Deze week was ik wederom upcountry
voor ons programma. Weliswaar niet helemaal tot in het diepe zuidoosten
(Maryland), zoals een maand geleden, maar naar Zwedru. Het is toch altijd weer
een avontuur zo’n rit van een paar honderd kilometer. Allereerst valt op hoe snel
de asfaltering voortschrijdt van de weg tussen Monrovia en Ganta (zie mijn blog
van 23 mei). Waar je
vroeger toch zo’n dag over deze 265 km deed, ben je nu in 4 uur in Ganta. Maar vanaf Ganta is
het als vanouds. De onverharde weg is
met het invallen van het regenseizoen in vergelijking met een maand geleden een
stuk slechter. In feite is het één hobbel- en af en toe glijpartij van zo’n 5
uur.
Johnson Moordenaar
Het is nu de vijfde keer dat ik deze route rijd, maar altijd
zie je weer nieuwe dingen. Even buiten Ganta staat op 50 meter van de weg een
pakweg vier meter hoog standbeeld van een man, met een boek in de hand van zijn
zwaaiende arm. Ik was verbaasd. ‘Is dat beeld nieuw?’ vroeg ik mij Liberiaanse
metgezellen. ‘Nee het staat er al een paar jaar, het is een beeld van Prince
Johnson’. Ik kon het niet geloven. Dus deze warlord, deze moordenaar van de met
een staatsgreep aan de macht gekomen president Samuel Doe, deze senator met een
VN-uitreisverbod, deze Prince die volgens de Truth and Reconciliation Commission van Liberia nummer 1 staat op de lijst van Most Notorious Perpetrators vanwege Killing, extortion, massacre, destruction of
property, force recruitment, assault,
abduction, torture, forced labor and rape tijdens de burgeroorlog en dertig jaar land geen publieke functie zou mogen
bekleden, heeft bij leven en welzijn een
beeld voor zichzelf opgericht?
We stopten om een foto te maken en lazen met een mengeling
van afkeer en hilariteit de ronkende tekst die op de sokkel stond (inderdaad in
hoofdletters uitgehouwen):
HERE STANDS IN LASTING
MEMORY OF THE REVOLUTIONARY HERO OF NIMBA COUNTY GENERAL PRINCE YORMIE JOHNSON.
A STATESMAN, POLITICIAN, DIPLOMAT AND
EVANGELIST OF THE GOSPEL OF JESUS CHRIST WHO FREED THE PEOPLE OF NIMBA COUNTY
AND LIBERIA
Het beeld is in 2013 geplaatst en stond er ongeschonden bij.
Nimba is zijn bolwerk: in december 2014 werd hij zonder problemen opnieuw voor
9 jaar tot senator gekozen. Maar buiten Nimba geniet hij weinig populariteit.
Ook niet in de senaat, waar hij af en toe nog voor ‘moordenaar’ wordt
uitgemaakt. Zijn electorale basis in het voor Liberiaanse begrippen vrij druk
bevolkte Nimba is echter een troefkaart die hij bij iedere presidentsverkiezing
handig weet uit te spelen, zoals ik in mijn blog van enkele weken geleden al memoreerde.
Van de ‘arrestatie ’en het ‘verhoor’ van president Doe door
Prince Johnson is een video gemaakt die op YouTube te zien is. Het is een
tamelijk schokkend verslag van de manier waarop de warlord, met niet de bijbel maar een bierblik in de hand, over zijn
slachtoffer triomfeert. Dat hij later een herboren christen werd, zich
evangelist noemt en zich met een bijbel in zijn wuivende hand laat afbeelden,
is wellicht een poging om de digitale werkelijkheid die hem zijn hele leven zal
achtervolgen, wat te neutraliseren.
Roadblock van €2,50
In Tapita werd de Ebola Treatment Unit afgebroken. Ook maar
even foto van gemaakt. Het bewijs dat de Ebola is verslagen. Hopelijk wordt het
niet te snel verwijderd.
Onderweg kom je de meest vreemd uitgedoste auto’s en
vrachtwagens tegen. Soms met passagiers als zichtbare verstekelingen die het
risico nemen van een ongenadige valpartij om maar niet te hoeven lopen.
