zaterdag 1 september 2012

James en Lin zijn dood




Dit was een droevige week. Maandag begon met een stafvergadering om onze Liberiaanse collega James te herdenken die plotseling in het weekend was overleden. Hij was kort daarvoor weliswaar in het ziekenhuis opgenomen, maar niets wees er op dat het zo ernstig was. Hij werkte al zes jaar voor NDI en was onze financieel manager. Een precieze, rechtschapen en altijd goed gehumeurde man, die niet alleen zorgvuldig over ons budget waakte, maar ook goed wilde weten welke activiteiten daar achter schuil gingen. In een uur haalden vele collega’s dierbare herinneringen op en werd er af en toe flink gesnotterd. Onder andere dat hij goed kon vertellen over zijn studietijd die hij in Europa had doorgebracht; regelmatig trakteerde hij zijn collega’s op voor hen onbegrijpelijke, volle Duitse zinnen – en met mij had hij eindelijk iemand die ook iets terug kon zeggen.  ’s Middags gingen we met zijn allen, zo’n vijftien man, naar zijn vrouw, die uiteraard zeer verdrietig was en er nu alleen voor staat om hun vier kinderen op te voeden. Maar door de tranen heen leek ze me ook een sterke vrouw, die zich al rekenschap begon te geven van de nieuwe situatie waarin ze zo ongewild terecht was gekomen.


Een paar dagen later kreeg ik een e-mail met het droevige bericht dat Lin Tabak was overleden. Lin voerde al maanden lang een ongelijke strijd tegen die gevreesde, slopende ziekte. Ik kende Lin vooral vanuit Kritisch GroenLinks, een clubje van zo’n tien mensen, waar we samen deel van uit maakten, en dat op gezette tijden in de partij van zich laat horen als we vinden dat ‘de partijtop’ op grond van allerhande zogenaamde strategische argumenten de partij naar het politieke midden wil laten afglijden. Dan schrijven we een pittig opiniestuk of sleutelen wat moties voor een komend congres in elkaar. Soms met succes, soms ook niet.  Lin was vooral bezorgd over het gebrek aan een democratische cultuur binnen de partij. En kon zich daar –terecht- behoorlijk kwaad over kon maken, Als jarenlange medewerkster van het partijblad zat ze met haar neus boven op de interne partijwoelingen en zag ze hoe schijn en werkelijkheid kunnen botsen in een partij die zich o zo graag als open, democratische ledenpartij wil manifesteren, maar dat niet is. Lin schreef in het GroenLinks Magazine voor ze ziek werd een serie artikelen over belangrijke thema’s als sociale zekerheid, milieu, vredesbeleid en –haar grote passie- Europa. Daarin bracht ze in praktijk wat ze elders in GroenLinks miste: een botsing van meningen als middel om verder te komen. Lin streed voor een ideaal GroenLinks en schreef daar hartstochtelijk over.