(Ik ben weer terug in Liberia!)
In de week dat de Tweede Kamer de met veel publiciteit
omgeven verkiezing van een voorzitter afhandelde, kwam de Liberiaanse collega
van de vers gekozen Khadija Arib fors onder vuur te liggen. Alex Tyler, want zo
heet de man, wordt er in de FrontPage Africa van
beschuldigd zich jarenlang verrijkt te hebben. Met name door als
parlementsvoorzitter geld te incasseren van bedrijven die concessies door het
parlement geratificeerd wilden hebben, zodat ze konden beginnen met hun
mijnbouw- of landbouwactiviteiten. Concessiepolitiek is een van de (vele) zwakke
schakels in het toch al wankele overheidsgestel van ontwikkelingslanden die
over veel bodemschatten beschikken. Dat geldt ook voor Liberia, en daar heb ik
al een aantal blogs aan gewijd (zie het label 'bodemschatten' onder 'trending'). Een concessie verlenen aan een buitenlands
bedrijf om bijvoorbeeld (palm)olie of ijzererts te winnen is snel geld
verdienen voor de bestuurlijke elite. Want maar een deel komt in de staatskas
terecht, de rest verdwijnt in zakken van ambtenaren en vooral politici die de
dienst ‘verlenen’ om de concessie rond te krijgen. In het genoemde FrontPage
Africa artikel komt een Liberiaanse ondernemer aan het woord, die vertelt dat
een parlementariër 5000 dollar vroeg om een amendement in te dienen op een
concessieverlening aan de ondernemer. Zonder dat wijzigingsvoorstel zou het
voorstel niet worden aangenomen. Verder moest hij nog 45.000 dollar aan andere
‘honourable’ afgevaardigden betalen om zeker te zijn van hun stem, allemaal in
contant geld.
Alex Tyler |
Half duister
Volgens Moore Stephen, de vermaarde Britse accountants die
voor het Liberia Extractive Industries Transparency Initiative (LEITI) de jaarrapporten opstellen, speelt een groot
deel van de concessieverlening zich in het half duister af. FrontPage Africa
schrijft dat van de 68 concessie-overeenkomsten die door het parlement de
laatste jaren zijn goedgekeurd (totale waarde 8 miljard dollar) slechts drie de
normale route gevolgd. Ik heb dat niet terug kunnen vinden in het laatste LEITI
rapport, maar wel worden in dat rapport vele andere harde noten gekraakt
over de gebrekkige wijze waarop bedrijven en agentschappen van de overheid
rapporteren over de concessieverleningen. FrontPage Africa herinnert er ook aan
dat sinds 2005 door het parlement voor 16 miljard dollars aan concessies is
verleend: ‘many of these concessions were unable to make any meaningful
difference on the ground’.
Web van corruptiedraden
Het is algemeen bekend dat er geld op tafel moet komen om
het parlementaire proces te beginnen dat uiteindelijk moet leiden tot
besluitvorming. En dat proces is vooral in handen van de voorzitter van het
parlement, dat overigens ook in het kleine Liberia uit twee kamers bestaat (Huis
van Afgevaardigden en Senaat). En dat vervolgens parlementariërs geld vragen
voor hun ‘ja-stem’. De Canadees Len Lindstrom raakte met zijn aanvraag voor een
concessie zo verward in het web van corruptiedraden die gespannen werden dat hij
daar een website en een boek aan heeft gewijd (Corruption 010), dat van de gelijknamige website te downloaden is.
Jandy’s Little Paradise
Terug naar Tyler. Eind december werd Jandy’s Little Paradise geopend. Een hotel, restaurant,
conferentiecentrum en relaxcentrum, gelegen aan de weg van de hoofdstad
Monrovia naar het ‘internationale’ vliegveld. Eigenaar: het echtpaar Tyler;
kosten naar verluid 1 miljoen dollar. Ellen Johnson-Sirleaf, president van
Liberia, was gevraagd de opening te verrichten, maar zij weigerde met het
argument dat de president zich niet voor privé-karretjes laat spannen. Een
argument dat weinig hout snijdt, want enkele jaren geleden opende ze wel het
chique Grand Royal Hotel in Monrovia, dat nota bene in handen is van een rijke
Libanese familie. De officiële opening werd, aldus het vermakelijke krantenverslag, nu verricht door United Methodist bisschop
Dr. John G. Innis.
Het echte argument van de president was dat zij ‘not amused’
was, omdat Tyler, tot voor kort een partijgenoot in de regerende Unity Party,
zijn eigen partij was begonnen om als kandidaat in 2017 aan de
presidentsverkiezingen mee te doen. FrontPage Africa was een kijkje gaan nemen
bij het kantoor van de nieuwe partij, de Liberia People’s Democratic Party, en
constateerde dat er een ‘vloot’ van brandnieuwe pickups klaar stond om de
partij aan de man te brengen. Volgens de krant opnieuw een bewijs van de weelde
waarin Tyler baadt. Hoe komt hij toch aan dat geld, zo vroeg de krant zich af,
want in 2005, toen hij zijn parlementaire loopbaan begon, verklaarde Tyler een
maandsalaris van 207 dollar te hebben en zijn enige bezit was een schamel
stenen huisje dat 5173 dollar waard was.
Naast de extra concessie-inkomsten beschikt Tyler als
‘Speaker of the House’ ook over een zeer riant salaris en nog riantere onkostenvergoedingen.
Volgens de begroting 2014/2015 heeft Tyler in totaal in een jaar zo’n 2 miljoen
dollar tot zijn beschikking. Daarin begrepen zijn salaris en allerlei toeslagen
voor benzine, kranten, assistenten, reiskosten enz. Een fors bedrag: de totale
staatsbegroting is zo’n 650 miljoen dollar. Wellicht is dit bedrag conform de
vermelde posten besteed. Maar wellicht ook niet, want er vindt geen enkele
controle op de besteding plaats en de enige die over dit geld beschikt is Tyler
zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten