De afgelopen week gebeurde er van alles in Liberia. De
eerste Ebola-dode sinds een paar maanden moest helaas worden genoteerd. In
Monrovia, de hoofdstad. Het bevestigt wat velen vreesden: het is erg moeilijk
om de heftige Ebola-uitbraak van 2014/2015 voor 100% uit te roeien.
Onderwijsminister onder druk
Het plan van de minister van Onderwijs, Werner, om, weliswaar als
pilot, 50 openbare lagere scholen in het land in handen te geven van Bridge
International Academies, deed zeer veel stof opwaaien.
Boze vakbond van leraren, een scherpe afkeurende reactie vanuit de Verenigde Naties, politieke
partijen, kranten (‘Stupid Guy’ Werner) en radioprogramma’s: van alle kanten werd de
minister aangevallen. Hij zou het openbare onderwijs, een publieke taak bij
uitstek, privatiseren, leraren zouden met tablets uitgerust kinderen les moeten
geven wat een te hoog gegrepen technologische sprong zou zijn, ouders zouden 6
dollar per maand moeten gaan betalen enz.
Werner wordt ingezworen als minister (foto: FrontPage Africa) |
De minister verdedigde zich door dit
alles te ontkennen: de scholen bleven gratis (wat ze feitelijk nu ook niet
zijn), Bridge zou onder de controle van de, overigens nauwelijks bestaande,
onderwijsinspectie vallen en het was toch tenslotte maar een pilot. Het is een
duivels dilemma. Het onderwijs, en dat wordt alom erkend, is van een
erbarmelijke kwaliteit. Om het ‘van binnenuit’ te veranderen vereist een
hercules-inspanning. Grootste struikelblok is de kwaliteit en mentaliteit van
de leraren, Laagbetaald, ongeschoold, corrupt en liefdeloos voor het vak.
Uiteraard geldt dat niet voor allemaal, maar wel voor een zeer groot deel. Het
ministerie beklemtoont dat er van privatisering geen sprake is en dat de
overheid de kwaliteitsbewaking van de Bridge-interventies ter hand zal nemen.
Maar aangezien die kwaliteitsbewaking nu ook al bedroevend is, begrijpt
niemand, hoe dat zou moeten gebeuren.
Omweg via Boston
En uiteraard is er een groot gebrek aan geld. De pilot
aanpak van Bridge zou voor het eerste schooljaar 2016/2017, inclusief aanloop, 11,7
miljoen dollar gaan kosten. Zo’n 10,3 miljoen dollar daarvan gaat naar Bridge (een
multinational uit Boston die in onderwijs ‘doet’) voor een groot scala van te
verlenen diensten. Geld dat van donoren moet komen, maar dat volgens de
criticasters beter rechtstreeks in het onderwijs gestoken kan worden, in plaats
via een omweg in Boston, waardoor veel geld weglekt. Het laatste woord is
hierover nog niet gezegd.
In Kenia en Uganda is Bridge al enkele jaren actief. De
resultaten zijn bemoedigend, maar er zijn ook twijfels over de aanpak, zoals
uit dit artikel van de Engelse Independent blijkt. Of dit
artikel uit de Mail Guardian Africa.
Website van Bridge International Academies |
Gereedschapskist
voor activisten
Er zijn ook goede zaken te melden. Zo produceerde NDI een ‘Step-down Toolkit on Legislative Engagement’.
Een mondvol. Het is een handboek waarmee actieve belangen- en burgergroepen
zich zelf kunnen trainen om beter onderlegd, met goede actiemiddelen en
effectieve strategieën, voor hun zaak kunnen opkomen. Hoe ze parlementariërs
onder druk kunnen zetten, de media kunnen gebruiken, een campagne moeten
opzetten, buurtbewoners en dorpelingen kunnen organiseren enz. Het handboek is
een neerslag van drie jaar NDI-activiteiten op het snijpunt van binnen- en
buitenparlementaire actie, waarmee activisten aan de slag kunnen. De
gereedschapskist heeft ook een digitaal ‘opbergvak’. Op een CD en USB stick
zijn zo’n 70 ‘resource materials’
verzameld: video’s, powerpoint presentaties, werkboeken en allerhande andere
les- en actiematerialen, uit alle hoeken van de wereld, die als stimulans en
voorbeeld gebruikt kunnen worden. We organiseren de komende maand nog een
viertal ‘train de trainers’ bijeenkomsten, waar we in totaal 100 mensen trainen
die vervolgens in hun eigen dorp of actiegroep aan de gang gaan het geleerde in
praktijk te brengen. Het handboek, met de ruim 70 hulpvaardige bijlagen is ook
te vinden op de website
van NDI.
Parlementariërs met
de billen bloot
Positief is ook dat de ‘parliamentary
monitoring’ organisatie IREDD die NDI ondersteunt en adviseert, haar
rapport over 2014 heeft uitgebracht, ernstig verlaat door de Ebolacrisis van
vorig jaar. Daarin wordt gerapporteerd wat de parlementariërs zoals hebben
uitgespookt. Hoe vaak verschijnen ze op hun werk, doen ze in vergaderingen van
het parlement hun mond open, dienen ze wetsvoorstellen in, stellen ze kritische
vragen aan ministers enz. In Liberia houden de parlementariërs het liefst
verborgen wat ze voor hun riante salarissen aan prestaties leveren. Maar nu
gaan ze met de billen bloot. Het openbaar maken van hun activiteiten draagt bij
aan de broodnodige transparantie, informeert kiezers over wat er met hun stem
gebeurt én kan hen helpen met het uitbrengen bij een volgende stem. Het rapport
over 2014 werd op een goed bezochte persconferentie gepresteerd, waarna het
veel publiciteit genereerde. Het rapport over 2015 volgt volgende week. Wat
naar verwachting een nog grotere publicitaire en politieke klap zal opleveren
is de lancering van de ‘Liberian
Lawmakers Watch’ website, eind april, waarop alle verzamelde informatie
over de parlementariërs op toegankelijke wijze wordt gepresenteerd. Op dit
moment werk ik hard met stafleden van IREDD om de website af te krijgen. De bèta-versie is al in de
lucht, maar nog ‘under
construction’. Het 2014 rapport, dat uiteraard verwerkt is in de digitale ‘scorecards’
van de individuele parlementariërs, is ook integraal op de website
te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten