Twee grote kwesties hielden deze week in Nederland en Liberia de gemoederen bezig. En dus ook het leven van deze expat. In Nederland trok Wilders de stekker uit het hopeloze kabinet Rutte. En in Liberia ging alle aandacht uit naar Nederland. Niet vanwege Wilders, Rutte of Sap, daar hebben ze hier nog nooit van gehoord. Maar vanwege het vonnis dat donderdag in Den Haag door het Sierra Leone Tribunaal werd uitgesproken over ex-president Charles Ghankay Taylor. Schuldig aan elf misdaden: terrorisme, moord, verkrachting, seksuele slavernij, kindsoldaten en nog meer van dit soort verschrikkelijke dingen. De reacties in de Liberiaanse media waren verdeeld. En volgens een Liberiaanse collega van me geldt dat grosso modo voor alle Liberianen.
De ene
helft is het er mee eens, de andere niet. Die laatste valt wel uiteen in
groepen met verschillende redeneringen. Taylor heeft nog steeds (fanatieke)
aanhangers: zijn partij de National Patriotic Party heeft drie zetels in het
Huis van Afgevaardigden (van de 73) en zes (van de 30) in de Senaat. Daarnaast
zijn er veel mensen die vinden dat het allemaal lang geleden is en dat er nu
andere zaken actueel zijn: werk, onderwijs, gezondheidszorg. Anderen
bekritiseren weer het feit dat reeksen andere staatshoofden, die verantwoordelijk
zijn voor veel geweld, vrij rondlopen, terwijl een enkel (Afrikaans)
staatshoofd wel wordt opgepakt. Hierbij wordt dan nog eens fijntjes gewezen op
het feit dat de VS voorop lopen bij dit soort kwesties, terwijl dit land zelf
het Internationaal Strafhof in Den Haag niet wil erkennen.
Het bleef rustig in Monrovia op de dag dat het vonnis.
Verloven van politie en UNMIL (vredesmacht VN) waren ingetrokken, maar ze
konden blijven klaverjassen. Of dat ook geldt wanneer de strafmaat wordt
vastgesteld, 30 mei, is afwachten.
In Nederland waren de verloven van alle journalisten
ingetrokken, zo begreep ik via internet. Rutte ging lachend ten onder, al kon
hij ook na zijn demasqué het lonken naar Wilders niet laten. Pechtold, Slob en
Sap staken de drenkeling de reddende hand toe. En de media sloegen juichend
deze reddingspoging gade. Na eerst jarenlang Wilders al ruimte te hebben
gegeven, draaien ze rap om in hun sympathie. Ik heb grote twijfels aan de
deelname van GroenLinks aan deze reddingsbrigade. Waarom zo je handen binden
aan een akkoord met een verkiezingscampagne voor de deur? Waarom het
perspectief op linkse samenwerking zo bruuskeren? Waarom zo veel vertrouwen in
CDA en VVD, partijen met zo’n lange staat van anti-linkse dienst?
Vrije en eerlijke verkiezingen
Her werk in Monrovia stond deze week in het teken van WAEON:
het West Africa Elections Observers Network, onderdeel van het Global Network of Domestic Election Monitors. Dit is een netwerk van NGO’s die
in hun eigen land verkiezingen observeren om zo bij dragen aan meer vrije en
eerlijke verkiezingen. NDI-Liberia was gastheer van de conferentie, waar
delegaties uit Niger, Nigeria, Ivoorkust, Sierra Leone, Ghana, Togo, Benin,
Senegal, Guinea-Bissau, Burkina Faso en uiteraard Liberia bijeen kwamen om
ervaringen en ‘best practices’ uit te wisselen. Een bont gezelschap van
professoren en activisten, die met grote –en kritische- kennis van zaken de
toestand in eigen land analyseerde en elkaar bevroeg. Het thema van de
conferentie was vooral gericht op ‘post-electoral monitoring’. Dus hoe krijg je
voor elkaar dat na de verkiezingen, als de rapporten met conclusies en
aanbevelingen van de (inter)nationale waarnemers zijn uitgebracht, parlement en
regering daadwerkelijk dit ter harte nemen. Voortdurend druk uitoefenen,
politici aan hun beloften en internationale verdragen houden. Wat dit laatste
betreft: de Afrikaanse Unie heeft het ‘African Charter on Democracy, Electionsand Governance’ uitgebracht
waarmee, eenmaal ondertekend en geratificeerd, de lidstaat zich verbindt om
naar het Charter te handelen. Voor de NGO’s is dit dus een belangrijk
mechanisme om de politici in hun land te controleren op de uitvoering van het
Charter.
Ik was gevraagd om een presentatie te geven van de –en mijn-
Europese ervaringen. Ik heb voor de Raad van Europa een groot aantal
verkiezingswaarnemingen gedaan in Oost-Europa en op de Balkan, ook als
delegatieleider. Ik liet een lijst van onregelmatigheden de revue passeren, die
zich in Europa zoal voordoen. Van (half) gevulde stembussen bij de opening van
het stembureau, stemmen van dode zielen, opkomsten van boven de 100% in een
stembureau enz. om aan te geven
dat Afrika niet uniek is. Maar vervolgens, en daar kan Afrika van leren, is de
‘post-electoral monitoring’ verder gevorderd. In het African Charter wordt van
de landen gevraagd zélf hun voortgang te monitoren: dat vergroot de kans op een
weinig kritische zelfreflectie. In de Raad van Europa wordt dat gedaan door
parlementariërs van andere landen. In het African Charter zijn geen sancties
opgenomen als landen hardnekkig weigeren de afspraken uit het Charter na te
komen, in de Raad van Europa is dat wel het geval.
Het is dus niet zwart/wit. Zelfs in Nederland, toch door
velen gezien als het Mekka van de vrije en eerlijke verkiezingen, was het tot
voor kort mogelijk te stemmen, zonder je als kiezer te hoeven identificeren, zo
hield ik mijn gehoor voor.
Op 12 september gaat Nederland stemmen. Ik zal dat voor het
eerst per brief doen vanuit Liberia. Hoe fraudegevoelig is dat?