Verlaten wrakken van auto’s kom je ook regelmatig tegen en
gevallen van pech. Op één plek blokkeerden drie met pech kampende vrachtwagens
de route. We werden gedwongen een omweggetje te maken door het aanpalende dorp.
De bewoners waren niet van gisteren en hadden een simpele wegblokkade opgetrokken
van een paar latten en een krukje. Voor
geld wilden ze ons wel doorlaten. Ik heb met bewondering gade geslagen hoe mijn
collega’s met hen in discussie gingen en, toen ze het niets eens konden worden,
met de dorpelingen naar de Town Chief
gingen. Na 20 minuten palaveren en tegen betaling van 250 Liberiaanse dollars (€2,50)
mochten we verder rijden…
Een vuist maken
Uiteindelijk ging het om drie bijeenkomsten die we afgelopen
week organiseerden. Twee van hen hadden hetzelfde karakter. NDI wekt nauw samen
met vijf civil society organisations
(CSO’s). Een van hen is de CSO-coalition
on Natural Resource Management (NRM).
Hierin werken 22 CSO’s samen, die streven naar een eerlijk, transparant en
sociaal beheer van de natuurlijke rijkdommen van Liberia. Dat is hard nodig,
want het meeste hout, ijzererts, palmolie, goud en binnenkort wellicht ook
olie, wordt door buitenlandse bedrijven het land uit verscheept via
overeenkomsten met de overheid waar haast altijd de geur van corruptie om heen
hangt. En waarbij meestal ook de leefomgeving én middelen van bestaan van
omringende gemeenschappen worden geschaad. Wij trainen en ondersteunen NRM om
met de bedreigde gemeenschappen een vuist te vormen tegen deze praktijken en
het parlement onder druk te zetten om een beleid te voeren, c.q. van de
regering af te dwingen, dat niet danst naar de pijpen van het buitenlandse
bedrijfsleven, maar naar de belangen van het overgrote deel van de –straatarme-
bevolking. Om met meer kracht vanuit de basis van de samenleving te opereren
heeft NRM vier regionale platforms in het leven geroepen. Hierin zijn lokale
groepen actief om vanuit hun regio met informatie te komen of en hoe bedrijven
de sociale verplichtingen uit die overeenkomsten (de bouw van een school voor
naburige dorpen, fatsoenlijke huisvesting, scholing en gezondheidszorg voor
de werknemers e.d.) nakomen en hoe
serieus de overheid daar op toe ziet.
Bijeenkomst in Zwedru. |
De geur van de geldpot
De twee Regional Stakeholders' working sessions die NRM organiseerde (in Zwedru en
Gbarnga) waren bedoeld om met de leden van deze twee platforms te discussiëren welke
problemen én kansen er in hun regio zijn om dit jaar aan te pakken. Wat voor
beide een groot probleem bleek te zijn, was het functioneren van de zogenaamde County Social Development Funds CSDF). In de overeenkomst die de overheid met
bedrijven sluit, zijn behalve sociale verplichtingen, ook
belastingverplichtingen opgenomen. Een deel daarvan komt terecht in deze
CSDF’s, waarmee allerlei ontwikkelingsprojecten (infrastructuur, maar ook
scholen en gezondheidscentra) worden gefinancierd. De structuur van en
zeggenschap over deze fondsen zijn op papier redelijk geregeld, maar de
werkelijkheid is een andere. Talloze overheidscommissies, ministeries en
agentschappen bemoeien zich er mee, terwijl de parlementariërs uit de regio de
neiging hebben het als een geldpot voor leuke dingen voor hun kiezers te
beschouwen. En voor hen zelf, want ook om deze geldpot hangt de penetrante geur
van corruptie. Het is dus zaak voor beide platforms om het functioneren van
deze fondsen aan de orde te stellen en met voorstellen te komen hoe het beter,
transparanter, socialer en democratischer kan.
Een ander kritiekpunt was de gebrekkige wijze waarop de overheid
het nakomen van de verplichtingen uit de overeenkomst monitort. Dat vereist nauwgezet
en consequent werkende ambtenaren, die door hun politieke bazen daarop
aangestuurd worden. En daar ontbreekt het allebei aan, zoals overigens in veel
onderontwikkelde (én ontwikkelde) landen.
