Het was wederom een bijzondere week in politiek Liberia. Drie weken
geleden overleed senator John Whitfield. Zijn leeftijd werd nergens genoemd,
maar ik schat hem zo rond de 50 jaar oud. Hij
stierf in het harnas: in het parlementsgebouw werd hij op een vergaderdag
getroffen door een hartaanval of een beroerte (de berichten hierover geven
geven geen duidelijkheid) en overleed na enkele uren. In Nederland wordt een overledene binnen een
dag of vier begraven maar in Liberia gelden andere regels, omstandigheden en
gewoonten. De wegen zijn slecht en het spoor ligt er sinds de burgeroorlog
werkloos bij dus als de familie van ver moet komen, kan dat wel een paar dagen
duren. Het begrafenisritueel duurt traditioneel veel langer met ween- en
eetpartijen. En in het geval van
Whitfield betrof het een ‘notabele’ die zijn partij vertegenwoordigt en de
provincie die hem gekozen heeft in de Senaat: Grand Bassa County. En dat
betekent dat er op drie plekken gerouwd moet worden. In het partijkantoor, in
het parlement en thuis, in Buchanan, de hoofdstad van Grand Bassa. Er zijn ook
nog belangen in het spel. Hoe langer de dode boven de grond is hoe meer de
begrafenisondernemer verdient, hoe langer de nabestaanden voor eten en drinken moeten zorgen voor
familie, vrienden, dorps- en stamgenoten en hoe meer de omzet stijgt van de
plaatselijke middenstand en horecaondernemers. Kortom, als iemand overlijdt
ontstaat er een veelzijdige dynamiek die er toe leidt dat het wel drie tot vier
weken kan duren eer het stoffelijke overschot zijn eeuwige rust krijgt.
Senator John Whitfield |
Politicus van het jaar
Senator Whitfield was een bijzondere parlementariër. Ik kende hem vrij
goed, want hij was een van de sprekers op het eerste policy seminar dat ik hier in mei verleden jaar organiseerde over
de decentralisatiepolitiek van de regering. In de voorbereiding -en ook daarna
in het parlementsgebouw of de supermarkt-
spraken we elkaar af en toe. Hij had een
onverschrokken uitstraling, vatte het
werk als senator serieus op, las dus de stukken, was een uitstekend spreker
maar ook een oplettende luisteraar, onderhield goede contacten met zijn kiezers
en de pers en had duidelijke opvattingen.
Niet voor niets was hij door de parlementaire pers in 2012 gekozen tot
de politicus van het jaar, hoewel dat pas zijn eerste jaar als parlementariër
was.
Whitfield was lid van de National Patriotic Party (NPP), de partij van
ex-president Charles Taylor, die in Den Haag vast zit en zijn definitieve
veroordeling door het Sierra Leone Tribunaal afwacht. In april 2012 is hij tot
50 jaar veroordeeld, hij is daar tegen in beroep gegaan, dat onlangs diende en
het wachten is nu op de definitieve veroordeling. Charles Taylor heeft de
afgelopen weken weer veel stof doen opwaaien in Liberia. Deze keer omdat hij
een brief naar de regering heeft gestuurd waarin hij claimt recht te hebben op
achterstallig pensioen als ex-president. Dat pensioen bedraagt $25.000 per
jaar, Taylor werd in 2003 gedwongen door de internationale gemeenschap om naar
Ghana te vluchten, alwaar hij naar enige omzwervingen werd gearresteerd en
uitgeleverd aan het Haagse tribunaal. Hij meent dus nu recht te hebben op negen
keer het jaarlijkse pensioen, oftewel ruim $230.000. De regering heeft zijn
claim ter beoordeling voorgelegd aan het parlement en vooralsnog geen duidelijk
standpunt ingenomen. Toen de brief van Taylor openbaar werd, bleek opnieuw dat
zijn talent als splijtzwam te fungeren nog springlevend is. In kranten, op de
vele radiostations en in het parlement lijken de voor- en tegenstanders elkaar
in evenwicht te houden. De tegenstanders wijzen op het wetsartikel dat het
presidentiële pensioenen regelt, waarin duidelijk staat dat alleen bij een
eerzaam tussentijds vertrek de president recht op de uitkering heeft. En dat
bij Taylor niet is vol te houden dat hij op eerzame wijze zijn hielen heeft
gelicht. Voorstanders daarentegen benadrukken, net als Taylor in zijn
brief, dat hij volstrekt vrijwillig is
opgestapt, om zo uit grote vaderlandsliefde een verzoenend gebaar te maken.
In de week voor zijn dood kwam Whitfield in de Senaat geharnast op voor
het pensioen van zijn voormalige politieke chef. Zijn redenering was formeel:
Taylor was uit vrije wil opgestapt als president, de wetgeving kent dan een pensioen
toe en het proces in Den Haag was niet gericht op misdaden die Taylor eventueel
in Liberia had begaan, maar in Sierra Leone. Dat laatste is waar, maar dat is dan ook tegelijkertijd de
reden voor de grote onvrede die velen in Liberia hebben met het Haagse
Tribunaal.
Sommigen beweren dat Whitfield zich emotioneel zo aan deze zaak had
vastgeklampt, dat dit wellicht zijn plotselinge dood heeft veroorzaakt, dan wel
bespoedigd. Whitfield was overigens ook secretaris-generaal van de NPP, en ook
in de tijd dat Taylor er nog de scepter zwaaide behoorde hij tot de partijtop.
Tot nu toe hebben Huis noch Senaat een uitspraak hier over gedaan. De hete
aardappel wordt doorgeschoven, al schreef ‘The
Indepedent’ afgelopen vrijdag dat er in ‘the corridors of the government’
gewerkt wordt aan een vergelijk met de advocaten van Taylor.
Charles Taylor |
Tumult tijdens de
herdenkingsbijeenkomst
De rituelen rondom de begrafenis en de reacties die de dood van
Whitfield opriepen, zeggen veel over de politieke cultuur in Liberia. De
president, Ellen Sirleaf Johnson, noemde in haar jaarlijkse toespraak in het
parlement, vlak na de dood van Whitfield, hem niet expliciet, wat haar op veel
kritiek kwam te staan. Andere partijen spraken vol lof over Whitfield in hun
commentaren. In het parlementsgebouw werd een herdenkingsbijeenkomst gehouden,
met de kist en de familie, waarbij de vice-president, en vele ministers en parlementsleden
aanwezig waren. De kist werd in een optocht door Monrovia gedragen in een lange
stoet van partijgangers, die allen een t-shirt droegen met het karakteristieke
hoofd van Whitfield erop. De vermenging van partij, staat en privé is zeer
opvallend. Als in Nederland een (zittend) senator overlijdt, en dat heb ik
enkele keren meegemaakt, dan wordt daar uiteraard via een toespraak van de
voorzitter bij de eerstvolgende vergadering uitgebreid bij stilgestaan, maar
daar blijft het bij. Zo niet in Liberia. Onderdeel van die cultuur is het ‘over
de dode niets dan goed’. Ook als het een dode betreft die lid was van een
partij die de politieke nalatenschap van Charles Taylor beheert.
De vermenging van politiek en privé kwam scherp tot uiting in een
pijnlijk incident tijdens de herdenkingsbijeenkomst in het parlementsgebouw. Na
enkele toespraken kondigde de ceremoniemeester aan dat de ca. tweehonderd
aanwezigen zich op konden maken om langs de baar te lopen en een laatste blik
op Whitfield te werpen. Terwijl aanstalten werd gemaakt om de deksel van de
kist te lichten, stormde de weduwe van Whitfield het podium op om dit te
voorkomen (‘in back slippers and taken on
the bearing of a supermodel’ volgens het dagblad The Analyst). Zij riep uit dat dit volgens traditie alleen zou
gebeuren vlak voor de daadwerkelijke begrafenis die twee dagen later in
Buchanan zou plaatsvinden. Er ontstond
tumult, waarbij allerlei mensen zich ermee begonnen te bemoeien,
teneinde de weduwe –tevergeefs- ervan te
overtuigen dat de macabere peepshow
toch moest plaatsvinden.