zaterdag 29 juni 2013

Obama in Afrika, Kerry kritisch op Liberia

Obama bezoekt Afrika. Weliswaar niet Liberia, wat wel de 51ste staat van de VS wordt genoemd, maar Senegal, Zuid-Afrika en Tanzania. Zorgvuldig uitgekozen: West-, Zuid en Oost-Afrika. Landen met een redelijk functionerende democratie, als je het met de rest van Afrika vergelijkt. Landen, zeker Zuid-Afrika en Tanzania, die een goede relatie met China (willen) hebben en dus ook door de VS te vriend moeten worden gehouden. In de Afrikaanse (ook Liberiaanse) media wordt het bezoek met een dubbel gevoel bekeken. Natuurlijk: als ‘zoon van Afrika’ is de president van voorheen het machtigste land ter wereld meer dan welkom. Tegelijkertijd is er veel scepsis. Wat heeft Afrika de laatste jaren aan Amerika gehad? Sommige commentatoren beweren, gespeend van enige ironie, dat onder Bush de relaties beter waren dan nu. De (terechte) oproep van Obama aan Afrikaanse regeringen om homo’s gelijke rechten te geven en homoseksualiteit te legaliseren, zal hem in veel Afrikaanse landen niet populairder maken. In 38 van de 53 Afrikaanse landen is de homoseksuele ‘daad’ een misdaad. Dit onverdraagzame standpunt wordt 

Homostel in Senegal
onderbouwd met verwijzingen naar zowel de diepgewortelde Afrikaanse cultuur als de zo enthousiast beleden (vooral christelijke) religie. Op beide standpunten valt veel af te dwingen, maar tsja, in een oceaan waar de kolkende emotie overheerst, maakt het bootje van ratio en historische kennis weinig kans. In Senegal sprak Obama zijn vreugde uit over de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof, dat een wet had vernietigd die erkenning van het homohuwelijk in de weg stond. Hij noemde dat een overwinning van de Amerikaanse democratie. De president van het overwegende islamitische Senegal, Sall, stelde daar beleefdheidshalve tegenover dat erkenning van homorechten voor zijn land ‘op dit moment’ een stap te ver is, ‘maar dat betekent niet dat we homofoob zijn’. Over dat laatste valt te twisten; het is nog niet zo lang geleden dat in de Senegalese media werd opgeroepen om vrijgesproken homoseksuelen te stenigen. Opvallend was ook dat Obama zich in Afrika, ver weg van Washington, aanmerkelijk soepeler opstelde tegenover klokkenluider Snowden. Amerika zou geen illegale dingen doen om hem te pakken te krijgen, ze lieten zich niet gek maken door een ‘hacker’, en van een deal met de Russen zou geen sprake zijn.

Kritische Kerry

In Liberia was de aandacht deze week, zoals vaak, sterk op de VS gericht. Niet alleen vanwege Obama, maar ook vanwege John Kerry, de minister van Buitenlandse Zaken. In een paar uitvoerige artikelen werd op Liberiaanse wijze ‘geanalyseerd’ (veel meningen, weinig feiten - hoewel dit niet alleen een Liberiaanse gewoonte is) dat Kerry beduidend kritischer is op president Johnson-Sirleaf –en haar regering- dan Hillary Clinton. Clinton en Johnson-Sirleaf waren/zijn dikke vriendinnen en naar verluidt zou Hillary geen woord van kritiek hebben kunnen dulden op Ellen. Ik heb in dit blog al eerder betoogd dat de internationale reputatie van Nobelprijswinnares Johnson Sirleaf ijzersterk is, in schrille tegenstelling tot haar reputatie in Liberia zelf. Hier ligt ze voortdurend onder vuur, vanwege het zeer zwakke anti-corruptiebeleid, de vriendjespolitiek en de vele verre reizen die ze maakt. Kerry zou een realistischer beeld van de situatie hebben en erg teleurgesteld zijn in het weinige dat ze tot stand heeft gebracht. Volgens de National Chronicle is de zuster van John Kerry goed bevriend met Leyma Gbowee, de Liberiaanse die samen met Johnson-Sirleaf in 2011 de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mocht nemen. Gbowee heeft verleden jaar met een felle, scherpe verklaring publiekelijk afstand genomen van het beleid van de president, dat ze als mislukt beschouwt.  De voortdurend, kritische berichtgeving van met name de FrontPage Africa en de National Chronicle over de regering heeft er volgens de laatste krant toe geleid dat de National Security Agency, geleid door een zoon van de president, in allerlei overheidsarchieven is gedoken om bewijsmateriaal te verzamelen, zoals 


belastingaanslagen en het niet voldoen aan allerlei vergunningen, om beide kranten te sluiten. Overigens: er zijn veel meer media die kritisch berichten, zoals de Liberian Observer Online.

