Vorige week verkiezingen in Nederland, deze week stond mijn
werk in het teken van ‘Elections Law Reform in Post-Conflict Countries’. Ons vierde politieke seminar was aan dit onderwerp
gewijd. Het is een veel voorkomende ontwikkeling in landen die jarenlang
geteisterd zijn door dictaturen en burgeroorlogen. Na die tijd van ellende
komen er verkiezingen: nieuwe partijen schieten als paddestoelen uit de grond,
er wordt een kieswet ingevoerd die eerlijke en vrije verkiezingen moet
garanderen, internationale hulptroepen worden ingevlogen en op de grote dag
zelf worden zoveel mogelijk stembureaus bevolkt door lokale en international
waarnemers. De verliezende partijen accepteren de door de Nationale Kies Raad
vastgestelde uitslag vaak niet en spreken van fraude en partijdige Kiesraden.
President Ellen Johnson-Sirleaf |
Zo ging het ook in Liberia. In 2005 vonden de eerste
parlements- en presidentsverkiezingen na de burgeroorlog plaats,
respectievelijk gewonnen door de
Unity Party (UP) en Ellen Johnson Sirleaf. De verliezende Congress for
Democratic Change (CDC) van voormalig stervoetballer George Weah verloor, en
legde zich mokkend bij de uitslag neer. Bij de verkiezingen in 2011 herhaalde
zich dit patroon, zij het dat bij de presidentsverkiezingen de CDC-kandidaat
weigerde de 2de ronde van de presidentverkiezingen in te gaan. De
CDC beschuldigde UP-kandidaat Johnson Sirleaf van fraude, zodat de latere
Nobelprijswinnares de tweede ronde zonder tegenstander inging en zo makkelijk
haar tweede ambtstermijn veroverde. Er waren demonstraties en rellen, waarbij
doden vielen.
Sinds die verkiezingen, nu een krap jaar geleden, is de
discussie over de kieswet losgebarsten. Internationale organisaties als het Carter
Centre en de Europese Unie hebben lijvige rapporten uitgebracht met
aanbevelingen voor aanpassingen van de kieswet.
De National Elections Commission (NEC) organiseerde de afgelopen maanden
hoorzittingen in het hele land om de meningen te peilen. In januari worden de
bevindingen aan het parlement gepresenteerd, waarna het aan
volksvertegenwoordiging is om met wetswijzigingen te komen. Want zo werkt het
hier: het is niet de regering, maar het parlement zelf dat het initiatief voor
wetsvoorstellen moet nemen.
Verlengstuk van de president
En dus organiseren wij enkele activiteiten om de
parlementsleden, en dan met name de leden van de betreffende commissies van
Huis en Senaat, voor te bereiden op die taak. Het seminar was daarvan de eerste
– en zal nog gevolgd worden door enkele scholingsbijeenkomsten.
De discussie op het seminar ging over de aanbevelingen en
kritiekpunten die in de bovengenoemde rapporten en hoorzittingen naar boven
waren gekomen.
Zoals vaak in landen die een burgeroorlog achter de rug
hebben is er weinig vertrouwen in instituties, zoals een kiesraad. In Liberia
worden de leden van de NEC, zoals elke belangrijke functionaris overigens,
benoemd door de president. En daarmee is de NEC een verlengstuk van de
president, zo betogen velen. Een ander punt is de klachtenprocedure; omdat de
NEC die afhandelt is er weinig vertrouwen in een objectieve rechtsgang. Een
ander kritiekpunt is de kiezersregistratie. Omdat er geen bevolkingsregister
is –en ook geen gecentraliseerde kiezersregistratie, staan de deuren tot
fraude, zoals meerdere keren stemmen op verschillende plekken, wijd open. Ook
de dode zielen kunnen nog stemmen - bij volmacht. Maar naast deze min of meer
technische zaken, zijn er ook andere obstakels die het democratische proces
verstoren. Zo heeft het Huis een zittingstermijn van zes jaar en de Senaat maar
liefst negen jaar. Dat zijn lange perioden die de parlementariërs, erg goed
betaald, op het pluche kunnen plakken, zonder zich druk te hoeven maken om
herverkiezing, transparantie en verantwoording afleggen. Ander punt dat een
steen des aanstoots is: krachtens de grondwet mogen alleen Liberianen stemmen
die tot het ‘negroïde ras’ behoren.
Het sterk personalistische karakter van de Liberiaanse
politiek is voor velen een andere zorg. Parlementsleden wisselen makkelijk van
partij, als hen dat zo uitkomt. Politieke partijen zijn slecht georganiseerd,
hebben nauwelijks geld en een schrale programmatische of ideologische basis.
Verkiezingen draaien dan ook vooral om personen, macht en geld – en nauwelijks
om ideeën voor een betere toekomst. Een onlangs door het Huis aanvaarde wet om
politieke partijen te financieren ligt stevig onder vuur, omdat velen het
vooral zien als een zakkenvuller voor politici.
Luisteren (en kijken) via Skype naar Olufunto Akinduro |
Over al deze onderwerpen werd levendig gediscussieerd op het
seminar. De aftrap werd verzorgd, via een skype-verbinding met Johannesburg,
door Olufunto Akinduro, een Afrikaanse verkiezingsexpert van het Electoral Institute for Sustainable Democracy in Africa
(EISA). Zij gaf aan de hand van veel Afrikaanse voorbeelden –en een analyse van
de Liberiaanse kieswetgeving – aan hoe de kieswet veranderd zou kunnen worden
om bij te dragen aan vrije en eerlijke verkiezingen. Zoals het depolitiseren
van de NEC door onafhankelijke mensen van onbesproken gedrag te benoemen.
Politieke partijen subsidiëren? OK, maar dan niet de verkiezingskassen, maar
alleen die scholingsactiviteiten die van partijen democratische
ledenorganisaties maken, die het politieke debat inhoud geven. En zo passeerden
een aantal aanbevelingen de revue, met daarbij als belangrijke, onderliggende
notie dat alleen wetten veranderen onvoldoende is. Het is het –integere- gedrag
van politici –en andere gezagsdragers- dat mede moet leiden tot een situatie,
waarin er voldoende vertrouwen is in de werking van de democratie.