zondag 28 juni 2015

Een week vol verrassingen en leermomenten

Deze week was ik wederom upcountry voor ons programma. Weliswaar niet helemaal tot in het diepe zuidoosten (Maryland), zoals een maand geleden, maar naar Zwedru. Het is toch altijd weer een avontuur zo’n rit van een paar honderd kilometer. Allereerst valt op hoe snel de asfaltering voortschrijdt van de weg tussen Monrovia en Ganta (zie mijn blog van 23 mei). Waar je vroeger toch zo’n dag over deze 265 km deed, ben je nu in 4 uur in Ganta. Maar vanaf Ganta is het als vanouds. De  onverharde weg is met het invallen van het regenseizoen in vergelijking met een maand geleden een stuk slechter. In feite is het één hobbel- en af en toe glijpartij van zo’n 5 uur.

Johnson Moordenaar

Het is nu de vijfde keer dat ik deze route rijd, maar altijd zie je weer nieuwe dingen. Even buiten Ganta staat op 50 meter van de weg een pakweg vier meter hoog standbeeld van een man, met een boek in de hand van zijn zwaaiende arm. Ik was verbaasd. ‘Is dat beeld nieuw?’ vroeg ik mij Liberiaanse metgezellen. ‘Nee het staat er al een paar jaar, het is een beeld van Prince Johnson’. Ik kon het niet geloven. Dus deze warlord, deze moordenaar van de met een staatsgreep aan de macht gekomen president Samuel Doe, deze senator met een VN-uitreisverbod, deze Prince die volgens de Truth and Reconciliation Commission van Liberia nummer 1 staat op de lijst van Most Notorious  Perpetrators  vanwege Killing, extortion, massacre, destruction of property, force recruitment, assault, abduction, torture, forced labor and rape tijdens de burgeroorlog en dertig  jaar land geen publieke functie zou mogen bekleden, heeft bij leven en welzijn  een beeld voor zichzelf opgericht?
We stopten om een foto te maken en lazen met een mengeling van afkeer en hilariteit de ronkende tekst die op de sokkel stond (inderdaad in hoofdletters uitgehouwen):

HERE STANDS IN LASTING MEMORY OF THE REVOLUTIONARY HERO OF NIMBA COUNTY GENERAL PRINCE YORMIE JOHNSON.
A STATESMAN, POLITICIAN, DIPLOMAT AND EVANGELIST OF THE GOSPEL OF JESUS CHRIST WHO FREED THE PEOPLE OF NIMBA COUNTY AND LIBERIA


Het beeld is in 2013 geplaatst en stond er ongeschonden bij. Nimba is zijn bolwerk: in december 2014 werd hij zonder problemen opnieuw voor 9 jaar tot senator gekozen. Maar buiten Nimba geniet hij weinig populariteit. Ook niet in de senaat, waar hij af en toe nog voor ‘moordenaar’ wordt uitgemaakt. Zijn electorale basis in het voor Liberiaanse begrippen vrij druk bevolkte Nimba is echter een troefkaart die hij bij iedere presidentsverkiezing handig weet uit te spelen, zoals ik in mijn blog van enkele weken geleden al memoreerde.
Van de ‘arrestatie ’en het ‘verhoor’ van president Doe door Prince Johnson is een video gemaakt die op YouTube te zien is. Het is een tamelijk schokkend verslag van de manier waarop de warlord, met niet de bijbel maar een bierblik in de hand, over zijn slachtoffer triomfeert. Dat hij later een herboren christen werd, zich evangelist noemt en zich met een bijbel in zijn wuivende hand laat afbeelden, is wellicht een poging om de digitale werkelijkheid die hem zijn hele leven zal achtervolgen, wat te neutraliseren.

Roadblock van €2,50

In Tapita werd de Ebola Treatment Unit afgebroken. Ook maar even foto van gemaakt. Het bewijs dat de Ebola is verslagen. Hopelijk wordt het niet te snel verwijderd. 


Onderweg kom je de meest vreemd uitgedoste auto’s en vrachtwagens tegen. Soms met passagiers als zichtbare verstekelingen die het risico nemen van een ongenadige valpartij om maar niet te hoeven lopen.


