigde. ’s Avonds was er een ‘cocktail reception’ op de Amerikaanse ambassade. Tegelijk met de finale van het EK, maar daar hebben ze geen boodschap aan. Ik kon het niet maken weg te blijven...

Niet alles gaat van een leien dakje

De volgende dag bezocht de delegatie eerst de president, Ellen Johnson-Sileaf, die elke dagen tevoren ook al te gast was op een NDI-bijeenkomst (zie bericht van vorige week). Daarna werden de Amerikanen ontvangen door de leiders van het Liberiaanse Huis van Afgevaardigden: de deputy speaker en commissievoorzitters. Onderwerp van gesprek was vooral het programma dat NDI, met geld van de Amerikaanse belastingbetaler, uitvoert om het functioneren van het parlement te versterken. Uiteraard waren de Amerikanen daarover door de ambassade, USAID en NDI van tevoren geïnformeerd en, zoals veel in het leven, gaat niet alles van een leien dakje. Ons NDI-programma telt 25 activiteit en niet iedere activiteit –de meeste gelukkig wel - verloopt even voorspoedig. Soms komt dat omdat de professionalisering van de ambtelijke ondersteuning van het parlement, waar een deel van onze inspanningen zich op richt, minder snel verloopt dan je zou willen. En soms ook, omdat je nu eenmaal met parlementariërs hebt te maken die, zo weet ik uit eigen ervaring, zich als gekozen volksvertegenwoordigers autonoom plegen te gedragen. Waar sommige parlementsleden zich aan storen is dat bij een aantal activiteiten buitenlandse (vaak Amerikaanse) experts worden ingevlogen. Op zich een begrijpelijke reactie, zij het dat het leren van internationale ‘best practices’ een van de uitgangspunten van het moderniseringsprogramma is, dat het parlement zelf heeft goedgekeurd. Wij proberen echter de laatste tijd ook Afrikaanse en Europese expertise te benutten.
Maar er kwamen ook vele positieve ontwikkelingen uit het NDI-programma langs, zoals de verbetering van de website van het parlement, de policy seminars, de trainingen van de ambtenaren van de media- en voorlichtingsafdelingen van het parlement en de voortgaande automatisering.
Na de –alweer gebruikelijke- lunch vetrokken de Amerikanen naar het vliegveld, op weg naar het Tunesische parlement.