(In de loop van volgende week ga ik voor een korte
vakantie terug naar Nederland. Het volgende ‘Bericht uit Liberia’ wordt geplaatst
in het weekend van 4/5 augustus.)
Deze week stond in het teken van de ‘begroting-top’ van het
Huis van Afgevaardigden. Het begrotingsjaar loopt in Liberia van juli tot en
met juni. Omdat de regering (te) laat met de begroting is gekomen, is ook de
behandeling in het parlement verlaat. Meer dan de helft van de parlementsleden
zijn nieuwgekozenen, zodat de voorzitter van het parlement het –terecht- nodig
vond om NDI te vragen een tweedaagse ‘heidag’ te organiseren over de begroting. Hoe zit zo’n
ding in elkaar, wat kun je er als parlementariër mee, hoe pak je het aan om als
politicus je eigen punten gescoord te krijgen.
De heidag vond plaats in de buurt van Careysburg, zo’n 30
kilometer ten noordoosten van Monrovia. De locatie was prima, een
conferentieoord (een ‘farm’ noemen ze
dat hier) in een groen heuvellandschap. De zaal, of beter gezegd een groot
overdekt terras, lag op een heuvel, zodat er een verkoelende windje waaide.
Bijna alle parlementariërs waren aanwezig om zich te buigen
over de begroting, een boek van zo’n 800 pagina’s, hoewel de meesten het
gevaarte niet bij zich hadden.
De begroting van Liberia heeft een omvang van $650 miljoen.
Ter vergelijking. Nederland (ruim vier keer zo veel inwoners, oppervlakte iets
minder dan de helft) heeft een begroting van ca €240 miljard, ruim 400 keer zo
veel. Over arm en rijk gesproken...
(Overigens de website van de Liberiaanse begroting, ziet er
een stuk aantrekkelijker uit dan die van de Nederlandse, dat dan weer wel!)
Daarnaast is er een jaarlijkse geldstroom van donoren
(ontwikkelingshulp) van ruim $300 miljoen. De projecten die hiermee worden
gefinancierd zijn opgenomen in de begroting.
De economie van Liberia groeit behoorlijk. Met 6,9% scoorde
het goed in 2011 en naar verwachting komt het cijfer dit jaar uit op 9%. Het is
vooral de uitbreiding van de rubber-, hout-, palmolieproductie die daar aan
bijdraagt, alsmede de winning van ijzer en andere metalen, zoals goud. Maar
deze cijfers vertellen maar het halve verhaal. Het overgrote deel van de
bevolking profiteert in het geheel niet van deze ontwikkeling. Sociale
indicatoren, zoals werkloosheid%, leeftijdsverwachting en analfabetisme%
verbeteren nauwelijks. De burgeroorlog (1990-2004) kostte niet alleen 250.000
mensen het leven, het schiep ook een verloren generatie van jongeren (een derde
van de bevolking) die nauwelijks onderwijs heeft genoten en een uitzichtloos
bestaan leidt. Twintig procent van de beroepsbevolking heeft een ‘normale’
baan. De rest verkoopt zonnebrillen, bananen, landkaarten, cd’s en wat al niet
meer in Monrovia of probeert in de rest van het land wat te verdienen met het
verbouwen van fruit en groenten en het houden van kippen, wat geiten en een
koe.
'Bad practices'
Wat kan zo’n begroting daar nu aan veranderen? Dat zou
eigenlijk het centrale thema van zo’n bijeenkomst moeten zijn. Het kwam ook wel
aan de orde, maar omdat er zo veel parlementariërs nieuw zijn, was het
onvermijdelijk dat er eerst ‘technische informatie’ door de al even
onvermijdelijke powerpoint presentatie
werd geventileerd. Want duidelijk moest gemaakt worden dat de regering aan de
wieg staat van de staatsbegroting, hoe de opbouw van zo’n begroting plaats
vindt, dat er aparte hoofdstukken zijn voor de ontwikkeling van de 15 counties, wat investeringen zijn en normale uitgaven, hoe de
inkomstenkant van een begroting in elkaar zit enz. Deze inleidingen werden
verzorgd door ambtenaren van het Legislature Budget Office (LBO), een stafdienst van het parlement dat een jaar
geelden met veel steun van NDI is opgezet. Deze LBO moet het parlement –en
individuele parlementariërs – behulpzaam zijn met het analyseren van de
begroting, het financieel onderbouwen van initiatiefwetvoorstellen enz.
