zaterdag 17 november 2012

De president in Nederland, Kriterion in Liberia

Vorige week was de president van Liberia, Ellen Sirleaf-Johnson op staatsbezoek in Nederland, na eerst Frankrijk en België te hebben aangedaan. Ik geloof niet dat het in Nederland veel stof heeft doen opwaaien, maar hier besteedden de kranten er veel aandacht aan. Haar toespraak in Tilburg, waar ze een ere-doctoraat in ontvangst kon nemen van de universiteit, die in de jaren ’60 van de vorige eeuw tijdelijk Karl Marx Universiteit heette, werd in de meeste kranten integraal afgedrukt. In eerdere blogs heb ik al betoogd dat de naam en faam van deze president in het buitenland groter is dan in haar eigen land. De discussie over het nepotisme, ze heeft drie zonen hoge functies gegeven, gaat onverminderd voort. Vorige week publiceerden drie kranten een pagina grote ‘open brief’ van een kleindochter aan haar oma, de president. Of oma alsjeblieft serieus wilde ingaan op de argumenten van haar mede-Nobelprijswinnares Leymah Gbowee, die verleden maand de president bekritiseerde vanwege haar zwak anti-corruptiebeleid en nepotisme. Een opmerkelijke daad van deze kleindochter in een land waar de familie-eer nog hoog in het vaandel staat.
In Tilburg werd de president door verschillende –ook Afrikaanse- media geïnterviewd. En vanuit Nederland gaf ze tegengas. ‘I will not fire my sons’ was de kop in de Heritage. In dat interview gaf ze ook een nieuwe definitie van nepotisme:  Nepotism is putting somebody who is a relative in a position for which they don't have the qualifications, integrity or competence.’ Het tweede deel van deze zin heeft ze er zelf bij bedacht...

De president en haar zonen
 Een van haar zoons, Robert, is haar belangrijkste adviseur en voorzitter van het bestuur van de National Oil Company of Liberia (NACOL). Er is nog geen druppel olie geboord voor de kust van Liberia, maar de ontdekking van olievelden houdt de gemoederen al maanden lang bezig. Veel stof deed een persverklaring van Edward Snowe opwaaien, nu parlementariër, maar tijdens de jaren van het presidentschap van zijn toenmalige schoonvader Charles Taylor, Managing Director van de Liberian Petroleum Refinery Corporation. Snowe bekritiseerde niet alleen het nepotisme van de huidige president, maar vond ook dat het door hem in beeld gebrachte Russische Gazprom niet serieus werd genomen als mogelijke gegadigde voor het winnen van olie, aangezien het bod van Gazprom volgens hem beduidend hoger was dan van Amerikaanse oliemaatschappijen, waar de NACOL serieus mee praat. Snowe slaagde er in een gesprek te arrangeren tussen de president en Gazprom-vertegenwoordigers, maar toen hij met zijn Russische gasten bij de president arriveerde, werd hij vriendelijk doch dringend verzocht in een zijkamertje plaats te nemen. Deze desavouering werd in de media breed uitgemeten. Snowe wil zelf ook trouwens een olieveld exploiteren, maar dat lijkt hem niet te worden gegund, iets wat hij moeilijk kan begrijpen. Dit alles leidde dus tot een felle persverklaring van hem, waar vervolgens anderen weer met weinig zachtzinnige verwijten uit het Taylor-verleden tegen in gingen. Het zijn oplopende spanningen in een land dat gebukt gaat onder slecht bestuur en veel corruptie, waar velen vrezen dat de –eventuele- olie-opbrengsten in de verkeerde zakken terecht komen.

Kriterion in Monrovia!

In Amsterdam is bioscoop Kriterion (bijna) om de hoek en de Cinevillepas die ik jaren heb gehad heeft zoveel filmplezier opgeleverd in Kriterion (en Rialto, Studio-K enz.). Maar maandag was Kriterion even in Monrovia! Een groepje Liberiaanse filmliefhebbers probeert het Kriterion-concept hier tot leven te brengen. Het Amsterdamse Kriterion is na de Tweede Wereldoorlog door studenten opgericht, waarbij ook nevenactiviteiten als een café-restaurant en benzinepomp werden (en worden) gerund. Een Liberiaanse filmfan heeft in Amsterdam bij Kriterion rondgekeken en kwam terug met enthousiaste verhalen. Ondersteund door o.a. de Nederlandse NGO SPARK wordt nu in Monrovia door Liberiaanse studenten in samenwerking met enkele Liberiaanse filmmakers getracht het bijna uitgestorven filmwezen nieuw leven in te blazen. Het eerste levensteken werd deze week gegeven in de Duitse ambassade. Eens in de maand wordt daar een Europese filmavond gehouden, maar nu werd ruim baan gegeven aan het Liberiaanse Kriterion door het uiterst gastvrije en cultuurminnende Duitse ambassadeursechtpaar.


 Twee Liberiaanse filmmakers, Evelyn Fairley en Divinekey Anderson praatten scènes uit door hen gemaakte films aan elkaar. De kwaliteit was wisselend, maar dat kan ook niet anders in een land waar de cinema nog niet eens in de kinderschoenen staat. Belangrijk was dat met deze avond een begin is gemaakt met het op de kaart zetten van deze vermakelijke kunstvorm. De initiatiefnemers hebben al een gebouw in het centrum op het oog, met meerdere ruimtes, zodat er ook plaats is voor een café-restaurant, en er ook bijv. debatavonden kunnen worden georganiseerd. Naast gezondheidszorg, werk, huisvesting en onderwijs heeft Liberia ook dát nodig.