Verlaten wrakken van auto’s kom je ook regelmatig tegen en gevallen van pech. Op één plek blokkeerden drie met pech kampende vrachtwagens de route. We werden gedwongen een omweggetje te maken door het aanpalende dorp. De bewoners waren niet van gisteren en hadden een simpele wegblokkade opgetrokken  van een paar latten en een krukje. Voor geld wilden ze ons wel doorlaten. Ik heb met bewondering gade geslagen hoe mijn collega’s met hen in discussie gingen en, toen ze het niets eens konden worden, met de dorpelingen naar de Town Chief gingen. Na 20 minuten palaveren en tegen betaling van 250 Liberiaanse dollars (€2,50) mochten we verder rijden…


Een vuist maken

Uiteindelijk ging het om drie bijeenkomsten die we afgelopen week organiseerden. Twee van hen hadden hetzelfde karakter. NDI wekt nauw samen met vijf civil society organisations (CSO’s). Een van hen is de CSO-coalition on Natural Resource Management (NRM). Hierin werken 22 CSO’s samen, die streven naar een eerlijk, transparant en sociaal beheer van de natuurlijke rijkdommen van Liberia. Dat is hard nodig, want het meeste hout, ijzererts, palmolie, goud en binnenkort wellicht ook olie, wordt door buitenlandse bedrijven het land uit verscheept via overeenkomsten met de overheid waar haast altijd de geur van corruptie om heen hangt. En waarbij meestal ook de leefomgeving én middelen van bestaan van omringende gemeenschappen worden geschaad. Wij trainen en ondersteunen NRM om met de bedreigde gemeenschappen een vuist te vormen tegen deze praktijken en het parlement onder druk te zetten om een beleid te voeren, c.q. van de regering af te dwingen, dat niet danst naar de pijpen van het buitenlandse bedrijfsleven, maar naar de belangen van het overgrote deel van de –straatarme- bevolking. Om met meer kracht vanuit de basis van de samenleving te opereren heeft NRM vier regionale platforms in het leven geroepen. Hierin zijn lokale groepen actief om vanuit hun regio met informatie te komen of en hoe bedrijven de sociale verplichtingen uit die overeenkomsten (de bouw van een school voor naburige dorpen, fatsoenlijke huisvesting, scholing en gezondheidszorg voor de  werknemers e.d.) nakomen en hoe serieus de overheid daar op toe ziet.

Bijeenkomst in Zwedru.
De geur van de geldpot

De twee Regional Stakeholders' working sessions die NRM organiseerde (in Zwedru en Gbarnga) waren bedoeld om met de leden van deze twee platforms te discussiëren welke problemen én kansen er in hun regio zijn om dit jaar aan te pakken. Wat voor beide een groot probleem bleek te zijn, was het functioneren van de zogenaamde County Social Development Funds CSDF). In de overeenkomst die de overheid met bedrijven sluit, zijn behalve sociale verplichtingen, ook belastingverplichtingen opgenomen. Een deel daarvan komt terecht in deze CSDF’s, waarmee allerlei ontwikkelingsprojecten (infrastructuur, maar ook scholen en gezondheidscentra) worden gefinancierd. De structuur van en zeggenschap over deze fondsen zijn op papier redelijk geregeld, maar de werkelijkheid is een andere. Talloze overheidscommissies, ministeries en agentschappen bemoeien zich er mee, terwijl de parlementariërs uit de regio de neiging hebben het als een geldpot voor leuke dingen voor hun kiezers te beschouwen. En voor hen zelf, want ook om deze geldpot hangt de penetrante geur van corruptie. Het is dus zaak voor beide platforms om het functioneren van deze fondsen aan de orde te stellen en met voorstellen te komen hoe het beter, transparanter, socialer en democratischer kan.
Een ander kritiekpunt was de gebrekkige wijze waarop de overheid het nakomen van de verplichtingen uit de overeenkomst monitort. Dat vereist nauwgezet en consequent werkende ambtenaren, die door hun politieke bazen daarop aangestuurd worden. En daar ontbreekt het allebei aan, zoals overigens in veel onderontwikkelde (én ontwikkelde) landen.
Dus ook dat zal door de platforms geagendeerd moeten worden.
Volgende week zal NRM soortgelijke bijeenkomsten in de andere twee regio’s houden.

Groepsfoto van de 'Regional NRM Stakeholders'in Gbarnga.
Een reces van vier maanden

De derde bijeenkomst, afgelopen zaterdag,  had een ander karakter. Behalve drie CSO’s die zich met politiek inhoudelijke zaken bezighouden, ondersteunt NDI ook twee CSO’s die het parlement –en de individuele leden- volgen. Welke onderwerpen komen in het Huis en de Senaat aan de orde? Hoe zit het met de aanwezigheid van de parlementariërs? Wie doet er zijn of haar mond open en hoe vaak? Wie is actief met het indienen van moties of het ter verantwoording roepen van ministers? Zijn stukken en agenda’s van tevoren verkrijgbaar voor burgers? Enzovoorts. Dit monitoren is hard nodig om de lawmakers een spiegel voor te houden en hen zo te stimuleren zich actiever op te stellen in zaken die er voor de bevolking toe doen. Want daar ontbreekt het wel eens aan. En het is een manier om de kiezers te informeren over wat de gekozenen zoal in hun naam uitspoken.
Een van beide CSOs, de Justice and Peace Commission (JPC), houdt ook bij hoe serieus de parlementariërs hun vertegenwoordigende rol nemen. Liberia kent een districtenstelsel en dus wordt er van de gekozenen honorables verwacht dat ze een goede band met hun kiezers onderhouden. Zeker gedurende de agricultural break, een historische verworvenheid uit de tijd dat de meesten een boerderij hadden: van augustus tot begin januari staat het parlementaire leven stil en worden de parlementariërs geacht in hun kiesdistrict te zijn. Een veel gehoord kritiekpunt is dat de meesten dat niet doen, maar bij voorkeur naar Amerika afreizen om familie te bezoeken en zich medisch van alle kanten te laten doorlichten. Om Wahrheid van Dichtung te scheiden heeft JPC in ieder van de 15 provincies (counties) een monitor aangesteld. Deze moet tijdens dat lange reces in de gaten houdt of de parlementariër in zijn of haar district aanwezig is en welke activiteiten er worden ontplooid om de kiezers te informeren en consulteren. En daarover ook te rapporteren. Daarnaast inventariseren zij welke politici een lokaal  kantoor hebben en zo ja, hoe dat functioneert.

De JPC Orientation Training in Gbarnga.
Politiek bloedbad

Deze 15 monitors waren afgelopen zaterdag bijeen voor een Orientation Training, eveneens in Gbarnga,  om met elkaar te bespreken hoe ze hun taak oppakken, ervaringen te delen enz. Ik heb ze voorgehouden hoe belangrijk het is dat ook dit deel van het parlementaire werk wordt gevolgd. Enerzijds om nu eens duidelijk te krijgen of het onderbuikgevoel dat velen er een potje van maken wel klopt. En anderzijds, nog belangrijker, een beeld te schetsen wat er wél gebeurt, zodat daar een stimulerende werking van uit kan gaan. Dat geldt ook voor het inventariseren van de kantoren. In Liberia zijn de fysieke en digitale communicatieverbindingen slecht, dan wel onbereikbaar voor de meeste mensen. Dat maakt dat direct contact voor alles en iedereen buiten de hoofdstad Monrovia met een parlementariër moeilijk te realiseren is in de periode dat het parlement vergadert (januari-augustus). Een lokaal kantoor met een goed werkende staf kan daar zeker verbetering in brengen.
Langzamerhand begint het steeds meer bij de parlementariërs zélf door te dringen dat ze hun werk anders moeten aanpakken, willen ze herkozen worden. Zowel de algemene verkiezingen in 2012 als de ‘halve’ Senaatsverkiezingen in december 2014 waren een politiek bloedbad. Verreweg de meesten werden niet herkozen, omdat ze onzichtbaar waren voor hun kiezers. Het monitoren kan daar verandering in brengen. Zichtbaar zijn én de juiste, voor de grote massa van arme Liberianen relevante, ‘dingen doen’. Dáár gaat het om.


Geen opmerkingen: