Deze week stond ook voor mij toch voor een belangrijk deel
in het teken van de Nederlandse verkiezingen. Afstand zegt niet alles
blijkbaar. Via de burgemeester van Den Haag had ik geregeld dat het thuisfront
voor mij mocht stemmen. (Nederlanders in het buitenland moeten zich –als ze
willen stemmen- registreren bij de burgemeester van Den Haag. Je kunt dan per
post stemmen –maar die werkt hier niet- of per volmacht – en dat regelt dan de
gemeente Den Haag.) Via de Google-expats-Liberia groep, zo’n 1500 expats groot,
had ik een korte oproep gedaan: ‘sinds ik hier in april aan de slag ben heb
ik nog nooit een Nederland/se/er ontmoet, maar zijn er misschien toch
Nederlanders, die ook nog over een schotelantenne beschikken, zodat we woensdag
een verkiezingsavond ergens kunnen organiseren?’ Ik kreeg twee aardige reacties, maar geen schotelantenne. Dus kroop
ik woensdagavond maar achter de computer op mijn werk, waar de
internetverbinding snel genoeg is om de TV-uitzending op te pakken via de
NOS-website.
Huilende GroenLinksers op de uitslagenavond. |
Wat een dramatische uitslag. Natuurlijk voor GroenLinks,
maar dat krijg je als je met het liberalisme flirt, Kunduz een fantastische
missie vindt, het Lenteakkoord een strategische meesterzet, types als Mariko
Peters en Tofik Dibi een paar jaar geleden op verkiesbare plaatsen zet, Tof
Tissen een kandidatencommissie laat leiden en nog meer van dat onvoorstelbare,
amateuristische geknoei. En wat was het desalniettemin gezellig in dat
Rotterdamse café waar GroenLinks de uitslagenavond doorbracht. Jolande Sap werd
toegejuicht alsof het zetelaantal verdubbeld was, in plaats van gedecimeerd,
want zo kun je het zuivere verlies van zeven zetels wel noemen. Slechts een enkeling liet een traan... Het echec van
GroenLinks is nog eens extra groot als je bedenkt dat alle linkse of progressieve
partijen hebben gewonnen –of gelijk zijn gebleven.
VVD-winst een drama
Maar ook de winst van de VVD is natuurlijk een drama. Laat
ik volstaan met deze link naar de column van Thomas van der Dunk, waarin hij genadeloos –en terecht- Rutte neersabelt, de grootste
charlatan in de Nederlandse hedendaagse politiek. Erger dan Wilders.
Waar ik me ook tijdens die uitzending mateloos aan ergerde
–wat heb ik me toch zitten ergeren merk ik nu drie dagen later nog- is de
manier waarop de uitslagen van de SP steeds als verlies werden aangemerkt. Ik
denk dat PVV en SP wel twintig keer door Mingelen cs in één adem als verliezers
werden neergezet, maar de SP bleef toch echt in al dat Samsom-Rutte geweld
keurig op 15 zetels staan. Al viel dat ‘de socialisten’ wel tegen, gezien de
torenhoge peilingen in begin augustus. Maar over die peilingen zijn al zoveel
kritische noten gekraakt (meer dan helft zweefde toen nog, SP-kiezers zaten
thuis, die van de PvdA lagen op het strand, het enorme media geweld moest nog komen
enz), dat ik daar verder over zwijg.
Het mystieke midden
En dan die analyses van de uitslag, de keuze voor het
midden. Met name de Volkskrant kon er maar geen genoeg van krijgen. Sinds
wanneer zijn de VVD en de PvdA middenpartijen? ‘Ja, maar de flanken hebben
verloren.’ Oh ja? Alleen de PVV dan. En VVD en PvdA stonden scherp tegenover
elkaar, beïnvloed als ze zijn door hun electorale concurrenten, PVV en SP. Het
midden bestaat nog welgeteld uit CDA en D66, samen goed voor 25 zetels. PvdA en
de VVD zijn elkaars politieke tegenpolen. Een kabinet van deze twee partijen is
een hopeloze exercitie die PVV noch SP windeieren zal leggen. Hoewel (bijna) niemand
dat lijkt te durven zeggen, maakt deze uitslag een centrumlinkse
coalitie mogelijk. PvdA, SP, D66, CDA en GroenLinks hebben samen 82 zetels.
Een vijf partijen kabinet dat in de verte doet denken aan dat door de VVD zo
verfoeide kabinet Den Uyl, dat steunde op PvdA, PPR, D66, KVP en ARP. Wat een
ironie van de geschiedenis zou dat zijn! Rutte krijgt wat hij zo verafschuwt!
GroenLinks gaat evalueren!
Natuurlijk gaat GroenLinks met een speciale commissie
evalueren. Dat behoort tot het standaard repertoire van de verliezer. Maar het
levert zelden iets op, omdat zo’n commissie in zijn samenstelling al het
compromis in zich draagt. Een beetje van dit en een beetje van dat en de
waarheid, als-ie al niet op het kerkhof ligt, bivakkeert in het midden.
Die evaluatie, wil die enig hout snijden, moet beginnen met
een analyse van de –verschuivende- politieke plaatsbepaling van GroenLinks.
Kortweg gezegd: van een positie van links van de PvdA –een belangrijk vertrek-
en referentiepunt bij de oprichting – tot ergens tussen D66, VVD, CDA en PvdA
in. En hoe deze plaatsbepaling het karakter van GroenLinks heeft veranderd:
ideologisch, programmatisch en electoraal. En daarmee het imago, het eigene,
het herkenbare. Dan kan verklaard worden hoe een linkse partij het bestaat om
een oorlogsmissie in Kunduz te steunen. Hoe een linkse partij, waarvoor
sociaal-economische verhoudingen en het steunen van de onderliggende partij
daarin een ijkpunt moet zijn, het bestaat om de vakbeweging te minachten, de
duur van de WW in te korten, het ontslagrecht te versoepelen en een kamerlid
(Jesse Klaver) te hebben die liever een VVD’er dan een PvdA’er op Sociale Zaken
heeft.
Naast de inhoud moet ook de strategie aan de orde komen.
Welke diepzinnige, consistente afwegingen zitten er achter de keuze om te
pleiten voor een fusie met D66, de ene keer te opteren voor een Paarse variant,
dan weer het gemeenschapsdenken van het CDA te omarmen, de VVD als een
progressieve partij te bestempelen en de SP tot een conservatieve, om daarna
weer met Cohen en Roemer op het podium van Een Ander Nederland te staan? Of, het absolute dieptepunt, als linkse oppositiepartij na de val van het meest rechtse kabinet ooit, een akkoord met datzelfde kabinet sluiten, terwijl de verkiezingen in aantocht zijn!
En dan tenslotte het voertuig zelf: de partij GroenLinks.
Hoe deze partij is verworden van een democratische ledenpartij tot een speeltje
in handen van de partijtop, die congressen, kandidaten- en programmacommissies
regisseert, discussies uit de weg gaat en bij voorkeur onervaren, maar
hondstrouwe mensen op posities tilt.
Naar zo’n evaluatie kijk ik uit. Ik vrees, tevergeefs.