Daarnaast sprak er een NDI-consulent, die nauw betrokken is geweest bij de
opbouw van het LBO, en adjunct directeur was van een soortgelijk bureau van de
stad New York (begroting $80 miljard). Deze David Pechefsky, een prima vent
die een week bij mij in het NDI-guesthouse logeerde en politiek zweeft tussen
de linkervleugel van de Democraten en de Greens, gaf in twee presentaties aan hoe je als
parlementariër de begroting kan analyseren, welke valkuilen een regering kan
opzetten om het parlement te misleiden, dat commissies van het parlement goed
voorbereid op de juiste begrotingsposten doorvragen, hoe een parlementariër het
best gebruik kan maken van het recht om wijzigingsvoorstellen in te dienen enz.
Het is altijd de gewoonte om bij dit soort activiteiten ‘best practices‘
uit andere landen in te brengen, maar we hadden ingeschat dat dit wel eens gaat
vervelen en dat je ook van ‘bad
practices’ kunt leren. Terecht, zoals bleek
uit de reacties toen David wat voorbeelden gaf uit de (Democratische)
‘éénpartijstaat’ New York. Zoals de gewoonte van de voorzitter van de New
Yorkse gemeenteraad, die een machtige positie heeft, om in de lange rij van
subsidies aan stichtingen die maatschappelijk werk doen, enkele fake stichtingen op te nemen, zodat die paar miljoen
subsidie verder op in het jaar uitgedeeld kan worden aan clubjes in het
kiesdistrict van een gemeenteraadslid, wiens steun en stem zij nodig heeft.
Oplossen van sociale noden
Ik had graag ook een ervaren, kritische Europese of
Afrikaanse politicus uitgenodigd om zijn Liberiaanse collega’s te vertellen hoe
hij of zij een begroting voorbereidt. Maar helaas. De Britten die ik op het oog
had, oude bekenden uit de Raad van Europa, zaten midden in hun eigen debatten
zo vlak voor het reces, en de namen van de Afrikaanse parlementariërs kwamen te
laat binnen. Even overwoog ik het zelf te doen, tenslotte heb ik als Eerste
Kamerlid en gemeenteraadslid –even tellen- zo’n 14 keer een begrotingsdebat
gevoerd, maar vond dat toch niet verstandig. Ik zou dat alleen geloofwaardig
kunnen doen door voluit te gaan – en dat zou mijn positie als NDI’er toch
kunnen schaden. We vonden echter een prima oplossing door een gerenommeerde en
alom gerespecteerde burgeractivist uit te nodigen, die zeer actief is in
Liberiaanse groeperingen die zich bezig houden met anti-corruptie en opkomen
voor een transparant en sociaal beleid. Zijn bijdrage was er vooral opgericht
om duidelijk te maken dat een staatsbegroting gericht moet zijn op het oplossen
van de sociale noden van de bevolking. Dan moet je scherp in beeld hebben welke
noden dit zijn, welke groepen het betreft, met welk beleid dit aangepakt moet
worden, welke concrete doelstellingen je daarbij hanteert, hoe je die denkt te
bereiken, wat dat kost, welke prioriteiten je daarbij kiest, en hoe je daarover
rapporteert en verantwoording over aflegt. Want dat gebeurt nu allemaal niet of
nauwelijks. Gezien de reacties leken de parlementariërs geïnspireerd om met
deze bagage het begrotingsproces in te gaan.