Vice-president neemt de achterdeur

Een andere gebeurtenis van deze week zal eveneens in de VS de wenkbrauwen doen hebben fronsen. In de VS woont een grote groep Liberianen, die gevlucht zijn in de periode 1980-2003, de diaspora. Deze groep krijgt veel aandacht vanuit Liberia. Enerzijds omdat er door de diaspora veel geld wordt gestuurd naar hun families in Liberia, anderzijds ook omdat de diaspora een potentiële politieke kracht vormen. Niet zo zeer omdat ze kunnen stemmen, want dat kunnen ze niet vanuit de VS, maar wel omdat ze met hun geld, expertise en (tribale) netwerken invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken in Liberia. En dus reist menig Liberiaanse politicus regelmatig af naar de VS om de, goed georganiseerde, diaspora te ontmoeten. Deze week was vice-president Joseph Boakai op bezoek in Philadelphia. Maar het was geen succes. Volgens de National Chronicle werd hij uitgejouwd door zijn landgenoten vanwege het wanbeleid van de regering en moest hij in grote haast, begeleid door de FBI, via een achterdeur de zaal verlaten. 

zondag 23 juni 2013

Een verbond tussen voetbal en vrede?

Deze week was weer de week van George Weah. Ik heb al eerder geschreven over deze ex-voetballer, uitgeroepen tot de beste Afrikaanse voetballer van de 20ste eeuw,  een nationale held in Liberia en de ‘standing bearer’ (oprichter) van de grootste oppositiepartij, de Congress for Democratic Change.
De week begon slecht voor hem. Vorige week zondag was het de laatste kans voor het nationale elftal om zich te plaatsen voor de beslissende kwalificatieronde voor het WK voetbal, dat volgend jaar in Brazilië wordt gehouden. Weah heeft zich na een aantal verloren wedstrijden gemeld bij de voetbalbond om als adviseur in de technische staf te worden opgenomen. En zo geschiedde. Voor de wedstrijd werden de verwachtingen in de pers fors omhoog geschroefd. George Weah zou het elftal wel aan het voetballen krijgen. Dus betrad hij in een trainingspak het veld van het uitverkochte Samuel Doe Stadium, onder luid gejuich van de supporters. Het mocht niet baten. Na een vlotte start, waarin het Liberiaanse elftal enkele kansen creëerde, kreeg Senegal wat makkelijk een penalty toegewezen, waarna de wedstrijd was beslist. De ‘lone stars’ zakten ver weg en de ‘lions’ van Senegal maakten nog een doelpunt, wat de definitieve genadeklap was.



Kaartlozen

Het bijwonen van een interland in Liberia is een tamelijk opwindende en riskante gebeurtenis. Rond het stadion lopen duizenden mensen die geen geld hebben om een kaartje te kunnen kopen. Ze loeren op een kans om massaal de controle te kunnen doorbreken of een hek over te klimmen. Oproerpolitie staat in het gelid en drijft met dreigende charges de  kaartlozen terug. Wij hadden een kaartje voor 10 dollar voor vak 18. Bij het vak aangekomen, stonden er enkele honderden mensen voor de trap omhoog te wachten tot het ijzeren hek weer open ging. Het was volstrekt onduidelijk wie er suppoost was, maar toen het hek open ging drongen we met zijn allen naar binnen, het getoonde kaartje werd onmiddellijk uit je hand gegrist, om vervolgens doorverkocht te kunnen worden. Mensen zonder kaartje klommen over het hek, waarbij de een door een agent werd terug gemept en de ander kon doorlopen. Tien minuten na het begin van de wedstrijd werd de kaartcontrole, of wat daar voor door moest gaan, opgeheven, zodat er alsnog vrij toegang was. Tijdens de wedstrijd is het een behoorlijk kabaal in het stadion. Niet dat er gezongen wordt of aanmoedigingen worden gescandeerd, nee, de supporters zijn vooral met elkaar bezig. Heftige discussies, vechtpartijen en gooien naar elkaar met flesjes zorgen voor een onrustige en soms dreigende sfeer. Als het begint te regenen proberen de toeschouwers die er voor kozen om dichter bij het veld, maar onoverdekt te zitten, alsnog een droge plek hogerop te veroveren, wat tot het nodige duw- en trekwerk leidt. Nadat Senegal 2-0 heeft gescoord wordt de wedstrijd voor 20 minuten stilgelegd, omdat vanuit een vak stenen en andere voorwerpen op het veld worden gegooid, met de grensrechter als eerste doelwit.

De Mobiele Eenheid houdt de wacht

George Weah Steals The Show

Later deze week was Weah opnieuw groot in het nieuws. Deze keer als de speciale ‘vredesambassadeur’ van president Johnson Sirleaf, die zo, volgens kritische partijgenoten van Weah,  haar politieke tegenstrever aan haar lijntje houdt. ‘George Weah Steals The Show’ kopte de National Chronicle op zijn voorpagina. De Heritage volgt met  ‘Weah Wants Equal Distribution of Wealth’. The Inquirer citeert Weah ‘Reconciliation, A Major Factor to Lasting Peace’. Weah heeft fors uitgepakt, dat moge duidelijk zijn. Op donderdag gaf hij een persconferentie, waar hij aankondigde zijn Ballon d’Or (de gouden bal die hij in 1995 van de FIFA ontving bij zijn uitverkiezing tot beste voetballer ter wereld van dat jaar) weg te zullen geven aan president Ellen Johnson Sirleaf, als bewijs van zijn wil om politieke tegenstellingen te overbruggen en duurzame vrede tot stand te brengen. Op het eerste gezicht een mooi symbolisch gebaar, want bij twee presidentsverkiezingen (2005 en 2011) heeft Johnson Sirleaf in felle campagnes Weah’s CDC verslagen (in 2005 hem ook persoonlijk). Maar Weah denkt met deze geste ongetwijfeld ook zijn kansen bij de volgende presidentsverkiezingen te vergroten, als de grote verzoener – en in de wetenschap dat Johnson Sirleaf niet voor een derde termijn mag opgaan.
Bron: FrontPage
Op vrijdag gaf Weah een lezing in het hoofdkwartier van de Liberiaanse Persvereniging over zijn werk als vredesambassadeur en de verbinding die hij met voetbal zoekt om duurzame vrede tot stand te brengen. Met deze lezing probeert hij zijn intellectuele imago wat op te poetsen, want daarmee is het slecht gesteld. De presidentverkiezingen van 2005 verloor hij van Johnson Sirleaf, omdat zijn gebrek aan enige opleiding en jonge leeftijd (39 jaar) hard werden uitgespeeld. Hij heeft inmiddels een universitaire opleiding achter de rug, zal in 2017 51 jaar zijn en zegt in interviews verstandige dingen. Om zijn politieke ervaring bij te spijkeren zal hij naar verwachting in 2014 een gooi doen naar een Senaatszetel.
Op zaterdag organiseerde Weah een ‘Peace and Reconciliation’ voetbalwedstrijd tussen een elftal van bekende Afrikaanse voetballers en een ‘Liberian All Star’ team. Vermaarde (oud) voetballers als Roger Miller, Austin Okocha, Patrick Mboma, Samuel Eto’o en Kolo Toure waren door Weah bereid gevonden om naar Liberia af te reizen. Na de wedstrijd was er een popconcert.
Weah hoopt op de verenigde kracht van voetbal en muziek. In de vele interviews die hij gaf, bleef hij het herhalen: ‘Ik kan de vrede in Liberia niet in mijn eentje brengen. Ondanks de grote politieke verschillen, moeten we begrijpen dat alleen met vrede welvaart en sociale gerechtigheid bereikt kan worden. Daarom moeten voetballers en muzikanten, als idolen van de jeugd, het voorbeeld geven’.
En dat alles in dezelfde week waar een andere voetballegende, Pele, de jeugd in zijn land Brazilië bezweert op te houden met de felle demonstraties tegen de geldverslindende voetbaltoernooien die Brazilië dit en volgend jaar organiseert. Het is een oude voetbalwijsheid: de bal is rond en kan alle kanten uit.  


        

zondag 16 juni 2013

Op de bres voor kritische en onafhankelijke journalistiek

Vorige week, op 8 juni, is de Tom Kamara Foundation opgericht in Monrovia. Tom Kamara wordt in Liberia beschouwd als de beste journalist van de laatste dertig jaar. Hij startte zijn carrière in het begin van de jaren ’80 als redacteur van een regeringskrant, maar kwam al snel met de autoriteiten in aanvaring vanwege zijn kritische houding. Zo was hij verantwoordelijk voor het plaatsen van een spotprent waarin de schamele familiehut van de toenmalige president Samuel Doe werd afgebeeld naast het poenerige paleis dat deze liet bouwen toen hij na een staatsgreep in 1980 president werd. Kamara werd gedwongen het land te verlaten en zocht zijn heil in Nederland. In de jaren 1990, nadat Samuel Doe was vermoord en er een overgangsregering kwam, keerde hij terug en was korte tijd onderminister van communicatie. Hij nam ontslag, omdat hij het onvermogen van een in politieke tegenstellingen ondergedompelde regering niet kon aanzien en richtte in 1993 de New Democrat op, de krant die vanaf dat moment zijn spreekbuis zou worden. Militanten van Charles Taylor bedreigden hem in 1996, vernietigden het kantoor van de krant en dwongen hem opnieuw zijn land te verlaten. En weer week hij uit naar Nederland. In 2004, na het door de internationale gemeenschap afgedwongen vertrek van Taylor, keerde hij terug en bracht de krant weer tot nieuwe bloei, die tot op de dag van vandaag voortduurt. In juni 2012 vertrok hij naar Nederland, deze keer voor medische hulp. Zo ver kwam het echter niet, op 8 juni overleed hij in Brussel.



Fund Raising Dinner

En nu, een jaar later, is de Tom Kamara Foundation (TKF) opgericht. In de ‘Embassy Suites’, een van de chiquere hotels in Monrovia vond met een ‘fund raising dinner’ de ‘Launching Ceremony’ plaats. Veel collega’s en vrienden waren aanwezig. De Vice-President gaf met een toespraak het officiële startschot, een geestverwant uit Ghana was de speciale gast en Tom Kamara’s weduwe Rachael riep in rake bewoordingen de Liberiaanse pers op de erfenis van Tom vorm en inhoud te blijven geven. Kritische, onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Dat is hard nodig in Liberia en dat is ook wat de TKF wil bevorderen. Met cursussen, opleidingen, goede faciliteiten en een jaarlijkse journalistiekprijs.
Er heerste een vrolijke sfeer. Er waren veel sprekers. Er was muziek, een conference, eten en drinken en uiteindelijk werd ook iedereen aangespoord om de portemonnee te trekken. En dat gebeurde volop. Met een korte toespraak vertelden vrienden, (oud) collega’s en vertegenwoordigers van enkele ministeries en ambassades hoe belangrijk ze het vonden dat het vrije, kritische woord op deze manier in Liberia wordt gesteund. Ik deed ook een duit in het zakje. Ik heb Tom Kamara nooit ontmoet –en dat vertelde ik de aanwezigen ook. Maar na zijn dood, ik was toen net twee maanden hier aan het werk, intrigeerde zijn Nederlandse verleden. De New Democrat begon als eerbetoon een serie artikelen van hem te publiceren, die grote indruk op mij maakte. Goed geschreven, scherpe analyses van de politieke ontwikkelingen. Het aan de schandpaal nagelen van corruptie, machtsmisbruik en slecht bestuur. Beschouwingen die hun volle kracht hebben behouden. Bij toeval kwam ik een half jaar geleden een vriend van Tom tegen, die ook een aantal jaren in Nederland woonde. Het idee om een selectie van zijn artikelen in boekvorm uit te brengen werd toen geboren. Zijn weduwe was ook enthousiast en sindsdien vorderen we langzaam, maar gestaag met dit project. De reacties tijdens het diner waren enthousiast.  Het vastleggen van een aantal van zijn artikelen in boekvorm is niet alleen een mooi eerbetoon, maar ook bittere noodzaak in het zo boek-arme Liberia waar studenten en in politiek geïnteresseerden nauwelijks iets van hun gading kunnen vinden.