Deze week was ik in Washington voor een NDI-introductie. Ik
werd overladen met informatie, alles is goed geregeld, het zijn allemaal
aardige en professionele lui. Veel sturing, maar ook steun voor de ‘
field-offices’ in 80 landen waar
het National Democratic Institute werkt, samen met parlementariërs,
politieke partijen en maatschappelijke groepen. Prioriteiten: (1) vrije en
eerlijke verkiezingen, (2) versterking van de parlementaire democratie, (3)
goed bestuur, (4) politieke partijen en (5) participatie van vrouwen. In het
hoofdkantoor in ‘DC’ is voor elk van deze vijf prioriteiten een team aan het
werk; elke regio (zoals Centraal- en West Afrika) heeft een eigen team en dan zijn er ook nog
afdelingen die zich bezig houden met financiën, monitoring en evaluatie,
personeelsbeleid, ICT en veiligheid. Ik heb met elk team en afdeling gesproken.
Pfff. Dus ‘s avonds was ik aan wat anders toe.
Op woensdagavond ging ik naar een intiem concert van Jesse Winchester in het meest weirdo hotel/café/restaurant dat ik ooit heb gezien. Volgestouwd met schilderijen, snuisterijen, gebruiksvoorwerpen, meubelstukken, 19de eeuwse plafonds, dat bovendien ook allemaal te koop was. Behalve dan die plafonds. Een wat ouder hippie-achtig echtpaar runt de tent en is net begonnen met het organiseren van huiskamerconcerten, zo'n 50 stoelen om een klein podium en daar trad Jesse dan op. Ik zat naast een echtpaar dat Molenkamp heette; de man zijn opa was van Groningen naar Amerika geëmigreerd; ze woonden in de buurt en waren voor het eerst in deze tent en vielen ook van verbazing van hun stoel. Leuk gekletst. En het concert was vertederend, want Winchester is inmiddels een oudere, wat breekbare man die met zijn hoge stem een serie prachtige liedjes op het tapijt (ook te koop) neerlegde.
DC United wint!
Vrijdagavond ging ik naar de voetbalwedstrijd DC United- FC Dallas, twee middenmoters uit de hoogste klasse van de net gestarte competitie. Met de metro naar het Robbert F. Kennedy stadion, dat behoorlijk bezet was, zo’n 15.000 mensen.

DC had nog niet gewonnen, maar ja dat krijg je ook met Sonny Silooy (ex-Ajax; overigens in Rotterdam geboren) als hulptrainer op de bank. In de metro kwam ik een Amerikaanse Feyenoord-supporter tegen (van Ajax had hij nog nooit gehoord) dus ik voelde dat het goed kwam. En ziet: DC won met maar liefst 4-1 in een vermakelijke wedstrijd. Rondom elke belangrijke sportwedstrijd vinden in de VS amusante dingen plaats zoals optochten van kinderen, muziek, levensgrote mascottes en uiteraard het uit volle borst gezongen Amerikaanse volkslied.
And the star-spangled banner in triumph shall wave
O'er the land of the free and the home of the brave.
Daar denken ze in veel landen anders over, zoals bekend. Hoe dat in Liberia zit (The Lone Star State) zal ik nog ervaren.