Dus ook dat zal door de platforms geagendeerd moeten worden.
Volgende week zal NRM soortgelijke bijeenkomsten in de
andere twee regio’s houden.
Groepsfoto van de 'Regional NRM Stakeholders'in Gbarnga. |
Een reces van vier maanden
De derde bijeenkomst, afgelopen zaterdag, had een ander karakter. Behalve drie CSO’s
die zich met politiek inhoudelijke zaken bezighouden, ondersteunt NDI ook twee
CSO’s die het parlement –en de individuele leden- volgen. Welke onderwerpen
komen in het Huis en de Senaat aan de orde? Hoe zit het met de aanwezigheid van
de parlementariërs? Wie doet er zijn of haar mond open en hoe vaak? Wie is
actief met het indienen van moties of het ter verantwoording roepen van
ministers? Zijn stukken en agenda’s van tevoren verkrijgbaar voor burgers?
Enzovoorts. Dit monitoren is hard nodig om de lawmakers een spiegel voor te houden en hen zo te stimuleren zich
actiever op te stellen in zaken die er voor de bevolking toe doen. Want daar
ontbreekt het wel eens aan. En het is een manier om de kiezers te informeren
over wat de gekozenen zoal in hun naam uitspoken.
Een van beide CSOs, de Justice
and Peace Commission (JPC), houdt ook bij hoe serieus de parlementariërs
hun vertegenwoordigende rol nemen. Liberia kent een districtenstelsel en dus
wordt er van de gekozenen honorables
verwacht dat ze een goede band met hun kiezers onderhouden. Zeker gedurende de agricultural break, een historische
verworvenheid uit de tijd dat de meesten een boerderij hadden: van augustus tot
begin januari staat het parlementaire leven stil en worden de parlementariërs
geacht in hun kiesdistrict te zijn. Een veel gehoord kritiekpunt is dat de
meesten dat niet doen, maar bij voorkeur naar Amerika afreizen om familie te
bezoeken en zich medisch van alle kanten te laten doorlichten. Om Wahrheid van Dichtung te scheiden heeft JPC in ieder van de 15 provincies (counties) een monitor aangesteld. Deze
moet tijdens dat lange reces in de gaten houdt of de parlementariër in zijn of
haar district aanwezig is en welke activiteiten er worden ontplooid om de
kiezers te informeren en consulteren. En daarover ook te rapporteren. Daarnaast
inventariseren zij welke politici een lokaal
kantoor hebben en zo ja, hoe dat functioneert.
De JPC Orientation Training in Gbarnga. |
Politiek bloedbad
Deze 15 monitors waren afgelopen zaterdag bijeen voor een Orientation Training, eveneens in Gbarnga, om met
elkaar te bespreken hoe ze hun taak oppakken, ervaringen te delen enz. Ik heb ze voorgehouden hoe belangrijk het is
dat ook dit deel van het parlementaire werk wordt gevolgd. Enerzijds om nu eens
duidelijk te krijgen of het onderbuikgevoel dat velen er een potje van maken
wel klopt. En anderzijds, nog belangrijker, een beeld te schetsen wat er wél
gebeurt, zodat daar een stimulerende werking van uit kan gaan. Dat geldt ook
voor het inventariseren van de kantoren. In Liberia zijn de fysieke en digitale
communicatieverbindingen slecht, dan wel onbereikbaar voor de meeste mensen. Dat
maakt dat direct contact voor alles en iedereen buiten de hoofdstad Monrovia
met een parlementariër moeilijk te realiseren is in de periode dat het parlement
vergadert (januari-augustus). Een lokaal kantoor met een goed werkende staf kan
daar zeker verbetering in brengen.
Langzamerhand begint het steeds meer bij de parlementariërs
zélf door te dringen dat ze hun werk anders moeten aanpakken, willen ze
herkozen worden. Zowel de algemene verkiezingen in 2012 als de ‘halve’ Senaatsverkiezingen
in december 2014 waren een politiek bloedbad. Verreweg de meesten werden niet
herkozen, omdat ze onzichtbaar waren voor hun kiezers. Het monitoren kan daar
verandering in brengen. Zichtbaar zijn én de juiste, voor de grote massa van
arme Liberianen relevante, ‘dingen doen’. Dáár gaat het om.